14


Pas toen Hastings op aandringen van Hercule Poirot tegen zijn zin de tuin in was gelopen, richtte de kleine detective in de bibliotheek zijn aandacht weer op Lucia Amory, nadat hij eerst de openslaande deuren had dichtgedaan.

Lucia keek Poirot bezorgd aan. 'Monsieur Poirot, ik heb begrepen dat u me naar mijn kamermeisje wilt vragen. In elk geval heeft meneer Raynor dat tegen me gezegd. Maar ze is een heel goed kind en ik ben er zeker van dat er niets mis met haar is.'

'Madame, over haar wil ik niet met u spreken,'zei Poirot.

'Maar meneer Raynor zei...' reageerde Lucia geschrokken.

Poirot onderbrak haar. ik ben bang dat ik Monsieur Raynor dat zo om mijn eigen redenen heb laten denken.'

'Waarover wilt u me dan wel spreken?' Lucia was nu op haar hoede.

'Madame, u hebt me gisteren een heel mooi compliment gemaakt. U zei dat u me had vertrouwd vanaf het moment dat u me zag.'

'Ja, en?'

'Ik vraag u me nu ook te vertrouwen.'

'Hoe bedoelt u dat?'

Poirot keek haar plechtig aan. 'U bent jong en mooi en wordt bewonderd en bemind, allemaal zaken waarnaar een vrouw intens kan verlangen. Maar er is een ding dat u mist, madame, en dat is

een biechtvader. Sta het papa Poirot toe zich als zodanig aan te bieden.'

Lucia wilde iets zeggen, maar Poirot was haar voor. 'Denkt u alstublieft goed na voordat u dat aanbod afslaat, madame. Ik ben op uw verzoek hier gebleven. Om u te dienen. Ik wil u nog steeds dienen.'

Lucia reageerde opeens heel fel: 'U kunt me het beste dienen door nu te vertrekken, monsieur.'

'Madame, weet u dat de politie erbij is gehaald?' ging Poirot onverstoorbaar door.

'De politie?' 'Ja.'

'Door wie? Waarom?'

'Dokter Graham en de andere artsen, collega's van hem, hebben ontdekt dat Sir Claud is vergiftigd.'

'O nee! Nee! Dat niet!' Lucia klonk eerder ontzet dan verbaasd.

'Ja. Dus zal het u duidelijk zijn, madame, dat u heel weinig tijd hebt om te besluiten wat de meest verstandige handelwijze is. Op dit moment sta ik tot uw dienst. Later zal ik misschien de gerechtigheid moeten dienen.'

Lucia nam Poirots gezicht onderzoekend op alsof ze probeerde te besluiten of ze hem in vertrouwen zou nemen. Toen stamelde ze uiteindelijk: 'Wat wilt u dat ik doe?'

Poirot ging zitten. 'Wat u moet doen?' mompelde hij in zichzelf. Toen stelde hij vriendelijk voor: 'Waarom vertelt u me niet eenvoudigweg de waarheid, madame?'

Lucia bleef nog even zwijgen. Daarna strekte ze haar handen naar hem uit en zei: 'Ik... ik...' Opnieuw hield ze besluiteloos haar mond en haar ge-zichtsuitdrukking werd harder. 'Monsieur Poirot, ik begrijp u werkelijk helemaal niet.'

Poirot keek haar oplettend aan. 'Aha, gaan we het zo spelen? Dat spijt me heel erg.'

Lucia, die zichzelf weer een beetje in de hand had,zei koud: 'Als u zegt wat u van me wilt, zal ik alle vragen beantwoorden die u me wilt stellen.'

'U wilt uw geestelijke vermogens dus met de mijne meten?' riep de kleine detective uit. 'Dat is dan prima. Weest u er echter van verzekerd, madame,dat we de waarheid desondanks te weten zullen komen.' Hij tikte op de tafel. 'Zij het dan wel op een minder aangename manier.'

'Ik heb niets te verbergen,' zei Lucia uitdagend.

Poirot haalde de brief uit zijn zak die Edward Raynor hem had gegeven en overhandigde die aan Lucia. 'Een paar dagen geleden heeft Sir Claud deze .anonieme brief ontvangen.'

Lucia las hem ogenschijnlijk onaangedaan vluchtig door. 'Wat is daarmee?' vroeg ze terwijl ze hem .aan Poirot teruggaf.

Hebt u de naam Selma Goetz weleens eerder gehoord?'

'Nooit! Wie is zij?' vroeg Lucia.

'Ze is in november jongstleden in Genua gestorven,' zei Poirot.

'Werkelijk?'

'Misschien hebt u haar daar ontmoet,' merkte Poirot op terwijl hij de brief weer in zijn zak stopte.

In feite denk ik dat dat inderdaad is gebeurd.'

Ik ben in mijn hele leven nog nooit in Genua geweest/ hield Lucia scherp vol.

Stel dat iemand zou zeggen dat hij u daar heeft gezien?'

'Dan zou diegene... dan zou diegene zich vergissen.'

Poirot hield voet bij stuk. 'Maar ik heb begrepen, madame, dat u uw echtgenoot in Genua hebt leren kennen.'

'Heeft Richard dat gezegd? Wat dom van hem. We hebben elkaar voor het eerst in Milaan ontmoet.'

'Dus de vrouw met wie u in Genua was...'

Lucia onderbrak hem boos. 'Ik heb u al gezegd dar ik daar nog nooit ben geweest.'

'O, pardon. Dat hebt u inderdaad net gezegd. Toch is het eigenaardig.'

'Wat is eigenaardig?'

Poirot deed zijn ogen dicht en leunde achterover in zijn stoel. Hij sprak vrijwel snorrend. 'Madame, ik zal u een verhaaltje vertellen,' kondigde hij aan terwijl hij zijn portefeuille pakte. 'Ik heb een vriend die fotograaf is voor bepaalde Londense tijdschriften. Hij maakt - hoe zegt men dat? - kiekjes van contessa's en andere modieuze dames die zich in het lLido laten zien en zo.' Poirot zocht in zijn portefeuille voordat hij verder ging. in november jongstleden was die vriend in Genua en hij herkende een heel beruchte dame. Ze noemde zich toen de Baronne de Giers en was de chère amie van een heel bekende Franse diplomaat. De wereld praatte erover, maar dat kon de dame niets schelen, want de diplomaat praatte ook en dat was haar bedoeling. Hij was eerder amoureus dan discreet, moet u weten...' Poirot onderbrak zijn verhaal en vroeg heel onschuldig: 'Ik hoop dat ik u niet verveel, madame?'

'Helemaal niet, maar ik zie de zin van dit verhaal nauwelijks in.'

Poirot bekeek de inhoud van zijn portefeuille en zei: 'Ik verzeker u, madame, dat ik zo meteen ter zaken zal komen. Mijn vriend liet me een kiekje zien dat hij had genomen. We waren het erover eens dat de Baronne de Giers une trés belle femme was en verbaasden ons helemaal niet over het gedrag van de diplomaat.'

'Is dat alles?'

' Nee, madame. U moet weten dat die dame daar niet alleen was. Ze werd gefotografeerd terwijl ze met haar dochter aan het wandelen was en die dochter, madame, had een heel mooi gezicht dat bovendien zeer moeilijk te vergeten is.' Poirot ging staan, maakte zijn allergalantste buiging en deed zijn portefeuille dicht. 'Natuurlijk herkende ik dat gezicht zodra ik hier was gearriveerd.'

Lucia keek naar Poirot en hield scherp haar adem in 'O!' riep ze uit. Even later kreeg ze zichzelf weer in de hand en lachte. 'Mijn beste Monsieur Poirot, wat een merkwaardige vergissing. Nu begrijp ik waarom

u me al die vragen stelde. Ik kan me de Baronne de Giers heel goed herinneren, en haar dochter ook. Die dochter was een nogal saai meisje, maar de moeder fascineerde me. Ik dacht heel romantisch over haar en ben een paar keer met haar gaan wandelen. Ik denk dat mijn toewijding haar amuseerde. Zo is de vergissing ongetwijfeld ontstaan. Daardoor moet iemand hebben gedacht dat ik de dochter van die vrouw was.' Lucia leunde weer achterover in haar stoel.

Poirot knikte langzaam en instemmend, waarop Lucia zich zichtbaar leek te ontspannen. Toen boog de detective zich opeens over de tafel heen naar haar toe en merkte op: 'Maar ik dacht dat u nooit in Genua was geweest?'

Lucia was daar niet op voorbereid en snakte naar

adem. Ze staarde naar Poirot terwijl hij zijn portefeuille terugstopte in een binnenzak van zijn jasje. 'U hebt helemaal geen foto,' zei ze. Het was half een vraag, half de constatering van een feit.

'Inderdaad,' bekende Poirot. 'Ik heb geen foto, madame. Ik kende de naam die Selma Goetz in Genua gebruikte. De rest - mijn vriend en zijn foto's -was een onschadelijk verzinseltje van mij!'

Lucia sprong overeind en haar ogen vlamden van woede. 'U hebt een val voor me uitgezet!' riep ze furieus.

Poirot haalde zijn schouders op. 'Ja, madame. Ik ben bang dat ik geen alternatief had.'

'Wat heeft dit alles te maken met de dood van Sir Claud?' mompelde Lucia alsof ze het tegen zichzelf had terwijl ze wild in de kamer om zich heen keek.

Poirot mat zich een onverschillige toon aan toen hij, in plaats van te antwoorden, een andere vraag stelde en tegelijkertijd een denkbeeldig stofje van zijn jasje veegde. 'Madame, is het waar dat u een tijdje geleden een kostbare ketting met diamanten bent kwijtgeraakt?'

Lucia keek hem nijdig aan. 'Ik vraag u nogmaals wat dit alles met de dood van Sir Claud te maken heeft,' zei ze op een toon die deed vermoeden dat ze haar kaken stevig op elkaar geklemd hield.

Poirot sprak langzaam en nadrukkelijk. 'Eerst een gestolen ketting, dan een gestolen formule. Beide zouden heel veel geld opbrengen.'

'Hoe bedoelt u dat?' vroeg Lucia naar adem snakkend.

'Ik bedoel, madame, dat ik graag zou willen dat u de volgende vraag beantwoordt. Hoeveel geld wilde

'dokter Carelli ditmaal van u hebben?'

Lucia wendde zich van Poirot af. 'Ik... ik zal geen

v ragen meer beantwoorden,' fluisterde ze.

'Omdat u bang bent?' vroeg Poirot, die dichter naar haar toe liep.

Lucia keek hem nu weer aan en gooide uitdagend haar hoofd in haar nek. 'Nee,' zei ze stellig. 'Ik ben niet bang. Ik weet eenvoudigweg niet waar u het over hebt! Waarom zou dokter Carelli mij om geld

vragen?'

'Om zijn stilzwijgen te kopen,' antwoordde Poirot 'De familie Amory is trots en u wilt vast niet dat ze weten dat u... de dochter van Selma Goetz bent.'

Lucia keek Poirot even woest aan en reageerde daar niet op. Toen liet ze zich met hangende schouders op het voetenbankje zakken en ondersteunde haar hoofd met haar handen. Er ging minstens een minuut voorbij voordat ze zuchtend opkeek. 'Weet Richard het?' vroeg ze zacht.

'Nog niet, madame,' antwoordde Poirot langzaam.

Lucia zei smekend en wanhopig: 'Vertelt u het hem niet. Monsieur Poirot! Vertelt u het hem alstublieft niet! Hij is zo trots op de naam van zijn familie , zo trots op zijn eer. Het was gemeen van me om met hem te trouwen! Maar ik voelde me zo ellendig. Ik haatte dat leven, dat afschuwelijke leven dat ik was gedwongen met mijn moeder te leiden. Ik voelde me erdoor onteerd. Maar wat kon ik doen? Toen mama stierf, was ik eindelijk vrij! Vrij om eerlijk te zijn! Vrij om te ontsnappen aan dat leven vol Ieugens en intriges. Toen heb ik Richard leren kennen en dat was het geweldigste dat me ooit was overkomen. Richard kwam in mijn leven. Ik hield van hem en hij wilde met me trouwen. Hoe had ik hem kunnen vertellen wie ik was? Waarom had ik hem dat moeten vertellen?'

'En toen herkende Carelli u ergens in het gezelschap van Monsieur Amory en begon hij u te chanteren?' vroeg Poirot zacht maar indringend.

'Ja, maar ik had geen eigen geld,' zei Lucia terwijl ze weer naar adem snakte. 'Ik heb de ketting verkocht en hem dat geld gegeven. Ik dacht dat het daarbij zou blijven. Toen liet hij zich gisteren hier opeens zien. Hij had gehoord over die formule die Sir Claud had uitgevonden.'

'Hij wilde dat u die voor hem zou stelen?'

Lucia zuchtte. 'Ja.'

'En hebt u dat ook gedaan?' vroeg Poirot, die dichter naar haar toe liep.

'U zult me nu wel niet meer geloven,' mompelde Lucia, die triest haar hoofd schudde.

Poirot keek de mooie jonge vrouw meelevend aan. 'Mon enfant, ik ben nog steeds bereid je te geloven,' verzekerde hij haar. 'Vat moed en vertrouw papa Poirot. Vertel me gewoon de waarheid. Heb jij Sir Clauds geheime formule gestolen?'

'Nee, dat heb ik niet gedaan! Echt niet!' verklaarde Lucia fel. 'Maar het was wel mijn bedoeling. Carelli heeft een duplicaat laten maken met behulp van de afdruk die ik van de sleutel van de brandkast had gemaakt.'

Poirot haalde een sleutel uit zijn zak en liet die aan haar zien. 'Is dit hem?'

Lucia keek ernaar. 'Ja. Het was allemaal vrij gemakkelijk. Carelli heeft me die sleutel gegeven. Ik was me in de studeerkamer net aan het vermannen om de brandkast open te maken toen Sir Claud bin-nenkwam en me daar zag. Dat is de waarheid. Dat zweer ik u!'

Ik geloof u, madame,' zei Poirot. Hij stopte de sleutel terug in zijn zak, liep naar de leunstoel, ging zitten, drukte zijn vingertoppen tegen elkaar en dacht even na. 'Toch bent u enthousiast akkoord gegaan met Sir Clauds plan om deze kamer in duisternis te hullen?'

Ik wilde niet worden gefouilleerd,' legde Lucia uit 'Carelli had me tegelijk met de sleutel ook een briefje gegeven en beide zaten nog in een zak van mijn jurk.'

'Wat hebt u ermee gedaan?'

Toen de lichten uitgingen, heb ik de sleutel zo ver mogelijk van me vandaan gegooid. Die kant op.' Ze wees in de richting van de stoel waarop Edward Raynor de vorige avond had gezeten.

En het briefje dat Carelli u had gegeven?' vroeg Poirot door.

'Ik wist niet wat ik daarmee moest doen.' Lucia ging staan en liep naar de tafel. 'Dus heb ik het tussen de bladzijden van een boek geschoven.' Ze pakte een boek van de tafel en keek erin. 'Ja, het is er nog' zei ze terwijl ze het pakte. 'Wilt u het zien?'

'Nee, madame, het is van u,' verzekerde Poirot haar.

Lucia ging in een stoel bij de tafel zitten, scheurde het briefje aan snippers en stopte die in haar handtas. Poirot sloeg haar gade en zei even later: 'Nog een klem punt, madame. Hebt u gisteravond toevallig uw jurk gescheurd?'

Ik? Nee!' Lucia klonk verbaasd.

Hebt u in het donker het geluid van een scheurende jurk gehoord?'

Daar dacht Lucia een paar seconden over na. Toen zei ze: 'Ja, nu u het vraagt, geloof ik dat ik dat inderdaad heb gehoord. Maar het was niet de mijne. Het moet die van mejuffrouw Amory of die van Barbara zijn geweest.'

'Daar zullen we ons dan verder geen zorgen over maken,' merkte Poirot nonchalant op. 'Laten we het nu over iets anders hebben. Wie heeft gisteravond de koffie voor Sir Claud ingeschonken?'

'Dat heb ik gedaan.'

'En u hebt zijn kop op die tafel gezet, naast de uwe?'

'Ja.'

Poirot ging staan, boog zich over de tafel heen naar Lucia toe en vuurde opeens zijn volgende vraag af. 'In welke kop hebt u de hyoscyamine gedaan?'

Lucia keek hem met een wilde blik in haar ogen aan. 'Hoe wist u dat?' vroeg ze naar adem snakkend.

'Het is mijn taak dingen te weten. In welke kop, madame?'

Lucia zuchtte. 'De mijne.'

'Waarom?'

'Omdat ik... omdat ik dood wilde. Richard vermoedde dat er iets was tussen Carelli en mij, dat wij een verhouding hadden. Hij had niet verder van de waarheid vandaan kunnen zitten. Ik haatte Carelli! Ik haat hem nog steeds. Maar omdat ik de formule niet voor hem te pakken had gekregen, was ik er zeker van dat hij me tegenover Richard aan de kaak zou stellen. Mezelf van het leven beroven was een oplossing. De enige oplossing. Een snelle, droomloze slaap, zonder ooit nog te ontwaken. Dat had hij gezegd.'

'Wie had dat gezegd?'

'Dokter Carelli.'

Het begint me duidelijk te worden. Het begint me duidelijk te worden,' mompelde Poirot. Hij wees naar de kop op de tafel. 'Dat is dan dus uw kop? Een volle kop waaruit geen slokje is genomen?'

'Ja.'

'Waardoor bent u van gedachten veranderd en hebt u hem niet leeggedronken?'

'Richard kwam naar me toe. Hij zei dat hij me zou meenemen, naar het buitenland, en op de een of andere manier aan het geld zou komen om dat te kunnen doen. Hij heeft me toen weer... hoop gegeven.'

"Madame, nu moet u heel goed naar me luisteren zei Poirot ernstig. 'Vanmorgen heeft dokter Graham de kop meegenomen die naast de stoel van 'Sir Claud stond.'

'Ja?'

'zijn collega's zullen daar niets anders in vinden dan droesem...' Hij zweeg even.

Zonder hem aan te kijken zei Lucia. 'Ja... natuurlijk.'

'Dat klopt dus?' drong Poirot aan.

Lucia zei niets en staarde recht voor zich uit. Toen keek ze op naar Poirot en riep uit: 'Waarom .staart u me zo aan? U maakt me bang!'

Ik zei dat hij de kop heeft meegenomen die vanmorgen naast de stoel van Sir Claud stond,' herhaalde Poirot. 'Laten we nu eens aannemen dat hij dat had gedaan met de kop die gisteravond bij die stoel stond.' Hij liep naar de tafel in de buurt van de deur en viste een kop uit de plantenpot. 'Laten we

eens aannemen dat hij deze kop had meegenomen.'

Lucia ging snel staan en drukte haar handen tegen haar gezicht. 'U weet het!' zei ze naar adem snakkend.

Poirot liep naar haar toe. 'Madame!' Zijn stem klonk nu streng. 'Ze zullen die kop onderzoeken, als ze dat al niet hebben gedaan, en er niets in vinden. Maar gisteravond heb ik wat droesem uit de oorspronkelijke kop gehaald. Wat zou u zeggen als ik u vertelde dat er hyoscyamine in de kop van Sir Claud zat?'

Lucia keek aangeslagen. Ze zwaaide heen en weer, maar herstelde zich. Even hield ze nog haar mond. Toen fluisterde ze: 'U hebt gelijk. U hebt volkomen gelijk. Ik heb hem gedood.' Opeens klonk haar stem een stuk luider, ik heb hem gedood. Ik heb hyoscyamine in zijn kop gedaan.' Ze liep naar de tafel en pakte de volle kop. 'Hier zit alleen koffie in.'

Ze bracht de kop naar haar mond, maar Poirot sprong naar voren en hield zijn hand tussen de kop en haar lippen. Ze keken elkaar even heel indringend aan en toen barstte Lucia in snikken uit. Poirot pakte de kop uit haar handen en zette hem op tafel. 'Madame!' riep hij uit.

'Waarom hebt u me tegengehouden?' mompelde Lucia.

'Madame, de wereld is heel mooi. Waarom zou u die willen verlaten?' vroeg Poirot.

'Ik... O...' Lucia liet zich bitter snikkend op de bank ploffen.

Toen Poirot weer het woord nam, klonk zijn stem warm en vriendelijk. 'U hebt me de waarheid verteld. U hebt de hyoscyamine in uw eigen kop ge-daann. Ik geloof u. Maar er zat ook hyoscyamine in de andere kop. Nu moet u me nogmaals de waarheid vertellen. Wie heeft de hyoscyamine in de kop van Sir Claud gedaan?'

Lucia staarde Poirot doodsbang aan. 'Nee, nee, u hebt het mis. Dat heeft hij niet gedaan. Ik heb Sir Claud vermoord!' riep ze hysterisch.

'Wie heeft dat niet gedaan? Wie neemt u in bescherming, madame? Dat moet u me vertellen,' zei Poirot op hoge toon.

'Ik zeg u dat hij het niet heeft gedaan,' zei Lucia snikkend.

Er werd op de deur gekopt. 'Dat zal de politie zijn!' verklaarde Poirot. 'We hebben nog maar erg weinig tijd. Madame, ik zal u twee dingen beloven. In de eerste plaats dat ik u zal redden...'

'Maar ik heb hem vermoord. Dat heb ik u al gezegd.' Lucia was nu bijna aan het schreeuwen.

In de tweede plaats beloof ik u dat ik uw man zal redden!' ging Poirot onverstoorbaar door.

'O!' Lucia snakte naar adem en keek hem stomverbaasd aan.

Treadwell, de butler, kwam de kamer in en zei tegen Poirot: 'Inspecteur Japp van Scotland Yard is er.