Hoofdstuk 28

ik heb haar van het begin af verdacht,' legde Anthony uit. 'Er brandde licht in haar kamer in de nacht van de moord. Later begon ik te twijfelen. Ik won in Bretagne inlichtingen over haar in, en toen ik terugkwam was ik ervan overtuigd dat zij inderdaad degene was voor wie zij zich uitgaf. Dat was dom van mij. Omdat gravin de Breteuil een mademoiselle Brun in dienst had gehad en vol lof over haar sprak, kwam het helemaal niet bij mij op dat de echte mademoiselle Brun misschien ontvoerd was, toen zij onderweg was naar haar nieuwe betrekking, en dat een ander haar plaats had ingenomen. In plaats daarvan ging mijn verdenking toen uit naar meneer Fish. Pas toen hij mij gevolgd was naar Dover, en wij elkaar het een en ander uitgelegd hadden, begon ik de zaak duidelijk te zien. Toen ik eenmaal wist dat hij een detective was, die het spoor van koning Victor volgde, viel mijn verdenking weer op mademoiselle Brun.
Wat mij het meest dwars zat was dat mevrouw Revel de vrouw herkend had. Toen herinnerde ik mij dat zij dat pas gezegd had nadat ik verteld had dat zij gouvernante was geweest bij madame de Breteuil. En zij had alleen maar gezegd dat dat verklaarde waarom het gezicht van de vrouw haar bekend voorkwam. Hoofdinspecteur Battle zal u kunnen vertellen dat er een ingewikkeld komplot bestond om te verhinderen dat mevrouw Revel naar "Chimneys" kwam. Er kwam zelfs een lijk aan te pas. En hoewel de moord het werk was van de Kameraden van de Rode Hand, die het verraad van het slachtoffer hadden gewroken, duidden de hele opzet ervan en de afwezigheid van de handtekening van de Kameraden erop dat er iemand met een goed stel hersens achter zat. Van het allereerste begin af had ik al vermoed dat een en ander verband hield met Herzoslowakije. Mevrouw Revel was de enige van de gasten die in dat land geweest was. Ik vermoedde eerst dat iemand zich voor prins Michael uitgaf, maar dat bleek volkomen onjuist te zijn. Toen ik rekening begon te houden met de mogelijkheid dat mademoiselle Brun een bedriegster was, en daar het feit aan toevoegde dat haar gezicht mevrouw Revel bekend voorkwam, ging mij een licht op. Het was kennelijk zeer belangrijk dat zij niet herkend zou worden, en mevrouw Revel was de enige die dat misschien zou kunnen doen.'
'Maar wie was zij dan?' vroeg Lord Caterham. iemand die mevrouw Revel had gekend in Herzoslowakije?'
Ik denk dat de baron ons dat misschien wel zou kunnen vertellen,' zei Anthony.
Ik?' De baron staarde hem aan en keek toen naar de roerloze gestalte op de vloer.
'Kijk eens goed,' zei Anthony. 'Laat u niet op een dwaalspoor brengen door de make-up. Vergeet niet dat zij toneelspeelster is geweest.'
De baron keek nog eens goed. Plotseling schrok hij. 'God in de hemel,' zei hij zacht, 'maar dat is onmogelijk.'
'Wat is onmogelijk?' vroeg George. 'Wie is die dame? Herkent u haar, baron?'
'Nee, nee, het is onmogelijk.' De baron ging door met in zichzelf te praten. 'Zij is toch vermoord. Zij zijn allebei vermoord. Op het bordes van het paleis. Haar lijk is later teruggevonden.'
'Onherkenbaar verminkt,' herinnerde Anthony hem. 'Zij wist ze om de tuin te leiden. Ik denk dat zij naar Amerika gevlucht is, en zich daar jarenlang heeft schuilgehouden, doodsbenauwd dat de Kameraden van de Rode Hand haar ontdekken zouden. Vergeet niet dat die de hand hadden in de revolutie, en dat ze het, om een veelzeggende frase te gebruiken, op haar leven gemunt hadden. Toen werd koning Victor vrijgelaten en zij smeedden een komplot om samen de diamant weer in handen te krijgen. Zij zocht ernaar op die nacht, toen zij plotseling tegenover prins Michael stond, en hij haar herkende. Zij was er niet erg bang voor geweest dat zij hem tegen zou komen. Koninklijke gasten komen gewoonlijk niet in contact met gouvernantes, en zij kon zich altijd terugtrekken door migraine voor te wenden zoals zij deed op de dag dat de baron hier was. Zij kwam echter van aangezicht tot aangezicht te staan met prins Michael, toen zij dit allerminst verwachtte. Zij zag zich al geconfronteerd met ontmaskering en schande. Zij schoot hem dood. Zij was het die de revolver verstopte in de koffer van Isaacstein om de politie op een vals spoor te brengen, en zij was het die de brieven terugbracht.'
Lemoine kwam naar voren. 'Zij kwam die nacht naar beneden om naar de edelsteen te zoeken, zegt u,' zei hij. 'Kan het niet zijn dat zij haar medeplichtige, koning Victor, wilde ontmoeten, die naar het huis toe zou komen? Nou? Wat zegt u daarvan?'
Anthony zuchtte. 'Nog steeds bezig, beste Lemoine? Wat bent u toch vasthoudend! Ik heb u toch gezegd dat ik een troef achter de hand heb?'
Maar George, die wat traag van begrip was, viel hem nu in de rede. ik begrijp er nog steeds niets van. Wie was deze dame, baron? U hebt haar herkend, schijnt het.'
Maar de baron richtte zich in zijn volle lengte op en ging stram in de houding staan. 'U vergist zich, meneer Lomax. Voor zover ik weet heb ik deze dame nooit eerder gezien. Zij is een volslagen vreemde voor mij.'
'Maar...' George staarde hem verbijsterd aan. De baron nam hem mee naar een hoek van het vertrek, en fluisterde hem iets in. Met een zeker genoegen zag Anthony, hoe het gezicht van George langzaam paars werd en zijn ogen begonnen uit te puilen, kortom, alle symptomen van een beginnende beroerte waren aanwezig. Hij ving een paar woorden van George op, die schor was van emotie.
'Zeker... zeker... in ieder geval... absoluut onnodig... zou de situatie bemoeilijken... uiterste discretie.'
'Ach!' Lemoine gaf een ferme klap op de tafel. 'Dit kan mij allemaal niets schelen! De moord op prins Michael - daar heb ik niets mee te maken. Ik moet koning Victor hebben.'
Anthony schudde langzaam zijn hoofd, ik heb medelijden met u, Lemoine. U bent werkelijk een zeer bekwame kerel. Maar toch gaat u dit spelletje verliezen. Ik ga nu mijn troef uitspelen.'
Hij liep de kamer door en drukte op de bel. Tredwell verscheen. 'Er is vanavond een heer met mij meegekomen, Tredwell.'
'Ja, meneer, een buitenlandse heer.'
'Juist. Wilt u zo goed zijn hem te vragen zo spoedig mogelijk hier te komen?'
'Ja, meneer.' Tredwell verdween weer.
'Nu komt mijn troefkaart, de geheimzinnige monsieur X,' merkte Anthony op. 'Wie is hij? Kan iemand dat raden?'
'Als ik een gokje mag wagen...' zei Herman Isaacstein, 'dan zou ik, na uw mysterieuze opmerkingen van vanmorgen, en uw houding vanmiddag, zeggen dat er geen twijfel meer mogelijk is. Op de een of andere manier bent u erin geslaagd prins Nicolaas van Herzoslowakije te pakken te krijgen.'
'Bent u dezelfde mening toegedaan, baron?'
'Ja. Tenzij u met nog een bedrieger komt. Maar dat kan ik niet geloven. U hebt zich tegenover mij steeds eervol gedragen.'
'Dank u, baron. Die woorden zal ik niet vergeten. Dus u bent het er allemaal mee eens?' Vlug gingen zijn ogen langs de kring van wachtende gezichten. Alleen Lemoine reageerde niet, maar zat nors naar de tafel te staren.
Anthony's scherpe oren hadden het geluid opgevangen van voetstappen buiten in de hal. 'En toch, weet u,' zei hij met een vreemde glimlach, 'hebt u het allemaal mis.'
Hij liep vlug op de deur toe en gooide die open.
Er stond en man op de drempel -- een man met een keurig zwart baardje, een lorgnet en een fatterig voorkomen, dat enigszins bedorven werd door een verband om het hoofd. 'Sta mij toe u voor te stellen, de echte monsieur Lemoine van de Surete.'
Iemand nam een ren, een worsteling, en toen hoorden ze van achter het raam de vriendelijke, geruststellende, neuzige stem van meneer Hiram Fish: 'Nee, dat gaat niet, mannetje -- niet hierlangs. Ik sta hier al de hele avond speciaal om te verhinderen dat jij ontsnapt. Je ziet zeker wel dat ik je behoorlijk onder schot heb met dit pistool van mij. Ik ben hier gekomen om jou te arresteren en nu heb ik je -- maar je bent me er wel eentje!'