Hoofdstuk 26
Op woensdag de dertiende oktober liep Anthony om tien uur 's
morgens Hotel Harridge binnen en vroeg naar baron Lolopretjzyl, die
daar een suite had.
Na een psychologisch fijn uitgekiende periode van wachten werd
Anthony naar de bewuste suite gebracht. De baron stond stijf en
correct op het haardkleedje. De kleine kapitein Andrassy, even
correct maar met iets vijandigs in zijn houding, was eveneens
aanwezig.
Ze boden en klapten met hun hakken. Anthony was nu wel vertrouwd
met die gang van zaken.
'U zult mij dit vroege bezoek wel vergeven, neem ik aan, baron,'
zei hij opgewekt, terwijl hij zijn hoed en wandelstok op de tafel
legde. 'Om u de waarheid te zeggen, heb ik u een klein zakelijk
voorstel te doen.'
'Aha! Is het waar?' zei de baron.
Kapitein Andrassy, die zijn intuitieve wantrouwen tegen Anthony
nooit had overwonnen, keek achterdochtig.
'Zaken,' zei Anthony, 'berusten op het bekende principe van vraag
en aanbod. U wilt iets hebben dat een ander in zijn bezit heeft.
Het enige wat ons te doen staat is het eens te worden over de
prijs.'
De baron keek hem aandachtig aan, maar zei niets.
'Een Herzoslowaakse edelman en een Engelse gentleman moeten
het eigenlijk gemakkelijk eens kunnen worden over de voorwaarden,'
zei Anthony vlug. Hij bloosde een beetje terwijl hij dat zei. Zulke
woorden gaan een Engelsman niet zo heel gemakkelijk af, maar bij
vorige gelegenheden had hij opgemerkt wat een enorm effect zulke
bloemrijke taal op de baron had. En warempel, de toverformule deed
haar werk.
'Dat is juist,' zei de baron, en knikte goedkeurend. 'Dat is
volkomen juist.'
Zelfs kapitein Andrassy scheen wat uit de plooi te komen, en knikte
eveneens.
'Heel goed,' zei Anthony. ik zal er niet langer omheen
draaien...'
'Wat zegt u daar?' viel de baron hem in de rede. 'Eromheen draaien?
Dat begrijp ik niet.'
'Dat is maar bij wijze van spreken, baron. Om het in gewone taal te
zeggen, u wilt iets hebben, wij hebben het! U hebt nu wel een
schip, maar het heeft nog geen boegbeeld. Met het schip bedoel ik
de monarchistische partij in Herzoslowakije. Op het ogenblik
ontbreekt het u aan het voornaamste onderdeel van uw politieke
programma. U zit zonder prins! Stel nu eens -- stel nu eens dat ik
u aan een prins zou kunnen helpen?'
De baron staarde hem verbaasd aan. ik begrijp u absoluut niet,'
verklaarde hij.
'Meneer,' zei kapitein Andrassy, terwijl hij woest aan zijn snor
draaide, 'wat u zegt is een belediging!'
'Helemaal niet,' zei Anthony. ik probeer u te helpen. Vraag en
aanbod, begrijpt u. Het is allemaal volkomen open en eerlijk. Voor
de echtheid van onze prinsen staan wij in -- zie ons handelsmerk.
Als wij het eens worden, zult u zien dat het volkomen in orde is.
Ik bied u echte, onvervalste waar -- van uitstekende
kwaliteit.'
ik begrijp geen woord van wat u zegt,' verklaarde de baron
opnieuw.
'Dat is helemaal niet erg,' zei Anthony vriendelijk, ik wil u
alleen maar alvast aan het idee laten wennen. Om het een beetje
plat uit te drukken, ik heb iets achter de hand. Laat dit nu even
tot u doordringen. U hebt een prins nodig. Op zekere voorwaarden
wil ik op mij nemen u er een te leveren.'
De baron en Andrassy staarden hem verbaasd aan. Anthony nam zijn
hoed en wandelstok weer op en maakte aanstalten te vertrekken.
'Denk er maar eens over na. En dan nog iets, baron. U moet vanavond
naar "Chimneys" komen - kapitein Andrassy ook. Er zullen daar
waarschijnlijk verscheidene zeer merkwaardige dingen gebeuren.
Zullen wij een afspraak maken? Laten we zeggen om negen uur in de
vergaderzaal. Dank u, heren, mag ik erop rekenen dat u komt?'
De baron deed een stap naar voren en keek Anthony onderzoekend aan.
'Meneer Cade,' zei hij, niet zonder waardigheid, 'u houdt ; mij
toch niet voor de mal, hoop ik?'
Anthony doorstond zijn blik volkomen rustig. 'Baron,' zei hij met
een vreemde klank in zijn stem, 'als deze avond achter de rug is,
denk ik dat u de eerste zult zijn die toegeeft dat er meer ernst I
dan scherts achter deze zaak schuilt.'
Na voor beide mannen een buiging te hebben gemaakt, verliet hij de
kamer.
Daarna ging hij naar de zakenwijk, waar hij zijn kaartje liet |
afgeven bij de heer Herman Isaacstein. Na enkele ogenblikken werd
Anthony ontvangen door een bleke, keurig geklede onderge-| schikte
met innemende manieren en een militaire rang.
'U wilde meneer Isaacstein spreken, nietwaar?' zei de jongeman.
'Tot mijn spijt heeft hij het ontzettend druk vanmorgen --
directievergaderingen enzovoort, weet u. Kan ik u misschien van
dienst zijn?'
ik moet hem persoonlijk spreken,' zei Anthony, en voegde er
nonchalant aan toe: ik kom juist van "Chimneys".'
De jongeman schrok wel even toen hij die naam hoorde noemen.
'O!' zei hij aarzelend. 'Nu, ik zal eens kijken.'
'Zeg hem dat het belangrijk is,' zei Anthony.
'Een boodschap van Lord Caterham?' opperde de jongeman.
iets dergelijks,' zei Anthony, 'maar het is beslist noodzakelijk
dat meneer Isaacstein mij dadelijk te woord staat.'
Twee minuten later werd Anthony binnengeleid in het weelderig
ingerichte 'heilige der heiligen'. Hij werd vooral geimponeerd door
de enorme afmetingen van de met leer beklede fauteuils. Meneer
Isaacstein stond op om hem te begroeten.
'Vergeeft u mij dat ik zo maar bij u kom binnenvallen,' zei
Anthony. ik weet dat u het druk hebt, en ik zal niet meer van uw
tijd in beslag nemen dan strikt noodzakelijk is. Ik wil u alleen
maar een kleine zakelijke transactie voorleggen.'
Isaacstein nam hem enkele ogenblikken scherp op met zijn zwarte
kraalogen. 'Steek een sigaar op,' zei hij onverwachts, terwijl hij
Anthony een open doos voorhield.
'Graag,' zei Anthony. Hij nam er een uit. 'Het gaat over die
Herzoslowaakse geschiedenis,' vervolgde Anthony, terwijl hij een
vuurtje aangeboden kreeg. Hij merkte op dat er even iets flikkerde
in de ogen die hem rustig aankeken. 'De moord op prins Michael moet
de zaken nogal in de war hebben gestuurd.'
Meneer Isaacstein trok een wenkbrauw op, mompelde vragend 'O ja?'
en richtte zijn blik nu op het plafond.
'Olie,' zei Anthony, terwijl hij peinzend het gladgewreven blad van
het bureau bekeek, iets wonderbaarlijks, olie.'
Hij voelde dat de financier heel even schrok. 'Zou u ter zake
willen komen, meneer Cade?'
'Zeker. Ik stel mij zo voor, meneer Isaacstein, dat u het niet
bepaald prettig zult vinden als die olieconcessies aan een andere
maatschappij worden verleend?'
'Wat is uw voorstel?' vroeg de ander, terwijl hij hem recht in de
ogen keek.
ik lever u een geschikte troonpretendent, vol pro-Britse
gevoelens.'
'Waar hebt u die?'
'Dat is mijn zaak.'
Isaacstein reageerde op dit korte antwoord met een flauwe glimlach,
er was een harde, scherpe blik in zijn ogen gekomen. 'Een echte? Ik
kom toch niet voor rare dingen te staan?'
'Een hele echte.'
'Eerlijk?'
'Eerlijk.'
ik zal u op uw woord geloven.'
'U laat zich nogal gemakkelijk overtuigen,' zei Anthony, terwijl
hij hem nieuwsgierig aankeek.
Herman Isaacstein glimlachte, ik zou hier nu niet zitten als ik
niet had geleerd te zien of iemand de waarheid spreekt of niet,'
antwoordde hij. 'Welke voorwaarden wenst u?'
'Dezelfde lening, op dezelfde voorwaarden, die u prins Michael hebt
aangeboden.'
'En voor uzelf?'
'Voor het ogenblik niets, behalve dat ik wil dat u vanavond naar
"Chimneys" komt.'
'Nee,' zei Isaacstein op besliste toon. 'Dat gaat niet.'
'Waarom niet?'
ik moet in de stad dineren - nogal een belangrijke afspraak.'
'Toch vrees ik dat u het zult moeten afzeggen -- voor uw eigen
bestwil.'
'Wat bedoelt u daarmee?'
Een volle minuut keek Anthony hem aan, en zei toen langzaam: 'Weet
u dat ze de revolver gevonden hebben waarmee prins Michael is
doodgeschoten? En weet u waar zij die gevonden hebben? In uw
koffer.'
'Wat?' Isaacstein sprong bijna uit zijn stoel. Hij was razend. 'Wat
zegt u daar? Wat bedoelt u?'
'Dat zal ik u vertellen.'
Heel vriendelijk vertelde Anthony hoe de revolver was ontdekt.
Terwijl hij dit deed werd het gezicht van de bankier grauw van
angst.
'Maar dat is een truc,' gilde hij, toen Anthony zijn verhaal
beeindigd had. 'Die heb ik daar helemaal niet in gestopt. Ik weet
er niets van. Het is een komplot.'
'Wind u maar niet zo op,' zei Anthony kalmerend. 'Als dat het geval
is kunt u het gemakkelijk bewijzen.'
'Bewijzen? Hoe kan ik dat nu bewijzen.'
'Als ik u was,' zei Anthony zacht, 'zou ik vanavond naar "Chimneys"
komen.
Isaacstein keek hem aarzelend aan. 'U raadt mij dat aan?'
Anthony boog zich naar voren en fluisterde hem iets toe. De
financier deinsde verbaasd achteruit, en staarde hem verbijsterd
aan. 'Bedoelt u werkelijk...'
'Kom maar kijken,' zei Anthony.