3

‘Voor jou! Voor mijn grote meid!’ Nienkes vader stapte haar kamer in met een grote bos pioenrozen. ‘Omdat ik zo blij ben dat het allemaal goed gegaan is. En omdat ik het kindje zojuist heb aangegeven op het stadhuis.’

‘Wat een mooie bloemen. Lief van je, papa.’

Net alsof ze toch kraamvisite kreeg. Het was de derde dag na de bevalling. Nienke kon zich goed voorstellen hoe leuk het was als iedereen je trots kwam feliciteren. Ze had erover gefantaseerd hoe Lisa haar kindje was komen bewonderen en hoe stoer ze het van Nienke vond dat ze zonder horrorverhalen was bevallen, maar zij had het moeten doen met Alies. Nou ja, en een klein beetje dus nu met papa. Had mama haar eigenlijk wel gefeliciteerd? Nienke kon het zich niet herinneren, alleen maar hoe mama meteen Sander was gaan knuffelen.

Nee, haar bevalling en haar kindje waren een groot geheim, dat niet mocht uitlekken. Ook de verloskundige wist niet dat papa Sander had aangegeven als zijn eigen kind. Pas toen Alies na drie dagen niet meer langs zou komen, hing papa een aankondiging op aan de winkeldeur.

WEGENS HEUGLIJKE FAMILIEOMSTANDIGHEDEN

GESLOTEN.

WIJ ZIJN DOLGELUKKIG MET DE GEBOORTE

VAN ONZE KLEINE SANDER.

MOEDER EN KIND MAKEN HET GOED.

CHARLOTTE EN JAAP

Vandaag zou haar moeder ook geboortekaartjes de deur uit doen. Nienkes ouders leefden erg teruggetrokken. Haar opa en oma van haar moeders kant waren al overleden, haar zus had haar moeder een paar maanden geleden al telefonisch ingelicht over de zwangerschap en met de familie van haar vader hadden ze heel weinig contact. Ze verzochten op het geboortekaartje uitdrukkelijk om een afspraak te maken voor de kraamvisite. Sanders wieg zou dan naar de babykamer verplaatst worden en Nienke zou zorgen dat ze aangekleed was. Het was nog altijd zomervakantie, dus dat ze thuis was, zou geen argwaan wekken. Nienke liet zich nu graag een beetje verwennen, al voelde ze zich fit genoeg om gewoon op te staan. Ze wilde dit kraambed graag wat rekken, want ze voelde wel aankomen dat de wieg voorgoed naar de babykamer zou moeten zodra zij weer helemaal op de been was.

Maar zover was het nog niet, nu lag Nienke nog lekker in bed te luieren en te genieten van Sander in haar buurt.

‘Hé, mijn kleine knappe mannetje,’ zei ze, terwijl ze met haar gezicht in de wieg hing. ‘Hij is zo lief, hè pap?’

Haar vader knikte. ‘Ja, mama is er ook erg blij mee. Sander zal niets tekortkomen.’

Alsof ze het gehoord had, kwam Nienkes moeder ook binnen. Ze pakte Sander uit de wieg.

‘Mama, niet doen,’ zei Nienke. ‘Hij slaapt net!’

‘Dat maakt voor pasgeboren baby’s niks uit,’ zei Nienkes moeder. ‘Die slapen als ze moe zijn en worden wakker als ze uitgerust zijn. Hoe denk je dat moeders in derdewereldlanden dat doen?’

Nienke wilde het liefst uit bed springen en Sander van haar moeder afpakken, maar ze beheerste zich.

‘Ik ben trouwens van plan om Sander veel bij me te dragen overdag in de winkel,’ vervolgde haar moeder haar betoog. ‘Ik heb een speciale draagdoek aangeschaft. Dan kan hij zo snel mogelijk aan mij en mijn geur wennen.’

‘Maar nu toch nog niet?’ vroeg Nienke. ‘Pas als ik geen borstvoeding meer geef?’

‘Tja, daar wilde ik het nog eens met je over hebben. Wat de verloskundige ook zegt en hoe zeer ik eigenlijk voor natuurlijke voeding ben, in dit geval vind ik echt dat je er snel mee moet stoppen. Je hecht je veel te veel aan Sander. Dat is niet goed voor je. Je school begint over een paar weken weer en dan moet je daar al je aandacht aan kunnen geven. En verder moet je er toch ook niet aan denken dat je stuwing krijgt op school en dat er natte plekken in je T-shirt komen? Nog één week en dan gaan we afbouwen.’

Het was alsof Nienke ineens in een koelcel van min achttien graden stapte.

‘Afbouwen? Het voeden is net goed op gang gekomen!’

‘We doen het rustig aan. We vervangen telkens een voeding van jou door een flesvoeding. Eerst deze week die van elf uur ’s morgens en dan volgende week die van drie uur ’s middags. Op deze manier maakt Sander toch nog een goede start. En bedenk maar dat jij er ook gekomen bent zonder borstvoeding. Je lip en gehemelte lagen zo open dat je er echt niet goed mee kon zuigen na je geboorte. Hoe vreselijk ik dat ook vond, er zat niks anders op.’

Nienke slikte. Het was zo bijzonder dat Sander bij haar dronk. Dan voelde ze zich zo verliefd op dat hummeltje, alsof ze samen één waren. Natuurlijk was het voor haar ook wel fijn als hij dronk om de spanning van haar borsten te halen. Die waren de laatste dagen opgezwollen tot een soort ballonnen.

Maar mama had natuurlijk gelijk. Waar zij naar verlangde, kon eenvoudig niet. Zij kon geen moeder zijn van Sander. Ze zou hem afstaan, dat had ze beloofd.

‘Ik ben moe,’ zei Nienke. Ze voelde zich ineens zo treurig. Haar stemming was met het bericht van haar moeder 180 graden omgeslagen. ‘Ik wil graag slapen. Vinden jullie het goed om me alleen te laten?’

‘Natuurlijk,’ zei haar moeder. Ze liep met Sander tegen zich aangedrukt de kamer uit.

‘Leg je Sander niet terug?’ vroeg Nienke. Ook Nienkes vader keek zijn vrouw vragend aan.

‘Ik denk dat je rustiger slaapt als Sander mee naar beneden gaat,’ zei Nienkes moeder. ‘Ik heb al een plekje voor hem gemaakt in de huiskamer.’

‘Ik wíl dat je Sander terug in zijn wiegje legt!’ Nienke gilde het bijna.

‘Nee, Nienke. Je zult eraan moeten wennen dat ík zijn moeder ben.’

‘Je bent gemeen,’ riep Nienke. Ze sprong uit bed en liep naar haar moeder. ‘Het is mijn kind.’

‘Jaap,’ zei Nienkes moeder, ‘kun jij Nienke kalmeren? Het is de derde dag na de bevalling. Alle vrouwen hebben dan een depressie. Het is de traditionele huildag. Niets anders dan een heftige verandering in de hormoonspiegel. Ik ga naar beneden. Dat is echt het beste.’

Haar vader duwde Nienke zachtjes terug naar haar bed. ‘Ga nou maar even slapen. Dat wilde je toch?’

‘Ach, rot jij ook maar op,’ snikte Nienke. ‘Het is zó oneerlijk. Jullie wilden dat ik een kind kreeg en nu ik het op de wereld heb gezet, mag ik er niet van houden.’

‘Nienke, je weet niet wat je zegt,’ zei haar vader.

‘Ik weet heel goed wat ik zeg. Sander is mijn kind.’