3

‘Mama?’

Haar moeder was bezig knooppopjes te maken van zachte pastelgroene flanel. Eigenlijk was het niet meer dan een lapje waarin een bolletje schapenwol geknoopt was als aanduiding van een hoofdje, maar het gaf toch echt de indruk van een popje. Al kreeg Nienke vaak stekels op haar rug van het softe sprookjessfeertje in de winkel, de poppen en het speelgoed zagen er wel fraai en onweerstaanbaar uit. Aan knuffels en creatief materiaal zou kleintje geen gebrek hebben. Evenmin als zij dat vroeger had gehad en nog had.

‘Ja, Nienke.’

‘Volgende week is het voorjaarsvakantie. Ik heb mijn buik tot nu toe goed kunnen verbergen. Gewoon een wijde trui aan. Maar nu wordt het te warm voor dikke truien. Ik weet ook niet of ik na de vakantie nog mee durf te doen met gym. Ik trek wel wijde T-shirts aan over mijn sportbroek, maar mijn buik wordt nu snel dikker. Ik ben bang dat ze het zullen zien op school.’

‘Kom eens, meisje.’ Haar moeder wenkte haar dichterbij en aaide zacht over Nienkes strak gespannen buik. ‘Ja, ik zag pas bij de verloskundige ook al dat je buik flink rond is.’

Nienke knikte. Ze slikte. Streelde haar moeder háár of door haar huid heen de baby? Ze wilde het antwoord niet weten. Het voelde gewoon fijn.

‘Of ze het aan je zien of niet, gymnastiek is natuurlijk ook niet zo best nu,’ zei haar moeder. ‘Yoga zou beter zijn, maar dat geven ze op school niet. Ik denk dat het tijd wordt dat we je na de vakantie ziek melden.’

Nienke wist dat het ervan moest komen, maar toch zag ze tegen de lange periode op alsof het om eenzame opsluiting ging. Een gevangenisstraf die ze niet verdiend had.

Opnieuw streelde haar moeder haar. ‘Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat je je goed voelt en een fijne zwangerschap hebt. En hoe prettiger jij je voelt, hoe sneller het voorbij zal zijn én hoe gezonder de baby zich kan ontwikkelen. Twee vliegen in één klap. In september kun je alweer naar school.’

‘Ik moet vast het jaar overdoen,’ zei Nienke.

‘Dat is nog niet zo zeker,’ antwoordde haar moeder. ‘Weet je, Nienke, ik snap heus wel dat je een heel moeilijke tijd tegemoet gaat. Daarom heb ik een verrassing voor je. Je krijgt van mij een laptop. En ik heb al voor internetaansluiting en ADSL gezorgd. Ik weet dat ik je daar een groot plezier mee doe. Je bent dan niet zo afgesloten van de buitenwereld de komende maanden en je kunt je makkelijker wijden aan je schoolwerk. Misschien kun je je verslagen en werkstukken wel mailen?’

‘Mama!’ Nienke kon bijna niet geloven wat haar moeder zojuist gezegd had. ‘Meen je dat echt?’

‘Ja, ik meen het. Tenslotte ben je al vijftien, bijna zestien zelfs, en moet ik je toch ooit loslaten. Je wordt langzaam ouder en dan moet je je eigen keuzes maken en zelf het onderscheid maken tussen wat wel en niet goed voor je is. Niet alles wat nieuw is, is slecht.’

‘Misschien kan ik dan toch wel over?’ zei Nienke hoopvol.

‘Precies,’ antwoordde haar moeder. ‘In elk geval kun je met klasgenootjes kletsen, zolang je natuurlijk wel je mond houdt en doet alsof je moe en ziek bent. Je wekt minder argwaan als je gewoon benaderbaar bent via internet. Je moet natuurlijk wel echt bezoek zien af te houden. Maar er kwam eigenlijk al zelden iemand over de vloer.’

Vind je het gek? schoot het door Nienke heen, maar ze hield wijselijk haar mond.

‘Dus dat lijkt me niet zo’n probleem en verder ben ik er altijd nog om ziekenbezoek tegen te houden.’

‘Wanneer ga je er eentje kopen?’ vroeg Nienke. Ze probeerde niet te hebberig over te komen.

‘Morgen?’

Nienke vloog haar moeder om de hals. Ze voelde hoe haar buik al een beetje in de weg zat.

‘Ik moet maar eens wat meer vertrouwen in je hebben,’ zei haar moeder.

En ik in jou, dacht Nienke. Misschien kwam het allemaal nog wel goed tussen hen en groeide ze nu over haar puberteit heen, ook al kwam dat wel door heel bijzondere omstandigheden. En haar moeder leek de laatste tijd zoveel aardiger, net alsof ze Nienke eindelijk accepteerde. Werd Nienke pas haar dochter, nu zij oma werd, of… voor de tweede keer moeder? Nienke hoopte dat het zoiets was. Dat haar moeder eindelijk trots op háár zou worden.

‘Zal ik meehelpen?’ Nienke vroeg het in een opwelling.

‘Graag!’ zei haar moeder. ‘Als jij de bolletjes schapenwol met tricot omwikkelt en vastknoopt, dan kan ik me lekker concentreren op het flanel.’

Het voelde bijna vredig, zoals ze samen aan het werk waren. Zwijgend waren ze een tijdlang in de weer met naald en draad. Handwerk is rustgevend. Daarin moest Nienke haar moeder wel gelijk geven.

Nienkes moeder verbrak de stilte.

‘Ik denk dat ik van het rommelkamertje de babykamer ga maken.’

Nienke prikte in haar vinger. Er viel een druppel bloed op de schapenwol. Snel trok ze het tricot eroverheen en likte haar vinger af.

‘De meeste spullen die daar staan, kunnen wel naar beneden in het magazijn,’ ging haar moeder verder.

‘Maar het rommelkamertje is aan de andere kant van de gang,’ zei Nienke.

Haar moeder keek haar even verbaasd aan. ‘Ja, meisje, vanaf jouw kamer wel, maar niet vanaf die van papa en mij.’

Nienke slikte. Het was alsof felle autolichten in het donker de levensweg voor haar ineens haarscherp verlichtten.

Draagmoeder. Dat was ze. Ze moest haar kindje afstaan.

‘Jouw eigen wieg staat nog altijd op zolder. Een nieuwe is niet nodig, want die is echt prachtig. Heb je zin om die samen met mij opnieuw te bekleden?’

Nienke knikte. Het was een heel traag en amper zichtbaar knikje.

Haar moeder ging rustig door. Zag ze niet dat Nienke geschrokken was? ‘Ik denk aan zachtgele tinten voor de kamer én de wieg.’

‘Geel?’ vroeg Nienke. Ze was verbaasd. Geel is de kleur van het onverbiddelijke daglicht. ‘Mij lijkt donkerblauw met lichtende sterretjes en de maan mooier.’

‘Daar zit wel wat in.’ Haar moeder glimlachte. ‘Het kind komt uit de geestelijke wereld en nachtelijk blauw is wel een toepasselijke omgeving. Later kunnen we de kleuren over laten gaan in daglichttinten.’

‘Fijn, mama, dat je mij er ook bij betrekt,’ zei Nienke.

Haar moeder stond op en keek op de kalender. ‘Ik denk dat we volgend weekeinde de boel wel naar beneden kunnen verhuizen. Daarna gaan we in alle rust de babykamer inrichten. Het is vast een fijne kalmerende bezigheid voor je in de maanden die nog komen. Hoe rustiger jij je voelt, hoe beter dat voor het kind is. We moeten voorkomen dat jij je verdrietig en angstig voelt.’

‘Au!’ Nienke prikte zich voor de tweede keer. Naar een waarschuwend stemmetje wilde ze niet luisteren. Haar moeder was lief voor haar. Haar moeder had het beste met haar voor. Daar moest ze wel in geloven. Daar moest ze zich aan vastklampen. Later zou ze vrij zijn. Dan ging ze studeren en zou ze dit alles achter zich laten. Ook kleintje, maar die zou van niks weten en die zou het goed hebben. Toch?