4
‘Wat zie jij er gaar uit, Nienke.’ Lisa keek haar onderzoekend aan. Nienke had juist haar kluisje op slot gedaan, toen haar vriendin kwam aangestoven. Ze durfde Lisa niet goed aan te kijken en wilde doorlopen.
‘Ik zie er toch altijd al gaar uit?’
Lisa hield Nienke tegen door de riem van haar rugzak te grijpen. ‘Doe niet zo stom en loop niet weg. Er is iets. Ik ken je toch?’
Bijna begon Nienke te huilen, maar ze slikte haar tranen stoer weg. Ze was daar een professional in.
‘Ik kan er nu niet over praten.’
‘Maar straks na school wel,’ drong Lisa aan.
Nienke sjorde haar rugzak weer op haar rug en wilde zich losmaken van Lisa. Toen bedacht ze zich. Ze knikte traag, in het tempo van een ouderwetse staartklok uit de prentenboeken die haar moeder in de winkel verkocht. ‘Maar liever niet bij mij.’
‘Dat dacht ik al.’
De dag verliep in slow motion. Nienke was met haar gedachten totaal niet bij de les. Ze had last van een vastgelopen cd in haar hoofd.
Nog altijd wilde ze het niet echt geloven. Het kón toch niet waar zijn? Misschien had ze zich wel vergist en de test niet goed gelezen.
Dan weer zag ze de twee strepen. Het was wél waar. Ze was zo stom geweest. Misschien had Sander helemaal geen condoom om gehad, omdat het niet lukte van de zenuwen.
Dat zou dubbel verraad zijn. En daar was zíj zwanger van.
Er groeide een levend ding in haar buik, dat niet bij haar hoorde. Ineens vond Nienke het eng, alsof het om een alien ging, een driekoppig wezen met hoorntjes en klauwtjes. Het moest weg.
Maar hoe en waar liet je een abortus doen?
Met Engels ging het bijna mis. Van Hamelen vroeg haar voor de klas iets te komen vertellen over het uitwisselingsprogramma.
‘In English, please.’
Nienke stond op, dacht onmiddellijk aan Sander en voelde zich draaierig worden.
‘I’m not prepared, sir,’ zei ze. ‘Can I do this next lesson? I’ll bring pictures to illustrate my story.’
‘But we’ll help you. I like a spontaneous conversation,’ reageerde Van Hamelen.
Ze aarzelde. Gelukkig was Lisa er. Die nam het voor haar op. De lieverd.
‘Nienke is not feeling well, sir. Please.’
‘Okay, the first Tuesday in January after the holidays. I’ll note it down.’
‘Jemig, het is wel echt goed mis met je,’ zei Lisa toen eindelijk de zoemer na de laatste les ging. ‘Wat?’ Ze zweeg meteen toen ze Nienke aankeek. ‘Sorry, we gaan eerst naar mij.’ Kordaat nam Lisa Nienke bij de arm en liep met haar de klas uit. De tranen schoten Nienke in de ogen. Lisa was haar vriendin. Haar enige echte vriendin en zij zou haar helpen. Alles zou goed komen.
Zwijgend fietsten de twee even later naar Lisa’s huis. Via het industrieterrein, langs het water en de sluis. De hele weg zeiden ze niets tegen elkaar. Op elk ander moment zou die stilte akelig geweest zijn, alsof ze op elkaar waren uitgekeken. Maar Lisa begreep vast dat Nienke er nog niet over kón praten, tenminste niet zonder in paniek te raken.
Lisa woonde wat verder van school, in een dorpje buiten het centrum, in een wijkje uit het begin van de twintigste eeuw. Al snel liepen ze met hun fiets over het grindpad. Lisa draaide de poort van het slot. Hun fietsen zetten ze onder het afdak.
Nienke pakte haar mobiel. ‘Eerst even naar mijn moeder bellen.’
‘Zeg maar dat je blijft eten. Ik breng je wel naar huis.’
Nienke toetste het nummer van de winkel in.
‘Met Edelwijs, u spreekt met Charlotte.’
‘Hoi, met Nienke, ik ben bij Lisa. Is het goed als ik hier blijf eten?’
‘Hmm.’
Nienke rolde met haar ogen en stak haar tong uit naar Lisa. Die schoot daar bijna van in de lach. ‘Je weet dat ze er hier altijd rekening mee houden dat ik vegetarisch eet.’
‘O, dat is wel fijn,’ antwoordde haar moeder, ‘maar moet je dan straks alleen naar huis?’
‘Maak je maar niet ongerust, hoor. Ik kom direct na het eten en Lisa fietst met me mee. Die is niet bang en haar ouders zien er ook geen probleem in.’
‘Vooruit dan. Acht uur thuis.’
Lisa’s moeder was in de moestuin aan het werk. Lisa en Nienke liepen naar haar toe. De tuin was lang en smal en liep naar beneden af. Dicht bij het huis stonden bloemen en struiken. Achteraan waren een kleine fruitboomgaard en de moestuin. Wat verloren stond daar ook een verwaarloosd – maar misschien juist door de afgebladderde verf – romantisch tuinhuisje. Vroeger speelden Lisa en Nienke er wel eens.
Met snoeischaar en hark maakte Lisa’s moeder de boel klaar voor de komende lente. Van de wintergewassen zoals spruiten, witte- en rodekolen en de prei was niet veel fraais meer over.
‘Ha, Nienke.’ Lisa’s moeder lachte uitnodigend. ‘Gezellig dat je er bent.’
Nienke probeerde vrolijk te kijken. Blijkbaar mislukte dat, want Lisa’s moeder keek haar wat bezorgd aan. ‘Is er iets, meisje?’
Lisa schudde haar hoofd. ‘Mam, laat maar. Wij gaan naar boven.’
‘Neem meteen even wat takken mee naar de composthoop. Ik haksel ze straks wel klein.’
De meiden deden wat Lisa’s moeder vroeg, maar de berg takken in de boomgaard slonk er nauwelijks van.
‘Vertel.’ Lisa keek Nienke aan. ‘Ik ben je vriendin. Ik kan zwijgen als een mummie in zijn graftombe in een afgesloten piramide en ik kan je helpen.’
Nienke beet op haar lip, zuchtte, kuchte, haalde diep adem, maar woorden tevoorschijn toveren kon ze niet, nog niet.
‘Ik schaam me zo,’ zei ze eindelijk. ‘Ik snap niet dat dit me is overkomen.’
Lisa pakte haar hand. ‘Kom op, joh. Zeg het nou maar. Dat lucht op. En tegen mij kun je alles zeggen. Dat weet je.’
Nienkes adem stokte in haar keel. Als ze het hardop zou zeggen, kon ze niet meer terug. Dan was ze helemaal definitief honderd procent zwanger.
De wereld hield even op met draaien. Toen nam Nienke opnieuw een teug adem. ‘Goed. Beloof je dat je het aan niemand, maar dan ook helemaal niemand zult vertellen? Niet aan je ouders, onze mentor, vriendinnen. Niemand! En onder geen enkele omstandigheid! Nooit!’
‘Níénke! Dat weet je toch?’
‘Zweer het.’ Nienke hield twee vingers de lucht in.
‘Overdrijf je niet? Maar goed, ik zweer het.’ Lisa deed Nienke met een ernstig gezicht na.
‘Wat zweer je?’
‘Ik zweer,’ zei Lisa plechtig, ‘dat ik nooit met wie dan ook zal spreken over wat jij me nu gaat vertellen.’
Weer haalde Nienke diep adem.
‘Oké, komt ie. Hou je vast. Ik denk dat ik zwanger ben.’
‘Wát?’
‘Ja, in verwachting van iets wat een kind kan worden.’ Nienke snauwde het bijna. Maar toen kwamen eindelijk de tranen die ze de hele dag had weggeslikt.
Lisa pakte Nienkes hoofd tussen haar beide handen en keek haar strak aan. ‘Shit, zeg. Weet je het zeker? Van Sander?’
Nienke knikte tussen een paar uithalen door. ‘Maar Sander heeft het uitgemaakt. Misschien was het niet eens aan volgens hem. Dus laat hem er maar buiten.’
Nienke zag Lisa slikken. Die wist natuurlijk ook niet wat ze moest zeggen.
‘Ik wil het weg hebben.’ Nienke voelde hoe haar gezicht van afschuw vertrok. ‘Het voelt alsof er een gezwel in me zit. Een buitenaards monster. Ik wil het niet. Maar wat moet ik nou?’ ‘Weten je ouders het al?’ vroeg Lisa.
‘Nee, natuurlijk niet. Moet je net mijn moeder hebben. Dat weet je toch wel. Die gaat helemaal uit haar dak. Als er iemand pro-life is. Nee, het moet absoluut geheim blijven.’
‘Abortus?’
‘Ja, wat anders?’ Nienke snoot haar neus. ‘Zie je mij achter de kinderwagen? Ik wil mijn school afmaken en daarna sociologie of psychologie gaan studeren. Het liefst in een stad aan de andere kant van het land, zodat ik op kamers kan.’
‘Arme Nienke,’ zei Lisa. Ze sloeg haar armen om haar vriendin heen en streelde haar haar. ‘Ik ben er voor je, hoe dan ook. Altijd. Zul je dat nooit vergeten?’