24
Miss Harper geeft geen antwoord
Natuurlijk wist ik dat ik mijn taken af moest hebben, want dat miss Harper me anders niet zou toestaan mijn medicijn te komen halen. Ik was erg slaperig, maar ik stond op en maakte zo goed mogelijk mijn bed op en toen, nadat ik me had gewassen en aangekleed, maakte ik de badkamer schoon. Terwijl ik aan het werk was, verwachtte ik haar elk moment om kritiek te leveren op mijn prestaties en me misschien mijn bed weer opnieuw te laten opmaken, maar ze verscheen niet in mijn kamer.
In plaats daarvan kwam oma Emma binnen. Ze keek naar het bed en naar mij. Ik zat aangekleed en ongerust op de kleine bank.
'Heel goed, Jordan,' zei ze. 'Heeft miss Harper dit gezien?'
'Nee, oma.'
'Was ze niet hier vanmorgen?' vroeg ze verbaasd.
'Nee,' zei ik. 'En ik moet mijn medicijn hebben.'
'Ja. Waar is het?'
'In haar kamer. Ze zei dat ze het daar zou bewaren en dat ik naar haar toe moest om het te halen.'
'Goed. Op die manier weet ze zeker dat je het altijd goed doet. Ga maar naar haar kamer, maar klop eerst,' waarschuwde ze.
Ze volgde me naar de trap, knikte in de richting van de kamers van mijn ouders en van Ian, en ging toen naar beneden om te ontbijten. Langzaam liep ik langs lans deur, die dicht was. Ik wilde eerst op zijn deur kloppen om te horen hoe het met hem ging, maar ik was bang dat miss Harper tevoorschijn zou komen op het moment dat ik zijn deur naderde en ons nog meer zou straffen dan ze al gedaan had. Dus liep ik erlangs en klopte bij haar aan.
Ik wachtte.
Ze deed niet open, dus klopte ik weer, iets harder en iets langer. Weer wachtte ik, en weer bleef het stil, dus riep ik haar.
'Miss Harper. Het is Jordan. Ik heb mijn medicijn nodig. Miss Harper?'
Ik wachtte en luisterde, maar het bleef stil. Misschien was ze al naar beneden om te ontbijten, dacht ik, maar ik klopte nog een laatste keer. Toen ik weer geen reactie kreeg, draaide ik me om en liep haastig terug naar de trap. Oma Emma was in de keuken om Nancy instructies te geven en miss Harper was nergens te zien.
'Miss Harper geeft geen antwoord als ik klop,' zei ik.
Oma Emma draaide zich om en Nancy hield op met werken en keek ook naar mij.
'Heb je hard genoeg geklopt?' vroeg oma Emma.
'Ja. En ik heb haar ook geroepen, maar ze kwam niet. Ik moet mijn medicijn hebben. Mama zei dat ik dat 's ochtends meteen moest doen.'
Oma Emma keek naar Nancy. 'Heb jij Millicent vanmorgen gezien?' vroeg ze.
'Nee, mevrouw,' antwoordde ze.
Oma Emma dacht even na en terwijl ze dacht bleven Nancy en ik roerloos staan.
'Misschien was ze in de badkamer. Ga weer naar boven en klop aan en wacht. Als ze niet opendoet, kom dan terug.' Ze ging verder met haar instructies aan Nancy.
Ik haastte me weer naar boven. Ik was teleurgesteld dat lans deur nog dicht was. Ik had gehoopt dat hij nieuwsgierig zou worden door al het lawaai dat ik maakte en naar buiten zou komen. Maar hij kwam niet en ik klopte nog een keer zo hard ik kon op miss Harpers deur.
Het bleef stil.
Ik riep haar en toen ik niets hoorde, draaide ik me om en struikelde bijna toen ik de trap afholde. Oma Emma was in de eetkamer en dronk een glas sinaasappelsap. Ze keek verward op toen ze mijn hijgende ademhaling hoorde.
'Wat is er nu weer, Jordan?'
'Miss Harper doet niet open,' zei ik. 'Ze geeft geen antwoord.'
'Belachelijk.' Oma Emma stond op. 'Ik hoop dat je niet zo zacht geklopt hebt dat niemand het kon horen.'
Ik stak mijn hand uit. Mijn knokkels zagen rood.
'Ik heb heel hard op de deur gebonsd, zo hard dat ik me pijn heb gedaan. Ik heb mijn medicijn nodig.'
'Ik wéét dat je je medicijn nodig hebt. Je hoeft het niet voortdurend te herhalen,' zei ze fronsend.
Het kon me niet schelen hoe kwaad ze werd. Ik was niet bang om ook mijn woede te tonen. Mama had me meer dan duidelijk gemaakt hoe belangrijk het was dat ik iedere ochtend aan mijn medicijn dacht. Oma Emma hoorde net zo bezorgd te zijn als ik, dacht ik, en het speet me absoluut niet dat ze weer naar de trap en naar boven moest lopen naar de kamer van miss Harper. Ze keek ook naar lans gesloten deur, en meesmuilde toen ze erlangs liep naar miss Harpers deur. Ik volgde haar op de hielen en bleef staan wachten toen ze klopte.
'Millicent, ik ben het, Emma. Gaat het goed met je?' Ze richtte zich tot de gesloten deur.
Geen antwoord.
'Millicent?'
Ik stond met mijn armen over elkaar geslagen, voldaan dat ze kon zien dat ik gelijk had. Ik kon zien dat oma Emma zich begon te ergeren. Ze keek naar mij en deed toen de deur open. Ik liep achter haar aan, maar in de deuropening bleef ze staan en draaide zich naar me om.
'Een ogenblik,' zei ze. 'Wacht hier in de gang.'
Ik deed een stap achteruit.
Ze ging naar binnen en deed de deur bijna helemaal dicht. Een paar ogenblikken later hoorde ik haar roepen: 'O, mijn god, Millicent! Millicent!'
Ik duwde de deur open en keek naar binnen. Oma Emma stond naast het bed, haar rechterhand voor haar mond, alsof ze probeerde het sinaasappelsap dat ze net had gedronken binnen te houden, en haar linkerhand op haar hoofd. Ik liep naar binnen en keek naar miss Harper, die gekromd op haar rechterzij lag, alsof ze ging overgeven. Haar ogen waren wijd open, evenals haar mond; ze zag eruit of ze geschreeuwd had. Het leek trouwens nog steeds of ze schreeuwde, maar het was een schreeuw die niemand anders kon horen.
Oma Emma week achteruit. Ze schudde haar hoofd en draaide zich toen naar me om. 'Ga weg!' riep ze. 'Ga onmiddellijk naar beneden. Vooruit. Ga weg!'
'En mijn medicijn?'
'Ga weg!' schreeuwde ze, veel luider.
Ik had haar nog nooit zo wild en kwaad gezien. Ik had het gevoel dat mijn hart stilstond. Ik draaide me om en rende de kamer uit, de gang door, naar de trap. Maar bovenaan bleef ik staan en keek achterom, want ik hoorde lans deur opengaan.
Ian hoorde te weten wat er gebeurde, dacht ik. Ik deed een paar stappen naar hem toe. Hij liep de gang in en keek me aan.
'Er is iets mis met miss Harper,' zei ik.
Hij keek naar haar kamer en naar mij, en toen, zonder iets te zeggen, draaide hij zich om, liep zijn kamer weer in en sloot de deur. Even later kwam oma Emma uit miss Harpers kamer. Ze deed de deur achter zich dicht en liep naar de trap. Ze schreeuwde niet meer naar me. Ze keek of ze versuft was en mij zelfs niet zag. Ik wachtte tot ze zou beseffen dat ik er stond.
'Ga naar beneden, Jordan,' zei ze. 'Ik zal je medicijn halen. Maak je niet ongerust. Toe maar,' zei ze bijna fluisterend. Ik liep de trap af. 'Zeg tegen Nancy dat ze onmiddellijk bovenkomt,' riep ze toen.
Ik keek achterom en knikte. Ze liep naar haar kamer en draaide zich toen om en ging terug naar miss Harpers kamer. Ze zag eruit of ze volkomen in de war was en niet wist welke richting ze moest nemen.
Maar natuurlijk hoopte ik dat ze terugging om mijn medicijn te halen. Ik sprong bijna de laatste treden af en holde naar de keuken. Nancy keek op van de schaal met toast en roerei.
'Oma Emma wil dat je meteen naar boven gaat,' zei ik.
Ze keek op. 'Nu?'
'Ja, meteen.'
'Alles wordt koud,' zei ze. 'Waarom wil ze dat ik nu naar boven ga?'
'Er is iets aan de hand met miss Harper,' zei ik, en ze sperde haar ogen open.
'Hoe bedoel je?'
'Ze lijkt bevroren,' antwoordde ik.
'Bevroren?'
'Eh, eh. Haar mond staat open en haar ogen ook, maar ze zegt niets.'
Nancy's mond ging open en dicht en toen holde ze de keuken uit.
Ik keek naar de schaal. Plotseling had ik enorme honger, dus nam ik hem mee naar de eetkamer en zette alles op tafel. Toen ging ik zitten, pakte mijn servet en schepte op. Toen ik zat te eten, hoorde ik voetstappen op de trap en een ogenblik later kwam oma Emma haastig voorbij op weg naar haar kantoor. Korte tijd daarna hoorde ik Nancy de deur opendoen voor Felix, die samen met haar naar het kantoor ging.
Oma Emma had mijn medicijn moeten brengen, dacht ik. Ik smeerde boter op mijn toast en kreeg toen medelijden met Ian. Hij had waarschijnlijk ook honger, maar niemand zou enige aandacht aan hem schenken vanwege miss Harper. Dus maakte ik een blad klaar met eieren, toast en jam en legde er een servet bij. Ik liep ermee de trap op en klopte op zijn deur.
'Wat is er?' vroeg hij zodra hij opendeed.
'Ik dacht dat je misschien honger zou hebben. Iedereen heeft het druk met miss Harper.'
Hij keek even naar het blad. 'Dank je,' zei hij en nam het aan.
'Ik wacht nog steeds op mijn medicijn,' zei ik.
'Dat is niet goed,' zei Ian. 'Ze horen zich meer om jou te bekommeren dan om miss Harper. Als je het over een uur nog niet hebt, kom dan naar mij toe, dan zal ik ervoor zorgen dat je het krijgt,' zei hij en deed de deur dicht.
Ik ging weer naar beneden. Felix, Nancy en oma Emma kwamen de trap op.
'Wat doe jij daarboven?' vroeg oma Emma zodra ze me zag.
'Ik heb Ian wat te eten gebracht.'
'Ga naar beneden en blijf daar,' beval ze.
'Ik heb mijn medicijn nodig.'
'O, dat verdomde medicijn. Nancy zal het je brengen. Schiet op nu.' Ik liep langs hen heen toen ze alle drie haastig de trap opliepen.
Ik keerde terug naar de eetkamer en knabbelde op een koud stukje toast en dronk nog wat sinaasappelsap. Nancy bracht me eindelijk mijn medicijn en ik snoof het op. Ze wachtte niet om te zien of ik het goed deed. Ze ging weer naar boven. Ik was blij dat ze het niet had meegenomen. Nu hoefde ik 's morgens op niemand meer te wachten. Mama kon tevreden zijn.
Ik ruimde de tafel af en slenterde toen naar de trap om te luisteren. Felix kwam beneden en zonder me zelfs maar aan te kijken, liep hij de deur uit. Ik liep naar het raam in de eetkamer dat uitkeek op de oprijlaan omdat ik meende een sirene te horen. En inderdaad, een ambulance reed naar het huis, en vlak daarachter kwam een politieauto. Een andere auto, een zwarte sedan, volgde de beide wagens en alle drie stopten ze voor de deur.
Een paar ogenblikken later liet Felix twee ziekenbroeders binnen. Ze droegen zakken en liepen achter hem aan de trap op, gevolgd door twee politiemannen en twee mannen in pakken. Haastig liepen ze de trap op. Ik wachtte beneden en luisterde. De politiemannen kwamen het eerst weer de trap af. Ze zagen me, maar glimlachten of knikten niet. Ik keek hen na toen ze het huis verlieten.
Ik vroeg me af of ik naar boven moest gaan om Ian te vertellen dat ik mijn medicijn had gekregen, zodat hij zich geen zorgen over me hoefde te maken, maar ik was bang dat oma Emma tegen ons zou gaan schreeuwen. Het deed er niet toe dat al die vreemden in huis waren. Als ze kwaad was, was ze kwaad.
Ik was nieuwsgierig wat er met miss Harper gebeurd kon zijn dat zoveel opschudding veroorzaakte.
Ten slotte kwam Nancy langzaam de trap af, hoofdschuddend en met neergeslagen ogen. Ze keek me aan vroeg toen: 'Je weet dat ze dood is, hè?'
Ik haalde mijn schouders op. Hoe moest ik iets weten?
'Weet jij er iets van?'
'Waarvan?'
'Hoe ze gestorven is?'
Ik schudde mijn hoofd en herinnerde me toen dat ik hoorde te spreken in plaats van alleen mijn hoofd te schudden.
'Nee. Ik moest naar haar kamer om mijn medicijn te halen.' Ik liet het haar zien. 'Ze bewaarde het in haar kamer, en ik moet het elke ochtend hebben. Ze had het in mijn badkamer moeten laten, dan zouden we geen moeilijkheden hebben gehad.'
'Geloof me,' zei Nancy, 'dit is nu wel haar minste probleem.'
Ze liep de keuken in en ik bleef onder aan de trap wachten. Mac, de man die de scepter zwaaide over het park, kwam binnen met de twee politieagenten. Ze zeiden dat hij in de zitkamer moest wachten en een van de agenten ging weer naar boven.
Niemand schonk enige aandacht aan mij of scheen mijn aanwezigheid zelfs maar op te merken.
Een paar ogenblikken later kwam de agent met de twee mannen in burger de trap af en gedrieën gingen ze naar Mac en de andere agent in de zitkamer. Ik kon alles horen wat ze zeiden want ik stond recht tegenover de deur van de zitkamer.
'Dit is inspecteur Risso en ik ben rechercheur Ryan,' zei een van de mannen in burger tegen Mac. 'U zorgt voor het grondgebied hier?'
'Ja,' zei Mac. 'En klussen rond het huis zelf, loodgieterswerk, elektriciteit, van alles.' Hij keek even door de deuropening naar mij en ik dacht dat hij glimlachte.
'Hebt u de laatste tijd soms rattengif gebruikt?' vroeg inspecteur Risso hem.
'O, ja,' zei Mac. 'We hebben een probleempje in dat opzicht. Ik gebruik GoRodent Getter.'
'Wat is het actieve ingrediënt daarin?' vroeg rechercheur Ryan.
'Strychnine. Mag ik weten waarom u dat vraagt?'
'We hebben een geval waar dat gif bij betrokken kan zijn. Mist u iets van het gif?'
'Weet ik niet. Dan moet ik de voorraadschuur controleren,' zei Mac.
'Laten we gaan kijken,' zei rechercheur Ryan.
Mac haalde zijn schouders op en gezamenlijk verlieten ze het huis. Mac knipoogde naar me, maar geen van de anderen keek naar mij.
Vervolgens kwamen de ziekenbroeders de trap af, maar veel ach-telozer. Ze begaven zich naar de keuken. Ik volgde hen en zag dat Nancy hun koffie gaf.
'Wat is er met haar gebeurd?' vroeg Nancy.
'Het ziet ernaar uit dat ze vergiftigd is,' zei een van de paramedici.
'Ze heeft hevige stuiptrekkingen gehad en we zijn er vrijwel zeker van dat het strychnine is. Gewoonlijk blijft het slachtoffer in een krampachtige positie liggen, net als zij, met wijd open ogen en het gezicht vertrokken van pijn, ook net als zij,' zei de ander en ging toen verder. 'Rigor mortis treedt bijna onmiddellijk na de dood in.'
'Billy studeert gerechtelijke geneeskunde,' zei de eerste ziekenbroeder glimlachend.
'Heilige Maria en Jozef,' zei Nancy.
'Het is strychnine,' zei Billy. 'Daar verwed ik mijn reputatie onder.'
'Welke reputatie?' vroeg de andere ziekenbroeder, en ze begonnen allebei te lachen.
Als miss Harper dood was, hoe konden ze daar dan grapjes over maken?
Nancy glimlachte naar hen en bood hun een paar van haar eigengemaakte muffins aan. Ze zeiden allebei: graag, en ze noodde hen aan de keukentafel en haalde muffins en jam.
'Ik heb me altijd afgevraagd hoe dit huis er van binnen uit zou zien,' zei Billy. 'Ik weet niet hoe vaak ik hier langs ben gereden. Het is inderdaad een prachtig huis,' merkte hij op, met een knikje naar de muren en het plafond.
'Minder prachtig als je het moet schoonmaken,' zei Nancy, en weer lachten ze.
Ik nam aan dat het niet erg was om grapjes te maken. Eindelijk zagen ze me in de deuropening staan.
'O, Jordan, wil je iets eten?'
'Ik heb al gegeten, Nancy. Ik heb Ian ook wat gebracht, weet je nog?'
'Vanmorgen kan ik me nauwelijks mijn eigen naam nog herinneren,' antwoordde ze.
De ziekenbroeders glimlachten.
Ik draaide me om toen Mac en de twee rechercheurs terugkwamen. Mac liep onze richting uit, maar de rechercheurs haastten zich weer de trap op.
'Wat een gedonder,' zei Mac, die de keuken binnenkwam.
De ziekenbroeders keken hem aan. Nancy gaf hem koffie.
'Wat is er?' vroeg ze toen hij het kopje aannam.
'Er is iemand in mijn schuur geweest. Er ontbreekt een blik GoRodent Getter.'
'Verrek,' zei Billy. 'Ik zei je toch, strychnine.'
Nancy slaakte een kreet en sloeg haar hand voor haar keel.
Plotseling keken ze allemaal naar mij, maar voordat iemand iets kon zeggen, stond inspecteur Risso in de gang onder aan de trap en riep me. Ik draaide me om en keek naar hem.
'Ben jij Jordan?' vroeg hij. Ik knikte. 'Kom mee,' zei hij, en bracht me naar de zitkamer. 'Ga op de bank zitten, Jordan,' zei hij en knikte naar de Victoriaanse divan.
'Het is een divan,' zei ik.
'Hè? O, ja, natuurlijk.'
Ik ging zitten, met mijn medicijn tegen mijn maag geklemd.
'Wat heb je daar?' vroeg hij.
'Mijn medicijn. Dat moet ik elke ochtend gebruiken. Waar is oma Emma?'
'Ze komt direct beneden,' zei hij. 'Vertel me nu eens over miss Harper.' Hij glimlachte naar me, maar ik voelde me toch niet op mijn gemak.
Ik keek naar de deur. Wat wilde hij dat ik over haar vertelde?
'Ze helpt oma Emma met ons deze zomer. Ze was lerares, maar ze raakte haar baan kwijt.'
'O, ja? Vind je haar aardig?'
Ik schudde mijn hoofd. Ik durfde niet te liegen en eigenlijk zag ik ook niet in waarom ik dat zou doen.
'Waarom niet?'
'Ze smeerde zeep in mijn mond. Ze sloeg me. Ze sloot me op in mijn kamer. Ze pakte mijn medicijn af en bewaarde het in haar kamer. Ze haalde lans kamer leeg en al zijn spullen omdat we mijn moeder gingen bezoeken in het ziekenhuis.'
'Is dat zo?'
'Ja,' zei ik.
'Dus ik denk dat Ian ook een hekel aan haar heeft?'
Ik wilde mijn hoofd schudden, maar weer herinnerde ik me miss Harpers waarschuwing en zei: 'Ja. Ze had zijn spullen niet mogen afnemen. Hij was ook boos dat ze me mijn medicijn niet had gegeven. Hij zei dat als ik mijn medicijn over een uur nog niet had, hij het voor me zou halen.'
'Aha. En heeft Ian gezegd dat jullie iets aan miss Harper moesten doen in verband met alles wat ze jullie had aangedaan?'
'Nee,' zei ik.
'Nooit?'
'Nee.'
'Zijn jij en Ian niet in de schuur geweest om iets te halen?'
'Nee.'
'Weet je of hij dat gisteren gedaan heeft?'
'Nee. Dat kon hij niet. Hij moest in zijn kamer blijven. Dat had miss Harper gezegd. Ze zei dat als hij haar niet gehoorzaamde, ze hem door oma Emma zou laten wegsturen en dan zou hij mama of papa nooit meer te zien krijgen.'
'Ik begrijp het. Goed. Wacht hier,' zei hij, en liep de zitkamer uit.
Ik voelde me niet op mijn gemak op de divan. Oma Emma wilde liever niet dat Ian en ik op dit meubelstuk zaten, vooral niet als er niemand anders in de kamer was.
Plotseling hoorde ik oma Emma's stem op de trap. 'Waar bent u mee bezig?' hoorde ik haar vragen. 'Waar is mijn kleindochter?'
Ik stond op en liep naar de deuropening. De rechercheur stond onder aan de trap te wachten tot oma Emma beneden was.
'Het is vrij duidelijk dat iemand dat rattengif in haar glas water heeft gedaan, mevrouw March,' zei hij.
'Niettemin weet u dat u niet met mijn kleinkinderen kunt praten zonder dat er een volwassene aanwezig is en zeker niet zonder advocaat.'
'Maar, mevrouw March...'
'Ik zou graag willen dat u wacht tot mijn advocaat er is. Hij kan elk ogenblik komen,' zei oma Emma.
Ze keek langs hem heen naar mij. 'Jordan, ik wil dat je onmiddellijk naar je kamer gaat. Vooruit.'
Ik liep haastig naar de trap, langs de rechercheur. Toen ik boven was, keek ik de gang door en zag de politieman voor de deur van miss Harpers kamer staan. lans deur was nog gesloten. Onwillekeurig vroeg ik me af wat hij deed in zijn lege kamer, zonder de dingen waarvan hij hield, en met al die opschudding in de gang. Ian vond het vreselijk om iets niet te weten.
In mijn kamer bleef ik een ogenblik staan, overwegend wat ik moest doen. Ik borg mijn medicijn in het kastje in de badkamer en toen ging ik naar mijn lessenaar en begon, al had ik eerder hardnekkig geweigerd dat te doen, in de schoolboeken te bladeren die miss Harper me had gegeven. Ik werkte zelfs aan een paar pagina's van de werkboeken, alsof ik dacht dat ze elk ogenblik binnen kon komen om me te controleren.
Natuurlijk kwam ze niet, maar oma Emma wél, vergezeld van haar advocaat, mr. Ganz. Hij was klein, niet veel langer dan zij, met zwart krulhaar dat leek op een massa kleine springveertjes, met een paar grijze ertussendoor. Zijn wenkbrauwen waren zo dik, dat ze me deden denken aan rupsen, en ogenblikkelijk dacht ik erover me op te rollen op bed. Als er ooit een tijd was om te hopen op hoop, dan was het nu, dacht ik.
'Jordan, je kent mr. Ganz. Hij heeft hier een avond gegeten met zijn vrouw. Hij wil met je praten en ik wil dat je hem de waarheid vertelt, oké?'
'Ja, oma.'
'Zo,' zei mr. Ganz en schoof een stoel bij. 'Vertel me eens wat er is voorgevallen tussen jou, Ian en miss Harper.'
Ik keek naar oma Emma en toen begon ik. Ik vertelde hem alles wat ik me kon herinneren, vertelde ook hoe kwaad Ian was toen hij ontdekte dat ze hem al zijn spullen had afgepakt.
'Was je bij Ian nadat miss Harper jullie beiden had thuisgebracht?' vroeg oma Emma ongeduldig. 'Nou?'
'Ik dacht dat het een droom was,' zei ik.
'Wat voor droom? Vertel ons alles, Jordan. Dit is heel, heel serieus,' zei ze.
'Ik dacht dat het een droom was. Hij kwam me opzoeken toen ik sliep.'
'En? Wat deed hij?' vroeg ze, terwijl ze naar me toe liep. 'Vertel op, ogenblikkelijk.'
'Kalm,' zei mr. Ganz. 'Maak haar niet bang, Emma.'
'O, die kinderen worden nog mijn dood. Nou, Jordan?'
'Hij deed niets. Hij zei dat ik me geen zorgen moest maken. Hij zei dat alles in orde zou komen.'
'En dat was alles?' vroeg mr. Ganz.
'Hij zei dat mama en papa thuis zouden komen en dat papa misschien weer zou kunnen lopen.'
Mr. Ganz keek naar oma Emma. 'Er is hier een moord gepleegd, Emma. Ze kunnen dit huis doorzoeken.' 'Oké,' zei ze. 'Het wordt tijd dat we eens met mijn kleinzoon praten en tot een snelle oplossing komen.'
'O, ik denk niet dat we een snelle oplossing zullen vinden,' zei mr. Ganz.
'Dat zullen we wél,' zei ze.
Het was alsof ze haar stempel op alles had gedrukt, een zegel zoals een koningin op haar papieren drukt.
'Blijf jij hier,' zei ze tegen mij en ze lieten me toen alleen.
Het weer klaarde op. Misschien zouden we vandaag mogen zwemmen, dacht ik. Als iedereen weg is, zal ik het aan oma Emma vragen. Misschien zou ik zelfs Missy Littleton kunnen uitnodigen. Ian vond haar ook aardig.
Hij zou zijn onderwatermasker opzetten en we zouden centen in het water gooien die hij op kon duiken. We hadden dat op een zomerse dag urenlang gedaan en hij had ze altijd gevonden. Papa kwam die middag ook zwemmen, en hij dook ze op zonder masker. Ian wilde zijn ogen in het water niet opendoen zonder masker, omdat hij, zoals hij zei, last had van het chloor. Papa vond dat onzin.
Hij trommelde als Tarzan op zijn borst en zei: 'Echte mannen hebben geen onderwatermasker nodig.'
Missy Littleton lachte, maar Ian keek hem zo woedend aan, dat ik rilde en mijn handdoek om me heen moest slaan.
Later, tijdens het eten, zagen zijn ogen rood, en Ian zei het tegen hem.
Zelfs oma Emma zei dat het waar was en dat het stom van hem was om ze zo geïrriteerd te laten raken.
Papa negeerde haar, maar Ian keek blij.
Ik vroeg me af of hij ooit weer blij zou kijken.