18

Te oud voor een nanny

Ian en ik hadden geen idee wat oma Emma al allemaal had gedaan en besloten nog voordat we in het ziekenhuis waren. Ian zei dat ze gemakkelijk een nazi-u-bootcommandant had kunnen zijn omdat ze zo gedecideerd en absoluut niet emotioneel was als ze een besluit nam.

'Ze moet dit allemaal al overdacht hebben terwijl ze nog onderweg was naar het ziekenhuis en vooral toen ze hoorde over de verwondingen van vader en moeder,' zei hij later.

Vreemd genoeg, leek hij er niet kwaad of kritisch over. Hij leek me zelfs ontzag voor oma Emma te hebben. Hoewel hij haar beschouwde als de oorzaak van alle ellende, nam zijn respect voor haar toe. Ze was zakelijk en wist precies wat ze wilde, zei hij, alsof hij het over een superheld had.

Ik was ook begonnen in die trant over haar te gaan denken. Ik wist dat ze niet veel om mama gaf, maar waarom was ze niet tenminste wat bedroefder over alles wat er met papa gebeurd was? Huilde ze nooit? Of deed ze dat in het geheim, achter gesloten deuren? Was het schandelijk of ondamesachtig om in het openbaar je verdriet te tonen over de pijn en de ellende van je eigen zoon?

Aan de andere kant, Ian had ook niet gehuild, dacht ik. Hij dacht en gedroeg zich als een dokter en niet als een zoon. Zou hij ook heimelijk huilen?

Terwijl wij op weg waren naar het ziekenhuis en weer terugkeerden naar huis, was Nancy blijkbaar druk bezig geweest met het uitvoeren van oma Emma's instructies. Ze had al mijn spulletjes vanmijn kamer verhuisd naar papa's vroegere kamer, recht tegenover oma Emma's slaapkamer. Al mijn kleren, schoenen, ondergoed, toiletartikelen, speelgoed, boeken en spelletjes waren overgebracht, en ook mijn lessenaar. Tot we thuis waren en met haar naar binnen gingen, vertelde oma Emma Ian en mij niet wat ze Nancy bevolen had te doen.

Nancy begroette ons in de hal.

Alles klaar?' vroeg oma Emma voordat Nancy naar mijn ouders kon informeren.

'Ja, mevrouw March.'

'Goed.' Ze draaide zich om naar mij. 'Jordan,' zei ze. 'Jij krijgt voorlopig de kamer van je vader. Ian, jij blijft waar je bent en je komt niet naar deze kant van het huis tenzij ik het je nadrukkelijk vraag.'

Natuurlijk was ik, net als Ian, erg verbaasd. Ik voelde me bang en zenuwachtig omdat ik zo uit mijn oude omgeving werd weggehaald, maar ik was ook nieuwsgierig naar papa's kamer en oma Emma's kant van het huis.

Ian en ik holden de trap op en bekeken mijn kamer. Zelfs het beddengoed was afgehaald en naar papa's oude bed gebracht. Blijkbaar had Nancy de matras omgedraaid, want de vlekken van mijn eerste ongesteldheid waren duidelijk zichtbaar. Het zien van de leeggeruimde kamer en die vuile matras verkilde me.

'Alle spinnen!' zei Ian. Dat was ook het moment waarop hij haar een u-bootcommandant noemde.

'Hierheen,' riep oma Emma naar mij. Ze stond boven aan de trap, ongeveer halverwege de gang, en wenkte me. 'Sta niet te treuzelen. Al je spullen zijn naar de andere kamer gebracht. Maak je niet ongerust. We hebben een hoop te doen. Jij kunt naar je kamer gaan, Ian.'

Ik keek naar Ian. Met gebogen hoofd liep hij naar zijn eigen kamer en deed de deur dicht.

'Kom mee,' zei oma Emma.

Ik volgde haar de gang door naar haar kant van het huis en bleef staan bij de open deur van papa's oude kamer. Ik keek naar mijn beddengoed, mijn bureau, mijn speelgoedkist, de platen aan de muren, en andere dingen.

'Waar zijn papa's spullen?' vroeg ik.

'Daar hoef jij je niet om te bekommeren. Schiet op,' zei ze en gelastte me naar binnen te gaan.

Papa's bed was net zo groot als dat van mij, maar het was van donkerder hout, net als de rest van het meubilair. De kamer zelf was groter, maar de ramen hadden hetzelfde uitzicht als de ramen in mijn kamer. Ik wist dat Nancy de kamer nu en dan schoonmaakte, maar het rook er alsof ze pas alle meubels had gewreven, had gestofzuigd en de ramen gelapt.

Het bad in de badkamer was groter en, legde oma Emma uit, had ook een jacuzzi. Ze liet me zien waar alles van me was opgeborgen in de kasten, en waar mijn medicijnen lagen. Terwijl ze me dat allemaal uitlegde, kwam er plotseling een gedachte bij me op.

'Als mama eens niet wil dat ik in deze kamer blijf?' vroeg ik.

Ze hield haar hoofd schuin en keek me aan. 'Zolang je ouders nog moeten herstellen, heb ik het toezicht op jullie. Ik ben verantwoordelijk voor jullie welzijn. Als je moeder terugkomt, en wil dat je teruggaat naar die slaapkamer, zullen we het erover hebben.'

'Intussen slaap je aan de andere kant, recht tegenover me, en dat zal maken dat ik me heel wat geruster voel. Is dat oké?' Ze zei het niet op een toon alsof mijn mening haar iets kon schelen. Het was meer zoiets als: Waag het niet me tegen te spreken.

Ik knikte.

'Goed, ik ben blij dat we dat hebben opgelost,' zei ze. 'Probeer wat aan je kamer gewend te raken, en kleed je voor het eten. We gaan over precies een uur aan tafel,' besloot ze, met een blik op haar horloge.

'En Ian?'

'Maak je niet ongerust over Ian. Ik zal ervoor zorgen dat hij van alles op de hoogte is.'

'Gaan we terug naar het ziekenhuis om papa te bezoeken?'

'Ja, natuurlijk, maar pas over een paar dagen. Het is beter om hem te laten rusten en voldoende bij te laten komen om van je bezoek te kunnen profiteren.'

'Hij zal het heel erg vinden als hij hoort dat hij niet kan lopen.'

'Dat zal hij zeker.'

'Wanneer ga ik naar mama?'

'Zodra ik alles geregeld heb en ze gesetteld is. Wil je verder nog iets weten?' vroeg ze kribbig.

Ik keek om me heen in de kamer. Ook al waren al mijn spullen nu hier, toch zag hij er in mijn ogen kil en onvriendelijk uit.

'Ik vind het hier niet prettig,' zei ik. Zonder iets van papa, had de kamer niet de magie waarop ik gehoopt had. De logeerkamer beneden was gezelliger, dacht ik.

'Ja, nou ja, zoals je over de meeste dingen in het leven zult ontdekken, Jordan, is het een kwestie van eraan gewend raken. En dat zul je doen,' zei ze. Alweer klonk het meer als: Waag het niet me tegen te spreken.

Ze draaide zich om, liep weg en deed de deur achter zich dicht. Ik bleef staan, alleen en bang, alsof ik op een ijsberg stond en elk moment naar beneden kon glijden. Ik kon er niks aan doen. Ik stond te huilen. In een kwestie van enkele uren was ons hele leven op zijn kop gezet en Ian en ik konden er niets tegen doen. Nu allebei onze ouders uit huis waren, had oma Emma absolute macht over ons.

Omdat ze had gezien wat Ian met me deed, was haar mening over hem, de manier waarop ze tegen hem sprak, nog strenger en killer dan eerst. Hij sprak haar niet tegen of liet op een of andere manier merken dat hij het niet eens was met iets wat ze hem opdroeg. Hij was toch altijd al in staat geweest zich voor anderen af te sluiten. Nu waren zelfs de kleine raampjes naar zijn wereld die hij had opengezet, gesloten. Die eerste avond aan tafel, bekeek ik hem een tijdlang op dezelfde manier waarop hij mij naar de rups had laten kijken. Het leek of hij zich had opgerold, maar deze keer niet hoopvol. Hij had zich volledig teruggetrokken. Ik had het idee dat hij zich nooit meer uit zou rekken. Hij zou voorgoed verdwenen blijven.

Ik geloof dat oma Emma het prima vond. lans zwijgen en gereserveerdheid deerden haar niet. Ze vond het best om net te doen of hij er niet was en al haar aandacht op mij te richten. Geen van de opmerkingen die ze tegen mij maakte was tot Ian gericht. Het leek of het ongeluk van mijn ouders de weg voor haar had geëffend om mij voor eeuwig en altijd naar haar beeld te kneden. Mama was een buffer tussen ons geweest, een schild, en dat was verdwenen. Ik was nu als klei in haar handen.

Ze begon die avond met me te onderrichten hoe mijn houding aan de eettafel hoorde te zijn.

'Ik vraag je niet om stijf rechtop te zitten, Jordan, maar je moet iets doen aan die uitgezakte houding van je. Ik heb je al eerder gezegd dat je, als je niet eet, je handen op je schoot moet houden. Op die manier frutsel je niet met je bestek of je servet of doe je iets om de anderen af te leiden. Kinderen van jouw leeftijd kunnen nooit stilzitten.

'De dochters en kleindochters van sommige vrienden van me is ten onrechte ingeprent dat ze nooit met hun ellebogen op tafel mogen zitten. Het is veel eleganter als een vrouw haar ellebogen op tafel zet als ze in gesprek is met iemand die tegenover haar zit en zich naar hem of haar toe buigt.

'Maar wip niet met je stoel en zit niet te schommelen. Je moeder reikte vaak langs jou of Ian heen om iets te pakken. Dat is niet correct. Je kunt wel naar iets reiken, maar niet voor een ander langs.'

Tijdens het hele diner bleef ze tegen me preken. Ik was blij toen we klaar waren met eten, want ik was zo zenuwachtig dat ik niets lekker vond en niets proefde.

'Belt u het ziekenhuis?' vroeg Ian, toen hij eindelijk zijn ogen van de tafel opsloeg.

'Dat heb ik al gedaan,' antwoordde ze. 'Er is niets veranderd, behalve dat alles is geregeld om je moeder over te brengen naar het andere ziekenhuis. Het gebeurt morgenochtend.

'Jullie hebben allebei een heel moeilijke en emotionele dag gehad, ' ging ze snel verder, voornamelijk tegen mij. 'Dus wil ik dat jullie meteen naar je kamer gaan, om tot negen uur te lezen of televisie te kijken, en dan gaan slapen.

'Jordan, ik kom morgenochtend vroeg naar je kamer om zeker te weten dat je je spray hebt gebruikt. Morgen zal ik dr. Dell'Acqua bellen en een nieuwe afspraak maken. Ik wil graag wat meer weten over je aandoening en behandeling. Ik weet niet of wel alle juiste vragen zijn gesteld.'

'Wat zou u hebben gedaan als we nog in het zomerhuis waren geweest?' vroeg Ian.

Even keek ze alsof ze geen antwoord wilde geven. Ze draaide zich zelfs niet naar hem om. Toen deed ze het, maar heel langzaam.

'Je bent niet meer in het zomerhuis, Ian. Je bent hier. Zij is hier, en alle verantwoordelijkheid voor jullie beiden, maar vooral voor Jordan, rust nu op mijn schouders. Ouders van tegenwoordig hebben niet dezelfde opvatting van verplichting en zorg die mensen van mijn generatie hadden en hebben.'

'Mogen we opstaan?' vroeg Ian, wat haar het gevoel moest geven dat alles wat ze zojuist had gezegd het ene oor in en het andere uit was gegaan.

'Nog niet,' zei ze.

Ze vouwde haar handen en bleef een ogenblik zo zitten, alsof ze haar gedachten moest verzamelen om alles op perfecte wijze naar voren te brengen.

'Morgen komt er iemand hier in huis. Haar naam is miss Harper. Ze zal dienstdoen als jullie nanny tot je ouders in staat zijn de zorg voor jullie weer op zich te nemen.'

'Nanny? We zijn te oud voor een nanny,' zei Ian met opeengeklemde lippen.

'Misschien is het niet de juiste benaming in dit speciale geval. In mijn tijd stond zo iemand ook bekend als verzorgster. Hoe dan ook, ze heet miss Harper en jullie zijn haar hetzelfde respect en dezelfde gehoorzaamheid verschuldigd als mij of je ouders.

'Jullie mogen het huis en de tuin niet verlaten zonder haar. Jullie mogen samen nergens komen zonder haar. Ik zal soms niet thuis zijn voor het eten. Ze zal altijd samen met jullie eten en je vertellen wanneer je aan tafel kunt gaan. Jordan, ze zal je helpen met je kleding. Ze zal je helpen als je een bad neemt en je aankleedt. Als je een probleem hebt, moet je dat aan haar voorleggen. Ze heeft een ruime ervaring met jonge mensen van verschillende leeftijden en het is me duidelijk dat jullie iemand nodig hebben van haar kaliber en achtergrond om je problemen aan te pakken.'

Ze zweeg even en richtte langzaam haar blik op Ian, alsof ze een kanon op hem richtte. 'Vooral jouw problemen, Ian.'

'Hoe heeft u haar zo gauw gevonden?' vroeg Ian onmiddellijk, zonder zelfs maar met zijn ogen te knipperen.

'Als je zo oud bent als ik en mijn ervaring hebt, Ian, zul je, hoop ik, ook vindingrijk zijn en zul je weten hoe je de dingen efficiënt en correct kunt doen.'

Ondanks wat ze over hem had gesuggereerd, keek Ian alsof hij haar antwoord waardeerde, omdat ze hem erbij had betrokken.

'Hoe oud is ze?' vroeg ik.

Oma Emma's gezicht verstrakte toen ze haar ogen opsloeg naar het plafond. 'Ik ben niet gewend om een kruisverhoor te worden afgenomen door kinderen, Jordan. Je zult te horen krijgen wat je over miss Harper moet weten en je mag mensen geen persoonlijke vragen stellen. Dat is niet beleefd.'

'Weten hoe oud ze is, is niet erg persoonlijk,' mompelde Ian.

'Jullie kunnen allebei gaan,' zei oma Emma scherp. Ze had net zo goed met een houten hamer op tafel kunnen slaan om een eind te maken aan de discussie.

Ian en ik stonden op van tafel, schoven onze stoelen correct op hun plaats en liepen naar de deur van de eetkamer. Ze volgde ons de gang in en keek ons na toen we de trap opliepen. Toen we boven waren, ging Ian naar links. Ik bleef staan, bang en alleen. Ik moest een opwelling bedwingen om hem achterna te gaan naar mijn oude slaapkamer, me daarin op te sluiten en er niet meer uit te komen.

'Jordan,' hoorde ik oma Emma zeggen. 'Ga naar je nieuwe kamer en maak je gereed om naar bed te gaan. Ik kom straks even langs.'

Ze klonk vriendelijk en zorgzaam. Toen ik naar haar keek, knikte ze. Ik liep naar haar kant van het huis, maar bleef staan om door de

gang heen naar Ian te kijken. Hij sloeg me gade, en gedroeg zich toen maller dan ik hem ooit had zien doen: hij stak zijn duimen in zijn oren, draaide zich om naar de trap en wapperde met zijn vingers terwijl hij zijn tong uitstak. Natuurlijk kon ze hem beneden niet zien.

Ik glimlachte en hij zwaaide en ging zijn kamer binnen. Ik wachtte even en liep toen langzaam naar mijn nieuwe kamer. Het troostte me een beetje dat mijn spulletjes daar waren, maar de kamer bleef kil en eenzaam. Ik bedwong mijn tranen en ging naar de badkamer. Daarna trok ik mijn pyjama aan en stapte in wat vroeger papa's bed was geweest. Natuurlijk had ik er nog nooit in geslapen. Ik had zelfs nooit de kans gehad om ernaar te kijken. De grote kamer maakte dat ik me nog kleiner voelde.

Ik keek op de klok en zag dat ik nog minstens een uur had voor ik de televisie uit moest doen, dus begon ik te zappen tot ik een zender vond die een documentaire uitzond over - wat toevallig - vlinders. Ik vond het boeiend, maar het deed me denken aan Flora en wat ze met me had gedaan. Mijn gedachten tolden rond alle vragen die ontsproten waren aan die ervaring. Ik wilde er langer over nadenken, maar ik kon mijn ogen niet openhouden. Ik viel in slaap terwijl de televisie nog aanstond en werd half wakker toen ik zag dat oma Emma het toestel uitzette, mijn deken rechttrok en mijn bedlamp uitdraaide.

Ze bleef even in de deuropening staan. Afgetekend tegen het licht van de ganglamp, met haar hand op haar heupen en haar ellebogen naar buiten gestoken, zag ze eruit als een reusachtige mot.

Een paar seconden later deed ze de deur dicht en liet me achter in het donker met slechts het vage licht van de maansikkel dat door de franjeachtige wolken drong.

Ik dacht aan mama en vroeg me af of ze de doos pinda's in haar hand zou voelen, wakker worden en heimelijk glimlachen, in de wetenschap dat ik er geweest was.

En dat ik terug zou komen. Dat gaf me een gevoel van opluchting en ik sloot mijn ogen. Maar plotseling hoorde ik een hoop lawaai op de gang. Ik luisterde gespannen. Oma Emma zei tegen Nancy en Felix, haar chauffeur, dat ze het zachter aan moesten doen. Waarom?

Ik kwam voorzichtig mijn bed uit en tuurde door de op een kier staande deur. Ik zag dat Nancy iets droeg wat eruitzag als een armvol kleren. Wiens kleren waren dat? Waar bracht zij ze naartoe? Oma Emma keek haar na toen ze de trap afliep, gevolgd door Felix, die ook kleren droeg. Ik bleef kijken tot oma Emma zich omdraaide. Toen deed ik snel de deur dicht en kroop weer in bed.

Het leek een droom. Misschien sliep ik al, dacht ik. Misschien was ik niet eens opgestaan en had ik niet door de deur gekeken. Ik sloot mijn ogen. Ik was zo moe, doodmoe. Die gedachte opende de poort naar de slaap en stuurde mijn tranen voor mama terug naar de bron van droefheid waaruit ze naar boven waren gekomen.

Het zonlicht was zelfs nog niet begonnen het gordijn van de duisternis open te trekken, toen oma Emma terugkwam in mijn kamer, het licht aandeed en me vertelde dat het tijd was voor mijn medicatie. Ze keek toe terwijl ik de spray gebruikte en borg hem toen weer op. Daarna liep ze naar mijn kast, bekeek mijn kleren en koos een jurk uit die ze wilde dat ik zou dragen.

'Ik wil dat je er vanmorgen heel goed uitziet,' zei ze. 'Straks komt miss Harper. Ze ontbijt samen met ons.'

'Wanneer ga ik naar mama?' vroeg ik.

'Dat heb ik je gezegd, Jordan. Zodra ze gesetteld is in het nieuwe ziekenhuis, zullen we zien wanneer er een geschikt moment is om haar te bezoeken. Het is niet beleefd volwassenen herhaaldelijk dezelfde vraag te stellen.

'Ik zal je een wijs woord meegeven.' Ze kwam naar het bed toe. 'Het is al moeilijk genoeg om de aandacht van anderen vast te houden voor zinvolle dingen. Verspil die niet aan beuzelarijen of gejammer of herhaalde vragen. Toen ik zo oud was als jij mocht ik bijvoorbeeld niet praten aan tafel voor er tegen mij werd gesproken. Tegenwoordig staan ouders hun kinderen toe hun lastig te vallen met "waarom dit?" en "waarom dat?"

'Bovendien,' ging ze verder, 'zul je gauw genoeg merken dat het meer in je voordeel is om te luisteren. Het zal je helpen verstandigere beslissingen te nemen. Begrijp je?'

Ik schudde mijn hoofd. Ik begreep het niet goed. Waarom mocht ze niet praten aan tafel?

'Dat komt wel,' zei ze. 'Uiteindelijk. En sta nu op, was je en kleed je aan. Borstel je haar en zorg dat je er op je best uitziet. Eerste indrukken zijn vaak blijvend, en ik wil dat miss Harper een goede indruk van je krijgt.' Ze glimlachte naar me.

'Ik heb kramp,' flapte ik er uit. Het was vlak voordat ze kwam begonnen en het werd erger.

'Wat bedoel je?'

'Mijn buik. Ik heb buikpijn en ik zal misschien dat' - ik was de naam vergeten - 'dat ding nodig hebben dat eruitziet als een witte sigaar.'

Het was de eerste keer dat ik mijn grootmoeder zag blozen. Haar linkerhand leek omhoog te fladderen naar haar hals.

'Heeft je moeder je laten zien hoe je het moet gebruiken?'

Ik knikte.

'Dit is uitzonderlijk,' zei ze. 'Ga naar de badkamer en doe wat nodig is. Zeg het tegen niemand en praat er niet over in aanwezigheid van je broer.'

'Hij weet ervan,' zei ik zonder erbij na te denken.

'Hij weet het? Je bedoelt dat je het hem hebt verteld?'

'Ja.'

'Wist je moeder dat?'

'Dat weet ik niet.'

'Heeft hij... heeft hij toegekeken terwijl je het erin deed of heeft hij je op een of andere manier ermee geholpen?'

Ik schudde mijn hoofd. Hoe kon hij me nu daarbij helpen?

Ze keek opgelucht.

'We gaan vandaag naar dr. Dell'Acqua,' zei ze ferm. 'Maar vanaf nu zal miss Harper de enige zijn behalve ik met wie je dit soort dingen bespreekt. Praat nooit, nooit meer met Ian over jezelf, Jordan. Begrijp je me goed?'

Ik knikte, maar ze leek niet tevreden.

'Dit kan gewoon niet,' zei ze, alsof er nog iemand anders bij ons was in de kamer. 'Waar is dat boek dat hij je heeft gegeven?'

'Dat heb ik in het zomerhuis achtergelaten.'

'Goed. Voortaan zal miss Harper je vragen beantwoorden.'

'Is ze ook een dokter?' vroeg ik.

'Doet er niet toe wat ze wel of niet is,' snauwde ze. 'Stel alle vragen aan haar en nooit aan je broer of wie dan ook.'

'Ik kan het mama vertellen.'

'Ja, haar kun je het vertellen, maar zal ze je ooit horen? Dat is de grote vraag,' mompelde ze en liep naar de deur. 'Maak geen troep van je bed,' ging ze verder, zich weer omdraaiend. 'Ga doen wat je moet doen. Uitzonderlijk,' herhaalde ze, en ging weg alsof ze bang was nog langer te blijven.

Ik ging haastig naar de badkamer en vond wat ik nodig had in het onderste kastje. Mama had me een hele doos gegeven voor we naar het zomerhuis gingen en Nancy had ze daar opgeborgen. Daarna waste ik me, kleedde me aan en borstelde mijn haar. Het duurde langer dan ik dacht en oma stuurde Nancy naar boven om tegen me te zeggen dat ik onmiddellijk beneden moest komen.

'Is Ian beneden?' vroeg ik haar.

Ze gaf geen antwoord. Ik bekeek mezelf even in de spiegel en liep toen haastig achter haar aan.

Ian was er al en zat rustig te wachten. Tegenover hem aan tafel zat een lange, knappe vrouw met fraai gestyled roodblond haar. Haar lippen waren zo oranje, dat ze geen lippenstift nodig had. Op haar jukbeenderen waren vage sproeten te zien die tot aan de brug van haar kleine neus liepen. De manier waarop ze haar lippen wegtrok als ze glimlachte, was aantrekkelijk, maar haar turkooiskleurige ogen leken onafhankelijk van de rest van haar gezicht, want ze waren koud en doordringend, vol vragen, toen ze haar blik recht op mij richtte.

Ook al was het zomer, toch droeg ze een hooggesloten grijze blouse en een donkergrijze, tot op haar enkels vallende rok. Ze droeg geen oorbellen, geen ringen en geen ketting, alleen een horloge met een vierkante wijzerplaat, dat meer op een mannenhorloge leek, dacht ik.

Een interessant aspect van oma Emma dat ik had opgemerkt, was dat als mensen veel langer waren dan zij, ze haar hoofd niet achter-overhield als ze met hen sprak. Ze keek recht voor zich uit en meestal moest de ander het hoofd buigen of zelfs iets door de knieën zakken.

'Jordan, dit is miss Harper,' zei ze. 'Ze is hier om me te helpen met jou en Ian,' ging ze verder, alsof wij de invaliden waren en niet papa en mama.

'Hallo,' zei ik zo zacht, dat ik niet zeker wist of ik het wel echt had gezegd, of het alleen maar had gedacht.

Haar glimlach werd breder, maar haar ogen bleven hetzelfde. 'Hallo, Jordan. Ik ben blij je te leren kennen. Ik heb zoveel over je gehoord, dat ik het gevoel heb dat we elkaar al een tijdje kennen.'

Ik keek naar oma Emma. Wat zou ze haar al hebben verteld? Ian zat met gebogen hoofd en neergeslagen ogen. Aan de manier waarop hij zijn lippen had ingetrokken, kon ik zien dat iets hem heel erg dwarszat. Had oma Emma miss Harper iets slechts over hem verteld voor ik beneden was of zelfs nog voordat ze hem ontmoet had?

'Ga zitten alsjeblieft, Jordan,' zei oma Emma. Ze sloeg me aandachtig gade tot ik mijn servet keurig op mijn schoot had gelegd en mijn stoel dichter naar de tafel had getrokken. Miss Harper keek ook naar me en knikte glimlachend naar oma Emma.

Nancy begon ons ontbijt te serveren, een bijzonder ontbijt, want ze zette de sortering zoete broodjes op tafel die oma Emma gewoonlijk voor de zondag reserveerde. Miss Harper vroeg oma Emma naar de kroonluchter in de eetkamer en terwijl ze die beschreef en de geschiedenis ervan vertelde, keek ik naar Ian. Hij sloeg zijn ogen op, boog zich naar me toe en fluisterde: 'Ze heeft haar de kamer van vader en moeder gegeven. Ze heeft al hun spullen vannacht weg laten halen.'

En ik besefte dat wat ik in de gang had gezien, geen droom was.