2
Ons grote geheim
Het was voorjaar. We hadden nog tien dagen voordat de school weer begon. Oma Emma wilde dat Ian en ik naar een zomerkamp gingen, maar Ian vond dat verschrikkelijk omdat ze hem allerlei saaie dingen lieten doen, en mijn moeder weigerde me op zo jonge leeftijd weg te sturen. Nu, na gezien te hebben wat er met me gebeurde, zou ze nog hardnekkiger weigeren me naar een kamp te laten gaan waar ik ook de nachten zou blijven.
'Dat is ronduit belachelijk,' zei oma Emma toen mama ertegen protesteerde en mijn leeftijd als excuus aanvoerde. 'Ik stuurde je man erheen toen hij net vijf was en elke zomer daarna.'
'Misschien zijn al zijn tekortkomingen dan niet alleen te wijten aan het feit dat zijn vader hem verwende,' antwoordde mama, en oma Emma zette als een stekelvarken haar haren overeind. Het was of mama haar een klap in haar gezicht had gegeven. Waar je haar ook aanraakte, het gevolg zou zijn dat je bloedde.
'Het is juist omdat ik Christopher bij zijn vader vandaan stuurde, dat hij nog dat beetje ruggengraat heeft gekregen,' reageerde oma Emma op mama's scherpe antwoord. 'In de kampen moest hij tenminste enige verantwoordelijkheid dragen voor zijn handelingen en hemzelf. Als hij huilend hierheen belde, hing ik op. Ten slotte begon hij volwassen te worden. Tot op zekere hoogte,' voegde ze eraan toe. Ze gaf papa nooit een complimentje of zei iets aardigs over hem zonder voorbehoud.
Ze keek naar me terwijl ik stil in de zitkamer bleef zitten op de middeleeuwse stoel waarvan ik om de een of andere reden gebruik mocht maken. Ik zat rustig wat papieren poppen uit te knippen, maar luisterde aandachtig naar hun gesprek. Zolang je maar niet naar volwassenen keek als ze praatten, dachten ze dat je niet luisterde.
'Misschien laat ik het zwembad deze zomer niet gebruiksklaar maken,' dreigde oma Emma, als een extra reden om ons naar het kamp te sturen. 'Het is een kostbare luxe om maar twee kinderen te amuseren die zich een ongeluk vervelen.'
'Doe wat je wilt, ik laat Jordan niet naar een zomerkamp gaan,' hield mama voet bij stuk.
'Belachelijk,' zei oma Emma, en liep weg.
Mama keek naar mij. Haar gezicht zag rood van woede en angst. Ze wist dat ik begreep waarom ze zo vastbesloten was me niet weg te sturen.
Ondanks de manier waarop mijn moeder had gereageerd op de veranderingen in mijn lichaam, was ik toch blij dat zij en ik een geheim deelden, een geheim dat niemand anders in de familie kende. Het gaf me een heel bijzonder, zelfs een beetje meer volwassen gevoel. Al het andere over mama, papa, Ian en mij was praktisch voor iedereen duidelijk, vooral zoals mama had gezegd, voor oma Emma. Er was weinig dat ze niet over ons wist, als ze het wilde weten. Ze wist beslist alles over onze financiën en wat we kochten. Mijn moeder kon niet veel doen in huis of zelfs in het dorp zonder dat zij erachter kwam. Ze wist wat we aten en óf we aten. Ze kende al onze kleren en schoenen. Ze kende meestal ook onze dagelijkse programma's, en wist zelfs wanneer we een afspraak met de tandarts hadden. Het scheen dat ze alle rekeningen op een gegeven moment in handen kreeg. En ze wist het ook als mijn ouders ruzie hadden. Hoe konden ze kwaad op elkaar zijn zonder het haar te laten merken?
De laatste tijd hadden ze ook steeds vaker ruzie. Papa scheen altijd een reden te hebben ergens naartoe te gaan. Hij beweerde dat er een eindeloos aantal conferenties over voeding en bijeenkomsten was. Zelden of nooit vroeg hij mama om mee te gaan. Oma Emma dacht dat mama weigerde en verweet haar dat ze te weinig belangstelling toonde voor zijn zaak. 'Je hoort er op zijn minst heen te gaan om de caissières en inpakkers in de gaten te houden,' zei mijn grootmoeder tegen haar. 'Je werkte vroeger toch ook in een supermarkt na highschool?'
'Ik werkte daar alleen maar parttime om geld te verdienen voor mijn studie aan de universiteit, Emma. Dat kwalificeert me nauwelijks voor manager van een supermarkt.'
'Maar je weet waar je op moet letten. Ik weet zeker dat we dagelijks beroofd worden,' zei oma Emma. 'Die diefstallen moet je zien te voorkomen. Je kent alle trucs.'
'Hoe bedoel je, ik ken alle trucs? Ik heb nooit iets gestolen,' zei mijn moeder. Haar lichtgrijze ogen fonkelden. 'Ik heb hard gewerkt voor alles wat ik had. Dat deden we allemaal in onze familie, vooral mijn vader, die net als zijn collega's werd uitgebuit.'
Oma Emma keek haar aan, trok haar wenkbrauwen op alsof mijn moeder fantaseerde, en liep weg. Hoe goed of snel mama's antwoorden ook waren, ze had nooit het gevoel dat ze mijn oma verslagen had.
'Ze heeft zo'n dikke huid. Ze bloedt nooit,' mompelde mama.
Zou dat waar zijn? vroeg ik me af. Ik had oma Emma nooit zien bloeden of kreunen. Ik had haar feitelijk nooit ziek gezien. Als ze zich niet goed voelde, kwam ze haar slaapkamer niet uit. Alles werd haar gebracht tot ze beter was.
Dankzij haar gedrag en houding ten opzichte van ziekte voelde ik me vaak schuldig als ik kou had gevat of een zere keel had, en toen ik mazelen kreeg, was ik ervan overtuigd dat ik de hele familie in diskrediet bracht.
Waarschijnlijk was dat de reden dat ik zo'n paniekaanval had toen ik buikpijn kreeg en iets warms tussen mijn benen voelde dat bloed bleek te zijn. Het gebeurde net een week nadat mama het in de badkamer ontdekt had. Ik betastte mezelf en hield toen mijn hand in het licht van het lampje naast mijn bed dat ik had aangedaan toen ik ging slapen. Mijn adem stokte toen ik bloed op mijn vingers zag.
Nu wist ik zeker dat er iets verschrikkelijks met me gebeurde, iets wat mijn moeder gevreesd had.
Ik riep haar en besefte onmiddellijk dat het stom was. Mijn kamer lag zo ver van de kamer van haar en papa, dat ze me geen van beiden konden horen. Sinds we verhuisd waren naar het huis van oma Emma was ik op mezelf aangewezen als ik een nachtmerrie had. Tegen de tijd dat ik opstond, als ik de moed daartoe opbracht, en mijn kamer uitliep, de gang door, naar de slaapkamer van mijn ouders, was het ergste van de nachtmerrie al voorbij.
Papa was trouwens toch altijd te diep in slaap. Ik herinnerde me dat ik naar hun bed ging toen ik pas vier was en hem schudde om hem wakker te maken om me door hem te laten troosten. Hij kreunde slechts en draaide zich om zonder zijn ogen te openen, en toen ik huilde, zwaaide hij met zijn hand langs zijn oren als iemand die vliegen verjaagt.
'Carol, vraag eens wat ze wil,' kermde hij dan en wendde zich van me af, keerde zijn rug naar me toe. Soms hoorde mama hem, soms was ze zelf te vast in slaap en moest ik haar wakker maken. Ik vond het erger om haar wakker te maken dan mijn vader. Zelfs toen ik nog zo jong was, scheen ik instinctief te beseffen dat ze elke minuut die ze sliep koesterde omdat ze zo'n moeite had om in slaap te vallen. Ze piekerde altijd te veel over alles.
Slaperig, maar troostend, bracht ze me dan terug naar bed en bleef een tijdje bij me. 's Ochtends zag ze er altijd slecht uit, slechter dan ik of dan ik me voelde, en ik schaamde me voor mijn angst en mijn nachtmerries. Ian zei dat het belachelijk was om bang te zijn voor een droom.
'Knipper gewoon met je ogen en zet het uit je hoofd,' zei hij. 'Bovendien kunnen nare dromen interessant zijn. Maak mij maar wakker als je wilt. Ik vind het niet erg om ze te horen, zelfs al vind jij ze zo verschrikkelijk.'
Maar dit was iets anders. Ik kon niet naar hem toe. Ik wist instinctief dat het te maken had met het geheim tussen mama en mij. Of ik haar wakker moest maken of niet, ze moest het weten. Ik wilde uit bed stappen en was toen bang dat ik bloed zou druppen op het kleed en op de vloer van de gang. Nancy zou het aan oma Emma vertellen. Mama zei altijd dat de dienstmeid een informante en een spionne was. 'Een strooplikster die haar eigen moeder zou verkopen voor een complimentje van je grootmoeder.'
Ian was het met mama eens. Hij dacht dat Nancy's oren zo dicht tegen haar hoofd stonden omdat zij ze zo vaak tegen de muren hield.
Een tijdje bleef ik rechtop zitten in bed en vroeg me af wat ik moest doen. Ik kon geen besluit nemen. Ten slotte stond ik op, drukte de handdoek tussen mijn benen en holde naar de badkamer. Ik deed de deur dicht en het licht aan. Toen ik de handdoek liet vallen, viel ik bijna flauw. Mijn pyjamabroek was doorweekt van het bloed.
Ik ga dood, dacht ik. Ik voelde me duizelig en misselijk, en ik had nog steeds hevige buikkrampen. Snel trok ik mijn pyjamabroek uit en pakte een handdoek. Een paar ogenblikken bleef ik zo staan, met de handdoek tussen mijn benen. Mijn hart bonsde, maar ik wist niet wat ik moest doen. Als ik zo de gang inliep, zou iemand me kunnen zien, en zelfs al kwam ik ongemerkt in de kamer van mijn ouders, dan zou papa door de opschudding wakker kunnen worden. Mama had me op het hart gedrukt dat ik het zelfs hem niet mocht vertellen. En als oma Emma eens wakker zou worden? Wat moest ik doen?
Ik besloot op de vloer van de badkamer te gaan liggen. Als ik bloed op de grond drupte, zouden de tegels in ieder geval gemakkelijk schoon te maken zijn, dacht ik, en hoopte en bad dat er geen bloed op het kleed terecht was gekomen toen ik hierheen ging. Het was koud op de grond en hard, maar ik was zo misselijk en moe, dat mijn ogen dichtvielen.
Ik werd niet wakker van het ochtendlicht dat door het raam van de badkamer naar binnen viel, maar omdat iemand me heen en weer schudde. Ik deed mijn ogen open en zag dat mijn moeder naast me gehurkt zat. Ze had haar ochtendjas en pantoffels aan. Haar mond was vertrokken alsof zij pijn had en niet ik.
'Jordan,' zei ze. 'O, Jordan. Wanneer is dit gebeurd?'
'Vannacht.' Ik ging rechtop zitten en wreef de slaap uit mijn ogen. Ik keek naar de handdoek, zelf geschrokken dat de bloedvlek zo groot en donker was.
'Ik heb je bed gezien,' zei ze. 'We hebben een hoop te doen. Niemand anders mag dit weten. Ik kan gewoon niet geloven dat dit aan de hand is. Ik zal je bad klaarmaken,' ging ze verder, en draaide badkraan open. 'Blijf daar maar zitten.'
Ik hoorde dat ze de deken van mijn bed haalde en toen het laken. Ze gaf zo'n luide kreet, dat ik opstond en door de open deur naar haar keek.
'Wat is er, mama?' vroeg ik.
'Het is doorgelekt op de matras. Ik zal hem moeten omdraaien, zodat Nancy het niet ziet.'
Ze worstelde met de matras, maar ze wilde niet dat ik haar hielp. Ik stond zo gespannen naar haar te kijken terwijl ze aan het werk was - de matras omdraaide, een schoon laken erop legde, het oude pakte en het kleed inspecteerde - dat ik niet op het water in het bad lette. Het begon over te lopen.
'Mama, het bad!'
'O, verdomme!' riep ze uit, en holde naar binnen. Ze draaide de kraan uit, maar het water bleef over de rand stromen. 'We moeten dit opdweilen. Als het door het plafond lekt, vermoordt je oma ons.'
Ze begon het water op te deppen met handdoeken en ik hurkte naast haar om haar te helpen, bevend en ontsteld over alle moeilijkheden die ik had veroorzaakt.
'Het spijt me, mama,' zei ik terwijl de tranen over mijn wangen rolden. Iedereen zou me haten, vooral papa omdat oma Emma op de een of andere manier ook hem de schuld zou geven.
'Het is goed. Niet huilen. Het komt allemaal in orde,' zei ze. Ze herhaalde het bijna fluisterend, als een gebed. 'Het komt allemaal in orde. Blijf kalm.'
Er waren bijna zes handdoeken voor nodig, maar we kregen de vloer droog.
'Stap in het bad,' zei ze.
Ik liet me in het water glijden. Mijn maag rommelde zo luid, dat ik dacht dat het bad erdoor zou overlopen. Mama keek zo vol medelijden naar me, dat ik ervan overtuigd was dat ik doodging. Zou ik begraven worden in het deel van het kerkhof dat voor de Marches bestemd was of ver weg van iedereen, zelfs van mama's ouders, omdat ik voor zo'n probleem had gezorgd?
'Ontspan je maar, lieverd,' zei ze. 'Ik kom zo terug.'
Ik durfde me niet te bewegen. Eén keer, toen ik mijn pols had gesneden aan een stuk speelgoed, had Ian me verteld dat ik bijna een slagader had doorgesneden. 'Als je een slagader doorsnijdt,' zei hij, 'kan het bloed er zo snel uitspuiten dat je leegloopt als een ballon waarin een gat is geprikt. Je lichaam bestaat voor bijna vijfenzeventig procent uitvocht, waaronder je bloed.'
Dankzij hem had ik kort daarna een van mijn ergste nachtmerries.
Mama kwam terug met twee grote vuilniszakken. Door de open deur van de badkamer kon ik zien dat ze de deken en het bebloede laken erin propte, samen met mijn pyjamabroek en de handdoek die ik had gebruikt. Ze bond de zakken dicht en ging weer weg. Toen ze terugkwam, had ze iets anders bij zich. Het zag eruit als een witte sigaar. Een tijdlang bleef ze naar me staan staren terwijl ik in het bad zat. Toen sloeg ze haar ogen op naar het plafond en beet op haar lip.
'Ik kan het gewoon niet geloven,' zei ze. 'Ik kan het niet.'
Ik begon weer te huilen.
'Nee, nee,' zei ze en knielde naast het bad. Ze streek mijn haar naar achteren. 'Het is goed. Het is niet jouw schuld, Jordan. Het komt heus in orde.' Ze klapte het deksel van de wc dicht en ging erop zitten.
'Ik zal je laten zien hoe je dit moet gebruiken.' Ze hield de witte sigaar op. 'Je zult het vies en onaangenaam vinden, maar het is heel belangrijk, want het zal voorkomen dat er weer gebeurt wat er vannacht gebeurd is. We zullen moeten noteren op welke dag dit is begonnen en ook de dagen daarna. We zullen het aantekenen op de kalender bij je bureau met een geheime code die alleen jij en ik kennen, oké?'
Ik knikte.
'Moet ik naar het ziekenhuis?' vroeg ik.
'Nee, nee. Wat jou is overkomen, gebeurt met alle meisjes, maar meestal veel later. Het begint bij jou alleen vroeg, heel vroeg.'
'Waarom gebeurt dat?'
'Herinner je je nog dat ik het woord "menstruatie" gebruikte?'
'Ja.' Ik herinnerde me ook hoe kwaad ze werd en dat de tranen in haar ogen stonden.
'Nou, zo wordt dat bloeden genoemd als een vrouw het heeft. Vrouw,' herhaalde ze en keek naar het plafond, terwijl ze diep zuchtte. 'Ze wordt pas zeven,' ging ze verder, nog steeds omhoogkijkend alsof ze een gesprek met God had. Ze haalde diep adem en staarde me aan. Ik wachtte. Wat zou ze me nog meer vertellen? Ik hield verwachtingsvol mijn adem in.
Toen schudde ze haar hoofd. 'Je weet niet eens hoe baby's gemaakt worden en ik wil zo'n gesprek met je voeren.' Ze zuchtte diep en schudde haar hoofd. 'Kom er nu maar uit, Jordan, en droog je af. Ik zal je laten zien hoe je dit moet gebruiken. Ik zal je elke maand helpen.'
'Elke maand?'
'Ja. Daarom moeten we het aantekenen op de kalender, lieverd. We maken een heel klein stipje met een rode pen, zodat we allebei weten wat het betekent, oké?'
'Maar... ga ik niet dood als er elke maand bloed uit me komt?'
'Nee. Het hoort uit je te komen, alleen, zoals ik al zei, niet zo vroeg in je leven. En we weten het niet. Misschien gebeurt er een tijdlang niets meer. Dit,' zei ze, terwijl ze de witte sigaar omhooghield, 'zal verhinderen dat het bloed uit je stroomt en ik zal je vertellen waar je op moet letten als het weer gebeurt.'
'Hoe bedoel je?'
'Je zult het weten wanneer het weer gebeurt. Maar, zoals ik zei, misschien doet het dat niet. Dit is zo ongewoon. Laten we het hopen,' zei ze, en hielp me uit het bad.
Toen liet ze me zien hoe ik de tampon, zoals ze het noemde, moest inbrengen. Ze vertelde me dat ik het moest weten omdat ik de tampon om de vier tot acht uur moest vernieuwen. Ze bleef de hele tijd huilen, vooral toen ze zei dat ik het zelf moest doen. Ze knuffelde me en ik huilde, zonder precies te weten waarom. Als ik het op de juiste manier deed, zei ze, zou ik niet eens weten dat het er was. Maar de aanwezigheid van iets oneigens in mijn lichaam gaf me een vreemd gevoel. Hoe kon je dat vergeten?
Later pakte ze de natte handdoeken op, ging met de vuilniszakken mijn kamer uit en sloop op haar tenen de gang door naar de trap om ze in de grote afvalbak te gooien. Ze haalde ook een nieuwe deken voor me uit de gangkast.
Ik kleedde me aan en borstelde mijn haar. Mijn buik deed wat minder pijn, maar ik voelde me nog moe en een beetje duizelig. Ze kwam terug en ging weer op het deksel van de wc zitten en pakte mijn hand vast.
'Ook dit mag niemand weten. Het is een deel van ons grote geheim. Het is zo ongewoon wat er met jou gebeurt, dat ik onmiddellijk dr. Dell'Acqua zal bellen. Misschien moeten we naar haar toe, maar voorlopig wil ik niet dat iemand het weet. Je hebt nog een paar dagen voor je naar school gaat. Denk eraan dat je het aan niemand van je vriendinnen vertelt. Beloof je dat?'
'Ik beloof het, mama,' zei ik, al was het niet nodig geweest om me dat te laten beloven. Omdat ze er zo de nadruk op had gelegd dat ik het geheim moest houden, was ik zelf ook bang dat iemand het te weten zou komen. Maar onwillekeurig vroeg ik me af of mijn schoolvriendinnen al hetzelfde was overkomen en of ze hun moeders ook beloofd hadden het geheim te houden. We hielden allemaal ons hart op slot.
'Neem er een paar mee naar school in je tas, maar laat ze aan niemand zien, en vraag of je naar de wc mag om een schone in te brengen, oké?'
Ik knikte en ze haalde een paar keer diep adem alsof ze het benauwd had. Even maakte het me bang, maar toen hield ze ermee op en lachte naar me. Ze gaf me een zoen.
'Laten we naar beneden gaan, ontbijten en net doen of er niets gebeurd is,' zei ze.
Net doen of er niets gebeurd was? Kon ik dat? Als ik eens midden onder het ontbijt buikpijn kreeg en ik kreunde te hard of de tampon viel eruit? Allerlei afschuwelijke dingen kwamen bij me op.
'Het gaat heus goed,' zei mama weer.
We hoorden papa in de gang lopen. Soms droeg hij een paar heel dure cowboylaarzen en die klikten veel harder dan gewone schoenen.
'Je vader is op en aangekleed. Ik moet me ook gaan aankleden,' zei mama en ze liep weg. Ze nam de opgevouwen natte handdoeken mee.
Na wat er met me gebeurd was en wat we hadden gedaan, was ik bang om zonder haar naar beneden te gaan om te ontbijten. Ik was doodsbang dat oma Emma na één blik met haar vinger zou wijzen en zeggen: 'Je hebt een menstruatie gehad! Verdwijn uit mijn huis!'
Natuurlijk deed ze dat niet. Ze bekeek me nauwelijks aan tafel. Ze had het veel te druk met papa en met de informatie die ze had over zijn supermarkt. Een van de werknemers had een pot mayonaise gebroken en er blijkbaar niet snel genoeg iets aan gedaan. Een klant, een oude dame, was erover uitgegleden en had haar heup gebroken. Oma Emma's advocaat, mr. Ganz, had gebeld om haar mee te delen dat de vrouw een proces begon tegen March's Market.
'Je hebt geen idee hoe pijnlijk het voor me was om Chester Ganz te vertellen dat ik er niets van wist. Ik kon aan zijn zwijgen horen hoe verbluft hij was. Hij weet hoe ik mijn zaken leid.'
Hoewel grootvader March de supermarkt aan papa had gegeven, maakte hij toch nog deel uit van een corporatie die onder zeggenschap stond van oma Emma. Ik begreep niet wat dat allemaal betekende, behalve dat oma Emma papa nog steeds de wet kon voorschrijven.
'Waarom heb je me niets hierover verteld, Christopher?' vroeg ze. Ze boog zich over de tafel naar hem toe, de papieren in haar hand geklemd.
Papa bleef zo aandachtig boter smeren op zijn geroosterde bagel, dat het leek of hij geen antwoord zou geven. Ian keek meer geïnteresseerd dan papa en probeerde te lezen wat er op de papieren stond die oma in haar hand hield. Meteen snelle polsbeweging hield ze de tekst buiten zijn gezichtsveld.
'Nou?' vroeg ze.
Papa zweeg even en keek of hij probeerde zich de reden te herinneren. Oma Emma zat er, in afwachting van papa's antwoord, zo stram bij dat het leek of ze in een standbeeld was veranderd.
Hij haalde zijn schouders op. 'Eerlijk gezegd, moeder, ben ik het helemaal vergeten.'
'Je bent het vergeten?' Ze keek naar ons om te zien of wij net zo verbijsterd waren als zij. Mama had haar ogen neergeslagen. Ian was een en al nieuwsgierigheid, en ik durfde niet te lang naar oma te kijken. Soms gaf ze me het gevoel dat ze gezichten kon lezen zoals andere mensen boeken lazen.
Ze smeet de papieren op tafel. 'Je bent vergeten dat we gedagvaard worden wegens nalatigheid? Schaam je je niet om daar rustig te blijven zitten en zoiets te zeggen?'
Papa nam een hap van zijn bagel en haalde weer zijn schouders op. 'Ik ben het vergeten,' zei hij net zo achteloos als de eerste keer.
Oma Emma draaide zich om naar mijn moeder en keek haar woedend aan alsof papa's vergeetachtigheid ook haar schuld was. Mama legde haar vork neer en keek strak terug, zich voorbereidend op de strijd. Mijn hart bonsde zo hevig, dat het leek of het door mijn ribben heen zou knallen. Er stond iets verschrikkelijks te gebeuren.
Papa zag de blikken die ze wisselden. 'Wat doet het er trouwens toe?' vroeg hij. 'De verzekeringsmaatschappij maakt het wel in orde.'
'Het verschil, Christopher, is dat we in deze familie belangrijke dingen niet voor elkaar verzwijgen.
'Vooral,' ging ze verder, terwijl ze haar blik op mij vestigde, 'voor mij!'
Ik keek snel naar mama, die even snel haar ogen afwendde.
Oma Emma zag het. Ik weet dat ze het zag. Haar ogen zogen achterdocht op als sponzen, toen ze van mama naar mij en weer naar mama keek.
En ik was nog nooit zo bang geweest voor wat er in dit huis zou gebeuren als op dat moment.