21
Miss Harpers marionet
Oma Emma kwam pas vlak voordat het eten werd opgediend terug uit het ziekenhuis. Het bleek dat het werk dat miss Harper me had opgegeven het grootste deel van de middag in beslag nam en toen ik klaar was en ze het nakeek, was het te laat om te gaan zwemmen. Ze controleerde de schriften met een rood potlood en streepte al mijn fouten aan. Ik had echt het gevoel dat ik weer op school zat.
'Morgen beginnen we met je fouten,' zei ze, 'en zullen we ervoor zorgen dat je alles begrijpt en alles goed hebt. Om de twee dagen geef ik je een proefwerk over de lessen die je geleerd hebt en besluiten we of we verdergaan of moeten herhalen. Met de nodige concentratie en inspanning, Jordan, zul je vóór het eind van de zomer het niveau van groep vier hebben bereikt. Je zult het zien en je zult heel tevreden zijn over jezelf.'
De mooie blauwe lucht was nu bedekt met donkere wolken. Er was onweer op komst. Ik had een prachtige dag gemist. Ik vroeg me af of Ian die ook gemist had. Ik had niets van hem gehoord of gezien. Hij was er ook niet met de lunch. Ik kon zien dat miss Harper niet wist waar hij was. Later hoorde ik het haar aan Nancy vragen, die haar vertelde dat Ian hier als een geest rondzwierf. Ze wist nooit wanneer ze hem kon verwachten en waar hij was.
'Daar zal meteen een eind aan komen,' zwoer miss Harper.
Ik geloof niet dat het Nancy iets kon schelen, maar toen ik haar met miss Harper zag praten, merkte ik dat ze net zo bang was voor haar als voor oma Emma.
We hoorden oma Emma de trap opkomen en door de gang lopen.
Bij de deur van mijn kamer bleef ze staan en keek bij ons binnen.
'Hoe gaat het, Millicent?' vroeg ze.
Miss Harper keek even naar mij en liep toen de gang op. Ze deed de deur achter zich dicht, zodat ik niet kon horen wat er gezegd werd. Ik spande me in om iets te horen. Hun stemmen waren gedempt, maar oma Emma's stem klonk teleurgesteld en kwaad.
'Het spijt me,' zei ze. 'Ik zal zo gauw mogelijk iets aan hem doen.'
De deur ging weer open en miss Harper zei dat ik mijn bad vol moest laten lopen. 'Ik zal uitzoeken wat je voor het eten aan moet trekken. Vooruit. Begin vast.'
'Ik wil eerst oma Emma spreken,' zei ik.
Ik denk dat miss Harper dacht dat ik me over haar wilde beklagen, zou vertellen dat ze zeep in mijn mond had gesmeerd, me een klap in mijn gezicht had gegeven en me de hele dag huiswerk had laten maken. Ze glimlachte, draaide zich zonder enige aarzeling om en riep oma Emma.
'Emma, je kleindochter wil je even spreken.'
Oma Emma kwam terug. Ze had haar dunne ochtendjas uitgetrokken en was begonnen de spelden uit haar haar te halen. 'Wat is er, Jordan? Ik heb nog veel te doen voor we gaan eten.'
'Hoe gaat het met papa?' vroeg ik. 'Komt hij thuis? Zit hij al in een rolstoel? Weet hij dat hij niet meer zal kunnen lopen?'
'Het is niet beleefd zoveel te vragen voordat je antwoord hebt gehad op één vraag, Jordan,' zei miss Harper, maar op veel zachtere toon dan ze meestal tegen me gebruikte.
'Je vader kent de volle omvang van zijn verwondingen en verkeert daardoor in een diepe depressie,' begon oma Emma. 'Dat gaat mettertijd wel over en dan zal ik je meenemen om hem te bezoeken. Maar ik denk dat het tot het eind van de zomer zal duren voor hij naar huis kan komen en aan zijn rolstoel gewend is.
'Voordat je iets vraagt,' ging ze verder, 'er is geen verandering in de toestand van je moeder. Ze kan weken, maanden, zelfs jaren zo blijven. Het is niet ongewoon dat mensen met haar soort verwondingen langdurig in coma zijn.
'Je zult daarom begrijpen waarom het zo belangrijk is dat jij en je broer zich goed gedragen en naar miss Harper luisteren. We moeten er het beste van maken en wangedrag kan niet worden getolereerd. Daar hebben we geen tijd voor. Je kunt je broer helpen door hem goede raad te geven en hem te zeggen dat hij zich fatsoenlijk moet gedragen, al vrees ik dat hij naar niemand zal luisteren.
'Ik zal hem straks onderhanden nemen. Nog iets voor ik in bad ga?'
Dit was mijn kans, dacht ik. Ik keek even naar miss Harper. Ze stond er afwachtend bij, met haar glimlachende masker op. Iets in haar ogen en in de vermoeide blik van mijn grootmoeder zei me dat het tijdverspilling zou zijn om te klagen en dat ik daardoor in nog grotere problemen zou komen.
'Nee,' zei ik.
'Doe dan wat je gezegd wordt,' zei oma Emma en ging weg.
'Je bad,' bracht miss Harper me in herinnering.
Ik ging naar de badkamer en liet het bad vollopen. In ieder geval had Nancy mijn badschuim naar mijn kamer gebracht. Alleen de geur al toen ik het schuim in het water goot deed me aan mama denken en gaf me het gevoel dat ze dicht bij me was en over me waakte.
Toen ik in het bad stapte en wegzonk in het geurige schuim, kwam miss Harper de badkamer binnen, maar ik merkte dat ze haar uiterste best deed om me niet recht aan te kijken.
'Ik wil dat je ook je haar wast,' zei ze. Ze legde mijn kleren klaar. 'Ik kom straks terug om te zien of je het gedaan hebt.'
Ze liep weer weg en louter uit nieuwsgierigheid drukte ik op de knop van de jacuzzi. De lucht deed het water ronddraaien en klopte het schuim zo snel op, dat het bijna mijn gezicht bedekte. Ik moest lachen. Eindelijk iets leuks. Maar miss Harper stond alweer in de deuropening omdat ze het lawaai had gehoord. Toen ze zag wat ik had gedaan, begon ze tegen me te schreeuwen.
'Zet uit! We nemen een bad om schoon te worden en niet om in te spelen. Je bent te oud voor dat soort dingen. Zet uit!'
Ik gehoorzaamde snel. Het schuim reikte tot aan de rand van het bad.
'Kijk eens wat je hebt gedaan. De hele vloer had kletsnat kunnen worden.'
'Waarom zit het dan in het bad als ik het niet mag gebruiken?'
'Het is... stom,' zei ze, in de war gebracht door mijn vraag. 'Doe het gewoon niet. Het is tijd dat je eruit komt, je afdroogt en je aankleedt.'
'Ik heb mijn haar nog niet gewassen.'
'Treuzel dan niet zo. Was het.'
Toen ik uit het schuim omhoogrees, ging haar blik naar mijn borsten. Even keek ze geïntrigeerd, nieuwsgierig, maar toen ze zich realiseerde dat ze naar mijn borst staarde, maakte ze stijf, als een soldaat in een parade, rechtsomkeert en was verdwenen.
Nadat ik me had afgedroogd en aangekleed, kwam ze terug om me te inspecteren en gaf me eindelijk een complimentje. 'Heel goed. Je weet hoe je je moet aankleden en je haar moet borstelen. Nu gaan we eten. Ik heb begrepen van je grootmoeder dat ze al begonnen is met je tafelmanieren te leren. Ik zal haar bij elke maaltijd daarin assisteren.'
Ik volgde haar de trap af naar de eetkamer. Oma Emma zat al aan tafel. Ze leek me erg moe en van streek. Er was iets nieuws gebeurd. Ik was ervan overtuigd dat het iets met Ian te maken had. Hij was niet aan tafel.
'Waar is Ian?' vroeg ik.
'Je broer zal de komende drie dagen niet samen met ons eten.'
'Waarom niet?"
'Hij heeft kamerarrest,' zei ze. 'Hij is vandaag de tuin uitgegaan, wat een overtreding is van mijn gebod. Hij liep op een weg waar ook veel verkeer is. Het enige wat nog ontbreekt is weer een gewonde in de familie; dan word ik echt gek. Hij mag niets doen van de dingen die hij zo graag buiten doet tot hij leert hoe hij zich moet gedragen en hij naar miss Harper luistert.
'En als hij nu weer ongehoorzaam is, zal ik hem misschien naar een militair schoolkamp moeten sturen. Dat heb ik hem verteld. Ik heb hem gewaarschuwd. En ik zal het zeker doen!'
Ik twijfelde er geen moment aan.
Miss Harper keek met een zelfvoldaan gezicht naar mij.
Nancy bekommerde zich niet om ons. Oma Emma stond helemaal aan miss Harpers kant. Ian was opgesloten in zijn kamer en ik was alleen.
Mama, huilde ik inwendig. Alsjeblieft, o, alsjeblieft, word wakker.
Ik ging op mijn stoel zitten en het onderricht van mijn tafelmanieren begon in alle ernst.
Ik begon het gevoel te krijgen dat ik het slachtoffer was van een boosaardige tovenaar die het ongeluk van mijn ouders had veroorzaakt en me veranderd had in de marionet van miss Harper. Ze hield de touwtjes stevig vast met haar lange, magere vingers en trok vooral aan het touw dat aan mijn hart bevestigd was.
Ik had niet veel honger, maar ik moest eten zoveel ik kon zolang miss Harper toezicht op me hield en gezag over me uitoefende. Ze zei wél dat het niet netjes was voor een jongedame om veel te eten en de indruk te wekken dat ze wekenlang geen behoorlijke maaltijd had gehad. Ze liet me ook langzamer eten. Ik kon zien dat oma Emma miss Harpers commentaren en instructies niet alleen goedkeurde, maar echt waardeerde.
'De moeder van miss Harper en ik gingen naar dezelfde school ter voltooiing van onze opvoeding,' vertelde ze me.
'Gelukkig voor mij,' zei miss Harper. 'Toen mijn vader gestorven was, werd mijn moeder mijn docente. Geld was er bijna niet. In die eventualiteit had hij nooit voorzien.'
Al had ik nog zo'n hekel aan haar, toch was ik gefascineerd door wat ze van zichzelf zou kunnen onthullen.
'Zo zijn toch de meeste mannen?' zei oma Emma. 'Ze denken dat ze het eeuwige leven hebben en zich niet al te druk hoeven te maken over degenen die achterblijven. Ik zorgde ervoor dat mijn man een goede levensverzekering had. Altijd als ik de polis verhoogde of er een nieuwe polis aan toevoegde, ging hij tekeer dat ik het geld over de balk gooide. In werkelijkheid herinnerde het hem aan zijn eigen sterfelijkheid, en dat wil geen enkele man.'
'Nee,' zei miss Harper. Ze zei het zo verbitterd, dat ik me afvroeg of ze wel van haar vader gehouden had. Ik vermoedde dat hij niet veel om haar had gegeven.
'Hoe dan ook, je moeder heeft je goed opgevoed, Millicent.'
'Dank je.'
'Hoe moet Ian eten?' vroeg ik, toen het gesprek even verflauwde.
'Hij krijgt morgen pas te eten en dan zal Nancy hem iets brengen, maar geen zoetigheid, geen dessert,' zei oma Emma. Ze keek naar miss Harper. 'Ze zei dat je het hart van een man verovert via zijn maag. Op die manier kun je ook zijn toewijding en zijn gehoorzaamheid veroveren.'
Miss Harper lachte.
Het was de eerste keer dat ik haar zo hoorde lachen, en ik vond het afschuwelijk, want ze lachte omdat ze gemeen waren tegen Ian. Haar ogen richtten zich op mij en ze zag de afkeer die ik van haar had in mijn ogen. Ik wist dat het zo was, omdat ze ophield met lachen, haar keel schraapte en met een geforceerde glimlach naar oma Emma keek, voor ze zich met kille ogen vol haat weer omdraaide naar mij. Inwendig huiverde ik; ik snakte even naar adem. Ik kon zelfs niet slikken en was dankbaar toen ik van tafel op mocht staan en haastig weer naar boven kon.
Ik had medelijden met Ian. Ik dacht dat hij enorme honger zou hebben, maar ik wist dat hij er nooit over zou klagen of zou huilen, zelfs niet tegen mij. Bovenaan de trap aarzelde ik. Ik kon oma Emma en miss Harper nog horen praten aan tafel. Ze zouden natuurlijk wachten op koffie en dessert, dacht ik, en ik besloot het risico te nemen om naar Ian te gaan.
Zijn deur was op slot. Ik wilde niet veel lawaai maken, dus klopte ik zachtjes en riep luid fluisterend zijn naam.
'Ian, ik ben het.'
Ik wachtte even en toen deed hij open. 'Wat is er?' vroeg hij.
'Heb je honger?' 'Nee, ik heb een energiereep gegeten.'
'Oma Emma zei dat je drie dagen je kamer niet uit mag.'
'We zullen zien. Ik zou maar weggaan voordat jij ook in moeilijkheden komt.'
Hij wilde de deur dichtdoen, maar stopte toen. 'Heeft ze je iets verteld over vader en moeder?'
Ik vertelde hem zo goed mogelijk alles wat ze gezegd had.
'Ik weet waar moeder is,' zei hij. 'Ik zal haar zelf gaan opzoeken.' Hij wilde de deur dichtdoen.
'Ian.'
'Ja?'
'Ik wil ook naar haar toe.'
Hij dacht even na. 'We zullen zien,' zei hij. 'Misschien,' ging hij verder en sloot de deur.
Ik meende miss Harper op de trap te horen, dus draaide ik me om en liep snel naar mijn kamer om de televisie aan te zetten, zodat ze niet zou weten dat ik met Ian had gesproken. Hij stond net aan en ik zat er voor, toen ze binnenkwam. Ze keek naar de boeken op mijn lessenaar en pakte het boek Hoe word ik een dame. Ze gaf het me.
'In plaats van naar iets onzinnigs op de televisie te kijken, zou je dit moeten lezen, Jordan. We kunnen er morgen over praten. Lees tot hier.' Ze wees naar het begin van hoofdstuk drie.
'Ik heb genoeg van lezen,' zei ik.
'Je hoort nooit genoeg te krijgen van lezen. Je hoort eerder genoeg te krijgen van die idiote buis.'
'Wat is die idiote buis?'
'Dat,' zei ze, met een knikje naar het televisietoestel. Ze tikte op het boek dat ze naast me had gelegd. 'Lees.'
'U zei dat ik klaar was met mijn schoolwerk,' jammerde ik.
'Dit is geen schoolwerk, Jordan. Dit gaat erover hoe je correct door het leven moet gaan. Je krijgt er geen proefwerk over zoals voor rekenen en natuurkunde en Engels. We zullen er alleen over praten en oefenen wat er te oefenen valt. Als je ouder bent, zul je me dankbaar zijn. Zorg dat je je tanden poetst,' ging ze verder en verliet de kamer. Maar ze deed de deur niet achter zich dicht en ik wist zeker dat ze gauw zou terugkomen om te zien of ik zat te lezen of de televisie weer had aangezet.
Ik sloeg het boek open en begon te lezen hoe belangrijk het was om een goede indruk te maken op mensen en hoe je dat kunt via je gedrag. Sommige woorden begreep ik niet en ik vond het erg saai. Voor ik twee pagina's gelezen had, was ik moe en vielen mijn ogen dicht.
'Zo,' hoorde ik even later. Ik deed mijn ogen open en zag miss Harper weer staan. 'Ik zie dat ik dat samen met je zal moeten lezen. We zullen het in ons rooster moeten inpassen nadat we je andere werk hebben gedaan.'
Ik wreef in mijn ogen.
'Ga je tanden poetsen en naar bed,' zei ze. Ze legde het boek weer op mijn lessenaar, bij de andere boeken. 'Denk eraan, zodra je wakker wordt begin je met je taken.'
Toen ze weg was, ging ik naar de badkamer om mijn gezicht te wassen en mijn tanden te poetsen. Ik bewoog me alsof ik verdoofd was, maar deed alles wat ik moest doen, trok mijn pyjama aan en kroop onder de deken in mijn grote bed. Het was heel stil in huis. Ik was in mijn eigen kamer gewend geraakt aan sommige krakende en kreunende geluiden die ik geregeld aan de andere kant hoorde. Ze gaven me op de een of andere manier een veilig gevoel. De stilte aan deze kant maakte me zenuwachtig en onrustig. Ik verbeeldde me, omdat oma Emma aan deze kant van het huis sliep, het huis geen kik durfde te geven.
Voordat ik weer in slaap viel, dacht ik aan alles wat oma Emma had gezegd over papa. Ik wist dat een depressie betekende dat je je bedroefd voelde. Hij had óns niet en hij had mama niet bij hem in het ziekenhuis en hij had gehoord dat hij niet meer zou kunnen lopen en in een rolstoel moest zitten. Ik vond het verschrikkelijk voor hem en dacht aan het klikklak van zijn cowboylaarzen als hij door de gang liep. Hij zou ze niet meer willen dragen, of welke schoenen dan ook. Waarom zou hij ze dragen als hij toch niet kon staan?
Mama zal vast ook wel medelijden met hem hebben als ze bijkomt uit haar coma, dacht ik. Ze zal hem vergeven en hem helpen. Daarom was het nu zo belangrijk, belangrijker dan ooit, dat ze wakker werd. Zodra ze dat deed, zou ze beslist naar hem toegaan.
Ik dacht ook aan de stilte om haar heen. Waar ze ook was, wij waren er niet. Niemand praatte tegen haar. Ik was bang dat ze zou denken dat we haar in de steek lieten, haar nu al vergaten. Het was heel belangrijk dat Ian en ik haar gingen opzoeken. Ik hoopte dat hij daar een manier voor zou vinden, maar ik kon me niet voorstellen hoe. Hij kon niet rijden en Felix zou ons niet willen brengen.
Ian bedenkt wel wat, dacht ik. Hij zit op dit moment in zijn kamer om het te plannen, zoals hij zijn projecten plant.
Die gedachte en het idee dat mama wakker zou worden en ons zou zien en zou glimlachen, hielp me om me veilig genoeg te voelen om mijn ogen te sluiten en in slaap te vallen in een kamer die meer een gevangeniscel was geworden dan iets anders. Ik moest hier blijven en huiswerk maken. Ik moest mijn taken doen. Ik kon erin worden opgesloten en, bovenal, niemand van wie ik hield kon me erin opzoeken.
Morgen misschien, dacht ik. Misschien zal het morgen beter gaan.
Niet dus.
Ik werd niet vroeg genoeg wakker naar de zin van miss Harper, die naast mijn bed stond, me door elkaar schudde en tegen me gilde.
'Je had al op moeten zijn, gewassen en aangekleed, al je taken hebben gedaan. Als het een schooldag was, zou je in je klas zitten. We willen dezelfde uren aanhouden.'
Ik knipperde snel met mijn ogen en wreef met mijn palmen over mijn wangen.
Ongeduldig pakte ze mijn rechterarm vast bij de elleboog en trok hem bijna uit de kom toen ze me in een zittende positie rukte.
'Je bed uit!' schreeuwde ze. 'Ik geef je precies tien minuten voor je taken.'
Ze liep de kamer uit en trok de deur achter zich dicht. Toen ik op de klok keek, zag ik dat het pas een paar minuten voor zeven was. Zelfs oma Emma was gewoonlijk niet zo vroeg op en aangekleed en beneden om te ontbijten, dacht ik. Had miss Harper haar ook gewekt?
Miss Harper kwam terug naar mijn kamer en keek naar mijn bed. Ze schudde haar hoofd.
'Niet veel vooruitgang sinds gisteren,' zei ze. 'Toen ik zo oud was als jij, hielp ik mijn moeder met het schoonmaken van het huis. Natuurlijk was ik niet zo verwend. We moesten elke cent omdraaien. We konden ons niet elke dag een hulp veroorloven, en toen mijn vader gestorven was, hadden we helemaal geen hulp meer.'
'Waar is mijn medicijn?' vroeg ik. Ze had het niet in haar hand.
Ze staarde me met diezelfde koude uitdrukking in haar ogen aan. Mijn lippen begonnen te trillen.
'Waar is mijn medicijn, alstublieft, miss Harper,' antwoordde ze.
'Waar is mijn medicijn, alstublieft, miss Harper?' praatte ik haar na.
Ze keek me aan alsof ze overwoog of ik het verdiende of niet. 'Je krijgt je medicijn als je de badkamer hebt schoongemaakt.'
'Die is schoon.'
Ze ging naar binnen en inspecteerde alles. Ik had mijn handdoek keurig opgevouwen.
'Boen de wasbak,' beval ze. 'Je spuugt je tandpasta erin en hij ziet er walgelijk uit.'
Ik gehoorzaamde.
'Volg me,' zei ze toen. 'Je komt voortaan elke ochtend naar mijn kamer voor je medicijn.'
'Waarom?' vroeg ik, en ze draaide zich met een ruk naar me om.
'Je vroeg me toch niet net waarom, hè? Je begon toch niet weer met dat ondervragen van volwassenen, hè?'
Ik schudde mij hoofd en zei snel: 'Nee.'
'Goed. Even dacht ik dat ik je in je kamer zou moeten opsluiten -zonder ontbijt.'
Ik volgde haar naar de vroegere kamer van mijn ouders. Ze liep de badkamer in en kwam weer tevoorschijn met mijn medicijn. Ze bleef erbij staan terwijl ik het opsnoof. Ze griste de spray uit mijn hand toen ik klaar was en bracht het weer naar haar badkamer.
'We gaan nu naar beneden om te ontbijten,' zei ze.
Weer volgde ik haar. Bij lans kamer aarzelde ik even, maar ik hoorde niets.
Tot mijn verbazing ontdekte ik dat oma Emma zelfs nog vroeger was opgestaan om naar de supermarkt te gaan.
Ik durfde niet te vragen waarom, maar miss Harper beantwoordde mijn vraag door me te vertellen dat mijn grootmoeder er onverwacht en onaangekondigd langs wilde gaan om te zien hoe goed hij geleid werd door de managers.
'Het is de enige manier om met het personeel om te gaan,' mompelde ze. 'Je moet ze verrassen.'
Ze keek naar me terwijl ik begon te ontbijten en begon toen te klagen over elke beweging die ik maakte. Ik zat te ver van de tafel. Ik bracht mijn lepel niet correct naar mijn mond. Ik veegde mijn lippen niet af met het servet wanneer ik dat had moeten doen. Ik maakte te veel lawaai als ik kauwde. Voordat het ontbijt achter de rug was, had ik het gevoel dat ik een hoop stenen had ingeslikt.
'Je kunt naar boven gaan en beginnen in je schoolboeken te lezen,' zei ze toen ik klaar was. 'Ik kom boven zodra ik ontbeten heb en een paar telefoongesprekken heb gevoerd. Ik moet horen hoe het met mijn moeder gaat. We zullen beginnen met alles wat je gisteren fout had.'
Het was weer een prachtige dag. Zou ik weer steeds binnen moeten blijven? Ik was bang om het te vragen.
Ik wilde de trap oplopen, maar bleef staan toen ik Ian mijn naam hoorde fluisteren. Ik draaide me om en zag hem in de deuropening van de zitkamer staan. Ik wist dat hij niet zijn kamer uit mocht, dus keek ik snel achterom, bang dat miss Harper hem gehoord had. Hij wenkte me dat ik dichterbij moest komen. Op mijn tenen liep ik de trap af.
'Heb je je neusspray gebruikt?' vroeg hij.
'Ja. Ze bewaart hem in de kamer van mama en papa, waar ze slaapt. Ik moest naar haar toe.'
'Waar is grootma?'
Ik vertelde het hem.
'En miss Harper?'
'Ze zit nog aan het ontbijt en dan wil ze haar moeder bellen,' zei ze.
'Goed. Volg me.' Hij liep naar de voordeur.
'Waar ga je naartoe?'
'Naar moeder. Wil je mee of niet?'
Ik knikte haastig.
'Kom mee dan. Ik heb geld. Stil nu.'
Ik ging met hem mee naar de deur. Hij maakte hem zachtjes open en we glipten naar buiten.
Mijn hart bonsde.
'Loop alsof er niets aan de hand is,' zei hij. 'De mensen hebben niets door als je het niet laat merken.'
Hij liep weg, bleef staan, pakte mijn hand en leidde me over de oprit. Toen we de weg naderden, gingen we harder lopen.
'We nemen een taxi naar het busstation. Er is een taxistandplaats bij het winkelcentrum. Het is niet ver.'
Ik keek achterom naar het huis dat uit het gezicht verdween toen we een hoek omsloegen. Ian voelde mijn angst. Hij pakte mijn hand steviger vast. 'Wees maar niet bang,' zei hij. 'Niemand zal je kwaad doen.'
Ik knikte. Ian liegt niet, dacht ik, en hij heeft bijna altijd gelijk.
Bovendien zullen we mama zien en we zullen ervoor zorgen dat ze wakker wordt en dan is dit allemaal voorbij.
Ik keek niet meer achterom.