Hoofdstuk 31
Grace had gelijk. Alicia was
woedend. Maar ze keek wel uit om dat aan haar zusjes en ouders te
laten blijken. In plaats daarvan feliciteerde ze Leonora door haar
te omhelzen, alhoewel koeltjes, en reed ze naar tante Cicely's huis
om verhaal te gaan halen bij Florien.
'Je houdt niet van haar!' zei ze
op spottende toon toen ze hem eindelijk vond op zijn tractor,
wachtend op de combine. In zijn ogen blonk een glinstering van
triomf toen hij omlaagkeek naar haar doodsbleke gezicht.
'Jawel, dat doe ik wel. Van haar
hou ik meer dan ik ooit van jou heb gehouden,' zei hij. Hij
onderdrukte het verlangen om haar bij haar schouders te pakken en
haar op haar nukkige mond te kussen, want haar huid was vochtig van
het zweet en bruin van haar recente reisje naar Frankrijk. Haar
blauwe ogen sneden door hem heen, en ondanks haar onaangename
karakter betoverden ze hem nog steeds. Hij wendde zijn blik af en
staarde uit over het korenveld, waar de combine slaapverwekkend
door de gouden zee van graan bewoog.
'Je begeert me nog steeds, of
niet?' zei ze, en ze glimlachte rancuneus. 'Je kunt me nog steeds
krijgen als je wilt.'
'Ik wil jou niet, Alicia. Ik had
je toen ik nog een jongen was, maar toen ben ik volwassen
geworden.' Ze lachte verachtelijk en hij kromp inwendig in elkaar.
Ze kon hem nog steeds het gevoel geven dat hij zo nietig was als
een van die graankorrels die over de bodem van de tractor verspreid
lagen. Hij herinnerde zich de dag waarop ze hem ertoe had aangezet
de kip te doden, en hij voelde diezelfde vernedering nu weer. 'Vlei
jezelf maar niet,' kaatste hij terug toen ze lachte.
Haar gezichtsuitdrukking
verzachtte zich en ze kwam naderbij. 'Dat hoef ik niet te doen,
Florien,' zei ze kalm. 'Je bent knapper dan ik me herinnerde. Je
bent ook sterker. Het doet je goed om op de boerderij te
werken. Laten we het niet over de liefde hebben.'
'Volgens mij kun je beter gaan,'
zei hij zwakjes. Maar met één snelle beweging kwam ze schrijlings
op hem zitten. Ze lachte nogmaals toen ze door zijn spijkerbroek
heen zijn opwinding voelde.
'Je wilt helemaal niet dat ik
ga,' giechelde ze, terwijl ze boven op hem heen en weer wiegde. 'Je
kunt je wellust niet verbergen, Florien.'
Florien was nu zo vernederd dat
hij alleen maar de touwtjes weer in handen kon nemen door haar op
brute wijze te nemen. Hij greep haar ruw bij haar nek en kuste
haar. Ze reageerde triomfantelijk, opgewonden door zijn razernij en
zijn kracht. Ze wist hoeveel aantrekkingskracht ze bezat, maar het
wond haar altijd weer op om dat bewezen te zien door kleine
overwinningen als deze. Het kon haar niet schelen dat ze de
aanstaande van haar zusje verleidde, want andermans gevoelens deden
er voor haar niet toe. Ze dacht er alleen maar aan dat zij
superieur was aan Leonora, en aan alle andere vrouwen wier man ze
had verleid. Ze voelde zich almachtig en haar mond vertrok zich tot
een verwaande glimlach. Ze ging een stukje omhoog op haar knieën om
hem de kans te geven zijn broek open te ritsen en lachte van
plezier toen hij haar slipje opzij deed en bij haar binnendrong.
Florien voelde zich nog meer vernederd terwijl ze hem woest bereed
en boven op hem kronkelde alsof ze zijn vijand was. Hij kon haar
niet onder controle houden, evenmin als het warme en tintelende
gevoel dat door zijn ledematen stroomde en dat zijn geest dusdanig
verdoofde dat hij zich alleen bewust was van het hoogtepunt dat
straks zou plaatsvinden en van een overstelpend verlangen naar
Alicia. Ze had haar armen om zijn hoofd geslagen, zodat zijn
gezicht nu begraven was tussen haar borsten, die in haar witte
shirt dropen van het zweet. Hij ademde haar geur in en streek met
zijn tong over haar huid, hij proefde zout en parfum en iets
dierlijks dat uitsluitend aan haar toebehoorde. Pas toen het
voorbij was voelde hij zich schuldig. Maar de combine was klaar en
hij moest de tractor starten en zwalkte over het veld. Toen hij
achteromkeek, zag hij Alicia opgewekt over de stoppels naar haar
auto dansen, haar lange gebruinde benen glansden onder haar blauwe
minirok en haar krullen wipten op en neer in het briesje. Zijn hart
hamerde nog steeds en hij voelde een pijn in zijn onderbuik. Zijn
lichaam was bevredigd, maar hij voelde een overweldigende golf van
schuldbesef en spijt.
Toen Alicia het weggetje af reed
dat naar de hoofdweg leidde, zag ze dat tante Cicely haar tegemoet
kwam; ze was naar het dorp geweest om de verse eieren weg te
brengen. Ze week uit naar de grazige berm om haar tante te laten
passeren. Maar toen tante Cicely haar zag, zette ze de auto stil en
opende het portier. Alicia haalde diep adem.
'Ik denk dat jij wel iets uit te
leggen hebt, jongedame,' zei tante Cicely humeurig. Alicia schrok
ervan hoe oud haar tante was geworden, want ze keek haar aan met de
halfdichte ogen van een oude vrouw.
'Als het over Marcel
gaat...'
'Natuurlijk gaat het over
Marcel!'
'Ik heb niet gevraagd of hij naar
Frankrijk wilde komen, hij stond gewoon opeens op het strand,' zei
Alicia schouderophalend.
'Is hij naar Frankrijk gegaan?'
Tante Cicely's mond viel open.
'Dat moet u mij niet vragen, hij
was uw minnaar. Luister eens even,' zei ze op bijna betuttelende
toon, 'hij heeft diverse keren geprobeerd me te verleiden toen ik
nog bij u woonde. Ik was een kind, godbetert. Elke keer wees ik hem
af. En vervolgens zit ik op het strand in Antibes met mijn vrienden
en staat hij ineens voor mijn neus en verklaart me zijn eeuwige
liefde en al die onzin.'
'Mijn Marcel?'
'Ja, uw Marcel.' Ze zuchtte
vermoeid. 'Ik heb tegen hem gezegd dat hij naar huis moest gaan. Ik
wilde hem niet.'
'En wat deed hij toen?'
'Ik heb geen idee. Ik dacht dat
hij wel weer hierheen zou gaan naar u.'
Cicely aarzelde en keek uit over
de velden. 'Het spijt me dat hij weg is,' zei Alicia. 'Maar ik kan
u verzekeren dat zijn vertrek niets met mij te maken had.' Tante
Cicely dacht aan het schilderij, waar nu een groot gat in zat op de
piekwaar tevoren Alicia's glimlachende gezicht naar buiten had
gekeken.
'Het spijt me,' verontschuldigde
ze zich op afgemeten toon. Ze vertrouwde Alicia voor geen cent,
maar Marcel was een kunstenaar, fantaseren was zijn werk. Ze had
geen andere keus dan haar nichtje het voordeel van de twijfel te
geven. Ze keek omlaag naar Alicia's knappe gezicht. Het was van een
wrede, meedogenloze schoonheid. 'Hij heeft zeker niet gezegd waar
hij heen ging.'
'Nee. Maar u moet hem niet
terugnemen, tante Cicely. U hebt niets aan hem, en ik vraag me af
of zijn schilderijen wel zo goed waren. Hebt u ze ooit
gezien?'
'Helaas wel,' antwoordde ze. 'Hij
heeft er eentje achtergelaten, maar daar gaat de brand in zodra ik
een doosje lucifers heb gevonden. Geweldig nieuws over Leonora en
Florien,' voegde ze eraan toe om over iets anders te beginnen. Ze
merkte op dat Alicia met de halve glimlach die over haar gezicht
kroop een bijzonder onaantrekkelijke zelfvoldaanheid verried.
'Ze passen uitstekend bij
elkaar,' zei ze. 'Leo heeft er altijd van gedroomd een zigeuner te
worden en in een van die afgrijselijke kleine woonwagens te gaan
wonen. Je kunt er je kont niet keren. Maar ja, als zij zo gelukkig
is...'
'Ja.' Haar toon stond tante
Cicely helemaal niet aan. 'En jij?'
'Voor mij is er geen speciaal
iemand,' antwoordde ze. 'Totdat ik de ware vind, hebben mannen zo
hun nut.' Ze grinnikte en dacht aan alle exotische plaatsen waar ze
op haar reizen was geweest, dankzij de vette cheques van haar
minnaars. Tante Cicely trok een wenkbrauw op, maar Alicia moest
alleen maar lachen. 'We leven in de jaren zeventig,' zei ze, alsof
dat een excuus was voor haar bedenkelijke gedrag.
'Nou, maak maar niet al te veel
plezier, of anders gaan de belangrijke dingen in het leven nog aan
je voorbij.'
Alicia sloeg haar ogen ten hemel.
'U en mama ook altijd!' Ze slaakte een diepe zucht en schudde haar
hoofd. 'Het leven is nog nooit zo heerlijk geweest.'
Toen ze wegreed, haalde ze zich
weer voor de geest hoe Marcel ziek van liefde op het strand van
Antibes had gestaan. Wat een belachelijke aanblik had hij geboden.
Ze zou best met hem naar bed hebben gewild als hij haar het jaar
daarvoor niet had afgewezen. Hij had zijn kans voorbij laten gaan.
De idioot. Ze had hem weggeslagen zoals je een vlieg zou wegslaan,
en hij had haar gesmeekt er nog eens over na te denken en had haar
zijn eeuwige liefde verklaard, en beweerd dat hij zonder haar niet
kon eten of slapen. 'Mijn leven is een puinhoop,' had hij wanhopig
gezegd, toen hij zich omdraaide om het strand weer af te lopen. 'Ik
ben weggegaan bij je tante, van wie ik hield, omwille van een
luchtspiegeling.' En vanwege het schilderij zou hij nooit
teruggaan.
De bruiloft zou op 29 oktober plaatsvinden. Audrey stofte haai naaimachine af en maakte van ivoorkleurige zijde een prachtige bruidsjapon, geborduurd met margrietjes en klimop, en een elfjesjurk voor Grace, die bruidsmeisje zou zijn. Panazel schonk zijr zoon een van zijn woonwagens, zodat zijn bruid en hij aan hur nieuwe leven samen zouden kunnen beginnen midden op het vele waar ze elkaar voor het eerst hadden ontmoet, en tante Cicely beloofde dat ze zouden mogen blijven nadat ze de boerderij had verkocht, omdat er voor het terrein van het landhuis moest worden gezorgd en zij zich te oud en te ongeïnspireerd voelde om dat zelf te doen, nu Marcel was vertrokken en haar weer alleen had achtergelaten.
Niemand was op de hoogte van
Floriens treffen met Alicia op de tractor, en niemand wilde liever
dan hij dat het niet zou hebben plaatsgevonden. Hij deed er alles
aan om haar uit de weg te gaan. Maar zijn schuldgevoel bonkte tegen
zijn geweten als een stamper in een vijzel.
Leonora was zo gelukkig dat haar
gezicht een heel eigen schoonheid aannam. Niet de scherpe,
allesverslindende schoonheid van haar zuster, maar een zachtheid in
haar trekken en een sereniteit in haar uitdrukking - al met al een
veel kalmer soort schoonheid.
Toen de zomer overging in de
herfst, maakte Audrey lange wandelingen langs het strand. Grace zat
op school en Cecil werkte nu in de nabije stad voor een kleine
investeringsfirma. Hij verdiende weinig als je het vergeleek met
zijn salaris in Buenos Aires, maar in Engeland was het leven
goedkoper. Ze liet haar gedachten over haar nieuwe leven gaan. De
golvende heuvels en de lappendeken van de velden waren zo groen en
stralend, de zonsondergangen waren van een lichtgevend flamingoroze
en de lucht had een subtiele waterige kleur, alsof de regen het
blauw had weggewassen. Beetje bij beetje veroverde het lieflijke
landschap haar hart. Ze woonde vlak bij Cicely en zag Leonora vaak,
en tegenwoordig kwam Alicia meestal in het weekend op bezoek. Maar
ze miste haar moeder, en het verlies van haar vader schrijnde nog
steeds. Geregeld moest ze aan tante Edna denken; haar miste ze ook.
Maar zij was een klein offer geweest voor het herstel van haar
huwelijk. Ze had dat nooit weer in orde kunnen maken als ze nog op
de plek was geweest waar haar tante was die zoveel wist en die haar
voortdurend herinnerde aan haar zwakheid.
In de frisse Engelse lucht had ze
een tweede kans gekregen. Ze had haar best gedaan haar man te
vergeven dat hij de tweeling had weggestuurd toen ze nog klein
waren, en ze was beloond. Ze kon zichzelf niet ontveinzen dat ze
nooit aan Louis dacht. Maar Cecil was een goede man. Ze wist dat ze
gedaan had wat goed was. Elke dag bracht haar nader tot hem en
haalde haar een stukje verder weg bij Louis, zodat de pijn van het
afscheid van hem nu nog slechts een doffe pijn was, die ze naar
believen kon negeren. Ze had zich aan haar belofte gehouden om De
Vergeet mij niet-sonate niet meer te spelen, en hoewel haar
vingers soms bijna uit zichzelf de nog altijd zo bekende noten
wilden spelen, vormde het een belangrijk deel van het
genezingsproces dat ze daar niet aan toegaf.
Ze danste niet langer en ze had
haar kleine zijden boekje voorgoed weggesloten. Grace was het enige
wat haar telkens aan Louis deed denken, maar wat Cecil betrof was
ze zijn dochter; Audreys bewondering voor haar man groeide wanneer
ze hen met z'n tweetjes gadesloeg, allebei zo anders en toch
verenigd als vader en dochter. 'Ze loopt met haar hoofd in de
wolken met al die engelen en andere onzin,' zei hij dan, 'maar ik
hoef haar niet te begrijpen om van haar te kunnen houden.' En
Audrey hield van hem omdat hij van haar hield.
De ochtend van de bruiloft brak aan. Toen Leonora wakker werd, voelde ze haar hele lichaam tintelen van opwinding; Florien was misselijk van schuldgevoel en zenuwen, en Alicia kon toen ze haar bed uit klom niet geloven dat hij dit echt wilde doorzetten. Die dag op de tractor had ze van hem genoten. Maar nu trof de realiteit van zijn aanstaande trouwerij haar als een mokerslag en duizelig moest ze even gaan zitten om het gevoel dat haar maag zich omdraaide tot bedaren te brengen. Ze was ervan overtuigd dat Florien van haar hield. Zij had zijn hart gestolen vanaf het allereerste moment dat ze elkaar hadden ontmoet, en ze was er zeker van dat ze het zou kunnen houden tot ze er klaar voor was om het terug te geven. Alleen was ze niet bereid om het terug te geven. Vandaag zou hij in de echt verenigd worden met haar zus. Ze rende naar de badkamer en braakte.
Leonora baadde zich en hulde zich
in de japon die haar moeder had gemaakt, en zelfs Alicia, wier
gezicht zo grauw zag als de oktoberlucht, moest toegeven dat ze er
prachtig uitzag. Grace danste door de kamer in haar elfjesjurk, en
ergerde Alicia door haar met haar toverstafje op de rug te tikken
en te doen alsof ze haar in een pad veranderde. Cecil verscheen bij
de slaapkamerdeur in een pak en liet zijn ogen trots op zijn gezin
rusten. 'Je ziet er erg lief uit. Leonora,' zei hij terwijl hij een
kus op haar voorhoofd drukte. 'Hei zal een eer zijn om met zo'n
mooie bruid de kerk door te lopen. II mag hopen dat Florien beseft
hoeveel geluk hij heeft.'
'O, papa, natuurlijk beseft hij
dat,' antwoordde ze, en ze lachfc lichtjes. 'Ik ben dolblij dat ik
met hem ga trouwen.' Alicia beet oj haar tong. Ze besefte dat ze
met een paar welgekozen woorden dez< dag voor iedereen zou
kunnen bederven.
'Grace, hou eens op met dat
gedraai, ik word duizelig van je. Zeg jij het haar eens, mama,'
klaagde ze. Alicia was er niet aan gewend dat Leonora het
middelpunt van ieders aandacht was en het stond haar helemaal niet
aan.
'Grace, waarom ga je niet even
zitten?' zei haar moeder schuldbewust. 'Straks ben je helemaal
versleten, net als het tapijt.' Prompt liet Grace zich neervallen
op het bed, maar ze zwaaide nog een laatste keer met haar
toverstafje naar Alicia.
'Boze geest,' siste ze, met ogen
die tot spleetjes waren geknepen.
Alicia bloosde. 'Als ik ga
trouwen, wil ik een grootse bruiloft,' zei ze snel. Ze moest niets
hebben van Graces gave. Het was alsof het kind dwars door haar heen
kon kijken en al haar duistere geheimen kon lezen.
'Als je trouwt met de prins of de
hertog van je dromen, gebeurt dat misschien wel,' zei Audrey met
een lach. 'Onze Leonora wil het eenvoudig houden, hè
lieverd?'
'Alleen de familie,' antwoordde
Leonora. 'Wat jammer dat oma en oudtante Edna er niet bij zullen
zijn. Maar het is lief van ze dat ze een telegram hebben gestuurd.
Mercedes stuurde een merkwaardige boodschap.'
'Wat schreef ze?' vroeg Alicia.
Wat haar betrof was Mercedes haar vriendin geweest.
'"Ik heb altijd wel geweten dat
jij gelukkig zou worden.'"
'Wat bedoelt ze daar nou mee?'
repliceerde Alicia humeurig. 'Dat ik niét gelukkig word?'
'Natuurlijk niet, kind,' kwam
Audrey tussenbeide.
Cecil schudde zijn hoofd, maar
besteedde geen aandacht aan Alicia's lijdzaamheid. 'Als jij gaat
trouwen, Alicia, stuurt ze je waarschijnlijk hetzelfde bericht,'
zei hij, en voor de spiegel trok hij zijn das recht. Hij keek op
zijn horloge. 'Goed, ik geloof dat het tijd wordt dat jullie
allemaal naar de kerk gaan. Leonora en ik komen achter jullie aan.'
Leonora glimlachte haar vader toe. Het deed er niet toe dat ze hem
voor haar gevoel amper kende, want vandaag ging ze trouwen en zou
hij haar weggeven. Audrey knikte, keek naar zijn smetteloos
gepoetste schoenen en geperste pak. Hij zag er net zo elegant en
aantrekkelijk uit als op het feestje ter gelegenheid van haar
achttiende verjaardag in Hurlingham, alleen ouder. Zijn haar was nu
grijs en zijn ogen verrieden door de zich uitbreidende rimpels
eromheen en door een zekere vermoeidheid die zijn oogleden deed
hangen dat de afgelopen tien jaar hem op het emotionele vlak niet
onberoerd hadden gelaten. Maar hij was nog steeds een knappe man.
Knapper nog, in feite, omdat de ooit mooi opgepoetste buitenkant
van zelfgenoegzame legerofficier nu plaats had gemaakt voor een
zekere doorleefdheid. De jaren hadden de scherpe kantjes van hem
afgehaald en het lot had hem nederig gemaakt. Hij keek op en zag
hoe ze hem opnam. Ze glimlachte met een tederheid die hij ten
onrechte aanzag voor trots. Anders dan zijn broer had hij nooit
Audreys gedachten kunnen lezen. Maar hij glimlachte terug, opeens
geëmotioneerd door de aanblik van zijn kleine meisje dat een jonge
vrouw was geworden terwijl hij elders was geweest. Toen tikte Grace
hem aan met haar toverstafje en vervloog zijn weemoedige stemming.
'Vergeet mij niet, papa,' zei ze vrolijk. 'Ik zal ook ooit de kerk
door lopen.'
Alicia probeerde Floriens blik te vangen, maar welbewust negeerde hij haar. Ze zat op de voorste bank met haar moeder en tante Cicely, amper in staat naar de bloemen en kaarsen te kijken, omdat haar maag zich omdraaide van narigheid. Ze probeerde hem met pure wilskracht zover te krijgen dat hij naar haar keek, maar zijn schuldgevoel was te groot. Hier, tegenover het aanschijn van God, zou hij straks beloven dat hij van Leonora zou houden en haar zou eren. De Tien Geboden hingen in grote gouden letters boven het schip. Hij voelde de woorden branden in zijn ziel. Hij sloeg zijn ogen neer en het zweet parelde op zijn voorhoofd en neus. Hij had iets verschrikkelijks gedaan en haatte zichzelf meer dan hij Alicia haatte. Toen begon het orgel te spelen en verscheen Leonora in de deuropening, aan de arm van haar vader, met Grace en haar toverstafje vlak achter zich aan. Hij keek schuchter op. Hij zag haar naderbij komen, haar gezicht verborgen achter een doorschijnende sluier die was geborduurd met lelies. Hij kon voelen dat Alicia op de tegenoverliggende bank groen zag van jaloezie en zou willen dat hij dit niet zou doen, waardoor hij zich nog vaster voornam dan ooit om zich niet te laten afleiden.
Het volgende moment was Leonora
bij hem. Met klamme handen sloeg hij haar sluier terug. Tot zijn
verrassing had alle vrees hem verlaten. Hij keek omlaag naar de
jonge vrouw die altijd zijn vriendinnetje was geweest en er
stroomde een warme tederheid door zijn aderen. Ze keek naar hem op
met ogen die sprankelden van liefde en hij keek glimlachend op haar
neer, terwijl hij zich in stilte afvroeg hoe hij zo'n bruut had
kunnen zijn om haar trouw te verraden.
Alicia sloeg hen gade. Ze zou de
liefde nog niet hebben herkend wanneer die haar in het gezicht had
geslagen, maar ze wist wel donders goed dat ze ontzettend veel om
Florien gaf. Opeens, in die korte momenten dat de bruid en de
bruidegom de huwelijksgelofte aflegden en beloofden van elkaar te
houden tot de dood hen zou scheiden, realiseerde Alicia zich dat
haar gevoelens niet alleen te maken hadden gehad met seks en
bezitterigheid. O, ja, ze had hem begeerd, en ja, ze had niet
gewild dat iemand anders hem zou krijgen. Maar ze voelde nog iets
anders ook, wat sterker en moeilijker beheersbaar was dan begeerte.
Ellendiger dan ooit en enigszins verloren liet ze zich terugzakken
op de houten bank en boog haar hoofd. Ze had nooit kunnen geloven
dat hij dit zou doorzetten.
Na de bruiloft vertrok Alicia naar Londen zonder afscheid te nemen van haar zus en haar kersverse echtgenoot. Ze kon het niet verkroppen. Zodra ze aankwam belde ze een van haar rijke vrijers en bracht na het diner een koortsachtige nacht door in zijn bed, waarbij ze zichzelf probeerde te bewijzen dat Florien er niet toe deed.
Florien settelde zich welgemoed
in het huwelijkse leven, maar de schaduw van Alicia bleef nog
hangen om hem te herinneren aan zijn verraad en zijn wellust, die
nooit helemaal was verdwenen. Het had Leonora gekwetst dat Alicia
geen afscheid had genomen en het deed haar om de een of andere
reden verdriet dat ze niet naar Dor-set gekomen was om hen op te
zoeken. Maar ze zei nooit een woord in haar nadeel. Ze
verontschuldigde haar en lachte om de nonchalance van haar zus.
Florien vroeg zich af hoe gulhartig ze zou zijn als ze op de hoogte
zou zijn van Alicia's verraad. Hij had noch het hart noch de wil om
haar erover te vertellen, ook al zou hij zich beter hebben gevoeld
als hij het had bekend.
Toen Florien er na aan toe was
toe te geven dat zijn obsessie voor Alicia nooit minder zou worden,
raakte Leonora zwanger. Het deed hem goed haar buik steeds boller
te zien worden en dat haar tred veerkrachtig was, want daaruit
bleek hoe gelukkig ze was. Hij kreeg iets beschermends. Omdat hij
zich zorgen maakte dat haar werk in de tuin hun kind zou kunnen
schaden, verbood hij haar dingen te dragen die zwaarder waren dan
een kip. Audrey begon babysokjes te breien naar patronen van haar
eigen moeder, die ze haar opstuurde, en Rose, die na de oorlog
gezworen had nooit meer iets te breien, maakte voor Leonora een
uitzondering en liet haar naalden weer tikken. Grace legde haar
hoofd op haar zusters buik en voorspelde dat het een jongetje zou
worden. Niemand twijfelde aan haar, zodat de sokjes in het blauw
werden uitgevoerd.
Toen Audrey Alicia het nieuws
vertelde, kookte ze een week van woede voordat ze de moed bij
elkaar kon rapen om naar Dorset te rijden om haar zus geluk te
wensen. Ze arriveerde bij het huis van haar tante en liep achterom
naar het veld waar Leonora's keurig onderhouden woonwagen stond,
een plaatje van landelijke eenvoud. Tot haar verrassing trof ze
niet Leonora, maar Florien, die druk bezig was een Mozes-achtig
mandje voor zijn baby te vlechten. Hij was zo in zijn werk verdiept
dat hij haar pas hoorde aankomen toen ze al bijna bij hem was en
een koele schaduw over het gras wierp. Hij keek op en werd
plotseling vuurrood. 'Ik kom Leo opzoeken,' zei ze kortweg. 'Waar
is ze?'
'Bij haar ouders,' antwoordde
hij, terwijl hij verdwaasd met knipperende ogen naar haar
opkeek.
'Ik neem aan dat ik jou ook moet
feliciteren. Hoe heb je het 'm gelapt?' Ze keek hooghartig op hem
neer. 'Hè?'
'Dacht je aan mij toen je met
haar vrijde?'
Florien legde zijn gereedschap
neer en stond op, verbaasd door haar plotselinge uitbarsting.
'Ga jij maar terug naar Londen en
neem je bitterheid met je mee,' zei hij.
'Misschien ga ik wel naar mama's
huis en vertel ik htm alles over ons geheime treffen van afgelopen
zomer. Of zou dat je huwelijksgeluk bederven?'
'Wat wil je, Alicia?' Zijn vraag
deed haar schrikken, omdat ze dat echt niet wist.
'Ik dacht dat je wel in zou zijn
voor een beetje persoonlijk genot,' kaatste ze defensief terug, en
haar gezicht verzachtte zich in een sluwe glimlach. 'Je bent toch
niet vergeten hoe het voelt om met me te vrijen?' Het deed haar
goed dat ze een vonk van verlangen in zijn ogen zag glinsteren, als
as die gloeit in een vuur.
'Ik ben heel gelukkig met
Leonora. Wat jij en ik hadden is voorbij.'
'Maar je kunt nog steeds over me
dromen.' Florien werd ontwapend door de plotselinge verandering van
haar toon. Ze had gelijk hij droomde nog steeds over haar. Vaak
werd hij in de kleine uurtje; badend in het zweet wakker, vol
zelfverwijt omdat hij zich zo dooi deze monsterlijke vrouw liet
beheersen.
Florien schudde zijn hoofd en
ging weer zitten. Hij pakte zijr gereedschap op en werkte verder
aan het mandje. 'Ik geloof dat j< maar beter kunt gaan,' zei hij
kalm zonder naar haar op te kijken 'Je bent al langer gebleven dan
je welkom bent.'
'Ik kom terug,' zei ze met een
giechel, en na die woorden liep ze terug over het veld, zich ervan
bewust dat zijn ogen haar nakeken en dat de gloed die erin smeulde
helderder was dan ooit.
In maart trokken Leonora en Florien bij tante Cicely in, want de woonwagen was te koud en te klein voor de aanstaande moeder en er was geen telefoon, voor het geval de bevalling midden in de nacht zou beginnen. Tante Cicely's huis was niet veel warmer, maar het was tenminste ruimer en al hun maaltijden werden voor hen bereid. Cecil had hen ertoe weten over te halen een van tante Cicely's cottages te gaan huren wanneer de baby geboren zou zijn. 'Een woonwagen is geen plek om een kind groot te brengen,' had hij gezegd. Leonora was teleurgesteld geweest, totdat haar moeder had voorgesteld de woonwagen in de tuin te zetten, zodat het kind hem als speelhuis zou kunnen gebruiken. 'Grace is dol op het speelhuis dat Cecil voor haar heeft gemaakt,' voegde ze eraan toe.
'Ik geloof dat ik ga bevallen,'
zei Leonora tegen Florien. Het was zes uur 's avonds en ze liet een
warm bad vollopen. Ze legde haar hand op haar naakte buik en keek
glimlachend naar hem op. 'Ik heb de hele dag al Uchte pijn, maar nu
wordt het erger. Om de vier tot vijf minuten. Ik heb het
bijgehouden.'
'Zal ik de vroedvrouw halen?'
vroeg Florien, omdat hij bang was dat de baby er nu snel aan zat te
komen en hij de moed niet had om hem zelf ter wereld te
helpen.
'Zeg haar maar dat de weeën zijn
begonnen, maar dat het nog wel een paar uurtjes duurt,' antwoordde
ze kalm. 'Alle eerstgeborenen komen langzaam, is me verteld.'
'Moetje echt in bad?'
'Natuurlijk.' Leonora grijnsde
hem liefdevol toe en raakte zijn bezorgde gezicht aan. 'Het is
prima in orde met me. Ik ben alleen opgewonden. Onze baby kondigt
zichzelf aan.'
'Nou, ik hoop maar dat hij niet
komt voordat de vroedvrouw er is!'
'Dat doet hij niet,' zei ze, haar
buik bekloppend. 'Voorlopig is hij nog niet zover.'
'Ik zal ook tante Cicely en je
moeder wel waarschuwen.'
Leonora klom in het bad en liet
het warme water de pijn van de weeën verzachten. Tegen de tijd dat
Audrey arriveerde, kwamen ze om de drie minuten. Leonora was
geleerd hoe ze met de pijn mee moest ademen en lag te puffen op het
bed, met haar moeders hand in de hare, terwijl Florien
zenuwachtig door de kamer ijsbeerde tot de vroedvrouw kwam. Mary
was een Ierse vrouw met een zachte stem en een sponsachtig lichaam,
een breed-open gezicht en een geruststellende glimlach. 'Kijk eens
aan, niets om je zorgen over te maken, ik ben er nu en alles komt
goed,' zei ze op zoete toon. Toen het vruchtwater uiteindelijk
brak, verlieten tante Cicely en Audrey op Leonora's verzoek de
kamer. Ze klopten haar op haar hand en wensten haar succes, en
allebei keken ze even zorgelijk als zij. Florien wilde ook net
weggaan, toen Leonora's verschrikte stem hem terugriep. 'Laat me
niet alleen, Florien. We gaan dit samen meemaken.' Dus bleef
Florien. Eerst voelde hij zich machteloos. De weeën werden
pijnlijker en elke keer dat hij toekeek hoe het lichaam van zijn
vrouw werd aangegrepen door angstaanjagende krampen hield hij haar
vast, wanhopig wensend haar lijden te verlichten, maar met de
wetenschap dat hij niets anders kon doen dan passieve steun bieden.
Maar naarmate de bevalling vorderde voelde hij zich weldra nodig
toen ze hem om zijn middel greep en het uitschreeuwde tegen zijn
hemd. Hij sloeg zijn armen om haar hoofd en streelde haar haar, en
nog nooit had hij zo'n intense liefde er wanhoop gevoeld. 'Je bent
heel dapper,' zei hij, met een kus op haai slaap. De uren
verstreken in rap tempo terwijl ze van de ene wee naar de andere
gingen, tot Leonora nog amper adem kon krijger toen de weeën elkaar
zo snel opvolgden dat de volgende al begor voordat de vorige goed
en wel was geëindigd.
Als de weeën al pijnlijk waren
geweest, had niets hen kunner voorbereiden op het anderhalve uur
van persen, want hoe graag he kind ook ter wereld wilde komen, hij
was te druk bezig met op zijl vingers bijten om op te merken dat ze
hem vertraagden. Leonor; perste en bad en schreeuwde het uit in
wanhoop, terwijl Floriei huilde en het in zijn angst al zag
gebeuren dat ze allebei het leve] zouden laten. Toen de kleine
jongen eindelijk te voorschijn kwam rood en blauw en huiverend,
moesten ze allebei weer huilen, over weldigd door ontzag en eerbied
voor het wonder des levens.
Mary wikkelde hem in een handdoek
en legde hem in de armei van zijn moeder. Florien stond nog na te
trillen van wat zonde meer de meest kwellende ervaring van zijn
leven was geweest. H zat op de rand van het bed en liet zijn vinger
omklemmen door he handje van zijn zoon. 'Kijk eens, lieverd, hij
houdt zich aan me vast Leonora's gezicht bloosde van verrassing en
vreugde, want Florie had haar nog nooit anders genoemd dan bij haar
naam.
'Je zei "lieverd" tegen me,' zei
ze, en ze liet haar hoofd tegen hem aan rusten.
Hij vlijde zijn gezicht tegen
haar haar en kuste haar. 'Dat is omdat je ook mijn lieverd bent,'
antwoordde hij schor. 'Ik heb nog nooit zoveel van je gehouden als
nu. Maar ik heb vooral bewondering voor je. Wat was je dapper en
sterk. Je hebt mijn zoon ter wereld gebracht en we zullen van hem
houden en voor hem zorgen en hem het beste geven wat we te bieden
hebben. Ik geloof niet dat ik ooit nog dezelfde zal zijn.'
'Ik ook niet,' fluisterde ze, en
ze boog zich voorover om het vochtige babygezichtje te kussen.
'Niets zal ooit zo belangrijk voor me zijn als mijn kind.'
'Hoe zullen we hem noemen?'
'Hoe zou je hem willen
noemen?'
'Panazel, naar mijn vader.'
Leonora glimlachte. 'Kleine
Panazel.' Ze zuchtte en kuste hem weer. 'Je zult gezegend worden
met je grootvaders naam. Je bent een heel bijzonder
jongetje.'
De volgende keer dat Alicia zich
vrij wist te maken van haar drukke sociale leven om naar Dorset te
rijden, hadden Leonora en Florien zich in hun nieuwe cottage
geïnstalleerd. De kleine Panazel lag te slapen in zijn Mozes-mandje
in de slaapkamer, die geurde naar lavendel en talk, en Leonora was
druk bezig om het huis tot een warm thuis te maken. Florien trof
haar bij de deur, die hij wit aan het schilderen was. Het vonkje
verlangen was nu gedoofd en zou nooit meer oplaaien, en Alicia wist
dat Leonora er op de een of andere manier in was geslaagd om zijn
rebelse hart te veroveren. 'Ga maar naar boven om naar hem te
kijken,' zei hij met een glimlach. 'Hij is het liefste wezen dat
God ooit heeft geschapen.'
'Ik hoorde dat jullie hem Panazel
hebben genoemd,' zei ze.
'Naar mijn vader en grootvader.
Hoewel hij niet langer in een woonwagen woont, stroomt er toch
zigeunerbloed door zijn aderen.'
Leonora was dolblij om haar zus
te zien en omhelsde haar hartelijk; ze sloeg haar armen om haar
heen en drukte haar tegen zich aan. 'Waar heb je gezeten?' riep ze
uit. 'Je moet mee naar boven komen om Panazel te bekijken.' Alicia
liep achter haar zus aan de trap op en merkte onmiddellijk op dat
ze haar oude figuur nog lang niet terug had. Ze zag eruit alsof ze
nog steeds zwanger was. Dit gaf Alicia een bescheiden gevoel van
voldoening, maar dat was een kort leven beschoren. Zodra ze haar
neefje zag, had ze het gevoel dat een hand zich plotseling
sloot om haar hart. Ze hurkte neer en keek in het mandje. Panazel,
die lag te slapen als een tevreden baby die teder wordt bemind, was
mooier dan welke andere baby ook die ze ooit had gezien. Zijn huid
was blank en doorschijnend, en had een delicate glans. Zijn ogen
waren gesloten, maar ze kon de dichte bruine en lange wimpers zien
die op zijn wangetjes rustten, en zijn lipjes waren vol en roze, en
weken af en toe in een onbewuste glimlach vaneen.
'Hij is aanbiddelijk,' zei ze
zachtjes. 'Wat ben je een bofferd.' Voor het eerst van haar leven
realiseerde ze zich dat Leonora alles bezat wat ze zich voor
zichzelf had gewenst. Mercedes had gelijk gehad, en haar woorden
van al die jaren geleden kwamen weer terug en herinnerden haar aan
haar eigen grootheidswaan: Leonora zal gelukkig worden omdat
haar trekken niemand een rad voor ogen zullen draaien. Alicia's
trekken hadden velen een rad voor ogen gedraaid, maar niemand meer
dan haarzelf.