Hoofdstuk 6

Audrey vond het ongelofelijk moeilijk om te liegen. Tot nu toe was ze erin geslaagd halve waarheden te vertellen, die zo verkeerd nog niet leken en niet zo zwaar op haar geweten drukten als regelrechte leugens, maar nu, nu ze in het vragende gezicht van haar zusje keek, wist ze dat ze haar alles zou gaan vertellen en daar zoals altijd spijt van zou krijgen. Ze was echter zo gelukkig dat dat haar roekeloos maakte.
Ze wierp zich op het bed naast Isla en rekte zich uit als een tevreden kat. 'Ik ben in Palermo geweest,' fluisterde ze, dronken van vreugde. 'Ik ben zo verliefd, het voelt als een vuur dat mijn hele lichaam verteert. Ik kan het niet doven, het groeit en het groeit maar. O, Isla, het is echt net zoals ze in romans schrijven. Het is echt fantastisch. Mijn hart voelt aan alsof het zal barsten van geluk.'
Isla's glimlach verbreedde zich. 'Heeft Cecil je meegenomen naar Palermo?' herhaalde ze verbaasd. 'Ik dacht dat Louis de avontuurlijke van hun tweeën was.' Audreys gezicht kleurde van gêne toen ze op het punt stond haar zusje de waarheid te vertellen. Maar Isla kende Audrey goed genoeg om het aan te voelen wanneer de dingen niet waren wat ze leken. Ze schudde haar hoofd en vernauwde haar groene ogen argwanend tot spleetjes. 'Het gaat niet om Cecil, hè?' zei ze langzaam, en ze bestudeerde de gelaatstrekken van haar zus met de strengheid van een dokter. 'Het is Louis.' Audrey glimlachte dunnetjes, zich ervan bewust dat Isla het misschien vervelend zou vinden dat ze haar niet eerder in vertrouwen had genomen, en ze knikte. 'O, Audrey, ik kan het niet geloven. Dit stelt alles in een ander licht,' riep ze op luide fluistertoon uit. 'Dus het ging de hele tijd om Louis! Wat ben je toch een stiekemerd! Jij nota bene, Audrey. Ik had niet gedacht dat je het in je had.'
'Ik hou van hem,' antwoordde ze eenvoudig, in de hoop dat eerlijkheid nu haar eerdere leugens goed zou kunnen maken.
'Zoals tante Hilda zegt: wat heeft liefde met trouwen te maken?' antwoordde ze zachtjes. 'Je weet dat papa en mama je levend zullen villen als ze er ooit achter komen. Zij hebben hun zinnen op Cecil gezet.' Haar ogen glinsterden van vreugde toen de volle omvang van haar zusters rebellie tot haar doordrong en haar op allerlei ideeën bracht.
'Dat weet ik,' antwoordde Audrey kreunend. 'Daarom houden we het voorlopig ook nog stil, zodat ze hem kunnen leren kennen en leren waarderen. Hij is namelijk heel anders dan zijn reputatie doet vermoeden. Hij is door iedereen helemaal verkeerd beoordeeld.'
'Je weet hoe het hier gaat: als je eenmaal een bepaalde naam hebt, kun je daar moeilijk iets aan veranderen. Maar heb je wel bedacht dat hij, als jullie betrapt worden, in een nog ongunstiger licht komt te staan omdat hij jou op het verkeerde pad heeft gebracht?' Isla schudde nogmaals haar hoofd. 'Ik kan het niet geloven, Audrey. En dat zonder dat ik je ook maar enigszins heb aangemoedigd.'
'Ben ik slecht?'
'Heerlijk slecht!' Isla giechelde en vlocht haar vingers door die van Audrey, die warm aanvoelden en trilden. 'Ik ben heel blij dat je zo gelukkig bent,' voegde ze er naar waarheid aan toe. 'Je straalt helemaal, en dan te bedenken dat ik dat allemaal aan Cecil toeschreef.' Plotseling werd ze ernstig. 'Maar Audrey, Louis is niet goed wijs. Hij is excentriek en artistiek. Ik weet wel dat hij prachtig piano kan spelen, en ik weet dat hij kan tekenen als Leonardo da Vinei, maar hij heeft een krankzinnige blik in zijn ogen - angstaanjagend gewoon. Het ene moment is hij verdrietig, het volgende moment is hij dolgelukkig; je weet nooit waar je met hem aan toe bent. O, Audrey, ik hoop datje weet wat je doet!'
'Jij kent hem niet zoals ik hem ken. Hij is zachtaardig en vriendelijk, gevoelig en genereus. Het spijt me dat ik het je niet eerder heb verteld. Ik was bang dat je het zou verklappen.' Ze keek haar zusje smekend aan. 'Je vertelt anderen hier niets over, hè Isla? Je hebt geen idee hoe belangrijk dit voor me is.'
'O, dat begrijp ik wel,' antwoordde ze. 'Echt wel.'
'Dus je vertelt het niet verder?'
'Nee...' begon ze. 'Op één voorwaarde.'
Audrey zuchtte. 'En die is?'
'Je moet me alles vertellen, van het begin af aan, en me van alles wat hierna gebeurt op de hoogte houden.'
Audrey glimlachte en ging rechtop zitten. 'Ik zal je alles vertellen, als dat betekent dat ik in het geheim Louis kan blijven zien,' zei ze, en ze klom uit het bed en begon haar kleren uit te trekken.
'Ik zal je wel dekken,' stelde Isla enthousiast voor, omdat ze graag haar steentje wilde bijdragen aan het complot. 'O, wat zullen we een lol hebben als we plannetjes maken en iedereen voor de gek houden.' Audrey hing haar jurk over de leuning van haar stoel. 'Je kunt morgen maar beter vroeg opstaan en een bad nemen, je stinkt naar de rook.'
'O ja?' Ze trok een lok van haar krullen naar voren en rook eraan.
'Nou en of,' zei Isla. 'Maar ik hou er wel van. Het ruikt naar verboden vruchten. Kom nou maar in bed en vertel me hoe het allemaal is begonnen. Begon het die eerste avond toen hij hier kwam eten? Wist je toen meteen dat hij de ware was? Dus toen ik ervoor zorgde dat we met Cecil iets gingen drinken bij de club, toen was je helemaal niet verliefd op hem, of wel?' Isla zuchtte van verbazing. 'Ik kan niet geloven dat ik het niet in de gaten had. Nou, ik word nu niet langer in onwetendheid gelaten, toch?' Audrey glipte tussen de lakens en rolde zich op naast haar zusje.
'Ik heb mijn hart aan Louis verpand zodra ik hem zag glimlachen...' begon ze, alsof ze voorlas uit een romantisch boek. Het luchtte haar op Isla het hele verhaal te vertellen. Ze voelde zich minder schuldig nu ze haar hart kon uitstorten. Het stelde Audrey bovendien in staat elk moment tot in levendig detail opnieuw te beleven nu ze het omzette in de poëzie van woorden en het daardoor echter maakte. Isla luisterde naar Audreys avonturen zonder ook maar het geringste spoor van jaloezie. O, ja, zij zou het ook heerlijk hebben gevonden om mee uit dansen te worden genomen in Palermo, om 's nachts door de tuin te sluipen naar een geheim afspraakje, om een clandestien bestaan te leiden dat parallel liep aan het leven van alle anderen zonder dat die er ook maar iets van wisten. Maar alleen al bij de gedachte kermde ze van weerzin. Natte kussen, klamme handen en lichamelijke intimiteit waren genoeg om haar het gevoel te geven of er honderd mieren over haar huid kriebelden. De lol lag in het flirten, de vleierij en het overtreden van regels. Wat haar fascineerde aan Audreys romance was dat die inging tegen de verwachtingen die iedereen van haar had. Audrey was de verstandige zus; dit soort gedrag zou haar beter hebben gepast. Isla, die niet overmatig sensitief was, was zich ervan bewust dat de rollen waren omgedraaid en ze kon het niet nalaten zich zorgen te maken dat Audrey zou worden betrapt.
'Wat ga je nu doen?' vroeg ze nadat haar zus was uitverteld over de dans op het plein in Palermo.
'Ik weet het niet. Ik probeer niet aan de toekomst te denken,' antwoordde ze, maar de toekomst was het enige waar ze voortdurend van droomde. 'Maar ik zal zeker de rest van mijn leven met Louis doorbrengen,' zei ze resoluut. 'Wat er ook gebeurt.'
'Papa zal je niet graag aan hém weggeven. Ik hoorde hem een paar dagen geleden met mama praten in de tuin, toen Cecil en jij zaten te schaken op het terras. Zij vinden Louis angstwekkend onbetrouwbaar.'
'Alleen maar omdat hij anders in elkaar zit dan andere mensen,' riep ze gefrustreerd uit. 'Hij heeft niemand vermoord, hoor! Goeie hemel, wat is iedereen hier toch benepen en kleinzielig.'
'Ik bereid je alleen maar voor, Audrey. Hun hart zal breken. Mama aanbidt Cecil.'
Audrey ademde diep in terwijl er een gewicht als van een paar onzichtbare handen neerdaalde op haar schouders. 'Geef hun de tijd. Het kan me niet schelen hoe lang het duurt. Ze zullen uiteindelijk van Louis gaan houden zoals ik van hem hou,' zei ze vastberaden.
'Ik hoop het voor je,' zei Isla.

De twee meisjes sloten hun ogen, maar geen van beiden sliepen ze makkelijk in. Uiteindelijk berustten ze allebei in het lot, opgelucht om de strijd de strijd te laten en dat wat ze niet in de hand hadden aan het lot over te laten. Verstrengeld als geliefden lagen ze met hun lange zijdezachte pijpenkrullen uitgespreid over de kussens te slapen. Zo trof hun moeder hen 's ochtends aan. Maar omdat het zaterdag was en er geen school was, besloot ze hen allebei te laten uitslapen. Toen ze de deur zachtjes had dichtgedaan en wegliep, glimlachte ze; Audrey en Isla hadden een bijzondere band samen. Ze waren niet alleen zusjes, maar ook vriendinnen, en de gedachte dat ze samen als jonge hondjes lagen te slapen deed haar goed. Ze ging de trap af naar de drukte van haar drie zonen en haar man die buiten op het terras onder de druivenranken zaten te ontbijten.
De daaropvolgende paar maanden konden Audrey en Louis elkaar veel vaker zien, dankzij de slimme plannetjes die Isla voor hen bedacht. Terwijl Henry en Rose nauwverholen hoop koesterden voor Audrey en Cecil, en hun toenemende intimiteit beschouwden als een betrouwbare indicatie voor hun affectie, hielp Isla mee met briefjes naar het station brengen en vergezelde ze Audrey naar de club en gaf haar dekking zodat ze samen kon zijn met Louis. Ze ging met hen mee uit rijden over de vlakten, en ze vroegen haar niet om weg te gaan omdat ze graag iemand wilden laten zien hoe dol ze op elkaar waren; bovendien hadden ze veel aan haar te danken. Zonder Isla zou hun verhouding beperkt zijn gebleven tot de sinaasappelboomgaard. Isla was opgetogen over hun romantische nachtelijke uitstapjes naar de stad en bleef op de overloop de wacht staan houden tot ze om de hoek in de schaduwen waren verdwenen. Vervolgens legde ze zich te rusten in Audreys bed, met een half oor gespitst op de deur, klaar om op te springen zodra ze uit Palermo terugkwam, met ogen die schitterden van opwinding en vol van de avonturen van de kleine uurtjes die als poëzie in dromerige woorden over haar lippen stroomden. Isla hield nog het meest van deze momenten. Ze beleefde de romantiek via haar zuster zonder de verschrikkingen van lichamelijke intimiteit te hoeven meemaken. Dan lagen ze in het bleke ochtendlicht, hun armen losjes om elkaar heen, te fluisteren tot hun keel er pijn van deed en hun ogen prikten van vermoeidheid. Op deze intimiteit was Isla zeer gesteld. Een onschuld waaraan ze zich vastklampte uit angst voor de volwassen wereld - dat was een geheim dat ze aan niemand kon verklappen, zelfs niet aan Audrey. Zij wilde niet volwassen worden, nooit.

Toen de dagen korter werden en de winter inzette, raapte Cecil zijn moed bij elkaar om Audrey mee uit eten te vragen. Hoe meer hij repeteerde hoe hij het zou aanpakken, hoe nerveuzer hij werd, totdat zijn zelfvertrouwen zich tegelijk met de herfst leek terug te trekken. Hij voelde zich een onhandige reus: zijn handen waren te groot voor zijn lichaam, zijn neus was te grof voor zijn gezicht. Hij had zich nooit eerder zo tekort voelen schieten, maar Audrey ondermijnde zijn zelfverzekerdheid. Ze had iets - een verre blik in haar ogen, iets etherisch in de manier waarop ze bijna zweefde als ze liep. Als hij niet beter wist, zou hij hebben gezegd dat ze de schijn ophield uit beleefdheid, maar toen stond hij stil bij haar karakter: dat was nu eenmaal minder gepassioneerd en impulsief dan dat van haar zusje. Dus hij troostte zichzelf met de gedachte dat zij waarschijnlijk even nerveus was als hij.
Het was pas eind juni, toen de winter de vogelboom had beroofd van zijn bladeren en gezang, dat Cecil Audrey uiteindelijk mee uit vroeg.
'Is dit geen kaal jaargetijde?' zei hij terwijl ze een wandelingetje maakten door de sinaasappelboomgaard. Audrey voelde een treurigheid over zich heen komen toen ze langs de kale kersenboom liep die haar en haar geliefde op zovele zoele zomernachten had verborgen, een stille getuige van hun geheime liefde. Ondanks zijn naaktheid hingen de zoete herinneringen nog steeds tussen de bevroren takken.
'Ja, dat is het zeker,' antwoordde ze. 'Maar ik hou wel van de wisseling van de seizoenen. De zomer was zo heet en vochtig; het is een opluchting om de winterkou te voelen en lekker bij het vuur te zitten.'
'Ja, nou,' stemde hij in, en hij wreef zenuwachtig in zijn handen. 'Maar het is niet zo koud als in Engeland.'
'Of zo vochtig.'
'Dat ook niet,' grinnikte hij. Audrey merkte zijn ongemak op, en zijn verstikte stem, en vroeg zich af wat er in hem was gevaren.
Er viel een ongemakkelijke stilte toen ze door het hek aan het eind van de boomgaard terugliepen naar de hoofdtuin. De bloembedden lagen te sluimeren onder rottende bladeren als een botanisch kerkhof, bedacht Audrey, waaronder de geesten van de planten nog steeds leefden en wachtten op hun reïncarnatie in de lente. Cecil kuchte. Hij zag aan het eind van het gazon het huis dreigend opdoemen en besefte dat hij maar beter spijkers met koppen kon slaan.
'Audrey,' begon hij. Ze keek naar hem op en glimlachte. Een glimlach om hem aan te moedigen, dacht hij, en dapper ging hij verder. 'Ik zou je graag mee uit eten willen vragen.' Haar ogen flitsten verrast en haar wangen kregen een rode membrillo-\<lexir.
'O,' zei ze.
'Ik heb je ouders nog niet om toestemming gevraagd, want ik wilde het eerst aan jou vragen,' legde hij uit. Ze keek omlaag naar haar schoenen en lachte lichtjes. Wat was hij opeens formeel en serieus.
'Dat zou heel leuk zijn, Cecil,' antwoordde ze. 'Wat aardig dat je het vraagt.' Hij wist niet of ze de ernst van zijn verzoek wel begreep: dat hij toestemming vroeg om werk van haar te maken.
'Ikben de afgelopen maanden erg op je gesteld geraakt,' hield hij aan, in de hoop dat ze zijn bedoelingen niet verkeerd zou begrijpen. Dit keer ontsnapte een strakker lachje haar keel.
'Nou, Louis en jij zijn bij de familie gaan horen,' zei ze, hem opzettelijk verkeerd begrijpend. 'Papa en mama beschouwen jullie bijna als zonen.'
'Ze zijn heel vriendelijk,' beaamde hij, en hij keek toe hoe ze haar armen over elkaar sloeg. Hij vond haar schuchterheid aantrekkelijk en kreeg als gevolg daarvan meer zelfvertrouwen.
'Ja, dat zijn ze zeker,' antwoordde ze, wetend hoe blij ze zouden zijn dat hij haar nu officieel het hof maakte. Ze verloor de grond onder haar voeten en versnelde haar pas om het gesprek af te kappen. Ze moest Louis en Isla raadplegen. Zij zouden wel weten wat ze moest doen.
Toen ze het huis binnengingen, merkte Louis op dat Audreys gezicht gespannen stond en dat er om de mondhoeken van zijn broer een trotse glimlach speelde, en hij voelde dat er iets belangrijks was gebeurd terwijl hij een schets van Isla had zitten maken. Haastig seinde hij met zijn ogen dat ze ergens onder vier ogen met haar zuster moest gaan praten. Audrey knipperde hem dankbaar toe en ging haastig de kamer uit, zodat Louis zich bezorgd schuifelend in zijn stoel bleef zitten afvragen wat er aan de hand was.
Cecil, die Henry alleen aantrof in zijn werkkamer, waar hij brieven zat te schrijven, vroeg met zijn gebruikelijke beleefdheid of hij hem even mocht storen. 'Jawel hoor,' antwoordde Henry, en hij gebaarde dat Cecil bij de haard moest plaatsnemen. 'Een akelige dag, afschuwelijk koud,' zei Henry, die zijn pen neerlegde en zich omdraaide om Cecil zijn volle aandacht te geven.
'Ik zou graag toestemming willen vragen om Audrey het hof te maken,' zei hij.
Henry grinnikte goedmoedig.
'Daar heb je mijn toestemming niet voor nodig, Cecil. Audrey kan zelf beslissen, je zou het haar moeten vragen.'
'O, dat heb ik al gedaan, en ze heeft ja gezegd op mijn uitnodiging om te gaan eten.'
'Dat doet me deugd,' riep Henry uit. 'Ze is geen kind meer, maar ze is onervaren. Ik ben blij dat ze in jouw vaardige handen terecht is gekomen.'
Cecil was gevleid. 'Ik heb hier maanden over nagedacht, Henry. Aangezien ik voor jou werk, was ik bang dat het niet gepast zou zijn.'
'Wat een onzin, beste Cecil. Rose en ik hebben jullie vriendschap al een poosje zien opbloeien. Je hebt onze zegen, en als je die van Audrey ook hebt, hoef je je nergens zorgen over te maken.'
'Nou, dan ga ik maar eens kijken of ik mijn broer op het schaakbord kan verslaan,' zei hij monter, en hij stond op uit de fauteuil met een hart dat zo licht was als een veertje. Henry keek hoe hij zachtjes de deur achter zich dichtdeed en bedacht hoe anders hij was dan Louis. 'Een verschil van dag en nacht,' zei hij bij zichzelf, en hij schudde zijn hoofd. Een afschuwelijk moment lang dacht hij aan Isla en Louis als stel, en hij huiverde. Het zou echt iets voor zijn eigenzinnige dochter zijn om te vallen voor een man als Louis. Niet dat er nou direct iets mis met de jongen was, maar hij zou geen bijster geschikte echtgenoot zijn. 'Nee, hij is onverantwoordelijk, die knul,' zei hij, en hij pakte zijn pen en zette de gedachte van zich af.
Henry maakte zich nooit zorgen om dingen voordat ze gebeurden; dat was zijn talent. Maar Rose deed dat wel, en zij had Isla's groeiende intimiteit met Louis met angst en beven gadegeslagen. Ze had haar angsten verwoord tegenover tante Edna, maar er was maar één iemand die enige invloed op het meisje zou kannen uitoefenen, en dat was Audrey.

'O, Isla, ik weet niet wat ik moet doen,' jammerde Audrey, en ze liet zich op het bed vallen. 'Cecil heeft me mee uit eten gevraagd.'
'O god!' riep Isla uit. 'Dat is niet best.' Ze schudde haar krullen tot ze om haar gezicht dansten.
'Hij is zo'n stijve hark. Alsof hij regelrecht uit een roman van Jane Austen komt. Het is lachwekkend. Hij is papa om toestemming gaan vragen.'
'O god! Dat klinkt alsof hij met je wil trouwen.'
'Daar moet je geen grapjes over maken.'
'Dat doe ik ook niet.'
'Want dat zal namelijk nooit gebeuren.'
'Natuurlijk niet. Je hoeft niet zomaar met de eerste de beste te trouwen als je hem niet ziet zitten,' stelde Isla haar gerust. 'Heb je ja gezegd?'
'Ik moest wel,' legde ze uit, en ze rechtte haar rug. 'Ik kon geen nee zeggen, niet nadat ik hem al die weken zo voor de mal heb gehouden.'
'Je kunt in elk geval beter toneelspelen dan we dachten,' zei Isla snuivend.
'Dankjewel.'
'Je moet het Louis vertellen,' instrueerde Isla, en ze trok een la open en haalde er pen en papier uit. 'Schrijf hem een brief en dan stop ik hem die toe als hij weggaat.'
'Alle mensen, ik weet niet wat ik nu moet.'
'Je moet natuurlijk gaan,' zei Isla, die aan Audreys toilettafel ging zitten en haar haarborstel oppakte. 'Aan de andere kant, het is een prima dekmantel. Zolang Cecil werk van je maakt, zal niemand de baarheid vermoeden. Het hoort allemaal bij het spel, Audrey.'
'En als het nou te ver gaat?' vroeg Audrey zorgelijk.
'Dat hangt van jou af,' antwoordde Isla, kijkend naar haar zusters spiegelbeeld. 'Je mag hem niet te dichtbij laten komen.'
'Ik voel me zo gemeen, Isla. Hij is heel aardig en vriendelijk. Ik mag hem ontzettend graag, echt waar. Ik wil alleen niet met hem trouwen.'
'Je speelt een gevaarlijk spel, Audrey,' zei Isla, die zich voelde als een spion in oorlogstijd. 'Maar je hebt geen keus. Als je hem nu afwijst, loop je het risico je gevoelens voor Louis bloot te geven. Moet je jezelf nou zien. Je ziet eruit als het toonbeeld van de liefde! Niemand kan eraan twijfelen dat je verliefd bent, ze hebben alleen een andere man voor ogen. Stel je voor dat je er zo uit zou zien zonder dat iemand je dekking biedt; dan zouden ze allemaal gaan speculeren en dan zouden ze het zeker raden, net als ik.'
'O, Isla, zoals jij het zegt klinkt het zo eng,' kreunde ze.
'Het fs ook eng. Dit is het echte leven, Audrey, niet een van je romans, en de inzet is hoog. Schiet nou maar op en schrijf dat briefje. Volgens mij kun je hem beter vanavond in de boomgaard treffen. Ik zorg wel voor dekking.'
Audrey schreef het briefje, kreeg zichzelf weer in de hand en keerde met haar zusje terug naar de zitkamer. Isla was geheel vervuld van de belangrijke rol die zij hierbij speelde en beende doelgericht naar de deur. Rose zag hen binnenkomen, maar ze zat met haar aandacht bij haar jongste dochter, die onmiddellijk naast Louis plaatsnam om toe te kijken bij het potje schaak dat hij spee;lde met Cecil.
Albert lag op de grond voor de haard met zijn twee jongere broertjes kaartenhuisjes te bouwen. Audrey durfde niet naast Louis te gaan zitten; ze was te geagiteerd en was bang dat ze alles zou verraden als ze bij haar broers plaatsnam en zichzelf met de kaartenhuisjes probeerde af te leiden. Pas toen Cecil en Louis opstonden om te vertrekken werden Roses angsten bewaarheid. Ze zag Isla Louis een briefje toestoppen. Het was een subtiel gebaar, dat heel heimelijk en snel werd uitgevoerd. Als ze niet al had vermoed dat er tussen hen iets gaande was, zou Rose het niet hebben gezien. Toen ze waren vertrokken, ontbood ze Audrey op haar kamer met de smoes dat ze haar advies wilde over wat ze aan zou trekken naar tante Hilda's cocktailparty.
Audrey liep achter haar moeder aan haar slaapkamer in en deed zoals haar gezegd werd de deur achter zich dicht. Rose leunde tegen de vensterbank. Opeens was ze heel bleek en haar lippen trilden van de zorgen. 'Ik moet je iets vragen, Audrey,' begon ze op ernstige toon. Audrey voelde het zweet onder haar oksels naar beneden sijpelen en haar knieën knikten. Ze ging op het bed zitten en keek naar haar nagels.
'Wat is er, mam?' vroeg ze, terwijl ze haar best deed normaal te doen. Rose was te zeer verdiept in haar gepieker om Audreys ongemak op te merken.
'Ik ben bang dat Isla en Louis...' Ze aarzelde, zoekend naar woorden. 'Een verhouding hebben' klonk te plechtig, 'iets samen hebben' klonk te speels. 'Ik geloof dat ze verliefd zijn,' zei ze uiteindelijk. Audrey kon wel huilen van opluchting.
'Waarom denk je dat, mama? Dat is absurd!' riep ze uit.
'Ik zou zweren dat ik Isla Louis vanavond een briefje zag toestoppen.'
'Dat lijkt mij niet,' stelde ze haar gerust. 'Het kan vast geen romantisch briefje zijn, want daar is Isla niet in geïnteresseerd. Ze vertelt mij alles, en als het zo was zou ik het hebben geweten.'
'Denk je dat echt?' vroeg Rose; ze stapte bij het raam vandaan en kwam naast Audrey op het bed zitten. 'Denk je dat echt?'
'Ik weet het zeker,' voegde ze er nadrukkelijk aan toe.
Rose veegde haar ogen af. 'Je hebt een zware last van mijn schouders genomen, Audrey.' Ze zuchtte. 'Zo kun je het wel stellen.'
'Maar mama, wat is er zo verkeerd aan Louis?' vroeg ze dapper.
Rose schudde haar hoofd. 'Er is niets mis met hem, lieverd,' legde ze luchtig uit, want ze was graag genereus nu het gevaar dat hij haar dochter het hof maakte geweken was. 'Hij is alleen nogal onverantwoordelijk. Weet je, Henry heeft van vrienden uit Londen allerlei verhalen over hem gehoord. Hij is net een ongeleid projectiel. Hij is onbetrouwbaar, en hij heeft geen goede reputatie. Hij is een charmante jongeman, en ook knap om te zien, dat staat buiten kijf, alleen zou ik niet willen dat hij een van mijn dochters het hof maakte. Hij is geen eerzaam man, lieverd. Stel je voor: niet vechten voor je vaderland. Het is een schande!'
Audrey voelde tranen in haar ogen prikken en slikte moeizaam.
Ik geloof niet dat hij zo slecht is als jullie allemaal beweren,' protesteerde ze kwaad. 'Volgens mij zijn jullie allemaal onnodig hard.'
Rose was van mening dat Audrey Louis verdedigde omdat hij de broer was van de man van wie ze hield. Ze klopte op haar dochters hand en glimlachte toegeeflijk. 'Lieve kind, niemand twijfelt ook maar in het minst aan Cecils integriteit en deugdzame karakter.'
'Maar Louis is ook een goed mens. Hij is spontaan en impulsief, uitgesproken en onconventioneel, maar dat maakt hem nog niet slecht.'
'Natuurlijk niet,' beaamde ze. 'Het is leuk om hem over de vloer te hebben.'
'Zolang hij maar niets romantisch krijgt met een van je dochters.'
'Nou, dat zit er dus ook niet in, hè?' antwoordde ze, en haar wangen gloeiden nu van opluchting. 'Vertel me eens, waar heeft Cecil het over gehad tijdens jullie wandeling? Toen hij binnenkwam zag hij er heel gelukkig uit.'
Audrey zuchtte diep, zich ervan bewust dat ze het spelletje moest meespelen. 'Hij heeft me mee uit eten gevraagd,' antwoordde ze met een klein stemmetje.
'O, wat aardig van hem,' reageerde Rose, die niet al te hoopvol probeerde te kijken. 'Heb je ja gezegd?'
'Hij zei dat hij eerst jullie om toestemming moest vragen.'
'Wat keurig, zeg!' riep Rose bewonderend uit. Ze stond op en begon om haar zenuwen tot bedaren te brengen de Victoriaanse doosjes op haar toilettafel te herschikken. 'Onze toestemming krijgt hij. Ik kan ook wel voor Henry spreken,' zei ze kalm. 'Maar het gaat erom wat jij wilt, lieverd, dat is belangrijk.'
'O, ik ga graag met hem uit,' zei ze, terwijl ze probeerde iets van enthousiasme in haar stem te leggen. 'Het is maar een etentje.'
'Uiteraard,' zei haar moeder. Ze zal wel angstig zijn, dacht ze, het is tenslotte haar eerste etentje helemaal alleen met een jongeman. Toen zei ze hardop: 'Ik weet zeker dat hij je meeneemt naar een aardige gelegenheid, want hij heeft een uitstekende smaak. Ah, wat moet je aan? Ik denk dat we de stad in moeten, jij niet?'

Die avond, achter de koude muur van de sinaasappelboomgaard, drukte Audrey haar lichaam tegen dat van Louis in een poging warm te blijven. Hij had de hele avond zijn woede uitgeleefd op de piano, totdat Diana Lewis hem had gevraagd of hij ofwel iets harmonieus wilde spelen, ofwel helemaal niets. 'Ik wil niet dat je gaat, lieverd, maar als het betekent dat we elkaar nog steeds kunnen blijven zien, loont het de moeite. Vertel me alsjeblieft dat je ouders minder afwijzend tegenover me staan.'
'Dat gaat wel gebeuren, maar geef hun de tijd,' antwoordde ze, want ze wilde hem niet kwetsen door hem over het gesprek met haar moeder te vertellen.
'Tijd is nou juist wat we niet hebben,' kreunde hij.
'Hoe bedoel je?'
'Nou, Cecil maakt serieus werk van je, en je legt hem geen strobreed in de weg,' legde hij uit, en hij sprak de naam van zijn broer venijnig uit. 'Je kunt niet altijd maar spelletjes met hem blijven spelen. Je kunt mij ook niet altijd blijven ontkennen.'
'Ik ontken je niet, Louis,' fluisterde ze, gekwetst door zijn beschuldiging.
'Laten we er dan samen vandoor gaan.'
'Je weet dat ik dat niet kan.'
'Wat voor keus hebben we dan?'
'Ach, mijn ouders ook!' siste ze nijdig, en ze trok zich los en keek op naar zijn ogen. 'Waarom kan het me zoveel schelen wat zij denken?'
'Omdat, mijn lieve Audrey, je met hun liefde bent opgegroeid,' zei hij, en hij streek met een warme hand teder over haar gezicht. Hij kuste haar voorhoofd. 'Het is volkomen vanzelfsprekend dat je hen niet wilt kwetsen. Jij hebt hen ook nodig. O, Audrey, jij bent niet iemand om weg te lopen, nietwaar?'
'Jij wel?'
'Ja hoor. Er hoeft maar iets te gebeuren of ik ga er met je vandoor. Maar ja, ik ben nu eenmaal onverantwoordelijk.' Hij grinnikte mistroostig.
'O, Louis. Je bent volmaakt. Voor mij ben je volmaakt.'
'Ik hou van je, Audrey,' zei hij zacht, terwijl hij haar weer tegen zich aan trok en met zijn lippen haar slaap beroerde. 'Ik hou echt van je.'
'En ik hou van jou, Louis,' antwoordde ze. 'Niets doet er verder echt iets toe. We zullen altijd samen zijn.'
'Dat spreekt voor zich. Ik ben niet zo gek om je te laten gaan. Trouwens, we hebben een leven vol avonturen voor ons liggen. Hoe zit het met al die dromen van je? Iémand moet die toch werkelijkheid maken?'
'We hebben al gedanst in Palermo,' zei ze lachend.
'We gaan nog dansen boven op de Machu Picchu en door de Atacama-woestijn als die in bloei staat. We dansen over de Atlantische Oceaan heen naar Parijs en Rome en Wenen. We dansen de hele wereld over, en ik zal zorgen dat de muziek nooit stopt. Dat beloof ik je, mijn lieve Audrey. De muziek zal nooit stoppen.'
Ze vlijde haar gezicht tegen zijn hals, ervan overtuigd dat hij gelijk had.