Hoofdstuk 17

Audrey had die twee weken helemaal naar het weekend toe geleefd waarin ze haar dochters weer zou zien. Ze had hun elke ochtend geschreven in Cicely's kleine zitkamer, naast de haard, want het regende voortdurend en het was vochtig en koud. Ze voelde zich gedwongen om te schrijven omdat ze op die manier contact met hen had, hoewel ze weinig nieuws te melden had. Alicia had nog maar twee keer geschreven: de verplichte zaterdagse brief die ze allemaal aan hun ouders moesten schrijven, en eentje naar Mercedes, maar Leonora had elke dag de pen gepakt.
Leonora's brieven waren lang en lyrisch. Ze schreef over haar nieuwe vriendinnen en juffrouw Reid, die ze ontzettend graag mocht, en over de ritjes op die pluizige ronde pony's op de manege, waar ze achter elkaar reden in draf en handgalop en over rood-witte hordes sprongen. Ze vergeleek het rijden met de nonchalante manier waarop ze in Argentinië reden en besloot dat ze het in Engeland leuker vond, omdat Frankie, de instructeur, aardig voor haar was en haar prees ten overstaan van de andere meisjes. Ze kreeg pianoles en was uitgekozen om mee te zingen in het juniorenkoor. Maar de kunstzinnige vorming vond ze het leukst van alles en ze was met drie andere meisjes gekozen om in het kunstcomité zitting te nemen. Dat betekende dat ze op zaterdag Kunstclub hadden en ervoor moesten zorgen dat het lokaal netjes bleef en opgeruimd was. In ruil daarvoor kwamen ze één keer per week samen met juffrouw Augusta Grimsdale, die thee en cake meebracht, en die ze Gussie mochten noemen. Ze droeg lange gebloemde jurken en exotische kralenkettingen die om haar hals waren gewonden en neerhingen tot aan haar middel als bij oudtante Edna. Uit tact zei ze er niets over hoezeer ze haar moeder miste, en ze schreef niet over Alicia die voor menselijke horde had moeten spelen omdat ze wist dat dat haar moeder van streek zou maken. In plaats daarvan tekende ze bloemen en hartjes op het papier, die ze tijdens de studietijd inkleurde met een rode viltstift. De enige aanwijzing voor haar heimwee was dat er hier en daar inkt- en vochtvlekken op het papier zaten. Audrey overtuigde zichzelf ervan dat het geen tranen waren. Ze moest wel, wilde ze verder kunnen.
Cicely zwierf door het huis in haar flodderbroek met koordje, met Marcels hemelsblauwe overhemden fladderend om haar middel, waardoor ze elke keer dat ze langs de spiegel in de gang kwam aan hem moest denken. Ze hielp Panazel en Florien in de tuin, met snoeien en de heggen bijknippen en appels, pruimen en bramen plukken, tot de provisiekast uit zijn voegen barstte door de goede gaven van de herfst. Ze liet Audrey de boerderij zien, waar de boer die naast haar woonde het laatste restje van de oogst binnenhaalde met grote groene combines die op wilde beesten leken die zich kauwend een weg baanden door het kool- en vlaszaad waaruit olie zou worden gewonnen. Ze vertelde Audrey dat het land van haar was geweest, maar dat sinds haar man acht jaar geleden was overleden, Anthony Fitzherbert, de eigenaar van het landgoed naast haar, het voor haar had bewerkt. 'Met boeren valt tegenwoordig weinig te verdienen, maar ik kan er kleren van kopen en hier blijven wonen. Ik zou voor niets ter wereld uit Holholly Crange weg willen, had ze gezegd. 'Trouwens, het is het enige wat ik nog van Hugh heb.' Cicely sprak niet veel over wijlen haar man. Misschien leek dat niet gepast met Marcel die zich schuilhield boven op zolder. Maar iedereen heeft iemand nodig, en Audrey stelde zich voor dat Marcel goed voor haar was, ook al was het zonneklaar dat er alleen sprake was van lichamelijke aantrekkingskracht en niet van geestelijke gelijkgestemdheid.
Marcel liet zich alleen zien als er gegeten moest worden, en hij nam het eten vaak mee naar boven naar zijn atelier; hij zette hei zwijgend op een dienblad en maakte zich zonder een woord te zeggen uit de voeten. Cicely leek het niet erg te vinden. Hun relatie was een schimmige affaire, want telkens als ze beneden aan het ontbij1 verscheen leek ze verkwikt en monter, als Barley na een lange boswandeling. Haar ogen straalden en haar wangen gloeiden, en haai glimlach was even schaamteloos als de geur van liefde die achte: haar aan door het huis zweefde en Audrey herinnerde aan wat zi had bezeten en had verloren.
Er leek maar één foto van Louis te zijn, degene die op de vleugel stond en die telkens aan Audreys hart trok wanneer ze de gelegen heid had ernaar te kijken. Maar op een dag ontdekte ze, toen ze iets te lezen zocht, een paar beduimelde fotoalbums op een oude essen-houten tafel in de bibliotheek. Omdat ze zich niet wilde opdringen door nieuwsgierigheid te tonen, waagde ze het erop Cicely om toestemming te vragen. Tot haar opluchting vond Cicely het maar al te leuk om naast haar voor de haard te gaan zitten en ze samen met haar te bekijken. 'Je wilt zeker zien hoe Cecil was als kleine jongen?' vroeg ze terwijl ze zich op de bank installeerde.
'Ja,' antwoordde Audrey, amper in staat haar enthousiasme te beteugelen.
Cicely deed het boek open en sloeg langzaam de bladzijden om. Er waren foto's van htm ouders, van Cecil als kind, van Cicely als klein meisje en van hun ouderlijk huis, dat groot en meedogenloos was als Colehurst House. Audrey beet op haar nagels van ongeduld. Ze probeerde Cicely met pure wilskracht sneller door het album te laten gaan. Ze maakte de juiste opmerkingen, slaakte een zucht bij Cecil in zijn doopjurk, bewonderde Cicely's geanimeerde gezichtje dat haar toegrijnsde vanuit een grote zwarte kinderwagen, en sprak haar verbazing uit over de koele elegantie van hun moeder. En toen kwamen ze bij een zwartwitfoto van Louis. Daarop moest hij ongeveer een halfjaar oud zijn. Wat was hij weinig veranderd.
Hij had het witblonde haar en het zachte, mollige lijfje van een baby, en toch had de uitdrukking van verbazing en onschuld in zijn grote, onderzoekende ogen iets van die dromerige, afwezige blik die hem zo anders maakte dan andere mensen. Toen al leefde hij in een eigen wereld. Zo teer, zo onschuldig, zo breekbaar en zo makkelijk te kwetsen. Audreys hart herinnerde zich de volwassen man van wie ze had gehouden en keek vervolgens naar het kind dat daar nog altijd achter schuilde en dat haar nodig had. 'Hoe was Louis als kleine jongen?' vroeg ze kalm. Cicely was niet verrast door haar vragen, want die stelde ze bij alle foto's. Maar ze aarzelde, omdat ze zich schuldig voelde.
'Hij was lief,' zei ze bedachtzaam. 'Dat was hij echt. Als baby was hij aanbiddelijk.'
'Zo ziet hij er ook uit,' antwoordde Audrey met een tedere glimlach naar de foto. 'Hij is niet echt veel veranderd, is het wel?'
'Tja, dat was nou net het probleem.'
'Probleem?'
'Hij kon moeilijk leren. Hij was laat met kruipen, met lopen, met praten. Hij is nooit echt volwassen geworden.'
'Aha.' Audrey kreeg klamme handen van de zenuwen. Ze voelde dat Cicely op het punt stond haar de ware reden te vertellen waarom Louis anders was.
'Maar als baby was hij echt heel lief. Ik weet het nog goed, omdat ik zoveel ouder ben dan hij. Hij was net een pop, en ik speelde met hem, tot ik er genoeg van kreeg. Hij had zo zijn buien.' Ze grinnikte vol nostalgie en streek vervolgens een verdwaalde haarlok achter haar oor. 'Volgens mij raakte hij gefrustreerd door zichzelf. Hij wilde verder zijn dan hij was, alsof hij diep vanbinnen wist dat hij wel beter kon, maar zijn armen en benen niet gehoorzaamden aan wat zijn hoofd ze gebood te doen. Hij kon heel driftig worden.'
'Waarom was hij zo, terwijl Cecil en jij zo... zo... ?'
'Normaal zijn?'
Audrey sprong bij deze beschuldiging op met de heftigheid var een moeder die wil beschermen. 'O, ik zou niet willen beweren dal Louis abnormaal is,' zei ze haastig. 'Hij is alleen buiten-normaal Buitengewoon. Begaafd.'
'O, Audrey. Wat weet je toch weinig over hem,' zei Cicely opeens met een diepe zucht. 'Als Isla niet van hem had gehouden, zoi ik je dit niet over hem vertellen. Maar jij bent familie en ik zal hen vast niet verraden door jou in vertrouwen te nemen.'
'Ga verder.' Audrey durfde amper adem te halen.
'Omdat, lieve Audrey, Louis veel te vroeg geboren werd. Ge vaarlijk prematuur. Mama was hem bijna verloren en raakte in eei zware depressie toen hij in het ziekenhuis lag en ze daar probeerdei hem in leven te houden. Het was afschuwelijk. Iedereen thuis wa ontzettend opgelucht toen hij naar huis mocht. Het was net of e een zwarte wolk was weggetrokken en de lucht weer stralend blau\ werd. Dat wil zeggen, totdat werd ontdekt dat hij er wel degelij] iets aan had overgehouden. Maar dat viel niet zo een-twee-drie op Hij had geen littekens die we allemaal konden zien en begrijpen maar mentaal was hij kwetsbaar, en dat is moeilijker te accepterei en nog moeilijker te behandelen.'
'Wat bedoel je?' vroeg Audrey angstig. Cicely vertelde verde alsof ze hun gedrag probeerde te rechtvaardigen en al praten kreeg haar stem meer kleur en textuur, tot het klonk alsof ze bijn stikte van het schuldgevoel.
'Hij heeft als kleine jongen zwaar te lijden gehad. Hij had vei schrikkelijke krijsbuien en dan kon niemand iets doen om hem tc bedaren te brengen. Dan ging hij maar tekeer en maaide met zij armen. Zo...' En ze spreidde haar armen en zwaaide ermee ronc 'Het was net alsof hij in grote nood zat. Het was afschuwelijk. Pap; die altijd elke situatie in de hand had, wist niet wat hij ermee aa moest. Hij kon er gewoon niet tegen. Dus toen Louis groter werd, was hij steeds minder in hem geïnteresseerd. Alsof hij niet bestond. Mama was in het begin erg aan Louis gehecht. Ze voelde zich schuldig omdat haar lichaam hem niet zo lang had gedragen als had gemoeten. Ze had het idee dat ze had gefaald. Maar hij was gewoon voor iedereen te lastig te hanteren. Hij wilde niets van haar weten. Ik ben er ook schuldig aan,' zei ze, en haar stem sloeg over. 'Ik deed altijd alsof hij geadopteerd was. Ik vertelde aan iedereen dat hij geen familie van ons was, dat mama en papa hem hadden geadopteerd. Het was afschuwelijk. Ik snap niet hoe ik zo wreed heb kunnen zijn. Hij leek het niet erg te vinden. Hij lachte er altijd om. Maar hij moet me erom hebben gehaat. Het moet verschrikkelijk voor hem zijn geweest, hoewel Cecil altijd goed voor hem was. Maar ja, Cecil is dan ook een soort heilige. Ik ben zelfzuchtiger, moet ik bekennen. Ik heb van veel dingen spijt, maar ik ben te slap om er iets aan te doen. Cecil, de heilige Cecil, bleef met Louis optrekken toen we hem allemaal allang hadden opgegeven. Pas toen hij op mama's piano begon te spelen alsof hij dat al jarenlang kon, alsof hij ervoor was opgeleid, werd hij wat kalmer. Toen hij opeens ontdekte dat hij kon communiceren, dat hij een gave voor iets had, verzachtte dat volgens mij zijn frustratie en kwam er aan zijn aanvallen een eind. Maar vervolgens konden we hem geen van allen bereiken omdat hij uren achter elkaar ging zitten spelen en zich voor ons allemaal afsloot, alleen met de muziek. Muziek is zijn enige liefde. Isla maakte geen enkele kans, Audrey. Die lieve Louis, hij is een gekwelde ziel.'
'Maar maakt hij het nu goed?' zei Audrey. Ze wist zeker dat Cicely het verkeerd zag. Louis was wel degelijk in staat van een ander menselijk wezen te houden. Hij had van haar gehouden en muziek vormde de ruggengraat van die liefde. Die hield hen samen. Het was hun manier om elkaar te begrijpen wanneer woorden niet meer konden uitdrukken wat er omging in hun hart.
'Hij heeft geleerd ermee te leven en hij kent zijn beperkingen, neem ik aan. Maar hij kan er nog steeds niet mee overweg als de dingen niet gaan zoals hij wil. Dan stort hij in.'
'Hij heeft alleen maar behoefte aan liefde,' zei ze met kalme stem.
'Maar wie zal hem liefhebben, Audrey? Wie zal dat soort tijd en moeite in hem investeren om hem te kunnen begrijpen? Hij sluit mensen buiten. Niemand kan hem bereiken. Hij is kilometers ver weg in dromenland, en hoe ouder hij wordt, hoe verder weg hij gaat. Op een goede dag verdwijnt hij nog eens helemaal uit zicht.'
Die nacht lag Audrey wakker in het donker en huilde. Ze huilde om haar dochters en ze huilde om Isla en om Louis. Ze wist niet voor wie ze de meeste tranen vergoot.
Uiteindelijk keerden Leonora en Alicia voor het weekend teru<. naar Holholly Grange. Audrey omhelsde hen allebei opgetogen maar desondanks werd haar blijdschap ondermijnd door de wetenschap dat ze, als zij eenmaal weer terug waren op school, op he vliegtuig zou moeten stappen en terug zou moeten vliegen naai Buenos Aires. Ze wist niet hoe ze dat voor elkaar moest krijgen Maar ze had zich vast voorgenomen dat hun scheiding het heder niet mocht bederven, want daarvan wilde ze met volle teugen kunnen genieten.
Alicia schaamde zich zo om de straf die ze had gekregen omda ze zonder zadel op Mister Snow had gereden dat ze er niets over zei en Leonora deed dat ook niet. Ze was verschrikkelijk vernederd. Zi zou het niet eens aan Mercedes vertellen, aan wie ze meestal alle toevertrouwde. In plaats daarvan liet ze al haar leraren de revue pas seren en deed iedereen na met de opmerkzaamheid van een profes sionele mimespeler. Ze bleven in de keuken bij de Aga om Alicia zit ten lachen, die heen en weer beende alsof ze op het toneel stond terwijl de honden her en der op de vloer op hun kussens lagen.
Tot Audreys verrassing kwam Marcel beneden lunchen, en ii plaats van zijn eten op een dienblad mee naar boven te nemen nan hij plaats aan tafel en keek naar degenen om hem heen alsof hij ui hen inspiratie hoopte te putten. Hij zat in een hoekje broeierig t kijken als een held in een slechte liefdesroman, deed zijn best on stuurs over te komen en rookte een sigaret die hij zelf had gerolc Cicely veranderde spoorslags weer in een wispelturig meisje, lie redderend heen en weer en deed extra haar best op de lamsboui terwijl de tweeling amper in de gaten had dat hij er was en het hu in elk geval volkomen koud liet. Marcel was kalm en waakzaam aan wezig, en Audrey kon zich niet aan de indruk onttrekken dat h haar in de gaten hield. Niet met de ogen van een minnaar, niet o de manier zoals hij naar Cicely keek, maar wetend. Alsof hij op d hoogte was van haar geheim. Ze voelde zich ongemakkelijk. Marcf verstopte zich op de zolder, en toch leek alles hem te bereiken. H had haar piano horen spelen toen zij had gedacht dat ze alleen wa: hij was midden in de nacht naar haar toe gekomen toen ze niet ha kunnen slapen. Wie weet had hij zich ook wel ergens in de schade wen opgehouden toen ze die dierbare momenten had doorgebracl: met de foto van Louis. Ze ving zijn blik en fronste haar wenkbrauwen maar hij bleef rook de lucht in blazen en keek haar aan als een kunstenaar die zijn ogen laat gaan over het werk dat hij heeft geschapen.
's Middags namen ze de honden mee naar buiten voor een lange wandeling, gewapend met grote schalen om bramen te plukken. De struiken waren overladen met vruchten en de bomen in de boomgaard waren zwaar van de appels en pruimen die hingen te rijpen voor de pluk. De lucht was warm en de zon deed de heuvels baden in een gouden herfst! icht, dat hen allemaal herinnerde aan de zomer en aan hoe mooi Engeland was als het goed weer was. Audrey dacht aan kolonel Blythe en aan hoe die zich vergiste: het regende helemaal niet altijd in Engeland. Ze keek naar Alicia, die rondrende met de honden, terwijl Leonora achterbleef met haar arm door de hare gestoken alsof ze haar moeder zo lang mogelijk vast wilde houden voordat ze weer gescheiden zouden worden.
Ze liepen terug door het veld waar de zigeuners hun kamp hadden en troffen Panazel en Masha aan, die languit met hun twee kinderen op het gras lagen. Alicia haastte zich naar Leonora en trok haar aan haar mouw. 'Niets zeggen over de kip, wat er ook gebeurt,' siste ze.
'Natuurlijk niet,' antwoordde Leonora. 'Maar wel aardig doen,' voegde ze eraan toe. Alicia trok haar neus op. 'Aardig' was net zo'n woord als 'vriendelijk'; het was saai en wat haar betrof mocht het wel uit het vocabulaire worden geschrapt. Audrey merkte op dat de honden, die meestal naar de paarden blaften, nu op afstand bleven en met z'n allen ongemakkelijk op ruime afstand bleven zitten.
'Hallo, Florien,' riep Alicia naar de stuurse jongen die nu met de rest van zijn familie overeind krabbelde.
'O, goeie hemel, jullie hoeven echt niet allemaal op te staan, hoor,' merkte Cicely op, en ze zwaaide met haar armen alsof ze de meute honden gebood te gaan zitten. 'Er zijn een heleboel bramen in de bossen. Ik hoop dat je er je voordeel mee doet, Panazel.'
'We hebben onszelf voorzien van alles wat het land te bieden heeft, danku wel, mevrouw Weatherby,' antwoordde hij, en hij zette zijn hoed weer op.
'Ah, Ravena, jij hebt nog niet kennisgemaakt met Alicia en Leo-nora, mijn nichtjes. Ze logeren nu bij mij en komen Panazel en Florien in de vakantie helpen. Er valt een heleboel te doen.'
'Ik wil hun graag de toekomst voorspellen,' antwoordde ze, waarbij ze een scheef gebit ontblootte.
'Ja, graag!' riep Alicia enthousiast uit. 'Ga ik met een schatrijke man trouwen?'
'Alicia!' berispte Audrey haar, want ze geneerde zich voor de slechte manieren van haar dochter.
'Ach, waarom niet?' vond Cicely, en ze lachte. 'Ze heeft mij ook een keer de toekomst voorspeld. Het is erg amusant. Hier, ik zal je ervoor betalen.' Ze stak haar hand in de zak van haar broek en haalde er twee halve kronen uit. 'Ik bekruis je hand met zilver.'
'Joepie!' kraaide Alicia opgetogen. 'Waarom laat jij het ook niet doen, Leo?' Maar Leonora schudde haar hoofd en keek op naar haar moeder.
'Leonora is net als ik: wij worden een beetje zenuwachtig van toekomstvoorspellers,' zei Audrey met een kneepje in haar dochters hand terwijl ze haar vingers door de hare vlocht.
Alicia liep achter Ravena aan over het trapje de woonwagen in. Ze was lang en slank, en haar haar viel onder de hoofddoek die ze droeg tot aan haar middel. Als ze niet zo'n slecht gebit en vaalgele huid had gehad, zou ze een schoonheid zijn geweest. Ze wees naar een kleine ronde tafel met twee stoelen. Alicia verspilde geen tijd, trok een stoel naar voren en ging zitten terwijl ze de zigeunerin enthousiast met haar ogen knipperend opnam. 'Hebt u een kristallen bol?'
Ravena schudde haar hoofd. 'Nee, daar heb ik geen geld voor,1 verklaarde ze. 'Ik lees mensen de hand. Dat heeft mijn grootmoedei me geleerd, en die had helemaal geen kristallen bol nodig.'
'Nou, hier is hij,' zei ze, en ze stak haar hand over tafel naar voren. 'Wat ziet u? Word ik rijk en gelukkig?' Ravena pakte de hanc van het meisje beet en bestudeerde die zorgvuldig. Alicia keek naai haar gezicht terwijl ze haar ogen over alle lijnen en plooien lie gaan. Ze haalde diep adem en Alicia merkte op dat haar oogleder glansden van het zweet. Het was warm. Warmer in de kleine woon wagen dan buiten, waar de lucht warm maar fris was. In de woon wagen was het nogal benauwd en toen de zigeunerin bleef zwijgen begon Alicia ook te zweten, maar dan van ongeduld. Ten slotti slaakte Ravena een diepe zucht en legde haar hand over de hand palm van het kind. 'Nou?' vroeg Alicia. 'U moet toch iéts zien.'
'Je bent heel gezegend,' zei ze uiteindelijk. 'Je beschikt niet al leen over grote schoonheid, maar ook over gaven. Het is aan jou or die gaven goed te gebruiken. Je zult ofwel rijk en gelukkig worder ofwel...' Ze aarzelde. Alicia moedigde haar aan door zich naar vo ren te buigen.
'Ofwel...?'
Ravena toonde een berustende glimlach en schudde haar hoofd.
'Nee, je zult rijk en gelukkig worden. Je zult een man trouwen met een heleboel geld van wie je veel zult houden. Je zult in dit land blijven wonen en je kinderen zullen Engels zijn. Je krijgt er vier en ze zullen allemaal net zo knap en getalenteerd zijn als jij.'
'Echt waar?' fluisterde Alicia dolgelukkig. 'Dat moet ik mama gaan vertellen.'
'Ik word rijk en gelukkig, en krijg vier kinderen!' riep Alicia uit toen ze het trapje weer afdaalde. 'Jij moet het ook eens proberen, Leo. Ze is echt goed.' Maar Leonora hield zich nog steeds op de achtergrond; ze wilde niet weten wat de toekomst voor haar in petto had, voor het geval die niet zo zou zijn als ze zich wenste. Toen ze met z'n allen wegliepen naar het hek, sprongen de honden op en drentelden achter hen aan; ze snuffelden over de grond en tilden af en toe een poot op.
'Die lieve Ravena, ik betwijfel of ze het ooit wel bij het rechte eind heeft,' zei Cicely met een knipoog naar Audrey. 'Maar haar leugens zijn tenminste prettige leugens. Ik zou niet graag willen dat ze mensen bang maakte.'
'Nou, ze heeft iemand hier heel gelukkig gemaakt, dus het was die tweeënhalve kroon wel waard,' antwoordde Audrey, en ze lachte.
'En?' zei Masha, en ze wendde zich tot haar dochter. Ravena zuchtte en haalde haar schouders op.
'Ik moest doen alsof,' bekende ze.
'Alweer?' zei haar moeder, terwijl ze afkeurend haar hoofd schudde. 'Je grootmoeder zou zich omdraaien in haar graf als ze wist hoe je je gave misbruikt.'
'Ik kon haar niet vertellen wat ik zag. Net zoals bij mevrouw Weatherby kon ik niet onthullen welke leugens er in het verschiet liggen. Sommige dingen kun je maar beter niet weten.'
'Je raakt je gave nog eens kwijt.'
'Misschien zou ik ermee moeten stoppen en kan ik beter met pap en Florien pruimen gaan plukken in plaats van voor mensen in de toekomst te kijken.'
'Doe niet zo mal. Hier ben je goed in. Je zou alleen meer lef moeten hebben. We zijn tenslotte heer en meester over ons eigen lot, er staat niets zwart op wit. Je had haar een betere kant op moeten sturen.'
'Dat had geen zin. Dat meisje is een heel eind van het rechte pad afgedwaald,' zei ze ernstig, en ze schudde haar hoofd. 'Ik ga een stukje rijden. Ik ben een beetje somber.' En ze liep weg om de pony los te maken, peinzend over Alicia's duistere natuur.

Het was ver na middernacht toen Leonora met Flappie de gang door trippelde naar haar moeders slaapkamer. Ze had een kaars in haar hand, die flakkerde in de ijzige tochtvlagen die door een van de gammele oude ramen naar binnen kwamen. Ze durfde het licht niet aan te doen omdat Cicely geen elektriciteit wilde verspillen. Huiverend van de kou bleef ze even voor haar moeders deur staan. Ze wist dat ze een grote meid moest zijn, en Alicia zou haar vast de volgende ochtend plagen - ze plaagde haar al omdat ze dat 'stinkkonijn overal met zich meesleepte. Maar ze verlangde naar haar moeder: warme omhelzing, naar het veilige gevoel van dicht tegen haar aar liggen, en naar de troost die het bood om haar voor zichzelf te hebben, zoals het toen ze klein was altijd was geweest.
Ze klopte aan en draaide vervolgens de deurknop om. Ze hoorde het geruis van lakens toen Audrey zich omdraaide en overeinc ging zitten. 'Wie is daar?' vroeg ze, even bang dat het Marcel zoi kunnen zijn die haar weer kwam bespieden. Maar toen zag ze he bleke gezicht van haar kleine meisje, verlicht door de gouden vlan van de kaars, en glimlachte vertederd. 'Is alles goed met je?' vroej ze, opschuivend om ruimte te maken.
'Ik voel me zo alleen,' antwoordde Leonora met een klein stem metje. Audrey glimlachte toegeeflijk.
'Kom dan maar hier, lieverd. Ik voel me ook alleen.'
Leonora klauterde in bed en blies de kaars uit. Ze rolde zich o tot een bal en voelde dat haar moeder lekker achter haar ging lig gen, zodat ze tegen elkaar aan lagen gedrukt.
'Ik mis je als ik op school ben,' zei Leonora. Het was makkelijke om in het donker over haar angsten te praten, wanneer ze het vei drietige gezicht van haar moeder niet hoefde te zien.
Audrey drukte haar even tegen zich aan. 'Ik mis jou ook. Ik m jullie verschrikkelijk. Er gaat geen moment voorbij of ik denk aa jullie allebei. Maar jullie vinden je weg wel en gaan het vast net 2 leuk vinden als tante Cicely. Ze praat erover alsof ze zelf nog steec op school zit. Het klinkt alsof het er heerlijk is.'
'Dat is het ook. Ik vind juffrouw Reid aardig, en Gussie ook. Cazzie is mijn beste vriendin. Zij heeft soms ook heimwee, maar zij heeft haar zusjes tenminste nog bij zich, en die zijn lief voor haar.
'Jij hebt Alicia.'
'Ja,' zei Leonora vlak. 'Ik heb ook mijn zusje bij me.' Ze kon niet uitleggen dat Alicia zich gedroeg alsof ze volstrekt geen familie van elkaar waren, want daar zou haar moeder al te zeer door van streek raken.
'Met de kerstvakantie komen jullie naar huis. Vier hele weken, stel je voor! We gaan een op en top Engels kerstfeest vieren. Ik zal Mercedes laten zien hoe ze kerstpudding moet maken, en vleespasteitjes, en dan maken we al onze cadeautjes open onder de kerstboom, met opa en oma. Het duurt niet lang meer. Nog maar tien weken. Die zijn zo voorbij, en voor je het weet ben je weer thuis.'
'Maar daarna moeten we weer weg. Ik vind het afschuwelijk om weg te gaan,' zei ze.
'Dat weet ik, lieverd. Denk er nu maar niet aan. 's Nachts lijken dingen altijd veel erger. Je bent nu bij me en ik hou heel veel van je. Heel veel. Probeer maar aan fijne dingen te denken.'
En dus probeerde Leonora aan fijne dingen te denken, terwijl Audrey voor haar aan alle akelige dingen dacht. Zoals afscheid nemen, teruggaan naar huis, naar een huwelijk dat niets voorstelde en een leeg huis. Zoals lange jaren van afscheid nemen op het vliegveld en dierbare momenten samen die veel te snel voorbij zouden gaan.
O, Cecil, dacht ze, wat heb je gedaan?
De volgende dag regende het. Leonora wist zich niet te vermaken, omdat de minuten wegtikten en haar dichter naar de middag brachten en naar de pijnlijke rit terug naar school. Ze klampte zich aan haar moeder vast en zei heel weinig, terwijl Alicia in de woonwagen van de zigeuners zat en zich keer op keer door Ravena de toekomst liet voorspellen. Audrey probeerde Leonora op te vrolijken door een tuintje te maken van een schoenendoos, met mos van het dak van het huis en kleine bloempjes waar ze in de regen naar op zoek gingen onder de grote golfparaplu die ooit van Hugh was geweest. Het meisje begon te glimlachen terwijl ze bezig ging de onderdelen vast te lijmen en een cirkel van aluminiumfolie op de bodem van de doos bevestigde bij wijze van vijver. Cicely bakte chocoladekoekjes voor bij de thee en liet de tweeling de beslagkom uitdikken, waarom ze moesten vechten met Barley, die zich vast had voorgenomen zijn natte snuit erin te steken vóór de tweeling.
Het afscheid was verschrikkelijk. Leonora huilde en Alicia deed chagrijning, omdat zij nu weer voor haar zusje moest zorgen. Audrey ging er dit keer snel vandoor, want ze had haar lesje geleerd van de eerste keer, maar de hele terugweg in de auto zat ze te snikken, en ook de hele terugweg naar Buenos Aires in het vliegtuig, zdat toen ze op het vliegveld aankwam haar ogen gezwollen waren en ze amper herkenbaar was.
Maar ze kon nooit hebben verwacht of zich er een voorstelling van hebben gemaakt wat er zich tijdens haar afwezigheid in haar huis had afgespeeld.