Hoofdstuk 12

De jaren die volgden gingen voorbij met het gelach en de zonneschijn van het gezinsleven, zodat Audrey zich amper bewust was van het snelle verstrijken van de tijd. Haar kinderen brachten haar zoveel geluk en vormden een brug tussen haarzelf en Cecil waar ze elkaar met volkomen begrip konden ontmoeten. Cecil kreeg weer het plezier in het leven waar hij zo naar had verlangd en Audreys schimmen waren weggesloten tegelijk met de kaarsen. Rose en Edna loofden de tweeling, of ze nu lof verdienden of niet, terwijl Hilda stilletjes in de schaduwen van haar bitterheid zat te broeien, wrokkig omdat haar eigen dochters niet aantrekkelijk en charmant waren, en niet waren getrouwd en geen kinderen hadden gekregen.
Cecil vond zijn echtgenote weer terug; de nachten werden niet langer gevuld met melancholieke pianomuziek, maar met uren waarin ze vrij waren om van elkaar te houden, en Audrey, voor wie fysieke intimiteit met haar man op de beste momenten weinig meer dan plichtmatig was geweest, ontdekte dat er een nieuwe tederheid tussen hen was ontstaan. Ze stelde haar hart ervoor open en merkte tot haar verrassing dat daar plaats voor hem was. Het was verkeerd van haar geweest om hem almaar te vergelijken met zijn broer, die vonken had doen overslaan door alleen maar naar haar te kijken. Dat soort magie zou vast niet lang zijn blijven duren. Trouwens, ze had ervoor gekozen met Cecil te trouwen, en nu ze er achteraf op terugkeek zag ze wel in dat dat het beste was wat ze had kunnen doen. Ze was gelukkig. Wie weet hoeveel ongeluk Louis zou hebben gebracht?
Audrey kon van haar baby's genieten omdat Emily Harris, een Engels kindermeisje dat uit Brighton was aangetrokken, de eerste jaren bij hen bleef en zij degene was die te maken kreeg met gebroken nachten en de uitputting die samengaat met de zware verantwoordelijkheid die de zorg voor een kleine tweeling betekent. Toen ze vertrok, was ze nog maar een magere, grauwe versie van de rozige jonge vrouw die in een gesteven uniform vol enthousiasme en energie bij hen op de stoep had gestaan. Hoeveel ze ook van de tweeling was gaan houden, Emily kon Alicia niet goed in de hand houden, en het kind putte al haar krachten uit, tot ze nog maar bar weinig voor zichzelf overhad. Ze wist dat ze, tenzij ze vertrok, oud zou worden voor haar tijd en zou verstoffen op een plank. Ze kon 's ochtends amper haar bed uit komen, laat staan dat ze in haar vrije tijd uitging en mensen ontmoette. Ze miste Leonora verschrikkelijk, maar ze was blij dat ze niet langer met Alicia's kuren en eisen te maken had.
Als het op haar kinderen aankwam, kende Audreys liefde geen grenzen. Soms barstte ze in tranen uit van louter dankbaarheid en dankte ze God in stilte dat Hij haar kleine meisjes gegeven had die van elkaar zouden houden en elkaar zouden steunen zoals met haarzelf en Isla het geval was geweest. Cecil was een goede vader, hoewel afstandelijk. Hij verdiende goed bij het bedrijf van haar vader en zorgde ervoor dat zijn dochters alles kregen wat ze nodig hadden. Hij was geen man die zich nadrukkelijk uitte, zoals zijn broer, voor wie aanraking evenzeer een levensbehoefte was als zuurstof. Cecil toonde zijn affectie met af en toe een schouderklopje, met zijn bereidheid om verhaaltjes voor het slapengaan voor te lezen, en een grote belangstelling voor hun opvoeding. Hij zorgde ervoor dat de toekomst van de meisjes veilig werd gesteld, terwijl hun moeder alleen maar in het heden leefde.
Leonora was het kind van haar moeder. Alicia behoorde toe aan zichzelf. Nadat Emily Harris was vertrokken, was Leonora naar Audrey toe getrokken en ze ging hysterisch tekeer als ze van haar werd gescheiden. Als Alicia niet zo koel-onafhankelijk was geweest, zou Audrey gek zijn geworden van de zorgen, want ze kon niet beide meisjes 's avonds mee naar bed nemen. Maar Alicia sliep overal, als ze maar een nachtponnetje en een matrasje had - maar de nachtpon moest wel gladgestreken zijn onder haar lichaam, want als er plooien en vouwen waren lag ze niet lekker en werd ze kwaad. Dit bood Audrey de gelegenheid om Leonora in haar armen te wiegen, tot het kind in een tevreden sluimering viel, haar bleke gezichtje verzaligd tegen haar moeders boezem genesteld. Cecil was er vierkant op tegen dat zijn vrouw hun dochter in hun bed liet slapen, maar hij kon er niets tegen doen, want het leek wel of ze niet alleen kon zijn. Met tegenzin verhuisde Cecil naar zijn kleedkamer en liet zo het echtelijke bed over aan moeder en kind; alleen in het weekend keerde hij erin terug en drong hij erop aan dat Leonora in haar eigen bedje werd gelegd, ook al betekende dat dat ze zichzelf in een onrustige slaap huilde.

Leonora aanbad haar zusje met evenveel vuur als Audrey ooit Isla had aanbeden. Ze hield haar continu in de gaten en was vol bewondering voor alles wat ze deed, want Alicia leerde snel en was uiterst getalenteerd. Niets vormde een te grote uitdaging voor Alicia; met haar schoonheid en vaardigheid kon ze alles aan, dat wil zeggen: alles behalve zichzelf - en het zou haar een leven lang kosten om erachter te komen dat de demon die de grootste beproeving vormde in haarzelf huisde.
Leonora was echter zachtaardig en sensitief, zoals haar moeder, maar bezat niet Audreys fysieke allure. Ze zag er gewoontjes uit met haar dunne bruine haar dat de kleur had van pastinaken en afstaande oren, maar dat deed er niet toe, want ze was vriendelijk en goedgehumeurd en werd door iedereen bemind, behalve door Alicia, die zwakheid verachtte. Hoe meer ze haar zusje kwelde, hoe meer Leonora haar bewonderde, en het was die grootogige bewondering die het slechtste in Alicia naarboven bracht. Hun Mexicaanse dienstmeisje, Mercedes, die zelf niet met grote schoonheid gezegend was, schudde haar hoofd, dat zwaar was van al het bijgeloof, en beweerde dat knappe gelaatstrekken het werk van de duivel waren. 'Een gezicht als het hare wordt de ondergang van menig fatsoenlijk man,' voorspelde ze ernstig, 'maar Leonora zal gelukkig worden, omdat haar trekken niemand een rad voor ogen zullen draaien.'
Mercedes verborg haar forse benen onder lange rokken en haar recepten onder een papegaaienkooi waarin Lorre haar stem perfect leerde te imiteren. Hij klonk zo levensecht dat ze toen Oscar, de chauffeur, bij de keukendeur verscheen en beweerde dat ze hem geroepen had voor een café, beschuldigend met haar bruine vinger naar hem zwaaide zonder zich te realiseren dat zijn onschuldige vergissing te wijten was aan de briljante imitatie van de papegaai. Nijdig schoof ze hem naar buiten, terwijl Lorre stilletjes in zijn vuistje lachte zoals Oscar lachte wanneer hij Mercedes begluurde als ze een plasje deed in het kleine toilet achter de bijkeuken.
Mercedes was dol op kinderen. Ze had er zelf een heleboel - van de portiers, tuinmannen en chauffeurs in Hurlingham - die rondliepen op straat als zwerfhonden die niet echt van iemand waren. Met grote trots kon ze de tweeling urenlang bezighouden, waarbij ze de mysteries van de keuken voor hen ontsloot, maar ze kwam er al snel achter dat, terwijl Leonora genoot van het hele culinaire proces van deeg maken tot de presentatie van het eindproduct, Alicia zich al snel verveelde en het alleen leuk vond baksels te glazuren en te decoreren. Mercedes schroomde niet vermanend met haar bruine vinger naar Alicia te zwaaien wanneer ze de creaties van haar zusje probeerde te bederven, terwijl Lorre aan de andere kant van het vertrek vrolijk kraste: Mala ninajajaja mala nina! en met pikzwarte oogjes toekeek als Alicia hierop reageerde door haar verbazingwekkende charme in de strijd te werpen en haar armen om het dikke middel van de meid te slaan en affectie te veinzen; Alicia hield van niemand anders dan van zichzelf.

   Tot grote opluchting van veel mensen in Hurlingham overleed Phyllida Bates in april 1960. Slechts een bescheiden aantal mensen woonde de begrafenis bij, en dat deden ze alleen omdat ze het gevoel hadden dat het moest, of omdat ze, zoals in het geval van Charlo Blythe, het gevoel hadden dat hun eigen sterfelijkheid in de lengende herfstschaduwen op de loer lag en die door zich deugdzaam en vroom te betonen nog een poosje op afstand meenden te kunnen houden. Phyllida's afgeleefde lichaam was ten slotte te zeer aangetast geraakt door haar giftige bloed en was in elkaar gezakt tot een hoop leerachtige huid en droge botten. Er was zo weinig van haar over dat de kist waarin haar stoffelijk overschot lag ongewoon klein en licht was. Phyllida's verscheiden interesseerde niemand, behalve de zesjarige Alicia, die werd gefascineerd door de dood en de duistere sfeer daaromheen. Toen de rouwstoet de kerk uit kwam, hing ze met grote ogen van nieuwsgierigheid in haar schoolschort rond bij de poort. Ze snoof de zware geur van lelies op die zich vermengde met de zoete geur van de dood en voelde een koude rilling over haar rug lopen. 'Kom mee, lieverd,' zei haar moeder, die Leonora stevig bij de hand hield, 'laat hen treuren in vrede.'
'Ze treuren niet,' zei ze, en ze grijnsde zonder haar blik los te maken van het plechtige tafereel dat zich voor haar ogen voltrok.
'Natuurlijk wel, Alicia,' antwoordde haar moeder toegeeflijk.
'Waarom streelt de kolonel dan het achterwerk van mevrouw Blythe?' Audrey sloeg haar ogen op naar het kerkhof en zag tot haar afgrijzen dat haar dochter gelijk had: de verweerde hand van de kolonel liefkoosde onmiskenbaar het schrale achterwerk van zijn echtgenote.
'Hij streelt het niet, lieverd, hij wrijft het beter. Ze is erop gevallen,' zei Audrey haastig, en ze beende naar haar ondeugende kind en trok haar weg van het hek.
'Nou, dan werkt dat zeker goed,' zei het meisje, en ze giechelde. 'Want mevrouw Blythe glimlacht.'
Tot Cecils ongenoegen beklaagden Alicia's onderwijzers zich voortdurend over haar gedrag. Ze beweerden dat ze slimmer was dan goed voor haar was, dat ze de rust in de klas verstoorde en dat ze vervelend deed tegen de kleinere kinderen. In feite verklaarden ze geërgerd, en daarbij haalden ze hun schouders op, dat ze niet in staat waren haar onder de duim te houden. Zodoende besloot Cecil er meer werk van te maken zijn dochter discipline bij te brengen en hij nam er zelfs zijn toevlucht toe haar een of twee keer een pak slaag te geven toen ze zo opstandig reageerde dat hij er versteld van stond. Zoveel brutaliteit was ongehoord bij een kind van zes. Maar niets leek te helpen; ze was te zeer verwend. Haar charme mocht dan effect hebben op haar moeder en tantes, dacht hij, maar op mij krijgt die geen vat.
Audrey weigerde te geloven dat een dochter van haar minder dan volmaakt zou kunnen zijn. Alicia snikte in haar armen, jammerde met veel misbaar dat haar vader een monster was en dat ze hem helemaal niet lief vond; alleen haar moeder was lief, die aanbad ze, en met een trillende hand veegde ze haar krokodillentranen weg, die als het nodig was net zo snel en makkelijk vloeiden als het water in de tuinsproeier. Dan hield Audrey het kleine meisje tegen zich aan, dacht terug aan de negen maanden dat ze in haar buik had gezeten en beloofde dat zij wel zou praten met haar vader en de onderwijzers en zou uitleggen dat ze alleen maar een geestdriftig, goedbedoelend kind was dat gewoonweg nog te jong was om haar geduchte aard te beteugelen. Audrey hield vol dat Alicia zich met een beetje discipline zou ontwikkelen tot een bijzondere jonge vrouw.
Maar het probleem werd alleen maar erger. Ze zagen zich genoodzaakt om haar van school te halen en een nieuwe te zoeken. Audrey weet het aan de leerkrachten, maar Cecil schreef het toe aan Alicia zelf, en Alicia gaf iedereen de schuld behalve zichzelf. 
Leonora leed onder de opstandige aard van haar zusje. Ook zij moest naar een andere school. Zij vergoot echte tranen omdat ze haar vrienden en vriendinnen miste, en haar lievelingsjuf, juffrouw Amy, die erg gesteld was op het lieve meisje dat nooit met lege handen op school verscheen, maar altijd wel gewapend was met een stuk fruit, een bos bloemen of een plak cake - geschenken die ze verlegen op de lessenaar van haar juf deponeerde. Ze klom nog steeds bij haar moeder op schoot om troost te zoeken en joeg haar vader zijn kleedkamer in, waar zijn eigen bed nog warm was van die vroege jaren van verbanning. Ten slotte realiseerde Cecil zich dat hem maar één ding te doen stond, en hij zou zich bijzonder weinig geliefd maken door het voor te stellen.
'Ik wil eens met je praten over de opvoeding van de meisjes,' zei hij op een avond tegen zijn vrouw terwijl hij zichzelf een glas cognac inschonk. Het was winter; de dagen waren kort, ze werden verzwolgen door de avonden, die vroeg en zonder waarschuwing begonnen. De tweeling lag in bed, gewikkeld in dekens en in de onvoorwaardelijke liefde van hun moeder, terwijl het buiten koud, stormachtig en vijandig was. Audrey glimlachte haar echtgenoot toe en legde haar boek neer.
'Volgens mij gaat het goed met Alicia op haar nieuwe school en begint Leonora het te accepteren dat niets in het leven ooit hetzelfde blijft. Een waardevolle les, lijkt me,' antwoordde ze opgewekt.
'Daar ben ik het niet mee eens. Er bestaat maar één ding waar Alicia wel bij zal varen en dat haar zal leren mensen die ouder zijn dan zij te respecteren.'
'En wat zou dat kunnen zijn?'
Cecil aarzelde, omdat hij wist dat wat hij wilde gaan voorstellen de aanleiding zou worden tot een fikse ruzie, en hij vond het geen aangename gedachte zijn vrouw van streek te maken. Hij zette zich schrap, keek haar toen met zijn lichtblauwe ogen aan en zei snel en vastberaden: 'Ik wil dat ze een echte Engelse opvoeding krijgen.'
Audrey verstarde. Even was ze helemaal de kluts kwijt. Ze staarde hem alleen maar ongelovig aan, verpletterd door de ongevoeligheid van haar man en niet in staat de woorden te vinden om er iets tegenin te brengen.
'Een échte Engelse opvoeding?' mompelde ze ten slotte na een lange en ongemakkelijke stilte.
'Een Engelse opvoeding, in Engeland,' zei hij, en hij keek toe hoe haar gelaatstrekken zich verwrongen. 'De scholen hier zijn gewoon niet goed genoeg,' vervolgde hij, niet in staat haar in de ogen te kijken, die hem angstig aanzagen. 'Volgens mij zouden ze naar Colehurst House moeten, waar mijn zus Cicely op heeft gezeten. Er is niets zo goed als een Engelse vorming.'
'Het zijn kinderen,' antwoordde ze langzaam met verstikte stem. 'Ze zijn nog maar zes.'
'O, goeie god, ik bedoel niet dat we ze daar nu al heen zouden moeten sturen. Nee, nee, lieverd, ze gaan niet voor hun tiende. Ik wil je alleen niet met een dergelijke kwestie confronteren zonder dat we het er van tevoren over hebben gehad.'
'Als ze tien zijn?' Ze trok haar vest strakker om haar schouders. Terwijl ze al haar geestkracht te hulp riep zei ze langzaam en zorgvuldig: 'Dit kun je me niet aandoen, Cecil. Ik sta het je niet toe.' Ze kende een paar gezinnen die hun kinderen naar scholen in Engeland hadden gestuurd, en toen ze terug waren gekomen, waren het vreemden met nieuwe maniertjes, nieuwe accenten, nieuwe uitdrukkingen. Dat zou zij niet laten gebeuren. 
'Ik was al bang dat je er niets voor zou voelen. Ik was al een poos van plan dit met je te bespreken.'
'Aha,' antwoordde ze met geforceerde kalmte, terwijl ze haar uiterste best moest doen om zichzelf in balans te houden. 'Cecil, hoe kun je nou bedenken de twee mensen van wie ik meer hou dan van wie ook ter wereld bij me weg te halen?'
Cecil wendde zijn gezicht af. Hij keek mistroostig uit het raam. Wat zijn vrouwen toch emotioneel, dacht hij. Misschien heb ik dit verkeerd aangepakt. Toen zuchtte hij diep en hij besloot het over een andere boeg te gooien.
'Het is mijn plicht als vader om te doen wat het beste is, Audrey. Ik wil ze net zomin wegsturen als jij, maar je moet aan hun toekomst denken.' Zijn stem klonk nu vaster. Ze stelde zich voor dat dit de toon was die hij vroeger in het leger had aangeslagen.
'De Engelse scholen hier voldoen prima. Heb ik een slechte vorming gehad?' Ze keek hem nu kwaad en dreigend aan.
Cecil stak een sigaar op en posteerde zich voor de haard. 'Jouw vorming was voldoende, ja, voor jouw tijd. Maar dit zijn andere tijden. De oorlog heeft alles veranderd, niet in de laatste plaats de positie van de vrouw in de maatschappij. Alicia is koppig en heeft een eigen willetje. Ze kunnen haar hier gewoon niet aan. Ze doet maar raak, en als wij haar niet enige discipline kunnen bijbrengen, wordt ze straks een uiterst onaantrekkelijke jonge vrouw. Ik vrees dat Leonora er ook iets van meekrijgt, omdat we ze niet uit elkaar kunnen halen; en trouwens, een Engelse opvoeding zal hun allebei goed doen. Leonora zal er profijt van hebben en er wat zelfstandiger en zelfverzekerder door worden. Ze hecht zich veel te veel aan jou.' Hij keek zijn echtgenote in de ogen en voegde eraan toe: 'Het is het grootste geschenk dat we hun kunnen geven. Een Engelse opvoeding is van onschatbare waarde.'
'In 's hemelsnaam, Cecil,' protesteerde ze. 'Ik zou er alles voor over hebben om hen niet naar de andere kant van de oceaan te hoeven sturen.'
'De toekomst ligt in Engeland. Ik was niet van plan om mijn hele leven hier te blijven, dat weet je.'
'Bedoel je dat we naar Engeland zouden moeten verhuizen?'
'Niet nu nee, maar misschien later wel. Ik wil het niet uitsluiten.'
'Maar ik wil hier blijven, Cecil. Ik wil dat mijn kinderen hier zijn. Wij horen in Argentinië thuis. Ik wil niet van hen gescheiden worden, dat laat ik niet gebeuren.' Haar stem werd luider, tot ze zich ervan bewust werd dat ze schreeuwde.
'Bedaar, Audrey, en probeer verstandig na te denken. Bekijk het eens van hun kant. Jij wilt toch ook wat het beste voor hen is? Of wil je alleen maar wat het beste is voor jezelf?'
'Ik ben hun moeder. Ik ben het beste voor hen,' riep ze verhit uit. 'O, Cecil, ik kan niet geloven dat je zoiets harteloos kunt voorstellen. Wat is er in je gevaren? Waarom wil je ons gezin uiteenscheuren?'
'Lieverd...' begon hij, maar Audrey wond zich te veel op om te luisteren.
'Ik sta het niet toe. Begrijp je dat? Over mijn lijk!' verklaarde ze, en voordat ze de kamer uit rende voegde ze eraan toe: 'Ik zal het je nooit vergeven.'
Cecil bleef alleen voor het haardvuur achter om na te denken over de reactie van zijn vrouw. Hij had niet verwacht dat ze er zó slecht op zou reageren; het was tenslotte niet ongewoon dat Anglo-Argentijnen hun kinderen op scholen in het buitenland deden. Kostschool in Engeland, een finishing school in Zwitserland - dat leerde hun op zichzelf te vertrouwen, vormde hen tot zelfstandige, onbevreesde jonge mensen. Het bereidde hen voor op het echte leven. Hoe graag hij zijn vrouw ook gerust had willen stellen, toch ergerde het hem dat ze oogkleppen ophad als het om hun kinderen ging. Alicia vormde een probleem, maar Audrey wilde het niet zien. In haar ogen waren hun dochtertjes engeltjes die hun vleugels hadden achtergelaten bij de marmeren hemelpoort en zouden ze die weer komen ophalen als ze daar terugkwamen. Voor haar stond het buiten kijf dat ze bijzonder en anders waren, en iedereen die iets verkeerds over Alicia zei was alleen maar jaloers. Nee, Cecil nam zich vast voor bij zijn besluit te blijven.

Audrey had een hele tijd geen piano gespeeld. Maar nu tilde ze het deksel op en nam met rechte rug plaats op de met versleten tapisserie bedekte kruk en zette haar voeten lichtjes op de pedalen. De tranen baanden zich een weg door haar dichte wimpers heen en bleven trillend aan haar kin hangen voordat ze op de ivoren toetsen vielen, die nu de pijn van haar ziel in muziek omzetten. Tegelijk met haar emoties van het moment kwamen de lang onderdrukte herinneringen aan Louis los, die uit de schaduwen van haar ziel werden opgediept en werden afgestoft, zodat zijn gezicht haar nu weer net zo helder voor de geest stond alsof ze hem de vorige dag nog had gezien onder de parasol van de kersenboom in de boomgaard aan Canning Street. Ze stelde zich zijn zandkleurige haar voor, dat altijd ongekamd was en in de war zat, zijn intense blauwe ogen met hun verre en dwalende blik, zijn volle lippen en de scheve glimlach die ze zo vaak had gekust, en zijn lange, bleke vingers die nerveus friemelend langs zijn zij hingen alsof hij voortdurend de toetsen van een denkbeeldige piano beroerde. Haar hart ging nu zo naar hem uit dat de piano begon te kreunen onder het gewicht van haar gekwelde ziel. Ze had Isla verloren en ze had Louis verloren, en nu stond ze op het punt haar kinderen te gaan verliezen. Ze voelde zich krachteloos. Maar de muziek had een kalmerende uitwerking. Ze zwaaide op haar kruk, bewoog haar hoofd langzaam van links naar rechts, ademde diep in en uit vanuit haar buik en liet het anker dat haar geest met de realiteit verbond zijn greep verliezen, zodat ze ongehinderd de grenzeloze wereld der dromen kon binnengaan.