Hoofdstuk 25
Rustig, rustig, zei Hannah tegen zichzelf. Massa's mensen hebben zwarte bivakmutsen. Ray heeft er een, praktisch iedereen op school heeft er een, dus waarom zou Jonathon er niet een hebben?
Ze volgde Lance door de tuin. Het was weer gaan sneeuwen, en het was al haast donker. Een harde wind joeg de sneeuw om hen heen op, en Hannah hield een arm omhoog om haar gezicht te beschermen.
Ze haastte zich om Lance bij te houden. Hij liep voor haar uit en Hannah stapte in zijn voetstappen. Toen ze bij de garage waren, deed Lance de deur open en ging naar binnen.
Hannah realiseerde zich ineens dat ze vergeten waren zaklantaarns mee te nemen.
„Ik zie niks, ' zei Lance met een zucht. „Enig idee waar de petroleum is?"
„Waarschijnlijk daar ergens. Wacht even. "
Er kwam wat wazig grijs licht door het hoge raampje en de deur, die ze open hadden laten staan. Hannah liep op de tast langs de achtermuur en tuurde met toegeknepen ogen in het donker om zich heen. IJzige windvlagen gierden om de hoeken van het gebouw en deden het schudden alsof het een stuk karton was.
In de hoek achter de auto verschoof iets, wat met een klap op de grond viel. Voordat Hannah kon reageren, had Lance zich tegen haar aangedrukt, met zijn lichaam tussen haar en het onbekende.
„Wat doe je nou?" vroeg ze geschrokken, terwijl ze hem van zich af duwde. „Het waren maar een paar dozen die vielen. "
Een tijd lang zei hij niets. Toen klonk eindelijk zijn stem in het donker. „Waar ik vandaan kom, luister je naar elk geluid en kijk je naar elke schaduw. "
Er ging een rilling door Hannah heen, maar ze probeerde haar stem nonchalant te houden. „Waar kom je dan vandaan?"
Was dat lage, holle geluid dat Lance produceerde een lach? Hannah wist het niet zeker, en voordat ze er over na kon denken, klonk er een zware dreun achter hen.
„Wat was dat?" hijgde ze, maar Lance liep haar al voorbij.
„De deur, " hoorde ze hem mompelen. „Die moet dicht gewaaid zijn. "
Hannah slikte moeizaam en knikte. Ze wachtte terwijl Lance de deurknop heen en weer draaide en op het hout sloeg. Toen dat niet hielp, begon hij zacht vloekend aan de deurknop te rammelen.
„Hij zit klem, " merkte hij op.
„Wat bedoel je?"
„Ik bedoel dat ik hem niet open kan krijgen. "
Hannah voelde paniek in zich opwellen. Ze probeerde er niet aan toe te geven. „Laat mij het eens proberen. "
Lance stapte opzij. Hannah rukte als een bezetene aan de deurknop, en ramde toen met beide vuisten op de deur. „Het lijkt wel of hij op slot zit, " zei ze angstig. „Maar dat kan niet!"
Ze draaide zich om en zag Lance naar haar staren. In het gedempte licht glansden zijn ogen met een vreemde, verontrustende kalmte.
„Doe dan wat!" riep ze. Ze stapte naar achteren om hem de ruimte te geven. Onderzoekend keek ze omhoog naar het raam in de achtermuur, maar ze wist eigenlijk al dat het te klein was om een van hen door te laten. Haar ogen gleden angstig over het donkere interieur van de garage, alsof ze bang was dat er ieder moment een schaduw zich los kon maken uit het donker om naar hen toe te sluipen.
„En de kanteldeur?" vroeg Lance met een gebaar naar de grote deur achter de auto.
Hannah schudde haar hoofd. „Die gaat elektrisch. "
„Maar je kunt hem toch ook wel met de hand omhoog duwen?"
Ze knikte en ging uit de weg.
Lance liep om de auto heen en greep naar de hendel onderaan de garagedeur. Hij gaf er een ruk aan en vloekte toen weer. „Het lukt niet, " zei hij over zijn schouder.
„Dat komt door de sneeuw. " Hannah wiebelde nerveus van haar ene voet op de andere. „Die is te hoog tegen de deur opgewaaid, denk je niet?"
„Het is de sneeuw niet, " mompelde Lance. Hij probeerde het nog eens, en stond toen langzaam op om haar aan te kijken. Er viel een schaduw over zijn gezicht, waardoor het onregelmatig in tweeën werd verdeeld. „De deur geeft een stukje mee, maar dan niet meer. Ik denk dat iets aan de andere kant hem tegenhoudt. "
„Bedoel... bedoel je... "
„Misschien had iemand wel de bedoeling dat we hier naartoe gingen, " zei Lance kalm. „Misschien wilde iemand dat we er niet meer uit zouden komen. "
De gedachten raceten door Hannah's hoofd. Was het Jonathons idee geweest om petroleum te halen, of dat van Lance? Jonathon had aangeboden om met haar mee te gaan
„Ray, " mompelde ze.
Lance schudde zijn hoofd. Hij liep weer terug naar de kleine deur en begon er met zijn schouder tegenaan te beuken.
„Help!" schreeuwde Hannah. „Laat ons eruit!"
„Doe maar geen moeite, " mompelde Lance. „Niemand kan je horen. " Hij beukte weer tegen de deur, harder nu.
Hannah keek wanhopig de garage rond. „We kunnen hier niet blijven, dan vriezen we dood. Die deur moet toch op de een of andere manier open te krijgen zijn! Er ligt hier allerlei gereedschap, help even zoeken. "
Door de paniek kon ze zich nauwelijks herinneren wat haar vader op zijn werkbank had liggen. Ze begon het blad af te tasten. Er viel gereedschap op de vloer, en haar stem klonk geïrriteerd toen ze naar Lance riep: „Heb je me gehoord? Kom helpen zoeken naar... "
Hannah's woorden bleven in haar keel steken. Ze staarde naar Lance.
Hij leunde tegen de deur, met zijn gezicht naar beneden en zijn handen aan weerszijden van zijn hoofd tegen het hout gedrukt.
„Lance?" vroeg ze voorzichtig. „Heb je me gehoord?"
Maar hij scheen niets te hebben gehoord. Hij stond daar alleen, onbeweeglijk, stil als een standbeeld.
„Het is Ray niet, " mompelde hij uiteindelijk.
Hannah stak haar armen uit naar de rand van de werkbank en greep deze langzaam met ijskoude vingers vast. „Het is... Wat zeg je?" vroeg ze.
Nu schudde Lance zijn hoofd. Zijn lange zwarte haar zwiepte langs zijn schouders, en zijn stem klonk diep en zwaar. „Nee, " fluisterde hij, „het is Ray nooit geweest... "
Hannah werd doodsbang. Tranen prikten in haar ogen en Lance vervaagde. „Lance, " begon ze weer, maar zijn hoofd ging omhoog, langzaam en in schaduw gehuld. Zijn stem klonk hol in de duisternis van de garage.
„Geen leugens meer, Hannah, " zei hij.
„Lance... "
Hij kwam op haar af... stap voor stap... en terwijl Hannah zich terugtrok, kon ze de vage beweging zien... zijn hand ging omhoog... greep naar haar...
Hannah was zich er niet eens van bewust dat ze iets had opgepakt. Was zich er niet van bewust dat ze Lance in het donker sloeg. Ze hoorde alleen de klap tegen zijn schedel en zag het breekijzer dat ze in haar hand hield, en terwijl ze zijn adem hoorde stokken, zakte zijn lichaam zijwaarts langs de muur naar beneden.
„Help!" gilde ze. En ze ramde op de deur, steeds opnieuw met het breekijzer, en toen er eindelijk licht naar binnen kwam, baande ze zich klauwend een weg door de versplinterde opening en tuimelde naar buiten in de sneeuw.
„Steffie - o, Steffie... " Hannah krabbelde overeind en rende als een bezetene naar het huis.
Heb ik hem vermoord? flitste het door haar heen. Dat kan toch niet? Ik wou het niet, maar ik moest wel... moest wel... Jonathon kan helpen... Steffie in veiligheid te brengen, bij Lance vandaan...
„Jonathon, " schreeuwde ze. „Steffie!"
Ze kon nauwelijks zien waar ze liep, zo hard sneeuwde het. Het leek eeuwig te duren voor ze eindelijk de achterdeur bereikte. Hannah wierp zich tegen de deur en stuiterde terug met een ongelovige uitdrukking op haar gezicht.
„Steffie, " gilde ze. „Jonathon! Doe de deur open. " Ze wierp zich er opnieuw tegenaan, en weer bleef de deur dicht.
„Steffie, Jonathon! Jullie moeten me binnen laten. "
Wanhopig keek Hannah omlaag naar haar lege handen. Ze besefte dat ze het breekijzer in de garage moest hebben laten vallen. Heel even overwoog ze om terug te gaan om het te halen, maar ze besloot het risico niet te nemen. Stel je voor dat ze Lance niet zo hard geraakt had als ze dacht. Het viel niet te voorspellen hoe lang hij bewusteloos zou zijn. Hij kon zelfs op dit moment bijkomen en achter haar aangaan...
De voordeur! Jonathon en Steffie waren waarschijnlijk in de huiskamer...
Struikelend ging Hannah de treden af en liep langs de achterkant van het huis. Ze had net de hoek bereikt toen ze abrupt stopte. Haar hart klopte in haar keel.
Een beweging? Daar bij de garage?
Ze kneep haar ogen tot spleetjes en veegde de sneeuw van haar wimpers. Kwam er iemand aan?
Door de zware sneeuwval was het niet te zien.
In paniek liep Hannah verder, dicht langs het huis, bonzend op muren en ramen. Wat was er aan de hand? Waarom reageerden ze niet?
Ze kwam bij de veranda aan de voorkant en begon weer te schreeuwen, terwijl ze op de deur ramde. „Steffie, Jonathon! Laat me erin. "
De deurknop wilde niet draaien.
„Snappen jullie het niet? We moeten hier weg!" Snikkend schopte en sloeg Hannah tegen de deur. Ze was op de rand van hysterie. Ze keek wild om zich heen naar iets waarmee ze het raam kon inslaan en vervloekte zichzelf omdat ze het breekijzer had achtergelaten.
Doodsbang struikelde ze van de veranda af de tuin in. Ondertussen bleef ze Steffies naam roepen.
Toen zag ze de sneeuwpop. Hij stond daar naar haar te kijken, staarde haar aan met een zelfvoldane uitdrukking op zijn ronde, witte gezicht...
De schep!
Hannah dook door de sneeuw, struikelend, vallend en weer opkrabbelend. Ze kon de steel van de schep zien zitten, nog steeds kaarsrecht in de rug van de sneeuwpop, het blad door de onderkant van het lichaam gestoken.
Ze greep het handvat vast en trok.
De sneeuwpop weigerde de schep los te laten.
Met al haar kracht gaf Hannah een duw tegen de steel. De schep kwam zo onverwachts los dat ze haar evenwicht verloor en tegen de sneeuwpop aan viel.
Tot haar afschuw leek het hele geval plotseling te exploderen. De sneeuw vloog alle kanten op, het hoofd, de romp... alles brak en viel om haar heen uit elkaar...
Voorzichtig ging Hannah rechtop zitten. Toen ze haar ogen langzaam op de grond naast haar richtte, kreeg ze de schrik van haar leven.
Er zat iets in de sneeuwpop.
Iets langs en bloederigs... alsof er verdraaide ingewanden uit de scheur in de maag van de sneeuwpop hingen. Stijf en bevroren stak het schril af tegen het zuivere wit van de sneeuw...
„O, God... " riep Hannah, „o, God... nee!"
Want ze herkende het nu.
Ze herkende het afzichtelijke dode ding dat vanuit het kapotte omhulsel van de sneeuwpop naar haar keek...