HOOFDSTUK 12

„Steffie!" riep Hannah zodra ze binnenkwamen. „Waar ben je?"

„In de kamer, " antwoordde haar zus.

Hannah slaakte een zucht van verlichting. Ze keek de twee jongens aan. „Vertel haar maar niks hierover, oké?"

Lance knikte en zette de petroleumkachels op de vloer. Jonathon liet zich in een stoel vallen en bood niet eens weerstand toen Lance naast hem neerknielde en de bloederige stof van zijn spijkerbroek inspecteerde.

„Het blijft bloeden, " zei Lance fronsend. „Tenzij je me die wond laat hechten. "

Jonathon schudde zijn hoofd. „Nee. Het stopt zo wel. Als ik een tijdje heb gezeten... "

„Het stopt niet. Je verliest te veel bloed. En elke keer als je op dat been loopt, maak je het erger. "

„Je kunt hem toch niet zomaar hechten?" protesteerde Hannah toen Lance weer opstond. „Je bent toch zeker geen dokter!"

„Ik heb in ziekenhuizen gewerkt, " zei Lance kalm. „Als je een naald en draad en wat alcohol voor me hebt. En schone... "

„Stel je voor dat hij doodgaat? Dan is het jouw schuld!"

Lance keek haar vermoeid aan. „En als hij infectie krijgt? En als zijn been eraf moet?"

Jonathon zag asgrauw. Hannah zag dat hij naar haar knikte. „Lance heeft gelijk. Doe het maar. " „Ik kan wel helpen, " zei een timide stem achter hen. Ze draaiden zich allemaal om naar Steffie, die in de deuropening stond.

„Doe niet zo belachelijk. " Hannah keek haar zus boos aan. „Je kunt er al niet tegen als er een splinter uit je vinger moet worden uitgetrokken. "

Lance staarde even naar Steffie. Hannah had het vreemde gevoel dat hij zelfs bijna glimlachte.

„Schiet op, Stef, wegwezen, " commandeerde Hannah. „Als je wilt helpen, haal dan wat washandjes en nog wat verbandgaas en tape. "

„Ik maak me ongerust over Sam. Ik kan hem nergens vinden. "

„Maak je dan maar in de andere kamer ongerust. "

„Ik meen het. Ik heb hem in geen uren gezien. "

Hannah zette haar handen in haar zij. Haar geduld was bijna op. „Kijk in de kasten. "

„Heb ik al gedaan. "

„De kelder, dan. "

„Hij is nergens. "

„Ik heb Sam vanmorgen nog hier in de keuken gezien, " herinnerde Hannah zich. „Bij de provisiekast. Heeft iemand hem daarna nog gezien?"

„Volgens mij is er iets met hem gebeurd, " hield Steffie vol.

„Steffie, " zei Hannah voorzichtig om paniek te vermijden, „weet je nog dat we het daarnet over dat dier hadden? Ik wed dat Sam ergens heen is gegaan om het te verstoppen. Hij begraaft altijd van alles. Hij komt heus wel weer terug. "

„Stel dat hij verdwaald is? In al die sneeuw?" „Hij is niet verdwaald, " zuchtte Hannah.

„Maar het is zo koud buiten!" vervolgde Steffie. Ze stond op het punt om in tranen uit te barsten, maar Hannah had niet genoeg energie om haar zus te troosten. Ze leunde met haar hoofd tegen de muur en keek werkeloos toe hoe Steffie met gebogen hoofd de keuken uitliep.

Ineens legde er iemand een hand op haar arm. Geschrokken keek Hannah op.

Lance keek op haar neer. De mouwen van zijn overhemd waren tot boven zijn ellebogen opgerold, en Hannah zag de fijne, harde randen van aderen op zijn armen.

„Ik wil het in de huiskamer doen, goed?" vroeg hij. „Jonathon kan beter geen trappen lopen. "

Hannah knikte moeizaam. „Oké. " Na even te hebben nagedacht, voegde ze eraan toe: „Ik ga dekens halen. Er liggen er wel een paar in Steffies kamer. "

„Perfect. Nu hebben we alleen nog maar iets sterks nodig om de pijn te verdoven. "

Hannah schudde haar hoofd. „Mijn ouders hebben nooit drank in huis. Kun je iets anders bedenken?"

„Ja. Een flinke dreun op zijn hoofd. "

Terwijl Lance terugliep naar Jonathon, ging Hannah op zoek naar haar moeders naaidoos. Toen ze weer beneden kwam, lag Jonathon op de bank in de huiskamer naar het plafond te staren.

„Ik voel me zo stom, " zei hij op doffe toon.

Ondanks alles moest Hannah lachen. „Als ik jou was, zou ik me eerder bang voelen. "

„Bedankt. Je bent een hele steun. "

Hannah keek de kamer rond en tuurde de hal in. „Waar is Lance?" Toen Jonathon zijn schouders ophaalde, ging ze naast hem op de rand van de bank zitten. Ze wilde iets zeggen om hem op te vrolijken, maar ze wist niet wat.

„Waar het om gaat, " zei Jonathon alsof hij haar gedachten kon lezen, „is dat ik geen keus heb. Je hoeft geen dokter te zijn om te zien dat ik er slecht aan toe ben. "

Hannah forceerde een glimlach. „Het komt wel goed. "

„En Lance beweert dat hij in een ziekenhuis heeft gewerkt, " bracht Jonathon haar in herinnering.

Hannah knikte weer. Ze sloeg haar handen in elkaar en staarde naar haar vingers.

„Het punt is, " probeerde Jonathon opnieuw, „dat ik bijna niet kan staan, zo'n pijn doet het. Dus... "

„Ik zei toch dat je niet met me mee moest gaan naar de garage!" riep Hannah. „Ik zag heus wel dat je er last van had... "

„O o... Nu klink je echt alsof het je iets kan schelen. "

Hannah keek vlug een andere kant op. Ze hoorde de fluitketel in de keuken fluiten. De vloerplanken hoven haar hoofd kraakten onder Steffies voeten.

Ze voelde hoe Jonathons vingers zich om haar hand sloten... haar zachtjes knepen. Zijn hand was ijskoud. Toen Hannah hem aankeek, zag ze dat hij probeerde te glimlachen.

„Maak je geen zorgen, " zei hij. „Lance weet heus wel wat hij doet. "

„Wie probeer je nou eigenlijk te overtuigen, jezelf of mij?"

Toen Lance binnenkwam, stond Hannah op en verliet de kamer. Lance keurde haar nauwelijks een blik waardig. Hij zag er even ontspannen uit als een visser die op het punt staat de dagelijkse vangst schoon te gaan maken.

Hannah wilde niet denken aan wat er zich in de huiskamer ging afspelen. Ze stond midden in de keuken en keek langzaam van het raam naar haar jack dat over een stoel hing. Onwillekeurig gingen haar gedachten naar de stationcar en haar trui en de dode rat die erin was gepropt. Ze kon niet geloven dat Ray zoiets afschuwelijks had gedaan... maar wie kon het anders zijn geweest? Had hij het gisteravond gedaan voordat de storm op zijn ergst was? Stel je voor dat hij de hele tijd hun huis in de gaten had gehouden, wachtend op een kans óm naar binnen te glippen en iets veel ergers te doen... maar niet de kans had gekregen omdat Jonathon en Lance kwamen opdagen.

„Nee, " mompelde Hannah in zichzelf. „Dat is waanzin. "

Maar een bloederige trui en een dode rat waren ook waanzin.

Misschien had Ray uren buiten staan wachten. Had hij zich in zijn auto verborgen? Had hij daar met zijn stomme radio mee zitten zingen? Of misschien verstopte hij zich wel in de garage. Alle voetsporen zouden allang dichtgesneeuwd zijn.

Plotseling werd Hannah kwaad. Het was echt iets

voor Ray om zo kinderachtig te doen, om te proberen haar terug te pakken met zulke stomme grappen. Hij zat zich nu waarschijnlijk te verkneukelen met zijn vrienden, bedacht ze nijdig.

Steffie kwam de keuken binnen. „Ik ga die hotdogs klaarmaken, " kondigde ze aan.

Verbaasd draaide Hannah zich naar haar om. „Nu?"

„Ja, ik heb honger. Jij niet?"

Hannah zuchtte en keek naar haar zus die naar het aanrecht ging, de hotdogs pakte en zich toen fronsend omdraaide. „Heb jij een pak opgegeten?"

„Ikke?" vroeg Hannah verbaasd. „Een heel pak in mijn eentje?"

„Er is een pak weg. "

„Nou, ik ben er niet aan geweest. Misschien heb je niet goed gekeken. "

Steffie keek nog eens. „Nee... ik weet zeker dat ik drie pakken uit de vriezer heb gehaald. "

„Steffie, dat zijn dertig hotdogs! We zijn maar met z'n vieren. "

„En Sam. "

„Nou, dan heb je gelijk antwoord op je vraag. Sam zal dat pak wel hebben gepikt en opgegeten. "

„Maar ik heb hem sinds vanmorgen niet meer gezien. " Steffies stem werd weer paniekerig, en Hannah probeerde haar vlug af te leiden.

„Je kunt beter nog even wachten voor je die hotdogs klaar gaat maken. Lance is met Jonathons been bezig. "

Steffie schudde haar hoofd en ging aan de tafel zitten. „Je had gelijk. "

„Waarover?"

„Dat ik niet kon helpen met die hechtingen. Ik had er niet eens naar kunnen kijken. "

Hannah ging op het aanrecht zitten en keek met bungelende benen naar Steffie.

„Zo, " zei ze zuchtend. „Daar zitten we dan. "

„Raar, hè?" zei Steffie.

Hannah knikte. „Net iets uit een verhaal dat nooit in het echt gebeurt. "

„Of een film, waarbij je niet weet wat er gaat gebeuren, alleen hebben we geen achtergrondmuziek om het te verklappen. "

Hannah knikte weer. „Dat is een goeie. "

Steffie lachte even.

Het bleef een poosje stil.

„Hoor je iets in de huiskamer?" vroeg Hannah ten slotte.

Steffie schudde haar hoofd en deed automatisch haar handen voor haar oren. „Nee, en dat wil ik ook niet. Denk je dat hij zal huilen?"

„Weet ik niet. Ik zou het wel doen. "

„Zou hij wat willen eten?"

„Voorlopig niet, denk ik. "

„Moeten we hem niet iets geven?" vroeg Steffie. „Omdat hij zoveel bloed heeft verloren? Lever of iets dergelijks?"

Voordat Hannah kon antwoorden, kwam Lance de keuken binnen. Hij droeg een pan en washandjes. Hannah zag dat hij alles al had uitgespoeld.

„Hij moet zich rustig houden, " zei Lance voordat ze konden vragen hoe het met Jonathon ging. Hij spoot afwasmiddel op zijn handen en begon ze te wassen. „En hij heeft een hoop pijnstillers nodig, als je die hebt. "

„Ik ga Sam zoeken, " zei Steffie.

Lance draaide de kraan dicht en pakte een handdoek. Hij droogde langzaam zijn handen af en keek met één oog naar Steffie, die haar jack aantrok en naar buiten ging. Pas toen ze de deur achter zich had dichtgedaan, richtte hij zich tot Hannah. „Weet zij van die toestand met je vriend?"

„Alleen dat het uit is, " antwoordde Hannah. „Niet van de garage. Ik wil haar niet bang maken. Hoezo?"

Lance keek omlaag naar de handdoek. Zijn stem was erg kalm. „Ze heeft vannacht niet in haar kamer geslapen, hè?"

„Nee... " Hannah keek hem achterdochtig aan. „Ze heeft bij mij geslapen. Hoezo?"

„Ik denk dat je beter zelf even kunt kijken. "

Hannah liep achter Lance aan de trap op. Hoe dichter ze bij Steffies kamer kwam, hoe banger ze werd. Wat wilde Lance haar boven laten zien?

Eerst leek alles normaal.

Steffies bed... de verzameling knuffeldieren... de posters en foto's aan de muren. Hannah keek om zich heen en draaide zich toen verbaasd om naar Lance. „Wat bedoel je nou... "

Op dat moment zag ze het. Lance hield zijn ogen op Steffies bed gericht. De dekens lagen op een hoop en midden daarop...

Met een gil deinsde Hannah achteruit... Daar lag Steffies lievelingsbeer. Met een ijspriem door zijn hart.