HOOFDSTUK 5
„Laat haar los!"
Door een waas van angst hoorde Hannah Jonathon schreeuwen. Hij sprong overeind en schoot op haar af. „Hou op, Lance! Wat doe je in godsnaam?"
De druk op haar hals verdween. Iemand gaf haar van achteren een duw en Hannah struikelde naar voren in Jonathons armen.
„Wat mankeert jou? Ben je wel goed bij je hoofd?" Jonathon was woedend. Hij greep Hannah bij haar schouders en inspecteerde snel haar hals.
Hannah staarde hem aan, verlamd van schrik. In het zwakke lamplicht zag hij lijkbleek, en zijn voorhoofd en bovenlip waren bedekt met een dun laagje zweet.
„Jon... " begon ze, maar hij liep van haar vandaan, zijn ogen gericht op de schaduw bij de deur van de slaapkamer.
„Dit is haar huis!" riep Jonathon. „Zonder haar hadden we nog steeds buiten in de... "
Op dat moment begaf zijn stem het. Hij zwaaide op zijn benen en viel achterover tegen het bed.
En weer voelde Hannah de beweging achter zich sneller dan dat ze hem zag, zo geruisloos, zo ongelooflijk snel, dat ze nauwelijks besefte wat er gebeurde. Ze zag alleen de armen die naar Jonathon werden uitgestoken om hem weer in de stoel te zetten.
„Het is zijn been, " zei de zware stem, en toen de vage figuur zich naar haar toekeerde, herkende Hannah Jonathons vriend. Zijn lange, zwarte haar hing vochtig op zijn blote schouders. Een modderige spijkerbroek hing om zijn smalle heupen, en in het halfduister staarden zijn pikzwarte ogen haar beschuldigend aan. „Waarom heb je hem niet geholpen?"
Hannah staarde verbluft terug. „Dat heb ik geprobeerd, maar... "
„Het is haar schuld niet, " mompelde Jonathon, maar Lance scheen het niet te horen. Hij scheurde Jonathons broek open.
„Ik heb wel geprobeerd hem te helpen, " herhaalde Hannah, „maar dat wilde hij niet. Ik had geen idee hoe erg het was... Ik... "
„Het is niet erg, " zei Jonathon zwakjes.
„Haal iets om het schoon te maken. " Lance wierp een blik in Hannah's richting en keek toen aandachtig naar Jonathons been. „Allemachtig, wat ziet dat eruit."
Hannah deed een paar stappen en keek ook. Bij de eerste blik begon ze te kokhalzen. Ze rende naar de badkamer en boog zich over de wastafel. Ze probeerde niet over te geven.
„Schiet eens op!" De stem van Lance doorbrak de stille, en Hannah begon automatisch washandjes en alcohol en een rol verbandgaas bij elkaar te zoeken.
Hij probeerde me te vermoorden, echode het door haar hoofd... Hij probeerde me te vermoorden...
Ze vond een pannetje onder de wastafel en vulde het met warm water. Daarna haalde ze diep adem en liep met de spullen terug naar de slaapkamer.
Er was iets karteligs door de zijkant van Jonathons been gesneden. Hannah vermande zich en keek ernaar. Ze zag de gapende wond, met gehavend vlees en gedroogd bloed, en iets wits erin dat verdacht veel op bot leek. De wond liep van halverwege zijn kuit tot halverwege de dij.
„Heb je een sterke maag?" vroeg Lance ineens.
„Wa-wat?" Hannah keek verward op. Hij staarde haar even aan en richtte vervolgens zijn aandacht weer op Jonathons been.
„Ik zei... heb je een sterke maag?" herhaalde Lance. „Of ga je liever de kamer uit?"
Hannah zag dat hij Jonathons wond begon te ontsmetten. Ze slikte en probeerde zich te beheersen. „Ik val heus niet flauw, als je dat soms bedoelt. "
„Blij dat te horen, " mompelde Lance. „Geef die doek even aan. "
Hannah kon zweren dat Jonathon drie tinten bleker werd toen hij Lance alcohol op de doek zag gieten. Lance bracht de doek naar zijn been. Zonder erbij na te denken, greep Hannah Jonathons hand.
Zijn lichaam verstijfde van de pijn toen de alcohol in de wond kwam. Maar tot Hannah's verbazing gaf Jonathon geen krimp; hij hijgde alleen even toen hij zijn hoofd omdraaide.
„Gaat het?" mompelde Lance.
Hannah zag Jonathon knikken.
„Oké, luister. Ik weet wat ik doe. "
Hannah durfde niet meer naar de wond te kijken. Jonathon kneep zo hard dat ze geen gevoel meer in haar hand had. Ze concentreerde zich daarom op zijn gezicht.
„... hechtingen, " drong de stem van Lance tot haar door. Hannah schrok.
Ze zag dat Jonathon zijn hoofd schudde.
„Nee, " mompelde hij. „Geen hechtingen. "
„Het is nodig, " drong Lance aan.
„Wat is er eigenlijk gebeurd?" vroeg Hannah. Ze keek van het vastberaden gezicht van Lance naar het bleke gezicht van Jonathon. „Komt dat door het ongeluk?"
Lance Reek haar niet-begrijpend aan. „Ongeluk?"
„Het ongeluk, " mompelde Jonathon. „Toen mijn auto van de brug af reed. Lance kan het zich niet herinneren. " Jonathon zweeg en haalde diep adem.
''Hij... hij was bewusteloos toen ik hem uit de auto haalde. "
„Ssst, " zei Lance. „Probeer niet te praten. "
„Hij ziet zo bleek, " zei Hannah bezorgd. „Is dat wel goed?"
Jonathon glimlachte zwak. „Ik val niet flauw, hoor. Dus jullie hoeven niet over me te praten alsof ik er niet bij ben. "
„Ongeluk, hè?" mompelde Lance, en zijn ogen gleden naar Jonathons gezicht. „Dus dat is er gebeurd. " Hij ging verder met het behandelen van de wond.
„Hij bedoelde het niet zo, " ging Jonathon verder tegen Hannah. „Toen je daarnet binnenkwam... " Hij greep nu haar arm beet, en klemde zijn tanden op elkaar van de pijn. „Lance wist het niet. Hij kan zich niet alles herinneren... hoe ik hem hierheen heb gekregen. Hij dacht waarschijnlijk... "
,,Dat iemand aan het inbreken was, " vulde Lance kalm aan, zonder op te kijken. Zijn lange, slanke vingers deden vakkundig hun werk. Zijn donkere haar viel naar voren, zodat Hannah zijn gezicht niet kon zien. „Ik dacht dat je Jonathon kwaad wilde doen. Ja, hij heeft gelijk, ik was in de war. Ik had geen idee waar ik was. " Daarna ging hij verder alsof er niets aan de hand was: „Geef die andere doek ook even aan, wil je?"
Hannah gooide de doek naar hem toe.
Lance pakte hem zonder commentaar. „Nou, Jonathon, " zei hij zacht, „waar zijn we in verzeild geraakt?"
Jonathon zei niets. Hij legde alleen zijn hoofd achterover en sloot zijn ogen.
Hannah wachtte tot Lance het verband om Jonathons been had vastgemaakt en bracht toen de pan met bloederig water naar de badkamer. Ze gooide hem leeg in de wasbak en staarde naar haar spiegelbeeld. Ze voelde zich net zo vreemd en onwerkelijk als de dingen die er vannacht allemaal gebeurden. Ze kon niet meer helder denken. Met bevende hand draaide ze de koude kraan open en plensde water over haar gezicht.
De radio, dacht ze ineens terwijl ze zich afdroogde. Ik was op weg om mams radio te halen.
Ze duwde de deurknop naar beneden en deed de deur open.
Het huis om haar heen kreunde luid. De muren leken te ademen en te trillen; de ruiten rammelden in hun kozijnen.
Toen de lichten ineens uitgingen, bleef Hannah verstard in de deuropening staan, met bonzend hart. Xe hoorde vaag geritsel in het donker, en plotseling de geruststellende stem van Jonathon.
„Ben je daar weer?" riep hij. „Je hoeft niet bang te zijn. "
„Waarom zou ze bang zijn?" Lance klonk bijna geamuseerd. „Ze heeft ons toch om haar te beschermen?"
Hannah liep in de richting van zijn stem. Ze kon vaag zijn silhouet onderscheiden tegen de ruit.
„Beneden hebben we zaklantaarns en stormlampen, " zei ze, terwijl haar hand over de ladekast van haar ouders gleed, op zoek naar het radiootje dat daar altijd lag. Een goede radio, eentje met batterijen. De enige in het hele huis die ze konden gebruiken als de stroom uitviel.
„Zal ik met je meegaan?" zei Jonathon. „Dan kunnenwe die halen. "
Hannah's vingers hadden het radiootje intussen gevonden, en ze stak het in haar zak.
„Nee, " antwoordde ze snel. „Nee, echt niet, je moet rusten. We hebben nu toch geen lampen meer nodig.Ga maar slapen. "
Ze trok de deur snel achter zich dicht en liep haastig in het donker naar haar kamer, waar ze de deur op slot deed. Toen ging ze op de rand van haar bed zitten, pakte de zaklantaarn uit de la van haar nachtkastje, haalde het radiootje uit haar zak en zette hem aan.
Er gebeurde niets.
Verbaasd begon Hannah aan de knop te draaien,heen en weer, op zoek naar signalen, geruis, wat dan ook. Maar ze hoorde alleen stilte.
„Hij moet het doen, " mompelde ze, „dat kan niet anders. Steffie heeft hem gisteren nog gebruikt... Dit slaat nergens op!"
Ze begon in haar bureau te rommelen, op zoek naar iets om de schroeven los te draaien. Haar hoofd klopte toen ze eindelijk de schroeven los had en de achterkant van het radiootje lostrok.
Hannah scheen met haar zaklantaarn in de kleine ruimte.
Ze staarde ernaar en haar ogen werden groot van verbazing.
De batterijen waren weg.