HOOFDSTUK 1
„Zo'n koude januari heb ik nog nooit meegemaakt, mopperde Hannah, terwijl ze uit de schoolbus sprong en haar jack dichter om zich heen trok. „Schiet op, Steffie, ik bevries bijna!"
„Doe niet zo chagrijnig, " antwoordde Steffie beledigd. „Je hoeft niet op mij af te reageren dat je het hebt uitgemaakt met Ray, hoor. Daar kan ik toch niks aan doen... ho!"
Ernie Metzer kon Steffie nog net vastgrijpen vanaf zijn bestuurdersplaats. „Kijk uit, de treden zijn glad!" Hij boog zich naar de open deur en tuurde bezorgd over het besneeuwde landschap. „Ik ben blij dat dit mijn laatste halte is. Redden jullie het wel naar huis?"
„Geen probleem. " Hannah knikte afwezig. „We zijn eraan gewend om door de sneeuw te ploeteren. "
„Jullie wonen hier pas acht maanden, maar je klinkt al net als de rest hier, " grinnikte Ernie. „Ik dacht dat meiden uit de stad het vreselijk zouden vinden om op zo'n afgelegen plek te wonen!"
„Het is wel saai, " gaf Hannah toe.
Steffie protesteerde meteen. „Ik vind het juist hartstikke leuk!"
Ernie grinnikte weer en zei toen: „Het zit er dik in dat jullie morgen geen school hebben. Ik heb net het weerbericht gehoord op de radio. Ze voorspellen een vreselijke sneeuwstorm. "
„Tof, " riep Steffie meteen. „Misschien raken we wel ingesneeuwd tot maart!" Ze keek haar zus hoopvol aan.
Steffie was een paar jaar jonger dan Hannah. De meiden leken helemaal niet op elkaar. Hannah was lang en atletisch; Steffie was klein en tenger. Hannah had dik, golvend, donker haar en diepbruine ogen. Steffie zag er een beetje uit als een verwaarloosd kind, met een smal gezichtje en sluik, bruin haar. Haar groene ogen waren zo groot dat ze er altijd verschrikt uitzag.
„Nóg meer sneeuw?" mopperde Hannah. „Straks kunnen pap en mam niet eens meer thuiskomen. "
Ernie keek haar bezorgd aan. „Zijn jullie ouders weg?"
Steffie knikte. „Mijn broer en zijn vrouw hebben een baby gekregen, dus ze zijn naar Colorado om hen op te zoeken. Vanavond komen ze terugvliegen. "
„Laten we dan maar hopen dat die sneeuw nog een tijdje wegblijft. " Ernie leek zich echt zorgen te maken. „Het staat me niet aan dat jullie alleen in dat afgelegen huis zitten met dat slechte weer op komst. " Hij tuurde opnieuw bezorgd naar de beboste heuvels en de donkergrijze lucht. „Ik kan me geen slechtere plaats bedenken om vast te komen zitten. Als er een flink pak sneeuw ligt, kun je hier met geen mogelijkheid wegkomen. Nou, wees voorzichtig, hè!"
Hij ging rechtop zitten en deed de deur dicht. De meisjes zagen hem een hand opsteken en zwaaiden hem na tot de bus uit het zicht verdween.
„Zo erg zal die sneeuwstorm toch niet zijn, hè?" vroeg Steffie, die achter Hannah aan kwam. „Pap en mam kunnen er toch wel doorheen komen?"
„Hoe moet ik dat nou weten?" reageerde Hannah geïrriteerd.
Terwijl ze liep, gleden haar ogen over de zachte witte vormen om haar heen. Alles zag er anders uit in de sneeuw en het was moeilijk om te bepalen waar ze precies was. Was dat een stapel stenen? Palen van het hek? Struiken en boomstronken en de bedding van de oude beek? Zelfs de weg naar hun huis was bedolven onder zo'n dertig centimeter sneeuw, en het was moeilijk te zien waar hun tuin precies begon.
„Ik ben blij dat je het eindelijk hebt gedaan, " begon Steffie. „Hartstikke goed van je. "
Hannah stopte en draaide zich om. „Waar heb je het over?"
„Over Ray natuurlijk. " - „Waar bemóéi je je mee! Daar heb je geen klap mee te maken. "
Geïrriteerd liep Hannah verder. Ze hoopte dat Steffie er verder haar mond over zou houden. Zonder het gezeur van haar zus had Hannah het al moeilijk genoeg.
Natuurlijk kwam Steffie toch naast haar lopen. „Ray is een rotzak. Mam heeft altijd al een hekel aan hem gehad, weet je. En pap ook. "
„Wat kan mij dat nou schelen!" riep Hannah kwaad. Ze knipperde verwoed om de tranen tegen te houden.
„Sorry, maar pap en m..., " begon Steffie. Ze hield snel haar mond toen Hannah haar een woedende blik toewierp.
„Het kan me niet schelen wat pap en mam vinden, " zei Hannah boos. „Ik heb het heus niet uitgemaakt om hun een plezier te doen. "
„Nou, toch ben ik blij dat je van hem af bent, " hield Steffie vol. „Hij was nooit aardig tegen je en je mocht nergens naartoe zonder hem. Je kon niet eens even met een andere jongen praten, dan werd hij al kwaad. Zelfs met Heather... "
„Hou er nou eens over op!"
„Maar Heather is je beste vriendin! Als ik een vriend had die jaloers was op mijn beste vriendin, dan bekeek hij het maar mooi. Ik zou... "
„Steffie, " zei Hannah kil, „als je zo doorgaat, zul je nóóit een vriend hebben. Je praat veel te veel, en er is werkelijk niemand die wil horen wat je allemaal te zeggen hebt. "
Hannah zag Steffies gezicht betrekken, en ze liep vlug door voordat haar zus weer begon te zeuren.
Toen ze boven op de heuvel kwamen, hoorden ze een luid geblaf, en een seconde later kwam een enorme zwarte hond in een wolk van sneeuw op hen af denderen.
„Hoi, Sam, " riep Steffie. Ze spreidde haar armen en liet zich op haar knieën vallen. „Kom eens hier!"
De newfoundlander galoppeerde onhandig door de voortuin, kwam op Steffie terecht en rolde met haar door de sneeuw.
Hannah keek verwijtend naar haar zus. „Dat moet je niet doen. Je weet dat het niet goed voor hem is.
Hij is te oud om rond te rennen. "
„Sam is niet oud, " reageerde Steffie verontwaardigd. „En hij vindt het leuk om te rennen. Hij is blij om me te zien!" Ze hield haar hoofd tegen de dikke nek van de hond en omhelsde hem stevig. „Wat is er, jochie? Dacht je dat we niet meer thuis zouden komen? Zie je wel, Hannah, hij heeft ons echt gemist vandaag. "
„Ach welnee, " zei Hannah, terwijl ze de sneeuw van zich afveegde. „Hij heeft gewoon honger. "
Alsof hij haar had verstaan, kwam Sam overeind en gaf Hannah een kopstoot tegen haar benen die haar deed wankelen. Daarna keek hij liefdevol naar haar op tot ze hem eindelijk zuchtend achter zijn oren begon te krabbelen.
„Oké, sorry, " zei ze wat minder streng. „Maar je hoeft niet te denken dat je me zover krijgt dat ik je in huis laat - je kent de regels. "
Ze draaide zich om en ploeterde verder naar de voordeur, zonder aandacht te schenken aan Steffie en Sam die haar voorbij renden. Die twee waren onafscheidelijk, al vanaf het moment dat de kerstman tien jaar geleden de enorme zwarte pup onder hun kerstboom had achtergelaten. En hoewel Sam inmiddels praktisch doof en blind was, en haast nog liever sliep dan at, was Steffie de enige van het gezin die hem nog aan het spelen wist te krijgen.
„Wat is het ook een zielenpoot, " zuchtte Hannah toen Sam tot zijn buik in een sneeuwbank zakte en naar Steffie jankte om hem eruit te helpen.
„Niet waar. " Steffie duwde tegen Sams achterste en lachte toen hij weer omhoog klauterde naar vaste grond. „Hij is nog steeds een geweldige waakhond. "
„Ja, hoor. Sam zou gewoon toekijken als ons huis leeggeroofd werd. "
„Tja... " Steffie keek liefdevol naar de grote hond. „Maar hij ziet er nog wel woest uit. "
„Als je al die grijze haren over het hoofd ziet, ja, " mompelde Hannah. Ineens boog ze zich in een opwelling naar Sam toe om hem over zijn kop te aaien. Ze zou het voor geen geld toegeven, maar vandaag was ze blij hem te zien. Sinds ze uit de bus was gestapt had ze een vreemd, onbehaaglijk gevoel... ze kon het niet verklaren. Misschien kwam het door die enorme verlatenheid hier.
„Wat is het hier stil vandaag, hè?" zei Steffie achter haar, en Hannah schrok.
„Wat?"
Steffie haalde haar schouders op en keek om naar hun grillige voetsporen over de besneeuwde heuvel.
„Ik zei dat het hier zo stil is. Ik vind het maar niks. "
„Ach, wat kan er nou gebeuren?" zei Hannah geruststellend. „We zijn hier gewoon met z'n tweetjes en Sam. " Ze stak haar sleutel in het slot van de voordeur en draaide aan de deurknop.
Terwijl Hannah de deur achter hen dicht deed, hoorden ze Sam janken en krabben om binnengelaten te worden. Hannah trok haar jack uit en liep naar de keuken.
„Kunnen we Sam niet gewoon... " begon Steffie, maar Hannah schudde haar hoofd.
„Nee, zijn hok is warm genoeg. Mam zou een hartaanval krijgen als ze wist dat we Sam binnenlieten. Hij sloopt alles. "
„Niet waar. Ik zal zorgen dat hij in de keuken blijft. "
Hannah schudde haar hoofd. „Je smokkelt hem toch naar boven, en dan krijg ik op mijn kop. "
„Als hij iets sloopt, zeg ik tegen mam dat het mijn idee was om hem binnen te laten en dat jij er niets van wist. "
„Dat gelooft ze natuurlijk nooit. Sam is zo groot als een olifant. "
Hun woordenwisseling werd onderbroken door het geluid van de telefoon. Hannah nam op en zei kortaf: „Ja?"
Steffie liep kwaad naar de huiskamer en deed de tv aan. Ze zette het geluid opzettelijk keihard, om Hannah te pesten.
„Wat?" zei Hannah met haar hand tegen haar andere oor gedrukt. Ze riep naar Steffie dat die de tv zachter moest zetten. „Wat? Hallo?"
„Met mij, " zei een bekende stem. „Zitten jullie daar nog steeds alleen?"
„O, hoi, Heather. " Steffie kwam de keuken weer in en Hannah stak haar hand uit om haar te grijpen, maar Steffie dook handig weg. „Heb je een momentje?"
„Ja hoor, zet mij maar in de wacht, " plaagde Heather.
„Steffie, " zei Hannah knarsetandend, „als je niet... "
Steffie draaide haar rug naar haar toe en begon in de koelkast te rommelen. Hannah hoorde Heather praten en drukte de hoorn weer tegen haar oor.
„Hè? Wat zei je?"
„Ik vroeg hoe het met je gaat, " zei Heather. „Misschien heb je het gemist, maar de hele school had het er vandaag over dat je het hebt uitgemaakt. Hoe ging het?"
„Het was vreselijk, " zei Hannah na een korte stilte. Ze voelde zich weer beroerd worden nu ze eraan dacht. „Ray werd woedend. "
„Dat verbaast me niets. "
„Ik moest het wel doen. Zo kon ik toch niet doorgaan?"
„Wie probeer je nu te overtuigen, jezelf of mij?"
„Nou ja, we zijn bijna een half jaar met elkaar geweest... "
„Ik vind het hartstikke goed dat je het gedaan hebt. En ik weet hoe moeilijk dat was. "
Hannah knikte, ervan overtuigd dat haar vriendin inderdaad wist hoeveel moeite het haar gekost had.
„Als ik jou was, zou ik de deuren maar op slot doen, " vervolgde Heather. „Je weet hoe Ray is. "
„Ach welnee, hij doet me heus niets. " Terwijl Hannah het zei, twijfelde ze er zelf aan. „En trouwens, hij zal het wel druk hebben. Hij gaat komend weekend skiën. "
„Ik hoop dat hij zich koest houdt. Ik meen het, Han, want je weet hoe hij is. "
Hannah trok een keukenstoel naar zich toe en liet zich er langzaam op zakken. „Er staan zeker vijftig meiden te trappelen om door Ray mee uit gevraagd te worden, " zei ze. „Hij gaat heus niet zijn tijd verspillen met zich op mij te wreken als hij zowat elk meisje van de school kan krijgen. "
Het was even stil. „Hoor eens, Han, iedereen weet hoe agressief Ray kan zijn, " begon Heather weer. „Je hebt hem vernederd door het uit te maken... je hebt hem voor paal gezet tegenover zijn stomme macho vrienden. Ik snap niet waarom je je ooit met hem hebt ingelaten. "
Hannah sloot haar ogen. Haar keel deed pijn van de tranen. Ze dacht weer aan die avond dat Ray naar haar toe was gekomen. Hannah had nauwelijks kunnen geloven dat de knapste jongen van de hele school belangstelling voor haar had, maar Ray had haar kennelijk leuker gevonden dan alle meiden die achter hem aan liepen. Hannah was waanzinnig verliefd geweest. Het had maanden geduurd voordat ze begon te beseffen hoe Ray eigenlijk was.
„Hannah?" Heather klonk ongerust. „Gaat het wel?"
„Ja, " zuchtte ze. „Het gaat wel. "
„Sorry, Han, ik had het misschien niet moeten zeggen. Ik weet dat je je rot voelt. Maar je kon niet door blijven gaan met zo'n gek als Ray, en nu moet je voor hem oppassen... "
„Hou er nou maar over op. "
„Nee, dat doe ik niet, " zei Heather streng. „Denk maar eens aan die keer dat Ray David in elkaar heeft geslagen, alleen omdat David je had gevraagd hem met zijn huiswerk te helpen. Of toen Ray werd opgepakt omdat hij geprobeerd had Steve van de weg af te rijden nadat Steve jou een lift naar huis had gegeven. En al die andere keren dat Ray... "
„Ik zei dat je erover op moest houden. "
„Hannah, je kunt niet net doen alsof er niets aan de hand is. Ray vergeeft het je heus niet zomaar. Reken maar dat hij wraak zal nemen. "
„Is dit bedoeld om me op te vrolijken?"
„Wees alsjeblieft voorzichtig, wil ik maar zeggen. Zijn je ouders al thuis?"
„Nee, die komen vanavond pas. "
„Ik zal blij zijn als ze er zijn. "
„Nou, vanavond zal Ray in ieder geval niets ondernemen. Er ligt hier zoveel sneeuw dat niemand die bij zijn verstand is, zou proberen hierheen te komen!"
„Wie zegt dat Ray bij zijn verstand is?"
„En ik heb Steffie en Sam bij me. "
„Wauw. Wat een opluchting. "
Ondanks alles moest Hannah lachen. De tv schalde nog harder op de achtergrond, en ze draaide zich om op haar stoel om opnieuw naar Steffie te roepen.
„Moet je horen!" riep Steffie echter, voordat ze iets kon zeggen en Hannah hoorde de stem van de nieuwslezer uit de huiskamer.
„... is vroeg in de middag uit het Fairway Instituut ontsnapt. Hij is het laatst gesignaleerd in een dicht bebost gebied buiten Ansonville, en is vermoedelijk op weg naar het zuiden. "
„Hannah, " begon Heather, maar Hannah snoerde haar de mond.
„Wacht even, ik wil naar de tv luisteren. "
„... jaar geleden werd de moordenaar veroordeeld tot TBS. Hij is nu ontsnapt uit de psychiatrische inrichting waar hij werd verpleegd. Hij is gewapend en uitermate gevaarlijk. Een ieder die informatie over deze man kan verschaffen, wordt verzocht onmiddellijk contact op te nemen met de politie. Probeer hem vooral niet zelf aan te houden... "
„Hannah?" klonk Heathers stem nadrukkelijk door de telefoon. „Hé, ben je daar nog? Wat is er aan de hand?"
Steffie kwam de keuken in. Haar groene ogen waren nog groter dan anders. „Hij heeft vier bewakers gedood en is ontsnapt. " Ze kon de woorden nauwelijks uitbrengen. „Ze denken dat hij gewond is geraakt toen hij probeerde te ontsnappen, maar ze weten niet hoe ernstig. En toen is hij de auto van een vrouw binnengedrongen - en die vrouw is gevonden, dood... "
„Hannah?" riep Heather. „Hé, Han!"
„Ze denken dat hij zich ergens in het bos schuilhoudt. " Steffie deed een stap naar haar zus toe. „O Hannah, als het klopt wat ze zeggen, betekent dat dat hij deze kant op komt!"