HOOFDSTUK 8

„Steffie!" riep Hannah. „Waar ben je?"

Het huis was stil. Toen Hannah de achterdeur dichtsmeet, sprong Sam bij de deur van de voorraadkamer vandaan en liet vrolijk kwispelend iets voor Hannah's voeten vallen.

„Ga weg met dat vieze ding! Stéffie!" In paniek schopte Hannah de muis opzij. Ze rende naar de hal en sprong met een gil achteruit toen ze in de deuropening tegen Lance opbotste.

„Zoek je je zus?" vroeg hij.

Hannah verstijfde. Haar hart klopte in haar keel. „Waar is ze?" vroeg ze dringend. „Waar is Steffie?" Ze probeerde om Lance heen te stappen, maar hij stapte gelijk met haar opzij. Tot haar ergernis merkte ze dat ze klem zat tussen Lance en de muur.

Hannah onderdrukte haar angst en keek naar hem op.

Ze zag de diepe wond in zijn voorhoofd, die nu schoon was. Zijn haar viel er gedeeltelijk overheen, zodat de wond nauwelijks meer opviel. Hij had ook nog andere, kleinere sneetjes in zijn gezicht die ze niet eerder had opgemerkt. Op zijn kin en bovenlip begonnen zich donkere stoppels te vertonen.

Lance staarde haar strak aan.

„Als je me niet door laat, " dreigde Hannah, „dan... "

„Ik hou je niet tegen. " Lance deed zijn armen omhoog en plotseling besefte Hannah dat hij achteruit was gestapt. Met een blos van boosheid schoof ze langs hem heen en rende de trap op naar haar kamer.

„Steffie!" riep ze. „Steffie, waar zit je?"

De slaapkamer van haar zus was leeg.

„Ze is in de kelder, " zei Lance.

Geschrokken draaide Hannah zich om. Ze had niet gemerkt dat hij achter haar aan was gekomen. „Waar?" herhaalde ze zwakjes.

„In de kelder. Ik geloof dat ze zei dat ze iets uit de vriezer ging halen. " Lance sloeg grinnikend zijn armen over elkaar. „Al die paniek voor niks. "

Hannah gaf geen antwoord. Ze liep naar het raam en leunde achterover tegen de vensterbank. Ze wachtte tot ze er zeker van was dat haar stem niet zou trillen.

„Wat deed je een paar minuten geleden in mijn kamer?" vroeg ze ten slotte.

„Ik was niet in je kamer. "

Hannah trok haar wenkbrauwen op. „Wel waar! Ik zag je toen ik buiten was. "

„Dan heb je je vergist. Wat zou ik in jouw kamer moeten?"

Hannah deed woedend een stap naar voren. Opeens hoorde ze beneden een deur die dichtging, en daarna rennende voeten op de trap. Tot Hannah's opluchting kwam Steffie even later haar kamer in.

Lance ging opzij om haar door te laten.

„Ik moet met je praten. " Hannah keek haar zus aan.

„Waarom?" vroeg Steffie stug. „Wat heb ik nou weer gedaan?"

Hannah liep naar Steffie toe, trok haar mee naar binnen en sloeg de deur voor Lance zijn neus dicht. Daarna draaide ze zich om naar Steffie, die op haar bed was gaan zitten. „Steffie, luister naar me. "

„Ik luister. Wat is er?"

„Ik zag iets buiten bij de houtstapel. "

„Wat voor iets?" vroeg Steffie achterdochtig.

„Het... " Hannah liep naar het raam en keek naar buiten. Ze kon de houtstapel zien in de hoek van de tuin en nog steeds had ze het gevoel dat er iets niet klopte... Maar wat?

„Het leek op bloed, " antwoordde ze zacht.

Steffie werd bleek en staarde haar aan. „Bloed? O, Hannah, heeft Sam iets te pakken gekregen?"

Nu was het Hannah's beurt om te staren. Ze keek ongelovig naar Steffie.

„Wat is het?" jammerde haar zus. „Heb je het gezien? Nee, vertel het maar niet. Je moet het begraven, Hannah, je weet dat ik er niet tegen kan! Misschien wil Lance het wel begraven, of Jonathon. Wat erg! Sam vangt nooit meer iets; hij is zo langzaam, en hij ziet haast niks... "

Maar Hannah had alleen de eerste woorden gehoord. Ze leunde zwaar tegen de muur. Haar hoofd klopte en ze drukte haar handen tegen haar slapen.

Sam. Natuurlijk! Hoe kon ze zo stom zijn geweest... ?

„Het was maar een dier, " mompelde ze opgelucht.

Steffies gezicht stond bezorgd. „Heb je het gezien? Was het een eekhoorn of een konijn? Sam moet het hebben gevangen toen hij vanmorgen buiten was, ook al snap ik niet hoe hij het voor elkaar heeft gekregen. "

Hannah staarde haar zus aan. Ze begon ineens weer te twijfelen. Zou het wel een dier geweest zijn? Steffie had gelijk, Sam had al heel lang niets meer gevangen. Hij was veel te doof, blind en mank...

„Hannah?" drong Steffie aan, en Hannah mompelde: „Ik weet niet wat het was. Ik heb het niet gezien. "

„Dus we kunnen het niet begraven?"

Hannah schudde haar hoofd. Ze dacht aan de muis die Sam haar beneden had aangeboden. Nee... wat het ook was, er was veel te veel bloed voor een muis.

„Er waren geen pootafdrukken. " Ze fronste haar voorhoofd. „Ondanks die grote poten van Sam... "

Steffie dacht even na en haar gezicht klaarde op.

Dan was het misschien toch niet Sam die het gedood heeft. Misschien was het een of ander roofdier. "

Hannah knikte opgelucht. Dat kon natuurlijk het geval zijn. Waarom had ze daar niet eerder aan gedacht, toen de sneeuw en de wind om haar heen waaiden?

Voordat ze wist wat er gebeurde, sloeg Steffie haar armen om haar heen en omhelsde haar stevig. , Arme Hannah. Je bent er hartstikke van geschrokken, hè? Je doet altijd zo flink, maar je vindt het zielig voor dat beestje. Het geeft niet, hoor... het komt gewoon door alles wat er is gebeurd. Dat je het hebt uitgemaakt met Ray, en dat Lance en Jonathon ineens voor de deur stonden. Maar ik denk echt dat ze wel oké zijn, of in ieder geval Jonathon. Ik heb met hem zitten praten en hij lijkt me heel aardig. Maar met die Lance weet ik het nog zo net niet. Hij staart de hele tijd zo naar ons. En hij praat geloof ik niet graag. "

Hannah maakte zich los uit Steffies omhelzing. „Laat maar, er is niets met me aan de hand. "

„Wel waar. Maar het komt allemaal goed. " Steffie glimlachte geruststellend. „Dat zul je zien. "

Voordat Hannah kon antwoorden, had Steffie de deur open gedaan. Ze sprong verschrikt achteruit. „O, Jonathon! Ik schrik me rot!"

Jonathon stond met een beschaamd gezicht in de gang. „Eh... sorry. Ik wou alleen maar even... " Hij lachte schaapachtig.

Maar Hannah had de snelle blik gezien die hij langs hen heen in de slaapkamer had geworpen, en ze had ook iets achter Jonathons schouder zien bewegen. Een seconde later verscheen Lance achter hem.

„Handschoenen zoeken, " vervolgde Jonathon. Hij haalde verontschuldigend zijn schouders op. Zijn ogen waren weer op Steffie gericht, en Steffie lachte.

„Ik kwam alleen maar naar boven om handschoenen te zoeken. We wilden nog wat hout halen en... nou ja, hebben jullie nog ergens handschoenen voor ons?"

„Het hout is toch nog niet op?" vroeg Hannah. Ze keek Jonathon achterdochtig aan.

Hoe lang had hij aan de deur staan luisteren?

„In de kast aan de voorkant, " zei Steffie. „Kom maar mee. "

„Dank je. "

Jonathon lachte naar Hannah, maar ze lachte niet terug. Steffie stak de overloop over en ging naar beneden, maar in plaats van haar te volgen, bleven Jonathon en Lance in de gang staan.

„Is dat je vriend?" vroeg Jonathon ineens.

Hannah keek hem verbaasd aan. „Mijn vriend? Wat bedoel je?"

„Die foto. " Jonathon wees naar de ingelijste foto op haar nachtkastje. „Is dat je vriend?"

Hannah knikte, zonder haar ogen van Jonathon af te wenden. „Ja. En hij komt vandaag hier naartoe. "

Lance bestudeerde de foto. Hij was afgelopen zomer op het strand genomen. Hannah stond op de voorgrond met Ray's honkbalpet op, met Ray een eindje achter haar, gekke bekken trekkend naar de camera. Hij was bruin en zag er geweldig uit in zijn zwembroek.

Ze zag Lance zijn voorhoofd fronsen.

„Is er wat?" vroeg ze.

„Nee, niets. Ik dacht alleen dat... " Hij schudde zijn hoofd. „Nee, dat kan niet. Ik kan hem nog nooit ontmoet hebben, ik kom niet uit deze omgeving. "

Hij haalde zijn schouders op en ging naar beneden, Jonathon en Hannah alleen achterlatend.

„Hij komt écht vandaag hierheen, " herhaalde Hannah nadrukkelijk. „Met een stel vrienden. Ze spelen allemaal rugby, en mijn vriend is ontzettend jaloers. "

Jonathon verplaatste zijn blik van de foto naar Hannah. „Net als de sneeuwruimers zeker. Hoor eens, je vriend komt vandaag niet. Dat weet je net zo goed als ik. Dus waarom doe je alsof?"

„Hoe bedoel je?"

„Ik snap best dat je het niet zo geweldig vindt dat wij hier zijn, maar wat moet ik doen om je ervan te overtuigen dat we je niet zullen vastbinden, jullie huis leegroven, en je verkrachten?"

Hannah kreeg een kleur. „Dat is niet grappig. "

„Nee, " zei Jonathon ernstig. „Het is inderdaad niet grappig. Maar ik heb er eerlijk gezegd genoeg van dat je me steeds het gevoel geeft dat ik een of andere misdadiger ben. "

„O sorry, " antwoordde Hannah sarcastisch. „Ik word bijna gewurgd in mijn eigen huis, maar dat geeft natuurlijk niet, hè?"

Jonathon gaf geen antwoord. Hij draaide zich om, deed zachtjes de deur achter zich dicht, waarna Hannah hem naar beneden hoorde gaan.

Ze liep weer naar het raam en staarde naar buiten, naar de stapel hout in de hoek van de tuin... naar het voetspoor dat ze in de sneeuw had gemaakt.

Iemand anders maakte daar nu een voetspoor.

Lance.

Hannah verstijfde en drukte haar neus tegen het raam. Wat deed hij daar? Haalde hij nog meer brandhout? Maar zij en Steffie hadden gisteravond de veranda al praktisch volgestouwd met hout, dus

Lance had niets bij die houtstapel te zoeken.

Hannah keek hoe hij door de tuin liep, een donkere schaduw in het wit. Met zijn lange benen leek het of Lance gleed; hij bewoog zich soepel en sierlijk. Hij stopte bij de houtstapel en keek om zich heen, toen knielde hij dicht bij de plek die Hannah eerder had bekeken. Ze zag dat hij zijn hand naar de grond bracht... en hem daarna dicht bij zijn gezicht hield. Even later stond hij op, pakte het half bedolven blok hout van de grond en begon de bebloede sneeuw om te woelen.

Hannah voelde haar maag verkrampen van angst. Ze zag dat Lance een stap naar achteren deed om zijn werk te inspecteren, waarna hij het blok weer op de stapel gooide.

„Hannah?"

Hannah schrok zich een ongeluk en draaide zich met een ruk om. „Wil je voortaan niet zo aan komen sluipen?" snauwde ze. „Wat moet je?"

„De kachels, " reageerde Steffie beledigd. „Ik dacht dat je kachels zou gaan halen. "

Hannah knikte vaag. „Ja. Ze staan in de garage. "

„Ik heb hotdogs en zo in de vriezer gevonden, " vervolgde Steffie. „Ik dacht dat we die misschien in de open haard konden roosteren. We hebben er een heleboel over van die familiereünie, weet je nog?"

„Geweldig, " mompelde Hannah. „Een picknick. Wat gezellig. "

Steffie zuchtte diep en schudde haar hoofd. „Weet je, je zóu wat positiever kunnen zijn. Zo erg is het nou ook weer niet allemaal. Kom op, hé! Een picknick bij de open haard is toch leuk!"

Hannah gaf geen antwoord. Ze richtte haar aandacht weer op het raam en zag Lance terug naar hun huis lopen. Zijn lange haar waaierde uit rond zijn schouders en was bedekt met sneeuw.

„Hij is wel knap, hè?" zei Steffie achter haar.

Hannah draaide zich om en keek haar zus vernietigend aan. „Haal het niet in je hoofd! Blijf uit zijn buurt. "

„Hij heeft alleen nog maar een lange cape nodig, " ging Steffie verder. „Dan is hij net een zeerover of een ridder of zo. " Ze zuchtte diep. „Jonathon ook, die is alleen artistieker. Een kunstenaar, of zo'n negentiende-eeuwse dichter. "

Hannah schudde haar hoofd. „Jij bent echt hopeloos. Je ziet alleen de goede dingen in mensen. Snap je dan niet dat ze gevaarlijk kunnen zijn?"

Steffie haalde kwaad haar schouders op. „We zitten hier vast met elkaar, Hannah. Dan kunnen we toch op z'n minst proberen het een beetje gezellig te maken. Zij doen hun best, maar jij bent degene die de hele tijd dwarsligt. " Na die woorden stormde ze de kamer uit.

Met open mond keek Hannah haar zus na. Ze liet zich op het bed zakken en probeerde haar gedachten te ordenen.

Dus ik lig dwars, dacht ze verontwaardigd. Laat ik nou al die tijd gedacht hebben dat ik probeerde ons te beschermen.

Haar ogen gleden naar het nachtkastje, naar de foto van haar en Ray op het strand. Hannah vroeg zich af wat hij op dit moment aan het doen was... waar hij nu uithing... of hij aan haar dacht. Zijn dreigementen galmden nog na in haar hoofd, en ze moest haar best doen om niet in huilen uit te barsten. Natuurlijk had hij niet echt gemeend wat hij zei, hij was alleen gekwetst en overstuur. Als hij de lijd had gehad om te kalmeren, zou hij haar vergeven. Misschien konden ze zelfs vrienden blijven...

„Ja, ja, " mompelde Hannah. „En jij vond dat Steffie romantische ideeën had. "

Rusteloos stond ze op en liep naar het raam. Ze keek naar buiten. Het sneeuwde nu harder en Hannah kon Lance's voetsporen al bijna niet meer zien.

Haar blik gleed opnieuw naar de hoek van de tuin, en ineens ging ze rechtop staan.

De houtstapel...

De houtstapel, die hobbelig en vormeloos was onder de dikke laag sneeuw, met de brede, platte boomstronk ernaast die praktisch bedolven was en de opgehoopte sneeuw... Plotseling wist ze wat er anders aan was... wat er niet klopte...

„De bijl, " fluisterde Hannah. „Waar is de bijl gebleven?"