36
Peter Marks, het hoofd operaties van de CIA , was bij Veronica Hart in haar kamer. Ze waren samen verdiept in stapels personeelsgegevens toen ze haar kwamen halen. Luther LaValle, die twee federale marshals bij zich had, was met een rechterlijk bevel door de beveiliging van de CIA gekomen. Hart was er nauwelijks voor gewaarschuwd - een telefoontje van de eerste bewakers op de begane grond - dat haar professionele wereld in elkaar viel. Ze had geen tijd om de vallende brokstukken te ontwijken.
Ze had nauwelijks tijd gehad om het aan Marks te vertellen en op te staan om de confrontatie met haar aanklagers aan te gaan, toen de drie mannen haar kamer al binnenkwamen en haar een federale machtiging lieten zien.
'Veronica Rose Hart,' galmde de oudste van de federale marshals, die beiden een volstrekt onbewogen gezicht hadden, 'u wordt hierbij gearresteerd wegens het samenspannen met een zekere Jason Bourne, een voortvluchtige agent, voor doeleinden die in strijd zijn met de voorschriften van de CIA .'
'Op grond van welk bewijs?' vroeg Hart.
'Surveillancefoto's van de NSA , waarop te zien is dat u op de binnenplaats van de Freer Gallery een pakket aan Jason Bourne overhandigt,' zei de marshal met dezelfde zombiestem.
Marks, die was opgestaan, zei: 'Dit is absurd. U gelooft toch niet...'
'Blijft u erbuiten, meneer Marks,' zei Luther LaValle, die wist dat hij niet zou worden tegengesproken. 'Nog één woord van u en ik laat een formeel onderzoek tegen u instellen.'
Marks wilde net weer iets zeggen toen een scherpe blik van de CIA -directeur hem tot zwijgen bracht. Zijn kaken gingen op elkaar, maar de woede in zijn ogen was onmiskenbaar.
Hart liep om het bureau heen en de jongste marshal boeide haar handen op haar rug.
Is dat echt nodig?' zei Marks.
LaValle wees zwijgend naar hem. Toen ze Hart haar kamer uit leidden, zei ze: 'Neem het over, Peter. Jij bent nu waarnemend directeur van de CIA .'
LaValle grijnsde. 'Niet lang, als ik daar iets over te zeggen heb.'
Toen ze weg waren, liet Marks zich in zijn stoel zakken. Hij merkte dat zijn handen beefden en vouwde ze samen alsof hij aan het bidden was. Zijn hart bonkte zo hard dat het hem moeite kostte te denken. Hij sprong overeind, liep naar het raam achter het bureau van de CIA -directeur en staarde de duisternis van Washington in. Alle monumenten waren verlicht en in alle straten en doorgaande wegen was verkeer. Alles was zoals het moest zijn, en toch kwam niets hem vertrouwd voor. Hij had een gevoel alsof hij in een ander universum was terechtgekomen. Hij kon geen getuige zijn geweest van wat er zojuist was gebeurd. Het kon niet waar zijn dat de NSA de CIA in zijn gigantische klauwen kreeg. Toen draaide hij zich om naar het lege kantoor en drong het pas goed tot hem door dat hij zojuist had moeten aanzien dat de CIA -directeur geboeid werd weggevoerd. Zijn benen werden slap en hij moest op de grote stoel achter het bureau gaan zitten.
Toen besefte hij welke implicaties het had dat hij in die stoel zat. Hij pakte de telefoon en belde Stu Gold, de voornaamste juridisch adviseur van de CIA .
'Blijf waar je bent. Ik kom eraan,' zei Gold met zijn gebruikelijke nuchtere stem. Was er dan niets wat hem uit het veld kon slaan?
Toen voerde Marks een serie telefoongesprekken. Het zou een lange, zware nacht worden.
Rodney Feir had de tijd van zijn leven. Toen hij met Afrique naar een van de kamers achter in The Glass Slipper ging, voelde hij zich in de zevende hemel. Terwijl hij een Viagra slikte, besloot hij haar te vragen een aantal dingen te doen die hij nooit eerder had geprobeerd. Waarom ook niet? vroeg hij zich af.
Hij kleedde zich uit en dacht intussen aan de informatie over de veldagenten van Typhon die Peter Marks hem via de interne post van de CIA had gestuurd. Feir had nadrukkelijk tegen Marks gezegd dat hij die gegevens niet elektronisch toegestuurd wilde krijgen omdat dat niet veilig was. De gegevens zaten opgevouwen in de binnenzak van zijn jas en hij zou ze aan generaal Kendall geven voordat ze The Glass Slipper verlieten. Hij had ze ook onder het eten kunnen overhandigen, maar hij vond dat na alle genoegens die ze zich hadden gepermitteerd een glas champagne de juiste manier was om de avond te besluiten.
Afrique lag al languit op het bed, haar grote ogen half dicht, maar ze kwam ter zake zodra Feir bij haar lag. Hij probeerde zich te concentreren op wat er gebeurde, maar omdat zijn lichaam er al helemaal door in beslag werd genomen, was dat niet nodig. In plaats daarvan dacht hij aan de dingen die hem echt gelukkig maakten, bijvoorbeeld dat hij Peter Marks het nakijken zou geven. In zijn jeugd waren mensen als Marks - en ook Batt - degenen geweest die alles op hem voor hadden, intelligente jongens met spierkracht. Ze hadden zijn leven bedorven. Het waren de jongens die een grote vriendenkring hadden, die alle mooie meisjes konden krijgen, die in auto's reden terwijl hij nog op een scooter rondtufte. Hij was de nerd, de niet zo magere - zeg maar gerust dikke - jongen die het mikpunt van al hun grappen was, die werd geïntimideerd en buitengesloten, die ondanks zijn hoge IQ geen woord kon uitbrengen en niet voor zichzelf kon opkomen.
Hij was als veredelde kantoorklerk bij de CIA gekomen en had zich weliswaar omhooggewerkt maar was altijd buiten het veldwerk of de contraspionage gebleven. Nee, hij was hoofd veldondersteuning. Dat betekende dat hij de leiding had van het verzamelen en verspreiden van de papieren die waren opgesteld door uitgerekend de CIA-agenten op wie hij zo jaloers was. Zijn kantoor was het middelpunt van vraag en aanbod, en soms kon hij zichzelf ervan overtuigen dat hij aan het hoofd stond van het zenuwcentrum van de CIA . Meestal daarentegen zag hij zich zoals hij werkelijk was: iemand die verantwoordelijk was voor de verwerking van elektronische lijsten, formulieren, verzoeken, materiaaltoekenningen, budgetspreadsheets, personeelsprofielen, vrachtbrieven - een ware lawine van bestanden die door het intranet van de CIA vlogen. Met andere woorden, hij was iemand die informatie verwerkte. Verder had hij niets te zeggen.
Hij was nu gehuld in genot. Een warme, trage spanning verspreidde zich vanuit zijn kruis naar zijn bovenlijf en ledematen. Hij deed zijn ogen dicht en zuchtte.
In het begin had hij er geen moeite mee gehad om een anoniem radertje in de CIA -machine te zijn, maar toen de jaren verstreken en hij opklom in de hiërarchie, had alleen de Oude Man zijn waarde ingezien, want de Oude Man had hem steeds weer promotie gegeven. Niemand anders - zeker niet een van de andere directeuren -zei ooit een woord tegen hem tenzij ze iets van hem nodig hadden.
Dan vloog er ineens een verzoek door de CIA -cyberspace, zo snel als je 'ik heb het direct nodig' kon zeggen. Als hij ze gaf wat ze direct nodig hadden, kreeg hij geen enkele reactie, zelfs geen knikje op de gang, maar er hoefde zich maar een klein beetje vertraging voor te doen, om welke reden dan ook, en ze stortten zich op hem als spechten op een boom vol insecten. Ze bleven hem lastigvallen tot ze hadden wat ze wilden, en dan was het weer stil. Hij vond het een trieste ironie dat hij zelfs binnen zo'n geheimzinnige organisatie als de CIA een buitenstaander was.
Het was vernederend om een van die stereotiepe Amerikanen te zijn die keer op keer zand in hun gezicht geschopt kregen. Wat haatte hij zichzelf omdat hij een levend, ademend cliché was! Deze avonden met generaal Kendall gaven kleur en betekenis aan zijn leven, de clandestiene ontmoetingen in de sauna van de sportschool, de diners in barbecuetenten in SE en dan de heerlijke chocoladebruine nachtmutsjes in The Glass Slipper, waar hij er eindelijk eens helemaal bij hoorde in plaats van met zijn neus tegen de ruit van iemand anders gedrukt te staan. Omdat hij wist dat hij niet meer kon veranderen moest hij er genoegen mee nemen zich helemaal te laten gaan in Afriques bed in The Glass Slipper.
Generaal Kendall zat een sigaret te roken in de kraal, de naam die ze aan de kamer hadden gegeven waar de meisjes voor de gasten langs paradeerden. Hij genoot intens. Als hij al aan zijn baas dacht, was het aan de hartaanval die LaValle bij de aanblik van dit alles zou krijgen. Aan zijn gezin dacht hij helemaal niet. In tegenstelling tot Feir, die altijd hetzelfde meisje nam, hield Kendall, als het op de vrouwen van The Glass Slipper aankwam, van afwisseling, en waarom ook niet? Op alle andere terreinen van zijn leven had hij bijna geen keus. Als hij hier geen keus had, waar dan wel?
Hij zat op de purperen fluwelen bank, zijn ene arm over de rugleuning, en keek met half dichtgeknepen ogen naar de langzame parade van vlees. Hij had zijn keuze al bepaald, het meisje was zich in haar kamer aan het uitkleden, maar toen Bev naar hem toe was gekomen met de suggestie dat hij misschien iets bijzonders zou willen - nog een meisje om een trio te vormen - had hij niet geaarzeld. Hij had al op het punt gestaan zijn keuze te maken toen hij iemand zag. Ze was onmogelijk lang, met een huid als de donkerste chocolade, en ze bezat zo'n vorstelijke schoonheid dat het zweet hem uitbrak.
Hij keek Bev aan en ze kwam naar hem toe. Bev kende zijn verlangens. Ik wil haar,' zei hij tegen Bev, en hij wees naar de vorstelijke schoonheid.
Ik ben bang dat Kiki niet beschikbaar is,' zei ze.
Na dat antwoord wilde Kendall haar des te meer. De doortrapte heks; ze kende hem te goed. Hij haalde vijf biljetten van honderd dollar tevoorschijn. 'En nu?' zei hij.
Zoals altijd stak Bev het geld in haar zak. 'Laat het maar aan mij over,' zei ze.
De generaal zag haar tussen de meisjes door lopen naar Kiki, die enigszins bij de anderen vandaan stond. Terwijl hij hen zag praten, sloeg zijn hart als een oorlogstrommel in zijn borst. Hij zweette zo erg dat hij zijn handpalmen aan het purperen fluweel van de armleuning van de bank moest afvegen. Als ze nee zei, wat zou hij dan doen? Maar ze zei niet nee, ze keek door de kamer naar hem met een glimlach die zijn temperatuur enkele graden omhoog liet gaan. Jezus, wat wilde hij haar!
Alsof hij in trance was, zag hij haar door de kamer naar hem toe komen, wiegend met haar heupen en met die betoverende vage glimlach. Hij stond op, al kostte dat hem moeite. Hij voelde zich een maagd van zeventien. Kiki stak haar hand uit en hij pakte hem vast, doodsbang dat ze terug zou deinzen als die van hem te vochtig was, maar de vage glimlach verdween niet van haar gezicht.
Hij beleefde er een intens genot aan om zich door haar langs alle andere meisjes te laten leiden. Hij genoot van hun jaloerse blikken.
'Welke kamer heb je?' mompelde Kiki met een stem als honing.
Kendall, die haar kruidige muskusachtige geur inademde, kon zijn stem niet vinden. Hij wees, en ze leidde hem opnieuw met zich mee alsof hij aan een leiband liep. Even later stonden ze voor de deur.
'Weet je zeker dat je vanavond twee meisjes wilt?' Ze streek met haar heup langs de zijne. 'Voor veel mannen die ik heb ontmoet was ik meer dan genoeg.'
Er trok een heerlijke rilling over de ruggengraat van de generaal, een gevoel dat uiteindelijk als een verhitte pijl tussen zijn dijen bleef zitten. Hij stak zijn hand uit en maakte de deur open. Lena kronkelde naakt op het bed. Hij hoorde de deur achter zich dichtgaan. Zonder erbij na te denken kleedde hij zich uit. Toen stapte hij over de berg van zijn kleren heen, pakte Kiki's hand vast en liep naar het bed. Hij knielde erop neer, ze liet zijn hand los, en hij viel op Lena.
Hij voelde Kiki's handen op zijn schouders en ging kreunend op in Lena's weelderige lichaam. Het genot was des te groter doordat hij zich kon verheugen op Kiki's lange, lenige lichaam, dat ze tegen zijn glanzende rug drukte.
Het duurde even voordat hij besefte dat de snelle lichtflitsen niet het gevolg waren van de verhoogde opwinding van zenuwuiteinden achter zijn ogen. Verdoofd van seks en verlangen, kon hij zijn hoofd alleen maar langzaam omdraaien, en op dat moment keek hij weer in een reeks flitsen. Zelfs toen, terwijl de negatiefbeelden achter zijn netvliezen dansten, kon zijn benevelde brein niet helemaal begrijpen wat er gebeurde en bleef zijn lichaam zich ritmisch tegen Lena's soepele vlees bewegen.
De camera flitste weer. Te laat stak hij zijn hand op om zijn ogen af te schermen, en de grimmige realiteit keek hem recht aan. Kiki, nog steeds aangekleed, bleef foto's van hem en Lena maken.
'Lachen, generaal,' zei ze met die sensuele, honingzoete stem. 'Je kunt niets anders doen.'
'Ik heb te veel woede in me,' zei Petra. 'Het is net een van die vleesetende ziekten waar je over leest.'
'Dachau is giftig voor je, en München nu ook,' zei Bourne. 'Je moet hier weg.'
Ze ging naar de linkerrijbaan en trapte nog meer op het gas. Ze waren op de terugweg naar München in de auto die Pelz' oomzegger op naam van die oomzegger voor hem had gekocht. De politie keek misschien nog naar hen beiden uit, maar het enige spoor dat ze hadden was Petra's appartement in München, en ze waren geen van beiden van plan daar in de buurt te komen. Zolang ze niet uitstapte, dacht Bourne dat het redelijk veilig was als ze hem naar de stad terugreed.
'Waar kan ik heen?' zei ze.
'Ga helemaal uit Duitsland weg.'
Ze lachte, maar het was geen aangenaam geluid. 'Hard weglopen, bedoel je?'
'Waarom zou je het zo zien?'
'Omdat ik een Duitse ben. Ik hoor hier thuis.'
'De politie van München is op zoek naar je,' zei hij.
'En als ze me vinden, zit ik mijn straf voor de moord op je vriend uit.' Ze knipperde met haar licht om een langzamere auto uit de weg te krijgen, intussen heb ik geld. Ik kan leven.'
'Maar wat ga je doen?'
Ze keek hem met een scheve grijns aan. 'Ik ga voor Virgil zorgen. Hij moet afkicken; hij heeft iemand nodig die om hem geeft.' Ze naderden de stad en ze veranderde van rijbaan om eraf te kunnen als het nodig was. 'De politie vindt me niet,' zei ze met een vreemd soort zekerheid, 'want ik breng hem hier ver vandaan. Virgil en ik worden twee vrijbuiters die een heel nieuwe manier van leven gaan leren.'
Egon Kirsch woonde in de noordelijke wijk Schwabing, die als een wijk van jonge intellectuelen bekendstond vanwege de universitaire studenten die je overal in de straten, cafés en bars zag.
Toen ze bij het grote plein van Schwabing kwamen, stopte Petra. 'Toen ik nog jonger was, kwam ik hier vaak met mijn vrienden. We waren toen allemaal militanten. We voerden actie voor verandering en voelden ons met dit plein verbonden, want van hieruit heeft de Freiheitsaktion Bayern, een van de beroemdste verzetsgroepen, tegen het eind van de oorlog Radio München veroverd. Via de radio riepen ze de bevolking op om alle plaatselijke nazileiders gevangen te nemen en afschuw van het regime te laten blijken door witte lakens uit de ramen te hangen - iets waar trouwens de doodstraf op stond. Ze hebben ook veel burgerlevens gered toen het Amerikaanse leger hier aankwam.'
'Eindelijk vinden we in München iets waar zelfs jij trots op kunt zijn,' zei Bourne.
'Misschien wel.' Petra lachte bijna bedroefd. 'Maar van al mijn vrienden ben ik de enige die revolutionair is gebleven. De anderen werken tegenwoordig in het bedrijfsleven of zijn huisvrouw. Ze leiden trieste, grauwe levens. Ik zie ze soms nog wel als ze naar hun werk of naar huis sjokken. Ik loop ze voorbij en ze kijken niet eens op. Uiteindelijk hebben ze me allemaal teleurgesteld.'
Kirsch' appartement bevond zich op de bovenste verdieping van een mooi huis met grijs stucwerk, gewelfde ramen en een pannendak van terracotta. Tussen twee van de ramen zat een nis met een beeld van de maagd Maria die het kindje Jezus in haar armen hield.
Petra stopte voor het gebouw, ik wens je alle goeds, Amerikaan,' zei ze. Ze gebruikte met opzet de term van Virgil Pelz. 'Bedankt... voor alles.'
'Je zult het misschien niet geloven, maar we hebben elkaar geholpen,' zei Bourne toen hij uitstapte. 'Veel succes, Petra.'
Toen ze was weggereden, draaide hij zich om, ging de trap op naar het gebouw en gebruikte de code die Kirsch hem had gegeven om de voordeur open te maken. Het interieur was netjes en smetteloos schoon. De gelambriseerde hal glansde van de was. Bourne beklom de gebogen houten trap naar de bovenste verdieping en gebruikte Kirsch' sleutel om naar binnen te gaan. Hoewel het appartement zelf licht en luchtig was, met veel ramen die uitkeken op de straat, heerste er een diepe stilte, alsof het zich op de bodem van de zee bevond. Er was geen tv, geen computer. Langs een hele muur van de huiskamer stonden boekenkasten met werken van Nietzsche, Kant, Descartes, Heidegger, Leibniz en Machiavelli. Er waren ook boeken van veel van de grote wiskundigen, biografen, romanschrijvers en economen. De andere muren waren bedekt met Kirsch' ingelijste of van een passe-partout voorziene lijntekeningen, zo gedetailleerd en ingewikkeld dat het op het eerste gezicht bouwtekeningen leken, waarna ze plotseling scherp in beeld kwamen en Bourne besefte dat het abstracte tekeningen waren. Als alle goede kunst leken ze heen en weer te bewegen tussen de realiteit en een droomwereld waarin alles mogelijk was.
Nadat hij vlug door alle kamers was gelopen, ging hij in een stoel achter Kirsch' bureau zitten. Hij dacht lang en diep na over de professor. Was hij Dominic Specter, de vijand van het Zwarte Legioen, zoals hij beweerde te zijn, of was hij Asher Sever, de leider van het Zwarte Legioen? Als hij Sever was, had hij zelf de aanval op zichzelf geënsceneerd - een ingewikkeld plan dat mensenlevens had gekost. Kon de professor zich schuldig hebben gemaakt aan zo'n irrationele daad? Ja, als hij de leider van het Zwarte Legioen was, kon dat. Ten tweede had Bourne zich afgevraagd waarom de professor de gestolen tekening aan Pjotrs onbetrouwbare netwerk had toevertrouwd. Maar er was nog een raadsel: als de professor dezelfde persoon was als Sever, waarom wilde hij die papieren dan zo graag in handen krijgen? Dan zou hij ze toch al hebben? Die twee vragen gingen steeds maar weer door Bournes hoofd zonder dat hij een bevredigend antwoord vond. Hij begreep niets van de situatie waarin hij zich bevond. Dat betekende dat een essentieel stukje van de puzzel ontbrak. Toch had hij het hardnekkige gevoel dat hij, net als de tekeningen van Egon Kirsch, twee afzonderlijke realiteiten te zien kreeg - wist hij nu maar welke echt was en welke vals.
Ten slotte dacht hij na over iets wat hem al sinds het incident in het Egyptisch Museum had dwarsgezeten. Hij wist dat Franz Jens de enige was geweest die hem tot in het museum was gevolgd. Hoe kon Arkadin dan weten waar hij was? Arkadin moest Jens hebben vermoord. Hij moest ook opdracht hebben gegeven Egon Kirsch te vermoorden, maar nogmaals: hoe wist hij waar Kirsch was?
De antwoorden op beide vragen waren een kwestie van tijd en plaats. Hij was niet naar het museum gevolgd, dus... Opeens had hij het koud. Hij dacht diep na. Als hij niet fysiek gevolgd was, moest hij ergens een zendertje op zijn lichaam hebben. Maar hoe was het daar aangebracht? Iemand kon op het vliegveld tegen hem aan zijn gebotst. Hij stond op en kleedde zich langzaam uit. Daarbij onderzocht hij elk kledingstuk, op zoek naar een elektronisch apparaatje. Hij vond niets, kleedde zich aan en ging weer in de stoel zitten, diep in gedachten verzonken.
Met zijn fotografisch geheugen nam hij elke stap van zijn reis van Moskou naar München door. Toen hij zich de ambtenaar van de Duitse immigratiedienst herinnerde, besefte hij dat zijn paspoort bijna een halve minuut uit zijn handen was geweest. Hij haalde het uit zijn borstzak, bladerde het door en onderzocht elke bladzijde visueel en door er met zijn vinger overheen te strijken. Aan de binnenkant van de achterkant vond hij, in de vouw van het bindwerk, het minuscule zendertje.