9

De dagen vlogen voorbij. Ze werden allemaal doorgebracht binnen de vier muren van Pepina’s keuken, en toch boden ze een eindeloze variatie. De oude vrouw leerde haar alles wat ze wist, en elke avond als ze klaar waren en de potten en pannen hadden afgewassen, smulden ze van de gerechten die ze hadden klaargemaakt. Op sommige dagen vond Chiara de aardse smaak van een eenvoudige pasta e fagioli volmaakt, op andere dagen wilde ze voortaan alleen nog maar een bord met kool, risottorijst, spek en knoflook, gekookt in kippenbouillon eten. De gerechten waren stevig en vol smaak. Er werd het beste gemaakt van de groente die het seizoen bood, want de familie Carrozza was, net als de meeste andere families in de streek, vroeger te arm geweest om veel vlees op het menu te kunnen zetten.

‘s Morgens nam Pepina haar mee naar de moestuin om te zien wat er geoogst kon worden. Terwijl ze tussen de slordige rijen liepen, streken hun benen langs de woekerende basilicumplanten zodat de lucht bezwangerd werd met hun doordringende geur.

Pepina liet haar zien hoe ze de hoge, stekelige artisjokken moest plukken voor ze gingen doorschieten, en naderhand stopte ze grofgehakte knoflook, peterselie en zout tussen hun harde groene blaadjes en stoomde ze in wat water en olijfolie. Chiara kon bijna niet wachten om ze te eten. Gretig doopte ze het ene blaadje na het andere in het olieachtige sap en zoog ze leeg tussen haar tanden. Vervolgens plukten ze glanzende rode paprika’s en bakten die in olijfolie met wat ui, en lieten ze toen sudderen met tomaten. Toen Pepina dacht dat Chiara niet keek, probeerde ze een snufje van een geheim ingrediënt in de pan te doen.

“Wat was dat?” wilde Chiara weten.

“Niets,” beweerde haar grootmoeder, maar haar ogen waren te groot en haar glimlach te gekunsteld.

Uiteindelijk, na veel overredingskracht van Chiara, gaf ze toe. “Suiker,” biechtte ze op. “Alleen een beetje suiker om mijn peperonata wat zoeter te maken.”

Chiara was teleurgesteld. Ze had gedacht dat het een of ander speciaal kruid was waarvan alleen haar grootmoeder de werking kende. Maar er waren dus geen geheime ingrediënten. Alleen een snufje suiker om het gerecht net iets speciaals te geven.

In Pepina’s slordige moestuintje, verward tussen de artisjokken, paprika’s en basilicum, hingen glanzende tomaten in de zon te rijpen. De grond zag er hard en droog uit, maar ze smaakten meer naar tomaat dan Chiara ooit had geproefd. Toen ze in hun vel beet, barstten ze vol zoet sap open. De waterige pulpbollen die ze in de supermarkt verkochten verdienden de naam tomaat niet, besloot ze, terwijl haar handen groen werden van het plukken en haar tong rood van het eten.

Op de warme middagen, als Pepina moe werd, legde Paolo zijn fototoestel weg en hielp een handje. Samen maakten ze polpette di carne, malse gehaktballetjes die ze in tomatensaus lieten sudderen. Paolo mengde eigeel niet het gemalen varkensvlees en voegde wat knoflook, ui, oud brood, bladpeterselie en kruiden aan de roze massa toe. Vervolgens vormden ze de balletjes met hun handen. “Mm, mijn lievelingskostje,” verklaarde hij terwijl hij onder de oplettende blik van Pepina de gehaktballetjes even aanbraadde voor hij ze aan de pruttelende saus toevoegde.

Chiara wist dat enkele gerechten nooit in haar boek vermeld zouden worden. Op een dag haalde Pepina bijvoorbeeld een grote pan vol vers water en kronkelende, levende palingen met zwarte gladde velletjes tevoorschijn. Ze rookte ze boven haar houtgestookte barbecue en ze smaakten verrukkelijk, maar Chiara nam niet de moeite om aantekeningen te maken. Paling zou nooit op het menu verschijnen in Islington, Notting Hill en de rest van Engeland, en de mensen daar waren degenen die haar kookboeken kochten.

Op sommige dagen moest ze extra vroeg opstaan van Pepina. Dan werd er geen brood gebakken, want die tijd had haar grootmoeder uitgetrokken voor feestelijke maaltijden, de wat uitgebreidere schotels waarvan in heel Campania werd genoten op feestdagen en heiligendagen. Eerst maakten ze een ragü, de ultieme tomatensaus, vol stukken varkens- en kalfsvlees en opgerolde plakjes rundvlees die waren gevuld met knoflook en pijnboompitten. Die moest zes uur lang sudderen, regelmatig worden omgeroerd, en ze moesten er steeds een scheutje water aan toevoegen tot het vlees zijn kleur verleende aan de tomaten en de saus donker en geurig werd.

Vervolgens maakten ze een sartu, een in een vorm gebakken rijst-krans, gevuld met lagen delicatessen: wilde paddestoelen, kleine gehaktballetjes, gekruide worstjes en nog veel meer. De geur die opsteeg terwijl de enorme vorm in de oven werd gebakken, was verrukkelijk, en Chiara watertandde toen ze er een stukje af kon snijden, er wat ragü overheen goot en een hapje nam.

Pepina bewaarde het beste tot het laatst. Haar timballo di maccheroni was een verbluffende creatie, een pastei gevuld met pasta die op smaak was gebracht met ragü en parmezaanse kaas, afgewisseld met lagen salami, doperwtjes, gebakken aubergines, romige ricotta en in blokjes gesneden mozzarella.

Rosaria’s ogen werden zo groot als schoteltjes toen ze de pastei op de keukentafel zag pronken. “Een timballo,” verzuchtte ze. “Mamma, die hebt u in geen jaren gemaakt.”

Hoewel ze niet aardig wilde zijn tegen de dochter van Maria Domenica, kon Rosaria het toch niet laten om op te scheppen over haar kennis van de gerechten van Campania.

“We gebruiken bijna nooit knoflook en ui tegelijk in hetzelfde gerecht,” zei ze bijvoorbeeld luchtig als ze toekeek hoe de twee vrouwen aan het hakken, schillen en snijden waren. “Dat onderdrukt alle andere smaken. Je hoeft niet allerlei verschillende smaken aan een gerecht toe te voegen, Chiara. Soms is één ingrediënt al genoeg. Zie je hoe mamma haar ravioli maakt? Ze vult die alleen met ricotta. Er komt zelfs geen spikkeltje peterselie in de vulling. O, en dan nog wat, je hoeft de pasta niet te verdrinken in tomatensaus. Je moet er alleen net genoeg bij doen voor een laagje.”

Soms vertelde Pepina verhalen over vroeger en dan deed Rosaria haar best om ze te vertalen. “Mamma zegt dat ze in Napels de maccheroni aan waslijnen te drogen hingen. Hoe arm je ook was, je had altijd pasta. Vlees is een heel ander verhaal. Sommige gezinnen konden het zich nooit veroorloven. Maar wij wel,” voegde ze er trots aan toe. “Papa had achter het huis hokken met konijnen en een of twee keer per week slachtte hij er een. In dit huis is altijd voldoende eten geweest om onze magen te vullen.”

Terwijl Rosaria toekeek, werkten de twee vrouwen uren achtereen. In het begin was Chiara bang dat de inspanning te veel zou zijn voor de oude vrouw, maar naarmate de dagen verstreken leek Pepina zelfs jonger en sterker te worden. Erminio kwam een paar keer per dag even kijken om te proeven en hapjes te stelen. Pepina joeg hem altijd lachend de keuken uit met een theedoek, net zoals ze dat deed met de kippen.

‘s-Avonds zette Chiara haar laptop op de oude keukentafel om haar aantekeningen uit te werken, en de woorden vloeiden zo snel uit haar brein dat haar onhandige vingers het bijna niet konden bijhouden. Haar hele passie voor voedsel was weggeëbd toen ze aan het broodboek werkte, maar was ten slotte weer naar boven gekomen en ze wilde niets vergeten—geen enkel ingrediënt, niet de smaak van het eerste vorkje van een nieuw gerecht, en in het bijzonder niet het beeld van stil genoegen op het gezicht van haar grootmoeder terwijl ze haar kennis doorgaf.

Paolo leek altijd wel in de buurt te zijn. Als hij al een baan had, dan nam die niet veel tijd in beslag. Hij deed geheimzinnig toen ze hem vroeg wat hij eigenlijk deed voor de kost. “Zaken,” zei hij op een toon die verdere vragen in de kiem smoorde. Hij had de gewoonte aangenomen om overdag in de keuken rond te hangen en ‘s-avonds naast Chiara te zitten terwijl ze aan het typen was. Af en toe vulde hij haar glas bij met rode wijn. Hij had haar niet meer gekust, maar daar had hij ook de kans niet meer voor gekregen omdat ze nooit alleen waren. Daar zorgde Chiara wel voor. Ze vertrouwde zichzelf gewoon niet.

Pepina mocht dan oud zijn, maar dom was ze allerminst. Haar sluwe blik was steeds op Paolo en Chiara gericht en als ze de kans kreeg, stuurde ze Paolo vier of vijf keer per dag weg om boodschappen te doen in het stadje. Haar grootmoeder geloofde blijkbaar stellig dat Marco de vader van hen beiden was, dacht Chiara. Zelf was ze daar niet zo zeker van. Het leek weliswaar onwaarschijnlijk, maar ze was niet bereid om het risico te nemen.

Op een avond voelde ze zich zo in de war dat ze wachtte tot Paolo naar de stad was gereden en vervolgens belde ze naar Harriet in The Office, collect. Een Italiaanse mannenstem antwoordde, en even dacht ze dat ze het verkeerde nummer had ingetoetst.

“Nee nee, met Eduardo,” zei de stem toen ze zich begon te verontschuldigen.

“Eduardo, wat doe jij daar?”

“Ik werk achter de bar. Harriet heeft me weggelokt van Bar Italia.”

Hij klonk zelfingenomen, vond Chiara, en dat hield waarschijnlijk in dat hij en Harriet een verhouding hadden.

Toen haar vriendin eindelijk aan de telefoon kwam, leek ze duizenden kilometers ver weg. Haar stem klonk vreemd, met een onbekend accent. “Mijn god, wat zit jij in de rotzooi,” zei ze toen Chiara de situatie had uitgelegd.

“Dat weet ik verdomme ook wel, maar wat moet ik doen?”

“Vind je die Paolo echt leuk?”

“Leuk? Leuk? Nee, ik vind hem niet leuk, Harriet, ik ben gek op hem. Zodra ik naar hem kijk voel ik…” De woorden ontbraken haar en ze zweeg.

“Dat heb je over andere mannen ook gezegd, Chiara.”

“Dat weet ik, maar deze keer is het anders!” jammerde ze.

Harriet zei niets. Chiara hoorde alleen het gestage geroezemoes van gesprekken en het rinkelen van glazen. Hoewel het nog vroeg was, moest het al druk zijn in The Office, en even wenste ze dat ze daar ook was, op de beste plek aan het eind van de bar, roekeloos haar geld uitgevend aan goede champagne. Met de telefoon nog steeds strak tegen haar oor keek ze om zich heen naar de vergeelde keukenmuren die de afgelopen dagen haar wereld hadden begrensd, en ze verlangde ernaar te vluchten naar haar echte leven.

“Harriet? Ben je er nog?”

“Ja, sorry. Er staan nogal wat klanten te wachten. De bevolking van Soho heeft dorst vandaag.”

“Ik denk dat ik maar naar huis kom,” zei Chiara. Ze meende het maar half.

“Is het dan niet fijn om bij je grootouders te zijn?”

“Ja, maar…”

“Nee, luister, Chiara,” Harriet klonk geërgerd, “je laat die man niet tussen jou en je familie komen, hoor! Waarom doe je altijd zoiets?”

“Wat bedoel je?” vroeg Chiara verontwaardigd.

Er klonk een gedempt geplop van een kurk en het sissen van schuimende champagne in een glas, toen sprak Harriet verder. Haar stemgeluid zwol aan om het lawaai van vijftig drinkende mensen te overstijgen toen ze aan een preek begon. “Waarom raak je altijd de draad kwijt zodra er een man in het spel is. Je bent altijd zo verstandig op elk ander terrein van je leven. Kun je het niet eens rustig bekijken?”

“Ik denk het wel…,” antwoordde Chiara timide.

“Je moeder is weggelopen uit San Giulio,” eindigde Harriet. “Ga jij haar voorbeeld volgen?”

Chiara hing berouwvol op en schakelde haar laptop in. Tegen de tijd dat ze Paolo’s auto buiten hoorde, was ze halverwege het uitwerken van haar aantekeningen van die dag.

Paolo was nog laat naar de stad gegaan met een lange boodschappenlijst die was samengesteld in Pepina’s nauwelijks leesbare handschrift. Hij kwam beladen met pakjes en supermarkttassen vol eten binnen, de benodigdheden voor de gerechten die ze de volgende dag zouden bereiden. Rosaria kwam met lege handen achter hem aan de keuken binnen. Toen ze Chiara zag, bleef ze niet. Met een knikje in haar richting ging ze naar haar eigen kamer.

Erminio en Pepina waren ook weg, uitgeput van het koken en het eten waren zij ook even gaan liggen, en dus waren Paolo en Chiara voor het eerst alleen sinds hij haar gekust had.

Hij ging naast haar aan tafel zitten en las over haar schouder de woorden op het scherm. “Hoe gaat het?” informeerde hij ten slotte.

Chiara was dol op zijn stem. Die was diep en sexy, zo vol als warme chocolade. Als hij af en toe moeite had om de onbekende Engelse woorden te vormen, maakte de verkeerde uitspraak zijn charme alleen maar groter.

“Goed,” antwoordde ze. Ze keek op van het scherm en zag zijn gladde gezicht met de lange wimpers veel te dicht bij dat van haar.

Haar lichaam snakte naar hem, ook al zei haar verstand dat het onmogelijk was, en nu verried het haar door toe te geven aan zijn nabijheid. Toen hij haar bovenarm aanraakte, kreeg haar verlangen de overhand ondanks haar verwoede pogingen om het te onderdrukken.

“Paolo, niet doen,” zei ze terwijl ze haar arm wegtrok.

“Wat bedoel je?”

“Dat weet je best.”

Zijn groene ogen flitsten terwijl hij met zijn hand op tafel sloeg en binnensmonds in het Italiaans vloekte. “Wat moet ik doen om je te overtuigen? Is Rosaria’s woord niet genoeg? Je hebt haar zelf horen zeggen dat we geen broer en zus zijn. We lijken niet op elkaar, we klinken anders, we verschillen op alle mogelijke manieren. En als dit tegennatuurlijk of verkeerd zou zijn, dan zweer ik je dat ik niet deze ondraaglijke begeerte zou voelen.” Hij keek even naar haar en vervolgde op zijn smeltende chocoladetoon: “Ik begeer je, Chiara.”

Deze keer gaf ze zich helemaal over aan zijn kus. Ze stond toe dat hij zijn armen om haar heen sloeg en ging onder in zijn warme, muskusachtige geur. Zijn lippen drongen en zijn tong duwde tegen haar lippen tot ze zich overgaf.

Een hand omvatte haar borst en die kneedde hij net zo stevig als zijn grootmoeder haar deeg kneedde. Toen hoorde Chiara achter hen het knarsende geluid van een deur die openging en het geschuifel van voeten over de plavuizen.

Paolo deinsde terug, maar het was te laat. Pepina had hen samen gezien. Een woedende woordenstroom kwam over haar lippen. Paolo bloosde en trok zich nog verder terug toen ze hem de ene vernietigende zin na de andere in het Italiaans toebeet. Chiara voelde zich vol schaamte, maar de boosheid van de oude vrouw was niet op haar gericht, alleen op haar kleinzoon.

Ten slotte draaide Pepina hen de rug toe en begon met veel kabaal de boodschappen uit de tassen te pakken die Paolo slordig op de tafel en de vloer had laten staan. Hij keek naar Chiara terwijl de oude vrouw kastdeurtjes open- en dichtgooide. “Als je teruggaat naar Engeland, ga ik mee,” zei hij tegen haar.

“Dat lijkt me geen goed idee.”

“Ik wist dat je dat zou zeggen, maar het kan me niets schelen. Dit is een vrij land. Ik ga toch, zelfs al zou je zo onbeleefd zijn om me niet uit te nodigen.”

“Paolo, wat schiet je ermee op?”

Chiara besefte dat ze helemaal niet wilde dat Paolo naar Londen kwam. Op de een of andere manier leek hij te opvallend, te kleurrijk voor de grijze stad. Ze zou hem niet in haar wereld kunnen verdragen, hij zou haar ogen pijn doen. Ze probeerde zich hem voor te stellen in The Office, met een glas champagne in zijn hand, pratend met de vreemde mengelmoes van dagbladjournalisten, kleine aristocraten en zogenaamde kunstenaars die er vaste klant waren, maar ze wist zeker dat het niet zou lukken. Zelfs als Paolo uiteindelijk slechts een neef bleek te zijn, hoe konden ze daar ooit een geslaagde relatie hebben?

Nu keek hij humeurig, en voor het eerst zag Chiara enige gelijkenis met zijn moeder. Dat kwam door de manier waarop hij zijn mondhoeken liet hangen en zijn knappe gezicht verstrakte. Ze wilde dat de humeurige uitdrukking verdween en dat hij weer volmaakt werd.

“Paolo,” zei ze overredend. “Niet boos zijn. Ik ga niet voorgoed weg. Ik moet naar Londen om met mijn uitgever te praten, maar ik hoef niet lang weg te blijven.”

Hij glimlachte en, Pepina’s woede riskerend, boog zich vlug naar haar toe en kneep even in haar wang. “Ik wil gewoon niet dat je net als je moeder verdwijnt,” zei hij. “Dat zou voor ons allemaal een ramp zijn.”