30
Dugdale en Karlsson troffen elkaar voor het kantoor van de commissaris. Ze wisselden een nerveuze blik.
‘Het voelt alsof ik zo een examen heb,’ zei Karlsson.
‘Ik dacht eerder aan een afspraak bij de tandarts,’ zei Dugdale. ‘Wortelkanaalbehandeling. Zo eentje waarbij ze heel diep moeten boren.’
‘Oké, oké, hou maar op.’
Er verscheen een jonge vrouw, die hen het kantoor van de commissaris binnenliet. Karlsson was hier al eerder geweest, bij een andere commissaris. Dit bezoek voelde even ongemakkelijk. Helena Leigh zat achter hetzelfde bureau. Haar korte, grijze haar stak af tegen haar donkere uniform. Ze stond niet op. Ze gebaarde slechts dat de twee hoofdinspecteurs konden gaan zitten.
‘Geoffrey Kernan,’ zei ze. ‘Lee Samuels. Gerald Hebb.’
‘Ja,’ zei Dugdale, op lichtelijk gespannen toon.
‘Liz Barron. Een journaliste. We weten allemaal wat er gebeurt bij een moord op een journalist.’
‘Ja.’
‘Weet je op hoeveel voorpagina’s deze zaak de afgelopen maand heeft gestaan?’
‘Best een aantal, gok ik,’ zei Dugdale.
‘De pers zit erbovenop. En dan nu Jessica Colbeck. Eenentwintig jaar. Ze had mijn dochter kunnen zijn. Ze had ieders dochter kunnen zijn. Heb je haar ouders ontmoet?’ vroeg ze aan Dugdale.
Als hij zijn ogen dichtdeed, zag hij hun gezichten zo weer voor zich. Bleek, in shock, met rode ogen.
‘Ik heb ze gisteren gesproken.’
‘Heb je ze vanmorgen op tv gezien? Zittend op de bank?’
‘Nee, dat heb ik niet gezien.’
‘Het was boeiende televisie.’
Dugdale zei niets. Leigh richtte haar aandacht op Karlsson. ‘En wat doe jij hier?’
Karlsson kuchte. ‘We weten allemaal dat Dean Reeve de hoofdverdachte is in deze zaak. We denken dat hij de computer van Geoffrey Kernan heeft gebruikt om mij op te zoeken.’
‘Waarom?’
‘Zijn eigenlijke doelwit is een vrouw genaamd Frieda Klein. Hij kent haar al langer.’
‘Ja, ik weet wie Frieda Klein is. Zij is de reden dat ik hier nu zit.’
‘Hoe bedoelt u?’ vroeg Dugdale.
‘Zij heeft de carrière van mijn voorganger geruïneerd. Toen werd ik erbij gehaald om puin te ruimen.’
‘Ik weet niet of dat wel helemaal klopt,’ zei Karlsson.
‘Daar denken we dan duidelijk anders over. Staat Klein onder surveillance?’
Er viel een stilte.
‘Op het moment niet,’ antwoordde Dugdale.
‘Waarom niet?’
‘Omdat ze dat niet wilde.’
Er viel een pijnlijke stilte.
‘Waarom doet ze dit?’
Dugdale keek Karlsson hulpeloos aan.
‘Frieda wist dat Reeve achter haar aan zat,’ zei Karlsson. ‘Volgens mij wilde ze niet blijven wachten tot hij haar zou vermoorden. Dus is ze van de radar verdwenen.’
‘Je bedoelt dat ze zich schuilhoudt?’
‘Misschien.’
‘Misschien? Wat kan ze anders van plan zijn?’
‘Dat weet ik niet precies,’ zei Karlsson.
‘Ik heb haar wel ondervraagd,’ zei Dugdale, lichtelijk wanhopig.
‘Maar je hebt haar toch laten gaan?’
‘Ze heeft niets strafbaars gedaan.’
‘Daar ben ik nog niet zo zeker van.’
Er viel een stilte die pas werd doorbroken toen Leigh op haar bureau roffelde. ‘Ik word zo op een persconferentie verwacht,’ zei ze. ‘Met cameraploegen uit Amerika. Uit China. Wat moet ik ze vertellen?’
‘Dat we vooruitgang boeken,’ zei Dugdale. ‘Langzaam maar zeker.’
‘Genoeg,’ zei Leigh. ‘Jij gaat met me mee. Als dat het enige is wat we kunnen melden, wil ik dat je naast me staat.’
‘Gaat u ze vertellen dat Reeve de dader is?’ vroeg Dugdale.
Ze schudde haar hoofd. ‘Nog niet.’
‘Maar…’
‘Dat heb ik goed overwogen,’ onderbrak ze hem op scherpe toon. ‘Maar uiteindelijk denk ik dat het beter is om het voorlopig nog stil te houden. Kun je je voorstellen wat voor mediagekte en paniek er zou uitbreken als het grote publiek weet dat Dean Reeve hierachter zit?’
‘Soms is het grote publiek onze beste troef,’ zei Dugdale.
‘Ik heb mijn keuze gemaakt. Ik ben verantwoordelijk. Misschien dat het er over een paar uur anders voor staat. Waarschijnlijk wel. Maar voorlopig zeggen we geen woord. Begrepen?’
‘Ja.’
‘Zorg dat er niets uitlekt.’
De twee hoofdinspecteurs stonden op en Leigh knikte naar Dugdale. ‘Besef je wel wat de consequenties zijn als dit misgaat?’
‘Voor Klein?’
‘Voor jou,’ zei Leigh. ‘En voor mij.’
‘Daar ben ik me van bewust.’
Ze keek naar Karlsson. ‘Weet je zeker dat ze niet levensmoe is?’
‘Ze heeft veel mensen zien sterven. Dat doet iets met je. Ze zou er alles voor overhebben om haar vrienden te redden.’
‘Dat vat ik maar op als een bevestiging,’ zei Leigh.