Wraak
'Ik zou het zo leuk vinden als je ze zou afdrukken,' zei de
vrouw tegen de eindredactrice van de kunstbijlage. Ze had zojuist
haar portfolio op haar bureau opengeklapt en een aantal van haar
erotische aquarellen laten zien. Het was een serie over de
geslachtsdaad voor twee, in al zijn variaties. 'Van achteren en van
voren, een lekker bruin volkoren,' klonken de maten van een
kinderliedje in het hoofd van de
eindredactrice.
'Stralen ze geen tederheid uit?' vroeg de kunstenares met
een tevreden glimlach, waaruit de eindredactrice niet kon opmaken
of ze het over het liefdespaar had of over haar
kunstwerken.
'Ja,' antwoordde de eindredactrice preuts. Ze keek naar de
vrouw tegenover haar die met een verliefde blik naar haar eigen
schepping keek.
'Je zou ze als een serie kunnen opnemen,' zei de
kunstenares. 'Iedere week een, met een kort verhaal erbij dat in de
prijs is inbegrepen.' Ze haalde een stapeltje A4'tjes uit haar tas en legde ze
boven op de tekeningen.
De eindredactrice bladerde er wat doorheen en las vluchtig
de titels: 'De verleiding', 'De eerste keer', 'Alleen 's ochtends',
'Verlating', 'Zonder mededogen'. 'Mag ik er een paar dagen over
nadenken?' vroeg ze. 'Want het is nou niet direct iets dat bij onze
formule past.'
De
kunstenares stemde in met het voorstel dat ze binnen een week
uitsluitsel zou krijgen. 'Maar neem ze wel serieus, alsjeblieft,'
zei ze. 'Die aquarellen zijn heel belangrijk voor
me.'
Na het
vertrek van de kunstenares bekeek de eindredactrice de aquarellen
aandachtiger. Op de eerste was een man afgebeeld, op zijn knieën
achter de kont van een vrouw, zijn lid in de aanslag. Een andere
toonde hem terwijl hij gepijpt werd, zijn armen als een Tarzan
zonder bicepsen in de lucht uitstrekkend. Haar blik werd echter
niet getrokken door de al dan net niet verenigde geslachtsdelen,
maar door de vaag geschilderde gezichten van de beide
liefdespartners, die in hun anonimiteit een vreemde gelukzaligheid
uitstraalden. De eindredactrice probeerde zich tevergeefs te
herinneren of ze zelf wel eens op zo'n gepassioneerde manier
gevreeën had. Even was ze jaloers op de
kunstenares.
Maar
hoe langer ze naar de aquarellen keek, hoe onrustiger ze werd. Als
in een fata morgana herkende ze ineens zowel de kunstenares als
haar eigen hoofdredacteur. Het kan niet missen, dacht ze. Die
gebiedende kop, die dikke, gebogen neus, die blonde krullen. Haar
overtuiging werd versterkt door zijn reputatie van genadeloze
ladykiller, die geen vrouw aan zijn geslachtsdrift voorbij liet
gaan, hoe lelijk ze ook was. Het was
Jan-Hein!
Ook zij
was eens zijn slachtoffer voor een nacht geweest. Ze had er geen
prettige herinneringen aan. Jan-Hein was zo hardhandig geweest, de
volgende ochtend had ze onder de blauwe plekken
gezeten.
Toch
schrok ze nu ze hem in de aquarellen herkende. Niet van walging of
jaloezie, maar omdat ze zichzelf had behoed voor een ramp. Wanneer
ze de aquarellen in haar bijlage had geplaatst, zou Jan-Hein haar
dat nooit hebben vergeven en was ze ongetwijfeld
ontslagen.
De
eindredactrice wachtte totdat er bijna een week verstreken was en
belde de kunstenares. 'Het spijt me,' zei ze kortaf. 'Ik doe het
niet.'
'Waarom
niet?' vroeg de kunstenares beledigd, omdat ze duidelijk een ander
antwoord had verwacht.
'Omdat er een collega van me op je aquarellen staat
afgebeeld.'
'Hoe
weet jij dat?'
'Ik heb hem herkend.'
Aan de andere kant van de lijn werd
gezwegen.
'Binnen
een half uur ben ik bij je,' zei de
kunstenares.
Nog
geen kwartier later zat ze voor de tweede keer tegenover de
eindredactrice. Ze keek verwilderd. Op haar gezicht waren verse
sporen van een huilbui te zien.
'Wie is het dan volgens jou,' vroeg ze
uitdagend.
'Mijn
hoofdredacteur,' zei de eindredactrice, haar blik gefocust op de
rood en groen gelakte nagels van de kunstenares die op haar
bureaublad trommelden.
'Onzin, hoe kom je erbij,' riep de kunstenares
boos.
'Hij is het
helemaal,' zei de eindredactrice. 'Zijn haar, zijn neus, zijn
houding. Daar heb ik geen scherpe details voor
nodig.'
'Jan-Hein
is het...' sputterde de kunstenares. Haar zin maakte ze niet af,
zich ineens bewust van haar verspreking. Tranen welden in haar
ooghoeken op. Toen hernam ze zich en keek de eindredactrice
wantrouwend aan. 'Heb je soms ook iets met hem gehad? Wil je ze
daarom niet plaatsen?'
'Ik moest het doen,' bekende de kunstenares berouwvol nadat
de eindredactrice twee blikjes cola-light voor haar had gehaald.
'Alleen door hem te schilderen kon ik hem uit mijn gedachten
verbannen. Alsof ik nog een keer met hem wilde vrijen om voorgoed
afscheid van hem te nemen. Ik had hem belachelijk willen maken,
zijn pik willen laten verschrompelen in de verf, maar ik kon het
niet. Jan-Hein bleef mooi tijdens het schilderen, alsof mijn
penseel zijn eigen gang ging.'
'Stel je niet zo aan,' zei de
eindredactrice. 'Zo bijzonder is hij nou ook weer
niet.'
'Hoe weet
jij dat?' zei de kunstenares. 'Hij is de heerlijkste man met wie ik
ooit ben geweest. Ik hield van hem, maar voor Jan-Hein telde alleen
de seks.'
De
eindredactrice staarde naar het plafond, om niet te laten blijken
ook maar iets van het intieme leven van JanHein af te
weten.
'We hebben
een half jaar lang een verhouding gehad,' bekende de kunstenares.
'Hij had me zelfs al aan zijn familie voorgesteld. Iedere
woensdagochtend om tien uur ging ik naar hem toe. Binnen een paar
minuten lagen we in bed. Dat heb ik nog nooit met een man gehad.
Maar op een dag wilde hij me niet binnenlaten. "Wat is er?" vroeg
ik. Waarop hij zei dat het uit was. "Om esthetische redenen,"
voegde hij er aan toe. Een trap na was het. En weet je wat hij
deed? Hij sloeg de deur voor mijn gezicht dicht. Alsof ik een
Jehova's getuige was. Kun je je voorstellen hoe ziedend ik was toen
ik een paar dagen later hoorde dat hij ging trouwen met een vrouw
die zijn dochter kon zijn? Het waren mijn rimpels. Platter kun je
het niet verzinnen. Nou, ik heb haar gezien. Ik ben haar gevolgd
toen ze uit zijn huis kwam, toen ze zijn warme bed had verlaten,
ook op een woensdagochtend. Maar om nou te zeggen dat ze zo mooi
was? Een schaap van achter in de twintig. Strak in het vel, maar
toch, een schaap.'
'Accepteer je verlies en wees blij dat je van hem af bent,'
zei de eindredactrice in een vriendschappelijke poging haar op te
beuren. 'Met zo'n man zou ik nog geen minuut samen willen
zijn.'
'Mijn
verlies accepteren! Mijn verlies!' riep de kunstenares
verontwaardigd. 'Ik heb Jan-Hein nooit echt gehad, want in dezelfde
tijd dat hij met mij neukte, deed hij het ook met dat
schaap.'
De
eindredactrice zweeg. Ze herinnerde zich dat JanHein een paar
maanden eerder opnieuw was getrouwd. Het was zijn vierde huwelijk.
Inderdaad met een heel jonge vrouw. Collega's van haar, die voor
het feest waren uitgenodigd, hadden het haar
verteld.
'Terwijl
hij en zijn dochter in de echt werden verbonden,' vervolgde de
kunstenares, 'zwierf ik door de gangen van het stadhuis. Even heb
ik overwogen naar binnen te stormen op het moment dat de ambtenaar
van de burgerlijke stand zou vragen of iemand bezwaar maakte tegen
het huwelijk. Maar ik heb het niet gedaan omdat het vreselijk begon
te onweren toen ze elkaar het jawoord gaven. Herinner je je die
donder niet? Het was een kosmisch
afgrijzen.'
'Mensen zijn soms heel onvoorspelbaar,' zei de
eindredactrice. Even had ze medelijden met de vrouw tegenover haar.
'Maar ik kan je hier niet mee helpen.'
'Het spijt me dat ik je hiermee heb lastig gevallen,'
mompelde de kunstenares. Ze schudde met haar hoofd, wat haar iets
ouwelijks gaf. Toen keek ze de eindredactrice verwijtend aan,
stopte de aquarellen met een woeste beweging terug in de portfolio,
stond op en verliet zonder groeten de
kamer.