De verborgen agenda


Toen in het venster van zijn mobiele telefoon een sms-bericht opfloepte, besefte Tom Hartzuiker dat de mens zijn ondergang aan zichzelf te danken had.
'Je hebt een sms,' zei Celestine terwijl ze de spaghetti met Bolognesesaus op zijn bord schepte.
'Ik zie het,' zei Tom half fluisterend, alsof hij daarmee zijn lot wilde doen keren. Toen dat niet lukte, pakte hij het kaasmolentje en draaide hartstochtelijker dan ooit het hendel-tje rond om zijn pasta rijkelijk met Parmezaanse kaas te bestrooien. De waarheid moet worden ondergesneeuwd, dacht hij en hij maalde net zolang tot er van het blokje kaas niets over was.
Nadat hij die middag vroeg was thuisgekomen en op zijn studeerkamer nog wat had zitten werken, was Vera in zijn gedachten opgedoken en had hij haar een sms gestuurd. Hij was zich ervan bewust dat hij iets deed wat niet mocht, maar dat wond hem juist op. Sinds hun laatste ontmoeting, twee weken geleden, hadden ze geen contact meer met elkaar gehad, omdat hun dat verstandiger leek. Maar toen hij die afspraak eenmaal had geschonden, wilde hij niets anders dan haar zo spoedig mogelijk zien. Hij verwachtte ieder moment een antwoord en had daarom zijn mobieltje onafgebroken bij zich gehouden. Zelfs toen zijn vrouw hem riep voor het avondeten.
'Moet je het niet lezen?' vroeg Celestine spottend toen hij zijn vork in de spaghetti draaide en een hap wilde nemen.
'Dat komt straks wel. Het is niets belangrijks.'
'Heb je soms iets te verbergen?'
'Ik zei je toch: dat komt straks wel. Ik wil niet gestoord worden als ik aan het eten ben.'
'Ik vind het maar vreemd hoor. Anders neem je nooit je mobiel mee aan tafel.'
'Nou goed dan,' zei Tom en hij drukte dapper als een Don Quixot op het inboxknopje om de sms te kunnen lezen. Zodra hij de drie woorden in het berichtenscherm zag, kreeg hij een vuurrood hoofd.
'Geef hier,' zei Celestine. Ze rukte het toestel uit zijn handen en las:'Ik mis je!'
'Ik kan er ook niets aan doen,' zei Tom schouderophalend.
'Ik mis je!' herhaalde ze. 'Ik mis je! Wie mist je? Je minnares zeker.'
Ze wierp het mobieltje op tafel en sprong op uit haar stoel. Vervolgens stapte ze met vier grote passen op het aanrecht af en trok de fles rode wijn open die daar op een feestelijker gelegenheid stond te wachten.
'Ze mist hem,' zei ze spottend, ervan uitgaand dat haar vermoeden juist was.
'Oké. Het is van Vera,' zei Tom.
'Vera? Wie in godsnaam is Vera?'
'Iemand van mijn middelbare school. Ik kwam haar van de zomer tegen tijdens een bijeenkomst voor mijn werk.'
'Van de zomer? Dat is een half jaar geleden en al die tijd heb je me er niets over verteld.'
'Ik ben het gewoon vergeten,' loog hij, omdat hij geen zin had haar te vertellen dat hij had gezwegen om van haar jaloezie af te zijn.
Celestine keek hem met een hysterische blik aan. Op zulke momenten haatte hij haar en was hij het liefst bij haar weggegaan.
'Je hebt haar onlangs weer gezien, hè?' riep ze. 'Lieg niet en vertel me de waarheid.'
'Ja.'
'Wat ja?'
'Je moet er niet zo dramatisch over doen. We hebben alleen maar koffiegedronken in een café bij het Centraal Station. Verder is er niets gebeurd.'
'Toch niet toen ik twee weken geleden met de vriendin-nenclub in Italië was.'
'Nee,' loog Tom. 'Het was een week daarvoor.' Hij sloot zijn ogen en herinnerde zich de regenachtige ochtend in het café waar hij Vera in een opwelling had bekend dat hij van haar hield. Hij huiverde van vertraagd doorkomend genot.
'Dat had ik niet van je gedacht,' zei Celestine. 'Dat je tijdens mijn afwezigheid meteen iets met een ander zou beginnen.'
'Luister je soms niet naar me? Ik zei toch dat het een week eerder was?'
Celestine keek hem met een minachtende blik aan. Toen goot ze haar glas leeg in de pastapan en stond op om naar boven te snellen.
'Waar ga je heen?' vroeg hij.
'Ik wil je agenda zien.'
Tom voelde een koude rilling over zijn rug. Als Celestine zijn agenda vond zou zijn leugen uitkomen. Hij ging haar achterna. De trap oplopend probeerde hij zich te herinneren waar hij zijn agenda had opgeborgen. Hij was hem al een aantal dagen kwijt, wat niet zo vreemd was omdat het in zijn studeerkamer een puinhoop was en hij er zelf nooit iets kon vinden. Maar als Celestine goed zocht, dan... Hij versnelde zijn pas, om daarmee het noodlot angst in te boezemen.
Toen hij zijn studeerkamer binnenging had Celestine net een grote stapel rapporten omgegooid. 'Wat een troep is het hier,' mompelde ze. 'Wat een ongelooflijke troep.'
'Je laat alles toch wel op zijn plaats liggen,' zei hij bedremmeld. 'Straks kan ik niets meer vinden.'
'Wat is het hier een ontzettende chaos,' brieste Celestine. Ze plofte neer in zijn bureaustoel en neeg haar hoofd zijwaarts om te zien wat er onder op de stapels lag. 'Nergens, godverdomme,' siste ze.
'Ik bedenk ineens dat ik hem op kantoor heb laten liggen.'
'Lul,' zei Celestine. Ze opende Toms aktetas en begon erin te graaien. 'Je liegt alweer.'
'Luister je eigenlijk wel naar me?'
'Bedrieger!'riep ze.
'Het eten wordt koud.'
'Kan me niets schelen.'
Snel speurde Tom de planken in zijn boekenkasten af, tot hij zijn agenda naast de grote Van Dale zag liggen. Hij ging onmiddellijk voor die kast staan om de agenda aan de rondspeurende blik van Celestine te onttrekken. Zo bleef hij wachten totdat Celestine in haar verlies berustte en geërgerd de kamer verliet. Toen hij haar de trap hoorde aflopen, pakte hij het zwartleren boekje en verstopte het achter deel zeventien van de Grote Winkler Prins.
Een half uur lang bleef hij in zijn bureaustoel zitten, in de hoop dat Celestine beneden tot bedaren zou komen. Hij moest weer aan Vera denken en vroeg zich af hoe het zou zijn om met haar samen te wonen. De gedachte daaraan wond hem op en hij kreeg er spijt van dat hij haar bij hun laatste afscheid niet op haar mond had gekust, zoals hij altijd al had willen doen. Hij had zich ingehouden omdat hij wist dat zijn verlangen na zo'n kus alleen maar zou toenemen. En Vera had tenslotte die kleine kinderen. En hij... was getrouwd met Celestine.
Toen hij de woonkamer weer binnenkwam, lag Celestine op de bank, haar gezicht verborgen in haar armen. Ze snikte. Tom ging naast haar zitten en sloeg een arm om haar heen. 'Je hebt geen enkele reden om jaloers te zijn,' zei hij.
Ze weerde zijn toenadering af, alsof ze hem doorhad, en draaide zich bruusk naar hem om. 'Ik wil niet dat je die vrouw ooit nog ziet.'
Even overwoog hij haar te zeggen dat hij bij haar wegging, omdat hij zijn droomvrouw had ontmoet. Maar toen herinnerde hij zich Vera's woorden: 'Misschien over acht jaar, als de kinderen het huis uit zijn.'
'Ik beloof het,' zei hij als een mank postpaard dat zijn stal niet meer uit durft. Er verscheen een miezerig glimlachje op haar gezicht.
'Hoe ziet ze eruit?' vroeg Celestine toen. 'Is ze knapper dan ik?'
'Je zou haar sympathiek vinden,' loog Tom. 'Maar laten we er nu alsjeblieft over ophouden. Er is echt niets aan de hand. Het is alleen maar een meisje van mijn middelbare school. Ik vond het leuk haar te ontmoeten en over vroeger te praten.'
Zwijgend gingen ze weer aan tafel en aten hun bord met de inmiddels koud geworden pasta leeg. Daarna keken ze nog een uurtje televisie en gingen vroeg naar bed. Toen Tom naast Celestine kroop, schoof ze van hem vandaan. 'Laten we maar gaan slapen,' zei ze kribbig.
Midden in de nacht schrok Tom wakker van het gekraak van de slaapkamerdeur. Hij strekte zijn arm uit naar Celes-tine, maar merkte toen dat ze niet meer naast hem lag. Hij stond op, trok zijn kamerjas aan en sloop de gang op. Daar zag hij nog net de blanke kuiten van zijn vrouw naar boven verdwijnen. Vervolgens hoorde hij de deur van zijn studeerkamer opengaan, wat gevolgd werd door het geluid van het aanknippen van zijn bureaulamp. Mijn agenda zal ze niet zo één twee drie vinden, dacht hij tevreden.
Net toen hij had besloten terug naar bed te gaan werd hij door angst in zijn lurven gegrepen. De brieven, dacht hij verschrikt. Meteen daarop zag hij voor zich hoe Celestine de rechter bovenlade van zijn bureau opende om op de brieven van Vera te stuiten. Die zes brieven waarin ze niet alleen herinneringen ophaalde aan hun middelbareschooltijd, maar waarin ze hem ook over haar ongelukkige huwelijk vertelde. En dan was er die ene brief, die hij meteen na lezing had moeten verscheuren, na hem uit het hoofd te hebben geleerd, die brief waarin ze de wens uitsprak om later, als haar kinderen het huis uit waren, bij haar man weg te gaan en met hém samen te gaan leven, met hem te vrijen, zijn vrouw te worden, zijn droomvrouw. Hij had die zinnen zo vaak gelezen dat hij de inhoud kon opdreunen als een werkwoordsvervoeging. En toch had hij de brief niet kunnen weggooien. Bij het geluid van openschuivende bureaulades kreeg hij het benauwd. Maar de constatering dat geen van de lades langer dan een seconde open bleef stelde hem gerust. Ze is nog altijd op zoek naar mijn agenda, dacht hij en hij keerde terug naar de slaapkamer. Zonder op Celestine te wachten, viel hij meteen in slaap.
De volgende dag stak Tom Vera's brieven bij zich en ging als altijd opgewekt de deur uit. Hij fietste niet rechtstreeks naar kantoor, maar maakte een omweg via de Bijenkorf. Op de kantoorboekenafdeling vroeg hij naar een agendavulling van het afgelopen jaar.
'Die zijn op, meneer,' zei het meisje achter de toonbank. 'En we krijgen ze ook niet meer.'
Tom haastte zich nu naar de vulpennenwinkel in de Kal-verstraat die ook agenda's verkocht. En opnieuw ving hij bot. Vervolgens belde hij naar zijn secretaresse om te zeggen dat hij vanochtend vrij nam - wegens familieomstandigheden. Daarna stapte hij weer op zijn fiets en reed naar een kantoorbenodigdhedenwinkel aan het andere eind van de stad. 'Een agendavulling van het afgelopen jaar?' schaterlachte het oude mannetje dat hem bediende. 'Denkt u dat ik mesjoche ben? Het jaar is al bijna om. Wie taalt er nog naar het verleden?'
Nog net niet wanhopig verliet Tom de winkel. Toen hij op zijn fiets stapte kwam het mannetje hem achterop en zei op een medelijdende toon: 'U kunt het nog op de Overtoom proberen, daar zit een klein winkeltje waar ze behalve tweedehandsboeken ook agenda's verkopen.'
Met hernieuwde moed reed Tom naar het opgegeven adres, om een half uur later met een jaarvulling en een dikke, lichtmetalen vierkleurenbalpen in zijn tas weer op straat te staan. Hij snelde naar kantoor en sloot zich op in zijn kamer.
'Zeg al mijn afspraken af, Marieke,' zei hij tegen zijn secretaresse. 'Ik heb vanmiddag voor niemand tijd.'
Nadat hij Vera's brieven in een afsluitbare lade van zijn bureau had opgeborgen, trok hij zijn jasje uit en nestelde zich in zijn stoel. Vervolgens haalde hij de agendavulling en de vierkleurenbalpen uit zijn tas en begon aan het overschrijven van alle data uit zijn oude agenda, om na een uur eindelijk de dag waarop hij met Vera in het café had afgesproken een week te vervroegen. Weer een uur later klapte hij tevreden zijn vernieuwde agenda dicht. Lui achteroverleunend zag hij aan het plafond het gezicht van Vera ver-schijnen.'En dat allemaal omdat ik te laf ben om bij Celesti-ne weg te gaan en te wachten tot jij vrij bent,' zei hij.
Om vijf uur kwam zijn secretaresse binnen om hem te vertellen dat ze naar huis ging. 'Morgen gaan we er weer tegenaan,' verzekerde hij haar. Daarna trok hij een flesje bier open en bleef nog een uurtje in zijn stoel zitten voor hij zich naar huis begaf. Hij was in tijden niet zo opgewekt geweest.
Nadat hij de voordeur had geopend en had geconstateerd dat Celestine nog niet terug van conditietraining was, snelde hij naar zijn studeerkamer waar hij zijn agenda uit zijn tas pakte en het boekje naast de dikke Van Dale in de boekenkast zette.
Die avond aan tafel leek Vera's sms nooit te zijn verstuurd.
'Hoe was het vandaag op je werk?' vroeg Celestine, koel als altijd.
'Niets bijzonders,' zei Tom welwillend. 'En jij? Lekker getraind?'
'Ik voel me als herboren.'
'Kon ik dat maar zeggen.'
'Heb je je agenda eigenlijk nog gevonden?'
'Nee,' loog Tom toen.
'Gek hoor,' zei Celestine met een spottend lachje. 'Zal ik je nog een keer opscheppen?'
'Graag.'
Terwijl hij zijn rundvleeslapjes verorberde staarde hij naar zijn bord en rafelde hun huwelijk uiteen, om te constateren dat hij altijd al bang voor zijn vrouw was geweest. Hij had zich nooit veilig bij haar gevoeld en moest altijd op zijn hoede zijn voor haar grillen. Nee, dan Vera, die was nog net zo lief als op school.
Toen ze een paar uur later in bed lagen en op een agressieve, ongeïnteresseerde manier de liefde hadden bedreven, waarbij Celestine steeds riep 'je bent van mij, van mij', vielen ze in een diepe slaap. Totdat Tom werd gewekt door het gekraak van de slaapkamerdeur. Met een hand gleed hij naar de andere helft van het matras om tot zijn vreugde te constateren dat die leeg was. Tevreden draaide hij zich op zijn andere zijde, in de veronderstelling dat Celestine zo dadelijk zou vinden wat ze zocht. Nog acht jaar, dacht hij toen, nog acht jaar en dan mag ik naar Vera.