De Steinway
'Straks ben ik er niet meer,' zei dokter Larsen toen hij
achter de vleugel in de etalage zat. 'Dus waarom zou ik mezelf geen
Steinway cadeau doen voor die paar jaar die ik nog heb?' Hij sloeg
een akkoord aan en speelde vervolgens een fuguette van Bach uit het
hoofd. Ritmisch wiegde hij met zijn slanke bovenlichaam wat heen en
weer op de pianokruk. Zijn ogen hield hij op zijn Alfred Brendels
gesloten. Als hij pianissimo speelde boog hij zijn hoofd voorover,
zodat zijn neus bijna het klavier raakte. Zijn aanslag was soepel
en licht, al maakte hij enkele kleine foutjes, wat me ontroerde.
Aan de andere kant van de winkelruit bleven een paar voorbijgangers
stilstaan. Ze glimlachten terwijl ze naar het door glas gedempte
spel luisterden.
Toen de dokter klaar was, slaakte hij een zucht, wreef met
een hand over zijn snor en zei: 'Wat een fraai geluid. Dat ik dit
niet eerder heb gehoord.'
'Als u de Steinway koopt, krijgt u het
bedrag van de Schimmel in zijn geheel terug,' zei ik. 'Dat scheelt
toch weer wat. En natuurlijk bezorgen we hem gratis bij u
thuis.'
Een jaar
geleden was dokter Larsen ook al in de winkel geweest. Toen wilde
hij van zijn oude Rippen-piano af en had hij besloten dat hij aan
een vleugel toe was. Voor de prijs van een Steinway schrok hij
echter terug.
'Trouwens,' riep hij tijdens dat eerste bezoek eigenwijs
nadat hij zowel op de Schimmel als op de Steinway toonladders had
gespeeld, 'ik hoor het verschil niet eens. Het zit hem hoogstens in
de prijs.'
Hij
leek zo vastbesloten dat ik niet tegen zijn oppervlakkige oordeel
inging, uit vrees dat hij zich zou bedenken en op zijn Rippen zou
blijven doorspelen.
'Ik ben het afgelopen jaar enorm vooruitgegaan,' zei hij
nu.'Niet zo vreemd natuurlijk, want ik speel de hele dag. Ik doe
eigenlijk niets anders sinds ik met pensioen ben. Daarvoor had ik
nooit tijd. Ik leefde bij wijze van spreken in het
ziekenhuis.'
'Een
zwaar bestaan,' zei ik, vastbesloten al mijn verkooptalenten op hem
los te laten en hem in alles gelijk te
geven.
'Van mijn
drieëndertigste tot mijn vijfenzestigste eiste de geneeskunde al
mijn aandacht en energie op,' zei hij. 'Maar u hoort me niet
klagen, want het waren mooie jaren, heel mooie jaren. Alleen kwam
ik nooit aan iets anders toe.'
'Toch speelt u niet onaardig.
Complimenten, hoor.'
'Als kind heb ik mezelf de Klavarscribo-methode eigen
gemaakt. Een perfecte basis, al zal geen professionele pianist het
erkennen, want Klavarscribo telt niet mee, hè? Pas na mijn
pensionering heb ik voor het eerst les genomen en noten leren
spelen. Twaalf jaar geleden is het nu. En u moest eens weten hoe ik
geniet. Sinds een paar maanden ben ik druk bezig met het instuderen
van die Bach-fuga's. Het is mijn begrafenismuziek, weet
u?'
Door de dikke
plusglazen van zijn ronde metalen bril keek hij me met een wazige
blik aan. Het gaf hem iets onbeholpens.
'U ziet er anders nog kranig uit, voor
iemand van zevenenzeventig,' zei ik om hem wat op te
beuren.
'Ik voel
me nog kerngezond,' zei hij. 'Maar dat zegt natuurlijk niets, want
het kan ieder moment afgelopen zijn. Als het je tijd is, ga je. En
het is goed dat het zo is geregeld, want als we allemaal blijven
leven schepen we de wereld met een groot probleem op. Gelukkig is
ieder mens in gelijke mate met gezondheid, intelligentie en geluk
bedeeld. Je kunt het niet kopen. Een arme drommel heeft dezelfde
levensverwachting als de miljonair.'
'Maar u hebt het geluk dat u arts bent,
dus als u iets mankeert hebt u dat eerder in de gaten dan iemand
anders en kunt u tijdig ingrijpen.'
'Kant-en-klare onzin,' zei de dokter op
de toon van de voorzitter van een medisch congres. 'Voor mij geldt
precies hetzelfde als voor een niet-medicus. Mijn jongste zoon,
een kno-arts,
is op zijn achtendertigste aan kanker overleden. Van de ene op de
andere dag had hij een kwaadaardig gezwel. En weg was
ie.'
'Wat
vreselijk voor u,' zei ik geschrokken.
'Niet erg,' zei de dokter. 'Zo gaan de
dingen nu eenmaal, ook bij artsen. Niets aan te doen. Het kan ieder
moment afgelopen zijn. En wat mij betreft is dat helemaal niet erg.
Ik zei u toch al dat het voor mijn generatie een grote afvalrace
is. De een na de ander verdwijnt. Vijftig procent van de mannen om
me heen is al dood. Ik kan ieder moment aan de beurt zijn. En zo
hoort het ook. Ik vind het absoluut niet erg om te
gaan.'
Hij
draaide zich weer om naar het klavier en speelde een andere
Bach-fuguette, met wat meer foute aanslagen dan eerst. Zijn tempo
lag laag, alsof hij diep in gedachten was verzonken. Af en toe
neuriede hij mee, als een Nederlandse Glenn
Gould.
'Ik ben
gezwicht,' zei hij toen hij klaar was. 'Wat een geweldig
instrument.' Hij stond op en liep nog even naar de iets verderop
staande Schimmel om er een toonladder op te spelen. 'Absurd
eigenlijk dat ik het toen niet wilde horen,' zei hij
hoofdschuddend. 'Het is natuurlijk wel wat duur voor de korte tijd
dat ik er nog plezier van zal hebben, maar die klank is
onweerstaanbaar. Het moet dus maar.'
Een paar dagen later leverde ik de
Steinway bij dokter Larsen thuis af. Zijn vrouw deed open. Ze had
een vriendelijk gezicht, met opgewekte blauwe ogen. 'Mijn man is
taart aan het halen,' zei ze stralend. 'Hij kan ieder moment
thuiskomen.'
Toen
de pianoverhuizers de Schimmel hadden omgeruild voor de Steinway en
waren vertrokken, kwam ze naast me staan en zei: 'Ik ben zo blij
dat hij het gedaan heeft. En hij verdient het ook zo. U moest eens
weten hoe vaak hij speelt. Vooral de laatste maanden is hij als een
bezetene bezig met het instuderen van een paar Bach-stukjes. Alsof
de duivel hem op de hielen zit.'
'Daar ben ik dan,' klonk het nu in de
kamer. Ik draaide me om en zag de dokter binnenkomen met in zijn
handen een grote taartdoos die hij onmiddellijk op tafel neerzette.
Hij ging achter de Steinway zitten en begon te spelen. Zijn vrouw
maande mij om op de bank plaats te nemen. Vanuit die positie kon ik
de dokter en profil zien. Anders dan in de winkel hield hij zijn
ogen nu wijd opengesperd en speelde hij foutloos. Ook was zijn spel
intiemer geworden en klonk er iets bezields uit. Toen pas viel me
het ingelijste portret op van een jongetje met blond haar en een
zwarte plastic bril. Het hing recht tegenover het
klavier.
Toen hij
was uitgespeeld, keek de dokter me glimlachend aan. 'U moest eens
weten hoe blij ik ben met mijn beslissing,' zei
hij.
'Is dat uw
zoon?' vroeg ik toen.
'Ja, dat is Tim,' antwoordde hij nuchter. 'Hij hield
ontzettend veel van muziek. Op de dag van mijn pensionering is hij
gestorven. Alsof mijn nieuwe leven begon toen hij ermee
uitscheed.'
Ik
keek naar de grond, beschaamd over mijn
nieuwsgierigheid.
'Kop op,' zei
hij toen. 'U hoeft er niet over in te zitten. Zo lopen de dingen nu
eenmaal. Binnenkort ben ik zelf aan de beurt. Al hoop ik nog wel
dat het me lukt die fuga's onder de knie te krijgen voordat ik
ga.'