Vierendertig 7 uur, 2
minuten
Diana begon te huilen toen Sanjit de kom cornflakes voor haar neus zette. Hij goot er houdbare melk overheen uit een pak en de melk was zo wit en de cornflakes roken zo heerlijk, en ze maakten zo’n schitterend geluid terwijl ze door de blauwe kom klotsten.
Ze wilde haar vingers er al in steken, maar toen zag ze de lepel liggen. Hij was schoon. Glanzend.
Met trillende vingers stak ze de lepel in de cornflakes en bracht hem naar haar lippen. Op dat moment vergat ze heel even de wereld om zich heen. Caine en Penny schrokten hun eigen kommen naar binnen, net als Worm, die volledig zichtbaar was. Maar het enige wat zij merkte, het enige wat zij voelde, was het koele gekraak, de plotselinge suikersmaak, de schok waarmee het allemaal weer terugkwam.
Ja, dit was eten.
Diana’s tranen gleden over haar gezicht de lepel op, zodat haar tweede hap een klein beetje zout smaakte.
Ze knipperde met haar ogen en zag dat Sanjit naar haar zat te kijken. Hij hield de grootverpakking cornflakes al klaar in zijn ene hand en het pak melk in de andere.
Penny lachte en sproeide cornflakes en melk in het rond.
‘Eten,’ zei Caine.
‘Eten,’ bevestigde Worm.
‘Wat hebben jullie nog meer?’ vroeg Caine.
‘Jullie moeten het een beetje rustig aan doen,’ zei Sanjit.
‘Jij hoeft mij niet te vertellen wat ik moet doen.’
Sanjit hield voet bij stuk. ‘Jullie zijn niet de eerste ondervoede mensen die ik zie.’
‘Anderen uit Perdido Beach?’ vroeg Caine fel.
Sanjit wisselde een blik met de jongere jongen, Virtue. Hij had tegen Diana gezegd dat dat zijn echte naam was.
‘Dus het gaat niet zo goed op het vasteland,’ zei Sanjit.
Caine had zijn cornflakes op. ‘Meer.’
‘Als je uitgehongerd bent en je eet te veel in één keer, word je ziek,’ zei Sanjit. ‘Dan kots je het straks uiteindelijk allemaal weer uit.’
‘Meer,’ zei Caine met onverholen dreiging in zijn stem.
Sanjit vulde zijn kom bij, en daarna ook die van de anderen. ‘Sorry dat we geen zoetere cornflakes hebben,’ zei hij. ‘Jennifer en Todd zijn nogal van de gezonde voeding. Ik denk dat ze niet met dikke kinderen gefotografeerd wilden worden.’
Diana hoorde zijn spottende toon. En terwijl ze de tweede kom naar binnen werkte, merkte ze dat ze buikkrampen kreeg. Ze dwong zichzelf te stoppen.
‘Er is eten genoeg,’ zei Sanjit vriendelijk tegen haar. ‘Neem je tijd. Geef je lichaam even de tijd om eraan te wennen.’
Diana knikte. ‘Wanneer heb jij uitgehongerde mensen gezien?’
‘Toen ik klein was. Bedelaars. Misschien waren ze af en toe te ziek om te bedelen, of hadden ze gewoon pech, en dan leden ze behoorlijk honger.’
‘Dank je wel voor het eten,’ zei Diana. Ze veegde haar tranen weg en probeerde te glimlachen. Maar toen bedacht ze opeens weer dat haar tandvlees rood en opgezwollen was en dat haar glimlach er niet erg aantrekkelijk uitzag.
‘Ik heb ook wel eens mensen met scheurbuik gezien,’ zei Sanjit. ‘Dat hebben jullie ook. Ik zal jullie wat vitaminetabletten geven. Dan zijn jullie over een paar dagen weer beter.’
‘Scheurbuik,’ zei Diana. Het klonk belachelijk. Scheurbuik was iets uit piratenfilms.
Caine keek onderzoekend de kamer rond. Ze zaten aan een massief houten tafel net achter de keuken. Op de lange banken was plaats voor dertig mensen.
‘Niet verkeerd,’ zei Caine terwijl hij met zijn lepel naar de kamer gebaarde.
‘Dit is de personeelstafel,’ zei Virtue. ‘Maar we eten altijd hier omdat de gewone eettafel niet lekker zit. En in de officiële eetkamer…’ Hij maakte zijn zin niet af, bang dat hij iets gezegd had wat hij niet had moeten zeggen.
‘Dus jullie zijn zeg maar superrijk,’ zei Penny.
‘Onze ouders, ja,’ zei Virtue.
‘Onze stiefouders,’ verbeterde Sanjit.
‘Jennifer en Todd. “J-Todd,”’ zei Caine. ‘Zo werden ze toch genoemd?’
‘Ik geloof dat ze zelf “Toddifer” leuker vonden,’ zei Sanjit.
‘Goed. Hoeveel eten hebben jullie?’ vroeg Caine bot, want hij vond het maar niks dat Sanjit niet stond te bibberen van angst.
Het was alweer heel lang geleden dat iemand Caine onbevreesd tegemoet was getreden, besefte Diana. Sanjit had geen idee met wie hij te maken had.
Nou, daar zou hij snel genoeg achter komen.
‘Choo? Hoeveel eten hebben we?’
Virtue haalde zijn schouders op. ‘Ik heb het een keer uitgerekend, en toen was het genoeg om met z’n tweeën zo’n zes maanden van te leven,’ zei hij.
‘Zijn jullie maar met z’n tweeën?’ vroeg Diana.
‘Ik dacht dat J-Todd iets van tien kinderen hadden of zo,’ zei Worm.
‘Vijf,’ zei Sanjit. ‘Maar we waren niet allemaal op het eiland.’
Diana geloofde hem niet. Sanjit zei het en ze geloofde er meteen geen barst van. Maar ze hield haar mond.
‘Diana,’ zei Caine, ‘heb je onze twee vrienden hier al gelezen?’
Diana zei tegen Sanjit: ‘Ik moet even je hand vasthouden. Heel even maar.’
‘Waarom?’ vroeg Virtue, die zijn broer verdedigde.
‘Ik kan voelen of je vreemde… mutaties hebt,’ zei Diana.
‘Zoals hij,’ zei Sanjit terwijl hij naar Caine knikte.
‘Laten we hopen van niet,’ zei Diana. Haar maag kwam weer een beetje tot rust en nu wilde ze echt heel graag weten wat er nog meer achter de deuren van de voorraadkamer lag.
Sanjit stak zijn hand uit, met de handpalm naar boven, als een soort verzoenend gebaar. Een open hand. Vol vertrouwen. Maar zijn ogen zeiden iets anders.
Diana pakte zijn hand. Zijn hand bewoog niet. De hare trilde.
Ze deed haar ogen dicht en concentreerde zich. Het was alweer een tijd geleden dat ze dit gedaan had. Ze probeerde te bedenken wat de laatste keer was geweest, maar haar herinneringen bestonden uit allerlei losse fragmenten en het was te vermoeiend om te proberen ze te ordenen.
Ze voelde dat het lukte. Ze kneep haar ogen stijf dicht, bang en opgelucht tegelijkertijd.
‘Hij is een nul,’ zei Diana. Toen zei ze tegen Sanjit: ‘Sorry, zo bedoelde ik het niet.’
‘Daar ging ik ook niet van uit,’ zei Sanjit.
‘Nu jij,’ zei Diana tegen Virtue.
Virtue stak zijn hand uit alsof hij de hare wilde schudden, met zijn vingers een beetje naar binnen gekruld, alsof hij erover dacht om een vuist te maken. Diana pakte zijn hand. Ze voelde iets. Nog niet eens twee strepen. Ze vroeg zich af wat zijn gave was, en of hij zelf überhaupt wist dat hij die had.
De mutaties kwamen in verschillende sterktes voor, en ontwikkelden zich niet allemaal tegelijk. Sommige kinderen leken nooit een gave te krijgen. Anderen ontwikkelden gaven waar je niets aan had. Diana had maar twee mensen met vier strepen gelezen: Caine en Sam.
‘Hij heeft er één,’ zei ze tegen Caine.
Caine knikte. ‘Nou, dat is zowel slecht als goed. Slecht omdat ik jullie misschien nog had kunnen gebruiken als jullie een sterke gave zouden hebben. Goed omdat ik me weinig zorgen over jullie hoef te maken nu ik weet dat jullie die niet hebben.’
‘Wat een vaag verhaal,’ zei Sanjit.
Worm en Penny staarden hem ongelovig aan.
‘Ik bedoel, het klinkt goed, maar als je erover nadenkt slaat het eigenlijk nergens op,’ zei Sanjit. ‘Als ik die krachten zou hebben waar je het over had, zou ik een bedreiging vormen. Maar die heb ik niet, dus ik ben niet zo nuttig als ik had kunnen zijn als ik ze wél had. Nuttig en bedreigend zijn in dit geval dus hetzelfde.’ Maar terwijl hij het zei liet hij een grote, onschuldig ogende glimlach zien.
Caine lachte terug. Maar hij leek op een haai die naar Nemo lachte.
Nee, dat was niet waar. Sanjit was niet te vergelijken met Nemo, daar was zijn glimlach te sluw voor. Alsof hij wist dat hij iets gevaarlijks deed.
Er waren maar weinig mensen die Caine aankonden. Diana kon hem aan. Maar ze wist al heel lang dat dat een van de redenen was waarom hij haar leuk vond: Caine had iemand nodig die zich niet liet intimideren.
Dat zou voor Sanjit niet werken. Ze vroeg zich af of ze hem op de een of andere manier zou kunnen waarschuwen dat hij niet te maken had met een doorsnee pestkop die zijn onderbroek omhoog zou trekken.
Ze zag de gevaarlijke flonkering in Caines ogen. Ze voelde hoe iedereen zijn adem inhield. Sanjit moest het ook merken. Maar hij bleef Caine aankijken en schonk hem nog steeds die aanstekelijke glimlach.
‘Geef me nog eens iets te eten,’ zei Caine uiteindelijk.
‘Maar natuurlijk,’ zei Sanjit. Virtue liep achter hem aan de ka mer uit.
‘Hij liegt ergens over,’ zei Caine zacht tegen Diana.
‘De meeste mensen liegen,’ zei Diana.
‘Maar jij niet. Niet tegen mij.’
‘Natuurlijk niet.’
‘Hij houdt iets achter,’ zei Caine. Maar toen kwamen Sanjit en Virtue weer terug met een dienblad vol blikken perziken, een doos knäckebröd en grote potten jam en pindakaas. Onvoorstelbare delicatessen, veel en veel kostbaarder dan goud.
Wat Sanjit ook mocht achterhouden, dacht Diana, het was een stuk minder belangrijk dan wat hij hun wél gaf.
Ze aten en aten en aten. Het kon ze niet schelen dat ze maagkrampen kregen. Het kon ze niet schelen dat hun hoofden bonkten.
Het kon ze niet eens schelen dat ze uiteindelijk overmand werden door vermoeidheid en uitputting en hun ogen om de beurt dichtvielen.
Penny gleed van haar stoel alsof ze stomdronken was. Diana keek met een wazige blik naar Caine om te zien of hij zou reageren. Maar Caine legde alleen zijn hoofd op tafel.
Worm lag te snurken.
Diana keek naar Sanjit, maar ze kon hem nauwelijks nog scherp in beeld krijgen. Hij gaf haar een knipoog.
‘O,’ zei Diana, en toen sloeg ze haar armen over elkaar op de tafel en legde haar hoofd erop.
‘Het wordt heel naar als ze straks wakker worden,’ zei Virtue. ‘Misschien moeten we ze vermoorden.’
Sanjit pakte zijn broer en trok hem tegen zich aan om hem even kort te omhelzen. ‘Ja. Tuurlijk. Want wij zijn een stel koelbloedige moordenaars.’
‘Misschien is Caine wel een koelbloedige moordenaar. Als hij wakker wordt…’
‘Dat slaapmiddel dat ik ze gegeven heb, houdt ze als het goed is wel even onder zeil. En als ze wakker worden, zijn ze vastgebonden. En dan zijn wij weg,’ zei Sanjit. ‘Dat hoop ik tenminste. Als ik hun verhalen zo hoor, kunnen we beter eerst even de tijd nemen om een flinke voorraad eten in te pakken. En dat betekent dat we heel vaak naar boven en naar beneden en naar boven en weer naar beneden moeten klimmen.’
Virtue slikte. ‘Dus je gaat het echt doen?’
Sanjits glimlach was verdwenen. ‘Ik ga het proberen, Choo. Meer kan ik niet doen.’