34
Jelle had voor Leysens op de juiste manier gereageerd.
Ze waren onmiddellijk aan de slag gegaan om een planning op te maken. Ze hadden vastgelegd wanneer, hoeveel en aan wie zou gedoneerd worden en hoeveel daarvan aan wie in België zou worden doorbetaald. Om niet in aanvaring te komen met de wetten die gericht waren tegen het witwassen van vuil geld, mochten de nettobedragen per gift liefst net onder 10.000 euro blijven. Leysens liet Jelle een lijst met betaalopdrachten opstellen, die hij de volgende ochtend zou meenemen als hij, met een tussenstop in Singapore voor een ontmoeting met Katchadourian, naar huis vloog.
Maar voor zijn vertrek wilde hij Jelle nog aan een test onderwerpen die hem voorgoed uitsluitsel zou geven hoe hecht hun nieuwe bondgenootschap was, een lakmoesproef.
Ze hadden in Mapo-gu, ten noorden van de rivier de Han, een laatste overeenkomst afgesloten. ‘Laten we er eentje pakken op de goede afloop’, stelde hij voor toen ze naar buiten kwamen. ‘Ik weet de juiste plek.’
Hij bestelde een zwarte taxi en droeg de taxibestuurder op om hen naar de enclave van Itaewon Hill te brengen.
De bestuurder wierp een onderzoekende blik naar hen over zijn schouder. ‘You sule?’ vroeg hij. ‘You know Hill is special place?’
‘Niemand vraagt je wat, kerel. Rijden maar.’
De bestuurder haalde de schouders op en startte de motor.
Er was veel verkeer. Het was vrijdagavond en na een week hard werken ontvluchtten de inwoners van Seoel massaal de stad. De rit verliep langzaam en Jelle staarde in gedachten verzonken voor zich uit.
Toen ze bij het War Memorial Park in een verkeersopstopping terechtkwamen, legde Leysens een hand op zijn knie. ‘Een stuiver voor je gedachten.’
Jelle keek naar buiten. Seoel was een relatief groene stad, met veel bomen en soms kon je overdag groene heuvels zien aan het eind van de lange straten. ‘Ik dacht aan Deep Throat’, zei hij. ‘Dat hij niet meer van zich laat horen sinds de dood van Marc.’
‘Al eens gedacht aan de mogelijkheid dat er geen Deep Throat meer is?’ vroeg Leysens.
‘Wat bedoel je?’
‘Alleen maar een theorie, Jelle. Niks meer.’
‘Wat dan?’
‘De veronderstelling dat Deep Throat dood is, of nog beter: dat hij en Marc één en dezelfde waren.’
‘Dat lijkt me te gek om los te lopen.’
‘Is dat zo?’
‘Als je iets meer weet, zeg het dan.’
‘Het is alleen maar een hypothese, maar stel dat…’
‘Ja?’
‘Laten we een optelsom maken van wat je van Marc wist. Dat is niet zoveel. Je wist niet eens wie zijn opdrachtgever was. Maar je wist wel dat hij, althans volgens Bodenkamp, de stick aan Deep Throat had verkocht voor een kwart miljoen. Je wist ook dat Deep Throat voor de CIA werkte. Is het dan zo'n grote stap te veronderstellen dat hij zelf Deep Throat was? Dat hij in opdracht van de CIA Lernout & Hauspie eronderdoor moest helpen? Dat hij Jaspers door Bodenkamp van de trap liet schoppen toen die erachter kwam waar hij mee bezig was? Dat hij jou inschakelde om op zoek te gaan naar de USB-stick die Jaspers had achtergelaten? Het enige waar hij niet op had gerekend, was de meedogenloosheid van de CIA. Die lieten koudweg alles en iedereen opruimen zodra L&H naar de haaien was en ze de stick die hun betrokkenheid kon aantonen in handen hadden.’
Jelle luisterde verbluft. De suggesties van Bert raakten kant noch wal. Toch werd één zaak hem duidelijk. Welke rol die godverdommese Marc ook had gespeeld, het was er een die het bloed onder je nagels vandaan haalde.
Leysens gaf Jelle een kneepje in zijn knie. ‘Het is maar een hypothese’, zei hij.
Ze verlieten de taxi aan het begin van een steil oplopend stenen pad dat hen naar een met houtsnijwerk versierde poort voerde, die werd bewaakt door twee streng kijkende jongemannen, keurig gekleed in pak en das. Leysens toonde hun een lidmaatschapskaart, waarna hij Jelle voorging door een lusthof met vijvertjes en kleine pagodes onder treurwilgen naar de ingang van een privéclub.
‘Deze club heet Almaz, dat is Arabisch voor “schat”, treasure’, vertelde hij. ‘Er zijn een sauna en een overdekt zwembad. Wie een glaasje te veel op heeft, kan hier zo nodig overnachten. Micky, de uitbater, is een oude vriend van mij.’ Hij duwde de deur open en ging Jelle voor naar binnen.
Ze kwamen in een halfduistere bar waar rustige dansmuziek zich vermengde met gefluisterde gesprekken van bezoekers die in comfortabele zwartleren rustbanken dicht bij elkaar zaten. Aan de rechterkant bevond zich een kleine dansvloer. In het midden daarvan stonden twee mannen, een oudere en een jongere, die met de handen om elkaars nek geslagen een soort van bewegingloze dans uitvoerden.
Toen hij zag dat ook de bezoekers op de rustbanken alleen maar mannen waren en dat sommigen van hen verstrengeld zaten in een innige omhelzing, bleef Jelle in verwarring staan. ‘We zijn in een homobar? Ik dacht dat we…’
Leysens grinnikte. ‘Wat had je anders verwacht?’ Hij pakte Jelle bij de arm en trok hem mee naar een bar in de hoek.
Een opvallende lange man, deels zwart, deels Aziatisch, kwam met een brede lach van achter de bar vandaan. ‘Berty, darling’, kreet hij. Hij klemde Leysens in zijn armen en kuste hem op de mond. ‘I'm so happy you came to see me.’
Leysens maakte zich vrij en trok Jelle wat dichterbij. ‘Dit is Jelle’, zei hij. ‘Mijn nieuwe, euh… partner.’
Micky grijnsde en spreidde zijn armen uit.
Jelle deed onwillekeurig een stap achteruit.
‘Wat is er hem?’ vroeg Micky. ‘He's not gay?’
Leysens lachte. ‘Wees gerust. Jelle is een van ons. Maar hij heeft van die dagen dat hij het zelf niet meer weet.’
‘Wat zeg je nu’, sputterde Jelle. ‘Ik ben toch geen…’
‘Champagne’, beval Leysens. ‘De beste die je in huis hebt. We hebben heel wat te vieren.’
Micky bekeek Jelle goedkeurend van top tot teen. ‘Gefeliciteerd.’
‘Zakelijk’, mompelde Jelle.
Micky glimlachte begrijpend. ‘Sure. I understand.’
Hij ging hen voor naar een alkoof vanwaar ze de dansvloer en de bar konden gadeslaan zonder zelf te veel in de kijker te lopen.
‘Al iets van Chang gehoord?’ vroeg Leysens.
‘Hij heeft net gebeld dat het hem niet lukt vanavond.’ Micky keek toe hoe een jongeman van zeldzame schoonheid in een zijden hemd een champagne-emmer met coupes op de tafel zette. Hij pakte de fles, maakte het ijzeren harnasje los en liet de kurk met een zacht plofje vrijkomen. ‘Zijn jongste dochter heeft rode hond.’ Hij schonk een beetje champagne in de coupe van Leysens, wachtte op diens goedkeuring, waarna hij de twee coupes in meerdere keren vulde.
Ze toostten en dronken.
‘Heb je het nu over ónze dr. Chang?’ vroeg Jelle.
‘Hij is hier vaste klant.’
‘Maar hij is getrouwd en heeft kinderen.’
Leysens knikte. ‘In Korea leven holebi's in een sterke heteroseksuele traditie. Wees gehoorzaam, studeer af, maak carrière, werk hard, trouw met iemand van het andere geslacht en krijg kinderen. Als ze sappho of chingusai zijn, lesbienne of homo, kunnen ze dat alleen uiten in een privéclub zoals deze.’
‘Ik zou het nooit achter hem hebben gezocht.’
‘Wat? Dat hij ook een homo is?’ Leysens legde bewust de nadruk op ‘ook’. De nauwelijks merkbare samentrekking van Jelles pupillen toen het woord viel, ontging hem niet. ‘Maar voor ons is zijn geaardheid een groot voordeel.’
‘Welk voordeel?’
‘We zullen altijd op hem kunnen rekenen. Ongeacht de omstandigheden. Het saamhorigheidsgevoel onder homo's is vergelijkbaar met de oemma in de Koran, die aan moslims volledige solidariteit voorschrijft ten overstaan van nietmoslims. Het bewustzijn van saamhorigheid onder homo's en de bereidheid de gevolgen daarvan te dragen vind je terug in alle landen, in alle rangen en standen, bij politici en bij regeringsleiders, bij geleerden en bij kunstenaars of letterkundigen. We hebben geen stempel nodig op onze paspoorten of tatoeages op onze voorhoofden om elkaar te herkennen. Door bij koepelorganisaties voor humanitaire hulp de sleutelposities te bemannen met gelijkgezinden zullen we beter gewapend zijn in de strijd tegen uitbuiting en armoede.’ Leysens zweeg en keek Jelle recht in de ogen alsof hij hem uitdaagde hem tegen te spreken.
Jelle zat er sprakeloos bij.
Leysens pakte de fles uit de ijsemmer en vulde hun coupes bij. Hij zette de fles weg en hief zijn glas op. ‘Ad fundum’, zei hij.
Jelle dronk werktuiglijk zijn coupe mee leeg. Hij keek toe hoe Leysens hem opnieuw vulde. ‘Er is wel een probleem’, mompelde hij.
‘Wat zeg je?’
Jelle pakte zijn coupe bij de steel en liet hem tussen zijn vingers ronddraaien. ‘Ik, euh…’
‘Wat?’
Hij wreef over zijn voorhoofd. Het was al bijna middernacht en ze hadden sinds de middag niets meer gegeten. Hij wilde Leysens niet kwetsen en zocht naar de juiste woorden. ‘Je zult wel gelijk hebben wat die saamhorigheid en zo betreft. Ik bedoel… ik ben daar niet tegen, integendeel, personen van… euh… niet-exclusieve heteroseksuele identiteitsbeleving zijn de meest fantastische mensen. Ze zijn gevoelig en trouw. Eerlijk. Ik ben het volkomen met je eens. Alleen…’
‘Zeg maar.’
‘Ik ben geen homo.’
Leysens glimlachte toegeeflijk. ‘Natuurlijk niet. Je bent biseksueel. Dat komt op hetzelfde neer.’
Jelle nam een paar slokken en zette zijn glas voorzichtig neer. ‘Ik heb nooit met een man, euh… een relatie gehad.’
‘Wat dan met de bewaarder in De Hutten?’
‘Dat was… anders. Herman beschermde mij tegen het tuig. In De Hutten had je zo iemand nodig om te kunnen overleven.’
‘En met Matt? Was dat ook een beschermer?’
‘We waren leeftijdgenoten. Dikke vrienden. Onstuimig. Soms een beetje te.’
‘Maar het was Matt die besliste wat, waar en wanneer?’
Jelle sloeg zijn ogen neer. ‘Hij was dominant. Maar we…’
‘En vrouwen?’
‘Er was Laura. Dat ging prima. Ik begrijp niet wat er verkeerd is gegaan.’
Leysens keek naar hem met een geduldige, minzame glimlach. ‘Probeer je hoofd er niet over te breken. Na vannacht zul je jezelf gevonden hebben.’ Hij leunde wat naar achteren toen Micky en zijn jonge Griekse god naast hun tafel verschenen. Ze hadden elk een bord mee met daarop een ondefinieerbaar gerecht, dat met een lichte buiging en met beide handen voor hen op de tafel werd neergezet.
‘Wat is dit?’ vroeg Leysens.
‘Kimbap’, verklaarde Micky. ‘Pas op. Het is erg heet.’
‘Dan hebben we iets nodig wat meer body heeft om dat spul van jou door te spoelen. Breng ons elk een shooter van eigen maaksel en neem mee wat er overblijft van die bubbeltjeslimonade.’
Micky wierp een vlugge blik naar Jelle. ‘Van eigen maaksel? Weet je het zeker?’
‘Ben ik soms een twijfelaar?’
Micky glimlachte. ‘Nee, schat. Jij weet altijd precies wat je wilt. Het komt eraan.’ Hij gaf zijn adonis een tikje op het achterwerk en de twee maakten rechtsomkeert.
‘Wat zal er vannacht gebeuren zodat ik mezelf vind?’ vroeg Jelle.
Leysens nam ruimschoots de tijd voordat hij antwoordde. Hij dacht aan zijn afspraak met Katchadourian en de gevolgen voor Jelle als die hem zou afwijzen. Niet aan denken. Hij concentreerde zich op de dosering. Die verschilde van individu tot individu; de grens tussen een dosering met aangename en een met negatieve gevolgen was heel klein.
‘Laten we eerst wat eten’, stelde hij voor.
Ze aten. Al na een paar happen legde Jelle zijn vork neer. ‘Het is mij te zout.’
Micky kwam en zette twee tot de rand gevulde tumblers voor hen neer.
Leysens pakte zijn glas op. ‘We moeten dit eerst opdrinken. Dan wordt alles meteen anders.’
Jelle pakte eveneens zijn glas op. Ze keken elkaar in de ogen en dronken.
‘Bah. Het smaakt naar niets. Wat is het?’
‘Een cocktail van alcohol, frisdrank en cafeïne. Wacht even.’ Leysens had opeens een buisje met heldere kleurloze vloeistof in zijn hand en legde het tussen hen op de tafel. ‘Doe hier wat van in je drank. Het zal dan wel anders smaken.’
Jelle trok de rubber dop af. ‘Veel? Weinig?’
‘Om in de juiste stemming te komen? Zowat de helft. Een à twee centiliter.’
Jelle goot gehoorzaam de helft in zijn drank. Hij proefde en trok een vies gezicht. ‘Het is er niet beter op geworden.’
‘Geduld. Het is de nasmaak die het doet.’
‘Wat was het?’
‘Een extract van mango op rum met een snuifje g-spot.’
‘G-spot?’
‘Iets als ecstasy, maar beter.’
‘Beter?’
‘Meer kick. Verbeterde tastzin…’
Jelle voelde zich licht in het hoofd worden.
‘…en langer durende seks’, voltooide Leysens.
De laatste woorden drongen niet meer tot Jelle door. Misschien was de shooter bovenop de champagne niet zo'n goed idee geweest. Bovendien klopte er iets niet. G-spot was geen ecstasy, maar iets anders. Het woord lag op het puntje van zijn tong, maar opeens vond hij het niet belangrijk meer. Hij dronk de rest op. Meteen zat hij lekker in zijn vel. De muziek klonk mooier. De kleuren werden levendiger. De mensen werden aardiger. Zelfs de shooter smaakte niet meer naar rotte eieren. ‘Het spul werkt snel. Ik voel een prettig effect.’
Ook Leysens bevond zich nu in een opperbeste stemming. ‘Het beste moet nog komen’, beloofde hij.
Jelle voelde opeens alle remmingen van zich afglijden. De ervaring was zo intens en zo sensueel dat hij de behoefte had ze met Bert te delen. Hij stond op en trok Leysens overeind.
‘Laten we d… dansen’, zei hij. ‘Een slow. Matt was daar ook goed in.’
Hij wankelde. Vreemd. Hij had het gevoel over huizen te kunnen springen en toch wilden zijn benen niet mee.
Leysens verscheen naast hem en legde Jelles hand over zijn schouder. ‘Steun maar op mij.’
Dat was wat Jelle wilde. Iemand op wie hij kon steunen. In wie hij vertrouwen kon hebben. Met wie hij van het leven kon genieten.