21
Jelle had de e-mail aan Marc verstuurd en zijn antwoord gelezen. Als vanzelf gingen zijn gedachten naar Laura en hij vroeg zich af waar ze zich op dit ogenblik bevond. ‘Dat kan niet. We zijn… onbereikbaar…’ hoorde hij haar nog zeggen toen hij haar de laatste keer aan de telefoon naar Marc had gevraagd. Dat ‘we’ had geklonken of ze zich betrapt voelde, en in zijn achterhoofd doemde het beeld op van een hotelkamer en een breed omgewoeld bed. Voordat hij dat hinderlijke beeld kon wissen, hoorde hij heel ver weg de stem van Marc, die zich erop beroemde dat hij, zoals Adonis, een jaarlijks stervende en herrijzende god was. Herrijzende god voor wie? Voor Laura? Of voor hem?
Zijn mobiel ging voordat hij zich daar verder in kon verdiepen.
‘Meneer Lievens?’ De vrouwenstem was wat schroomvallig, alsof ze op het punt stond iets te zeggen wat buiten haar bevoegdheid lag.
‘Spreekt u mee.’
‘Met Greta Segers. U weet wel, de assistente van meneer Packerman.’
Wie zou zich die kleine vrouw met haar grote borsten en het gewillige geheugen niet herinneren?
‘Wat kan ik voor je doen, Greta?’
‘Niets… ik bedoel… had u niet gevraagd of iemand van ons onlangs meneer Bodenkamp of meneer Sposato nog tegen het lijf was gelopen?’
‘Dat klopt.’
‘Nou, een uur geleden is meneer Sposato op bezoek geweest bij meneer Dullaert. Hij is daar ruim een kwartier gebleven. Daarna heeft hij spoorslags het bedrijf weer verlaten.’
‘Sposato, hè? Weet je ook wat de reden was van zijn bezoek?’
‘Dat niet. Wat ik wel weet, is dat de aanslag op uw persoon een onderwerp van hun gesprek is geweest.’
‘Zo zo.’
‘Dat iemand zomaar op u begint te schieten. Hoe is dat in godsnaam mogelijk? Op een accountant nog wel. Maar u hebt zich goed verdedigd, naar ik hoor.’ Er klonk een vleugje bewondering door in haar stem. ‘Met uw huissleutel nog wel.’
‘Dank je, Greta. Mag ik vragen hoe je dat allemaal zo goed weet?’ Jelle kon zich niet herinneren dat hij Ludo Packerman opgezadeld had met zoveel details.
‘Van meneer Dullaert. Na het bezoek van Sposato is hij bij meneer Packerman geweest en heeft hem er alles over verteld. Hij was erg begaan met uw lot. Wij allemaal trouwens.’
‘Ik voel me op slag een stuk beter, Greta. Bedankt.’
‘Graag gedaan, meneer Lievens. Euh…’
‘Ja, Greta?’
Ze liet haar stem dalen alsof ze bang was dat ze werd afgeluisterd – bij L&H niet eens zo onwaarschijnlijk. ‘Wat mij opviel, is dat ook Giovanni Sposato in een of ander gevecht betrokken is geweest. Hij droeg een grote pleister onder zijn rechteroog en een donkere zonnebril om zijn blauwe oog te verstoppen.’
Sposato dus!
Jelle opende de file met de gegevens van Sposato en zocht diens adres op. De ex-KGB'er woonde aan de Kardinaal Cardijnlaan in Mortsel. Een rustige straat die doodliep op een verhoogde spoorwegberm. Met een man als Sposato kon hij misschien beter zelf het initiatief nemen. In De Hutten had hij geleerd dat wie de eerste klap uitdeelt, al half heeft gewonnen.