13

‘En daarna?’ vroeg Laura.

Nadat Marc was vertrokken – hij had een afspraak met iemand van de Staatsveiligheid – had Jelle haar zijn verhaal verteld. Ze had geluisterd zonder hem te onderbreken. Het streelde haar ijdelheid toen ze zich realiseerde dat hij zich nooit eerder aan iemand zo had blootgegeven. Het duurde even voor hij antwoord gaf.

‘Ik was helemaal van de kook. Matt trok me in de Porsche. We kozen het hazenpad.’

‘Jullie lieten de slachtoffers aan hun lot over?’

‘Doorrijden, onderduiken en bij de politie aanmelden zodra je weer nuchter bent. Dat was de raad die Matt van zijn vader meekreeg toen hij hem opbelde vanuit de auto.’

Laura keek hem alleen maar aan. Haar blik liet geen twijfel bestaan over haar mening.

‘Ver zijn we niet gekomen. Aan het eind van de Konijnenpijp reden we onszelf vast in een wegversperring van de politie.’

De laatste klanten verlieten het restaurant. De meeste lichten in de gelagzaal werden gedoofd en ze zaten alleen in de met glas afgeschoten ruimte als in een cocon van intimiteit.

‘De politieman kwam ervan af met een gebroken pols en wat snijwonden in zijn gezicht. De oudere chauffeur heeft drie weken in coma gelegen en hield er een blijvende invaliditeit aan over. Later bleek dat hij de vader was van de jongeman op de achterbank.’

‘Marcs vader?’

Jelle knikte. ‘We verschenen voor de jeugdrechter. Hij gaf me twee jaar. Ik mocht tot mijn achttiende doorbrengen in De Hutten, een gesloten jeugdinstelling in Mol, tussen jonge delinquenten en ander geboefte van het kaliber als de zogenaamde Kleine Piraat, een jeugdige serieverkrachter.’

‘En Matt?’

‘Hij kreeg een alternatieve straf. Zesendertig uur keukenhulp en secretariaatswerk in een rust- en verzorgingstehuis.’

‘Hoe kan dat? Hij was toch even schuldig als jij? Of meer.’

‘Hij had een rijke en invloedrijke vader die voor hem opkwam. Ik had een stiefvader die klacht indiende tegen mij wegens poging tot doodslag. Ik mag nog van geluk spreken dat de jeugdrechter me niet uit handen gaf. Dan zou ik als volwassene beoordeeld zijn en misschien wel naar het hof van assisen verwezen zijn.’

‘Niettemin werd er met twee maten gemeten.’

‘Toen dacht ik er ook zo over. Nu niet meer.’

‘Hoezo?’

‘Omdat ik nu inzie dat de rechter geen andere keuze had. Als hij mij naar huis had laten terugkeren, zou het er vermoedelijk toch wel van gekomen zijn.’

‘Wat?’

‘Doodslag. Ik zou mijn stiefvader hebben omgebracht, of hij mij.’

Laura keek geschokt. ‘Dat geloof ik niet. Niet van jou.’

Jelle glimlachte. ‘Bedankt.’

‘Een lui leventje zul je daar niet hebben gehad, toch?’

Hij keek voor zich uit. Zijn blik verdwaalde naar het verleden. ‘Je moet keihard zijn om daar te overleven. Dat was ik niet, maar ik werd het. En ik had geluk. Een van de opvoeders zag iets in mij. Hij zorgde ervoor dat de boefjes het me niet te moeilijk maakten.’

Ze nipte aan haar koffie, die al lang koud was geworden. ‘Wat deed je nadat je weer vrijkwam?’

‘Op kot gegaan in Leuven. Mijn studie afgemaakt. Ik had heel wat in te halen.’

Laura fronste. ‘Studeren kost handenvol geld. Wie betaalde dat?’

‘Matt.’

‘Matt?’

‘We woonden samen. Hij studeerde voor doctor in de medicijnen, maar daar kwam niet veel van. Zijn leven was een groot feest.’

‘En later? Nadat je gepromoveerd was?’

‘Eerst hebben we een tijd in Spanje gewoond. We maakten trektochten door de bergen, de Pyreneeën, de Sierra Nevada. Matt hield daarvan. Hij had in Port Vell, de jachthaven van Barcelona, een zeiljacht liggen. Soms verhuurde hij dat aan toeristen voor tochtjes op de Middellandse Zee. Voor de lol, want het geld had hij niet nodig. Hij was dan de kapitein en ik de bootsman. Het duurde tot…’

‘Tot wat?’

‘Tot Matt een nieuwe, euh… een vaste vriend kreeg.’

De manier waarop hij het woord ‘vriend’ uitsprak, deed Laura opkijken.

‘Bedoel je met “vriend” dat jullie…?’

‘Een homoseksuele relatie hadden?’ Hij keek verveeld. ‘Zou je dat erg vinden?’

‘Ik? Nee.’ Ze dacht aan de fuif in de Body Boys, een homobar in de Van Schoonhovenstraat, door Antwerpenaren soms spottend de Rue de Vasiline genoemd, waar het voor Jelle allemaal was begonnen. ‘Belangrijk is dat je je goed voelde in de relatie die je met hem had.’

‘Het is moeilijk uit te leggen. Ik ben geen homofiel, Laura. Ik…’

‘Oké.’

‘We waren kameraden. Matt domineerde mij, dat geef ik toe. Hij was biseksueel. Hij wisselde meer van geslacht en van bedgenoot dan er films gespeeld worden in de bioscoop. Ik had andere dingen aan mijn hoofd dan seks.’

‘Zoals?’

‘Nooit meer De Hutten. Carrière maken. Iets bereiken.’

‘Je werd accountant. Opgenomen in het Instituut van de Accountants. Dat is toch wat?’

‘Als accountant kreeg ik alleen maar tweederangsopdrachten. De fouten uit het verleden bleven me achtervolgen. Wat ik ook deed om die goed te maken.’

‘Is het daarom dat je vrijwilligerswerk deed voor Oxfam?’

‘En voor Steunpunt.’

‘Steunpunt?’

‘Een welzijnswerk dat hulp verleent aan verkeersslachtoffers. Zelfs daar werd ik met een scheef oog bekeken toen op een goede dag een tekort in kas werd vastgesteld. Dat ik de leemte zelf aan het licht had gebracht, maakte niet eens uit.’

Ze vond de laatste zin wat bitter klinken. ‘Van een organisatie als Steunpunt zou je dat niet verwachten.’

Hij keek schamper. ‘Zeg nu niet dat je dat niet wist. Bert Leysens wist het.’

‘Ik wist van Oxfam, maar niet van Steunpunt’, beaamde ze. ‘Maar ik begrijp nu wel beter waarom je bereid was waakhond te spelen bij L&H.’

‘Dat is wat de accountant doet’, verklaarde hij. ‘Hij waakt erover dat in een bedrijf alles volgens de regels verloopt. Hij is een economische detective.’

‘Zo had ik het nog niet bekeken. Ik dacht dat…’

‘Wat?’

‘Mag ik je een vraag stellen? Op de man af?’

‘Ga je gang.’

‘Had je echt Marc niet herkend als een van de slachtoffers van dat auto-ongeluk? Het lijkt me zo onwaarschijnlijk.’

‘Absoluut niet’, zei Jelle op besliste toon. ‘Bij de eerste ontmoeting op Cyprus had ik wel een déjà-vugevoel, die blauwe ogen van hem, weet je.’

‘Het heeft je dus niet beïnvloed bij je beslissing om hem te helpen? Zelfs als dat eigenlijk niet helemaal in overeenstemming is met je opdracht als auditor?’

Hij leek nu wat minder zelfverzekerd. ‘Misschien onbewust’, gaf hij toe. ‘Tenslotte heeft hij mij op Cyprus het leven gered. En terwijl hij in het ziekenhuis lag, ben ik als beloning met zijn vrouw… Nou ja…’

Laura legde een hand over de zijne. Dat Jelle opgezadeld zat met een schuldcomplex zo groot als de Boerentoren, was vrij duidelijk. ‘Ik ben zijn vrouw niet’, stelde ze hem gerust. ‘Toen niet en nu niet.’

Ze wierp een blik op de klok. ‘Hemeltjelief. Het is na middernacht. Ik denk dat het verstandiger is dat we ter plekke onder de wol gaan.’

Ze zag zijn gezicht opklaren. Van schuldgevoel was geen sprake meer.

‘Ze hebben hier twintig kamers met ronkende namen. Matisse, Ensor en Magritte zijn nog vrij. Tenzij je liever Greta Garbo hebt.’ Ze glimlachte ondeugend. ‘Die heeft een waterbed. Het kost wat meer, maar voor wat ik van plan ben, is het dat waard.’

Om negen uur de volgende ochtend gebruikten ze het ontbijt op het terras en genoten van het uitzicht op de historische Grote Markt en de Lakenhallen. Het was nog koud, ze zaten met een zacht dekentje over de schouders aan een kleine tafel te knietjevrijen terwijl de Italiaanse koffie in hun kopjes hun neus prikkelde.

Laura vroeg: ‘Hoe is je programma voor vandaag?’

‘Het is vrijdag. Bij L&H kan ik vandaag toch niet veel meer uitrichten. Daarom wilde ik vanmiddag naar United Fundraising in La Hulpe rijden. Meer ter kennismaking dan wat anders. Het nakijken van de boekhouding is voor een andere keer. Zien we elkaar vanavond?’

‘Jammer genoeg niet. Ik ben voor een paar dagen het land uit met Marc.’

‘Vakantie?’

‘Zakelijk.’ Ze gaf hem een geruststellend kneepje in de hand. ‘Bij Secubel hebben we wel meer dan één dossier in behandeling.’

Hij verborg zijn teleurstelling. ‘Dat zal wel.’

‘Heb je er al over nagedacht hoe je het bij L&H denkt aan te pakken?’

‘Ik was van plan Ludo Packerman eens aan de tand te voelen over de ontbrekende aantekeningen van Jaspers. Het intrigeert me dat KPMG daar zo makkelijk overheen stapt.’

‘Kan ik iets voor je doen?’

‘Info bezorgen over de mensen die bij L&H werken en van wie vermoed wordt dat ze banden hebben met de inlichtingendiensten van vreemde mogendheden. Namen, foto's, organisaties waarvoor ze werken, en ook wat ze bij L&H uitvoeren. De hele rimram. Kun je me dat mailen?’

‘Oké. Dat komt voor de bakker. Alleen…’

‘Wat?’

‘Wees voorzichtig, Jelle. Er is niet altijd een Marc in de buurt om je uit de brand te helpen.’