31
Jelle was ten einde raad. Alles wat hij bezat was in beslag genomen. Zijn paspoort, zijn portefeuille, zijn betaalkaarten, zijn ticket voor de retourvlucht, zijn mobiel, zijn laptop, zijn kleren. Ze hadden zowel zijn zakken als zijn hotelkamer leeggehaald. Op zijn ziekenkamer hadden ze de vaste telefoon weggenomen. Voor de deur van zijn kamer zat een bewaker, dag en nacht. Hij was afgesloten van de wereld.
Beetje bij beetje liet hij zich van het bed glijden. Hij had wekenlang alleen languit op bed mogen liggen of rechtop mogen staan. Als hij het kalm aan deed, mocht hij van de dokter sinds gisteren ook zitten. In dit stadium van genezing zou het onbesuisd krommen van zijn rug mogelijk blijvende schade veroorzaken, misschien zelfs totale verlamming. Het zou maanden duren voordat hij zich als een normaal mens in een fauteuil zou kunnen neervlijen. Steun zoekend aan de muur schuifelde hij naar de badkamer. Ook daar moest alles rechtopstaand gebeuren, beslist geen pretje. Nadat hij zich met een washandje had gewassen, bestudeerde hij zijn gezicht in de spiegel boven de wastafel. Zijn eigen moeder – mocht ze nog in leven zijn – zou hem niet herkennen: hij had een grauwe huid, holle wangen en de diepliggende ogen van een monnik die aan het vasten is.
Tot overmaat van ramp was gisteren nog voor het ontbijt een medewerker van de ziekenhuisadministratie hem komen melden dat zijn ziekenhuiskosten niet meer gedekt werden door de verzekeringsmaatschappij van KPMG. Hij was destijds door de hulpdiensten die hem uit het water hadden gevist naar het Seoul National University Hospital gebracht, omdat dat het enige ziekenhuis in Seoel was dat rechtstreeks contact had met overzeese zorgverzekeraars. Voortaan zou hij zijn verpleeg- en verblijfskosten zelf en op voorhand moeten betalen. Als hij daar geen middelen voor had of als niemand voor hem opkwam, zou hij niet langer in dit ziekenhuis kunnen blijven. Het zou erop neerkomen dat hij naar het gevangenisziekenhuis zou worden overgebracht.
De ziekenhuismedewerker was vergezeld geweest door een man van midden veertig, die gekleed was als een beursmakelaar: een krijtstreeppak en een nopjesstropdas. Hij stelde zich voor als John Elliot, personeelsmanager van KPMG Korea, en hij overhandigde hem een verzegelde envelop met op de voorkant in vette letters: ‘AANGETEKEND PER DRAGER’.
‘Wat is dit?’ vroeg Jelle, zonder de envelop aan te nemen.
‘Een ingebrekestelling’, antwoordde Elliot. ‘U wordt aansprakelijk gesteld voor alle materiële en morele gevolgen die het faillissement voor KPMG kunnen hebben.’
‘Welk faillissement?’
‘Dat van Lernout & Hauspie vanzelfsprekend.’
De heersers van de Star Trek-technologie waren er dus onderdoor gegaan. Jammer voor de twee Vlaamse wonderboys en voor het wereldproduct dat ze hadden ontwikkeld, maar voorlopig was het eigen lot belangrijker.
‘Hoe kan KPMG mij aansprakelijk stellen?’ protesteerde Jelle. ‘Ik heb alles in het werk gesteld om de malversanten bij L&H aan de kaak te stellen.’
‘U hebt inderdaad mooi werk geleverd. U werd naar Seoel gestuurd om gegevens te verzamelen over de vijandige machten die schuilgingen achter de lastercampagne tegen Lernout & Hauspie. Niet om hier mogelijke fraudeurs te lijf te gaan in Chicagostijl. Alsof dat niet genoeg was, hebt u vertrouwelijke informatie over L&H en over wat u “de Koreaanse truc” noemt, doorgespeeld aan Herb Greenberg, die dat prompt publiceerde in de Wall Street Journal. Dat gaf L&H de doodsteek. Hun aandelen crashten en het bedrijf ging bankroet.’
‘Ik heb nooit iets of iemand verlinkt. Zeker niet aan Greenberg.’
‘Nee. Misschien hebben Jo Lernout en Pol Hauspie dat zelf gedaan. Van achter de tralies.’
‘Bedoel je daarmee dat ze…’
‘Tussen vier muren zitten. Beschuldigd van cooking the books. Het proces is intussen begonnen. Ook KPMG ligt als bedrijfsrevisor van L&H onder vuur. Het Openbaar Ministerie verwijt meneer Packerman en het auditcomité van KPMG dat ze zich niet kritisch, maar eerder slaafs hebben opgesteld. Hun voornaamste argument is dat ze het businessplan voor de overname van Dragon Systems hebben goedgekeurd in de wetenschap dat een deel van de omzet fictief was. Maar zowel het businessplan als het protocol werd door jou ondertekend, en nog wel ondanks het uitdrukkelijke tegenadvies van het auditcomité. Een grove inbreuk op de ethische beroepscode. Geen wonder dat je geroyeerd werd door het Instituut van de Accountants.’
Het Instituut had hem aan de dijk gezet zonder hem de kans te geven zich te rechtvaardigen? Jelle zocht steun tegen de muur. Het grove onrecht deed hem naar adem snakken.
‘Ook KPMG Belgium heeft uw arbeidscontract verbroken en de betaling van uw salaris stopgezet. Ze eisen bovendien een forse schadevergoeding. De zorgverzekeraar komt niet meer tussenbeide omdat het geen arbeidsongeval betreft, maar omdat u de verwondingen opliep bij een afrekening tussen criminelen. ‘Elliot legde de envelop naast Jelle op het bed. ‘Het staat allemaal in deze ingebrekestelling.’
‘Dat recht hebben ze niet’, sputterde Jelle. ‘Ik…’
‘U mag nog van geluk spreken. KPMG Belgium heeft gewacht tot u buiten gevaar was om op te treden. En dat heeft niets te maken met de naamsverwisseling in de kranten.’
‘Naamsverwisseling?’
‘In België denkt men dat u tot de dodelijke slachtoffers behoort. U doet er misschien goed aan uw familie of vrienden te laten weten dat u nog leeft.’
‘Leeft? Noem je dit leven? Ik zit compleet aan de grond. Hoe moet ik hier voortaan de rekeningen betalen?’
Elliot keek minachtend op hem neer. Een afvallige accountant was voor hem minder dan een vlieg aan de wand. ‘Misschien hebt u nog wat over van het smeergeld dat ze u in de hand hebben gestopt.’
Jelle balde zijn vuist om de laatdunkende grijns van Elliots gezicht te vegen, maar hij had amper de kracht om op de been te blijven, laat staan in de aanval te gaan.
‘Luister, Elliot. Ik betwist niet dat Jo en Pol over de schreef zijn gegaan. Ze leenden geld bij Koreaanse banken en deden alsof het om investeringen in LDC's van Koreaanse geldschieters ging. Als je het mij vraagt, was er zelfs sprake van handel in aandelen met voorkennis om de boel draaiende te houden. Ze hebben iedereen om de tuin geleid, zelfs KPMG. Die hadden speciaal Louis Jaspers aangesteld om de vestigingen in het buitenland te verifiëren. Jaspers werd om zeep gebracht toen hij erachter kwam dat er geknoeid werd.’ Hij begon te schreeuwen. ‘Niet ik, maar Packerman heeft zijn handen laten smeren. Hij liet bezwarende stukken verdwijnen. Er zijn bewijzen van. De USB-stick met de working papers van Jaspers. De videobeelden van de Yanghwa Traveller.’
Maar hij schreeuwde tegen de muren. De twee mannen hadden al lang de kamer verlaten en de deur achter zich dichtgetrokken.