20

Marc en Laura hadden voor de retourvlucht gekozen voor Singapore Airlines omdat die maatschappij met de nieuwste A380 vloog. De superjumbo was comfortabeler, ruimer en luxueuzer dan enig ander verkeersvliegtuig en hij vloog hoger en sneller. Vooral dat laatste was belangrijk als ze tijdig in Antwerpen wilden zijn om de afspraak in de Bassin na te komen.

Marc lag al een hele tijd te sluimeren en opende nu zijn ogen. Hij gluurde naar het tv-scherm voor hem, waar de vluchtroute van de Airbus op werd geprojecteerd. Nog drie uur vliegen tot Londen Heathrow. Ze zouden ruim op tijd zijn om de VLM-vlucht van 8.30 uur van Londen City naar Antwerpen te halen. Superjumbo's of niet, alles bij elkaar zouden ze toch nog zestien uur onderweg zijn, gerekend vanaf het moment dat ze hun hotel in Singapore verlaten hadden, en al die tijd had hij zelden meer dan een halfuur aan een stuk geslapen. Laura had daar minder problemen mee. Ze sliep als een roos naast hem in de tot slaapstoel omgevormde businessseat.

Hij ging rechtop zitten en sloot zijn notebook aan op de USB-aansluiting in de leuning van zijn stoel. In deze A380 had iedereen toegang tot het internet, zelfs de reizigers van de economyclass op het benedendek. Hij raadpleegde zijn post. Jerry Bradshaw, een directeur van de NSA met wie hij sinds jaren bevriend was, meldde hem dat hij als buitenlands agent voortaan toegang zou krijgen tot het hoogste niveau van Intellipedia. Marc zuchtte tevreden. Intellipedia is een soort internetencyclopedie naar het voorbeeld van Wikipedia, waar agenten en geheime diensten strikt confidentiële informatie kunnen opvragen, uitwisselen en aanvullen. Zij kunnen er inloggen op drie niveaus: top secret, secret en sensitive. Eindelijk! Hij maakte onmiddellijk gebruik van de geboden gelegenheid en diende een uitgebreid ‘request for privigeled information’ in over de zaak waar ze mee bezig waren. Het antwoord kwam per omgaande. Ze zouden de gevraagde informatie opzoeken en doorsturen, maar dat kon wel enige tijd duren. Zijn nieuwe promotie van sensitive-niveau naar top secret-niveau diende nog in de diverse departementen geregistreerd te worden.

Terwijl hij de briefwisseling met de NSA in een afzonderlijke map opsloeg, kwam een bericht binnen van Jelle Lievens. ‘Ik mail je omdat ik je telefonisch niet kan bereiken’, schreef hij. In het vervolg van zijn boodschap stonden zoveel letterwoorden dat het zelfs voor Echelon een moeilijk te ontcijferen taal werd:

Ik heb nog lang zitten nadenken over wat er op de verloren inhoudsopgave stond van Jaspers. Mijn betreurde voorganger stelde zich net als jij vragen over infiltratie van L&H door de NSA en/of de FSB. Ook werd er gewag gemaakt van een zeker JJ. Dat blijkt Jung Jin Cho te zijn, de manager van een Koreaanse joint venture voor taaltechnologie. Op zijn lijst was een verwijzing naar SEO, om volledig te zijn Seo Ju Chuk, de directeur van LHK, de dochtermaatschappij van L&H in Korea. Intussen weet ik ook dat het eerste kwartaal de omzet in Zuid-Korea een abnormale verhoging kende. Dullaert heeft er geen verklaring voor en stelt voor dat ik volgende week met Bodenkamp, de accountmanager, naar Korea reis om dat te checken. Ik had ook een gesprek met Greenberg, een onderzoeksjournalist van WSJ. Hij vroeg om de lijst van de klanten van L&H in Korea. Die heb ik hem NIET gegeven, maar ik heb wel een afspraak met hem gemaakt in New York.

Nog wat goed en wat slecht nieuws. Eerst het goede: ik ben op een gelukkige manier in het bezit gekomen van een USB-stick van de verongelukte Jaspers met daarop vermoedelijk een back-up van het hele L&H-dossier met de complete aantekeningen en zijn persoonlijke bevindingen. De inhoud daarvan zou wel eens een ander licht op de zaak kunnen werpen. Of op de manier waarop of waarom hij om het leven is gekomen.

Het slechte nieuws is dat ik de USB-stick niet aan de praat krijg zonder het wachtwoord. Alles samen redenen genoeg om wat tijd vrij te maken voor een gesprek voor of na de businesslunch. En doe de groeten aan Laura. Ook bij haar vang ik bot als ik haar wil bellen.

Met de NSA en haar Russische tegenhanger FSB had Marc geen moeite, maar het duurde even voor het tot hem doordrong dat ‘WSJ’ verwees naar de Wall Street Journal. Hij klikte het icoon ‘beantwoorden’ aan en schreef:

Opgelet! Laat je niet opjutten door WSJ. Dubbel opgelet! Probeer de code niet te breken, want die spullen zijn soms beveiligd en als eraan geprutst wordt, deleten ze soms zichzelf. Drop de stick zo vlug mogelijk in de brievenbus van Adrienne Muller, Plantin en Moretuslei 1099 in Antwerpen. Zij is een cryptoanalist die de klus kan klaren. We zien elkaar in de Bassin. Tegen die tijd zal ik meer weten over de inhoud van de stick. Ik stel voor dat we een halfuur voor aanvang ter plekke samenkomen om de violen te stemmen. Met Laura is voor zover ik weet alles oké.

Hij stuurde de cryptoanaliste een berichtje over de stick die in haar brievenbus zou terechtkomen, en sloot de internetverbinding af, maar zette de notebook niet uit. Met Jelle ging het de goede kant uit, maar hij zou wel iets moeten verzinnen om te voorkomen dat Greenberg de affaire voortijdig aan het licht bracht. Wat?

Naast hem mompelde Laura iets in haar slaap. Hij keek opzij. Ze lag op haar zij op de slaapstoel, met haar haar als een warrig gordijn over haar ogen gedrapeerd. Straks zou ze rechtop gaan zitten en met een typerend gebaar het haar uit de ogen strijken. Hij glimlachte tevreden. Laura was zijn geheime wapen. Ze kon iedere man of vrouw van wie hij iets gedaan wilde krijgen, verleiden met een natte vinger. Hij of zij mocht oud, jong, hetero, homo of lesbo zijn.

Ook Rama Nathan, de algemeen directeur van de Velstra Bank of Singapore en financieel raadsman van Katchadourian, was voor haar een maat te klein geweest. Nadat ze van Jelle informatie over de Libanese miljonair hadden gekregen, hadden ze met de bemiddeling van de handelsattaché van de Belgische ambassade een afspraak met de bankdirecteur gemaakt in de lounge van het klassiek-chique Raffles The Plaza Hotel in Singapore.

Ze hadden hun gebruikelijke tactiek aangewend. Nathan verwachtte een stel, maar Marc had zich alleen aangemeld. De Libanees had hem evenwel hartelijk ontvangen. Hij had hem meegenomen naar zijn unieke themapenthouse op de zesentwintigste verdieping van het hotel met uitzicht over de Esplanade, waar hij – omringd door exclusieve designmeubelen en abstracte schilderijen van Japanse meesters – Marc voorstelde aan zijn nieuwste aanwinst, een twintigjarige Filippijnse schoonheid die onlangs de verkiezing van Miss Earth had gewonnen.

De Libanees had hem naar lokale gewoonte een Singapore Sling, een cocktail met gin en vermout, aangeboden. Ze hadden honderduit gepraat over de financiële markten, de wereldeconomie en het investeringsklimaat in Singapore, maar zodra Marc de giften aan United Fundraising en de investeringen bij L&H ter sprake bracht, klapte de bankdirecteur dicht.

Toen Laura zich twee uur later bij hen voegde, veranderde de sfeer onmiddellijk. Er werd niet meer gepraat over zaken en investeringen, maar over film, muziek, kunst en alles wat Singapore te bieden had. De Libanees nodigde hen uit voor een diner in de High Five, het driesterrenrestaurant van Pierre Gagnaire, de wereldberoemde Franse chef. Na het diner doken ze met hun vieren in het nachtleven van de multiculturele, superschone en extreem afwisselende stadstaat. Ergens tussen de Orchard Exclusive en de Club of Millionaire's raakten ze van elkaar gescheiden. Marc werd in de loop van de volgende ochtend wakker op het strand van Sentosa Island, de zuidelijkste punt van het Aziatische continent, met een stevige kater en met Miss Earth in monokini in zijn armen.

Van Laura wist Marc niet met wie of waar ze de nacht had doorgebracht – en hij vroeg het haar niet – want zoals ze van zichzelf zei, was ze geen heilig boontje, maar ook geen double-timer. Maar toen ze dezelfde avond in hun hotel kwam, wist ze van de bankdirecteur dat Katchadourian een groot deel van zijn fortuin had verdiend aan namaakgoederen de verwerking van door radioactiviteit besmette afvalbergen.

Vuil geld dus.

En ze was er ook achter gekomen dat dat vuile geld werd schoongewassen met het heilige water van de dotcomtechnologie bij L&H en met giften en gaven bij United Fundraising.

Hoe? Dat was Jelle voor hem aan het uitzoeken.

Laura bewoog in haar slaap. Marc keek naar haar en glimlachte. Ze was nog altijd de wonderbare Mata Hari van de eenentwintigste eeuw.

Niet dat hij het altijd leuk vond om te moeten toezien hoe ze sommige mannen om de vinger wist te winden. Zeker niet als ze daarbij over de schreef ging, zoals het met Jelle het geval was geweest. Op Cyprus was alles perfect volgens schema verlopen – vanzelfsprekend de bosbrand en zijn val in de kloof buiten beschouwing gelaten – totdat ze met Jelle naar bed was gegaan. Dat had hem meer geraakt dan hij wilde toegeven. Met een biseksueel nog wel. Zelfs al was het maar een bevlieging van haar kant geweest, het bleef een vernederende situatie, die hij met fluwelen handschoenen zou moeten aanpakken.

Alsof ze zijn gedachten in haar slaap kon lezen, sloeg Laura haar ogen op. Ze rekte zich uit en streek het haar naar achteren.

‘Hoe lang nog?’ vroeg ze.

‘Minder dan drie uur.’

‘Mooi. Dan ga ik me even wat opknappen.’ Ze liet de rug van de stoel opkomen en verdween naar de beauty salon. Dat opknappen was bij wijze van spreken, want lange nachten of vermoeiende vliegreizen hadden op Laura evenveel greep als versleten banden op glad ijs. Zodra ze weer naast hem was komen zitten, liet hij haar zijn correspondentie met Jelle zien.

‘Wat verwacht je nog van die USB-stick?’ vroeg ze. ‘Je weet dat er met vuil geld wordt gewerkt, en door wie. Wat wil je nog meer weten?’

‘Er zijn nog heel wat vragen op te lossen. Zijn Jo Lernout en Pol Hauspie groot geworden door het geld van Katchadourian te helpen witwassen, of zijn het bezeten entrepreneurs die de ogen dichtknijpen voor de oorsprong van het geld als ze daardoor kunnen groeien? En wat is er aan de hand in Korea? Misschien is het niet eens een slecht idee om met Jelle mee naar Seoel te vliegen. Ter plaatse kom je altijd meer te weten.’

Laura knikte. ‘Doe dat. Jelle kan best wat ruggensteun gebruiken. Nu we het er toch over hebben: ik vind dat je te ver gaat.’

‘Met wat?’

‘Met de manier waarop je Jelle voor je kar spant. We hebben hem bij L&H binnengebracht als accountant…’

‘…om voor ons te spioneren.’

‘Akkoord. Maar niet om gebruikt te worden als lokaas. Hij heeft het al genoeg te verduren gehad.’

‘Wat nu? Sinds wanneer voel jij je aan iemand verplicht nadat je met hem hebt geslapen?’

‘Dat is grof, Marc.’

‘Je hebt gelijk. Het was lomp. Misschien ben ik jaloerser dan ik wil zijn.’

Laura kalmeerde. Ze kon nooit lang boos blijven op Marc. ‘Nergens voor nodig. In de tijd die voor mij ligt, hebben jullie geen van beiden nog een toekomst.’

‘Jammer. Maar goed. Ik zorg er wel voor dat Jelle niets overkomt.’

‘Dat is je geraden.’

Ze werden onderbroken door een stewardess die met een buiging en een glimlach die de Mona Lisa jaloers zou maken, vroeg of ze speciale wensen hadden voor het ontbijt.