Hoofdstuk 25

 

 

 

De eerste gedachte die in Lisa opkwam toen ze het vliegtuig op hen af zag komen, was dat Spike hun iets wilde vertellen. Wellicht had ook hij iets tussen Gingers spullen gevonden, iets wat nog een beter bewijsstuk was dan de schep.

Christine hield haar hand boven haar ogen tegen de zon en riep boven het aanzwellende lawaai uit: ‘Misschien is Mitch weer terug, en is hij boos dat we het meer op zijn gegaan. Of Spike heeft zelf een lading naar de lodge gebracht, waarop Mitch heeft voorgesteld samen het vliegtuig te nemen om ons terug te halen.’

‘Maar zou Mitch niet gewoon zijn motorboot gepakt hebben?’

Inmiddels had Christine de boot stilgelegd, maar ze liet de motor stationair draaien. ‘Misschien verplaatst Spike het vliegtuig alleen maar naar zijn oude plek. Of wil hij ons een lesje leren.’

‘Wat voor lesje? Hij komt nu wel angstig dichtbij. Volgens mij schijnt de zon niet in zijn gezicht, dus hij moet ons kunnen zien, maar laten we toch maar maken dat we wegkomen!’

Daarop stuurde Christine de boot opzij, maar het vliegtuig paste zijn koers aan. Het leek niet genoeg vaart te maken om over hen heen op te stijgen en bleef recht op hen af komen.

‘Dit is niet leuk meer,’ hoorde Lisa haar vriendin mompelen toen ze nogmaals een uitwijkmanoeuvre deed. Het vliegtuig was nu zo dichtbij dat de motor het geraas van de rivier en het lawaai van hun eigen motor overstemde. ‘Iah! Hou je vast!’ riep Christine, waarna ze een scherpe bocht maakte.

Door de golven die de drijvers van het vliegtuig maakte, begon de boot zo vervaarlijk te schommelen dat hij bijna omsloeg; Christine deed haar uiterste best de steven weer in de juiste richting te krijgen. ‘Wat mankeert hem?’ Boos hief ze haar vuist toen het vliegtuig weer naar hen omkeerde. ‘Het kan Spike niet zijn, het kan Spike niet zijn,’ bleef ze als een mantra herhalen. ‘Hou je vast, want we hebben niet genoeg power om ervandoor te gaan als hij terugkomt, dus we moeten zigzaggen en draaien om hem te ontwijken.’

Lisa besefte dat ze een fatale fout hadden gemaakt, misschien zelfs meer. In de boot was geen zwemvest te bekennen. Vanwege hun haast hadden ze dat niet gecontroleerd. En ze had, en Christine misschien ook, de fout gemaakt Spike te vertrouwen.

 

Met de poetsdoek die de sheriff hem aangaf, veegde Mitch de smeer en het vuil van zijn handen.

‘Waar heb je geleerd zo snel een band te verwisselen?’ vroeg Mace Moran.

‘Ik heb het nog nooit eerder gedaan, maar sinds er veren aan mijn voeten zitten, leer ik een heleboel. Nood zoekt list, nietwaar.’

‘Een van de motto’s van Alaska. Je echte talent ligt echter in het tegelijk kunnen praten en werken. Ik ben blij dat je me eindelijk hebt verteld over de aanslagen op Lisa. Slim bedacht allemaal, om het te doen vóórkomen of ze het zelf gedaan kon hebben, dus het ongeluk van Ginger kan ook wel geënsceneerd zijn. Kom, we gaan, want ik moet wat mensen aan de tand voelen.’

‘Ik weet dat je je niet graag met advocaten inlaat, maar –’

‘Maar de wet is onverbiddelijk. Is het niet echt iets voor advocaten om te denken dat ze zelf wel een misdaad kunnen oplossen die ze eigenlijk aan de autoriteiten over moeten laten? Mij zie je toch ook niet voor de rechter staan, wel? Ik zou jou en Lisa kunnen aanklagen voor het achterhouden van bewijs en belemmering van de rechtsgang, in elk geval wat de dood van Ginger betreft. Ik ben behoorlijk pissig dat een van jouw stadse advocatenvriendjes denkt dat hij een Alaskaanse sheriff te slim af kan zijn.’ Hij gooide de krik en de lekke band in de kofferbak, waar Mitch nog een heleboel andere spullen zag liggen, waaronder een geweer. Toen de sheriff de kofferbak met een klap dichtgooide, huiverde Mitch even.

Terwijl ze in de auto stapten, kon Mitch zich geen voorstelling maken van de advocaten van Carlisle en Bonner met handboeien om.

‘Ik moet een paar mensen aan de tand voelen,’ had de sheriff gezegd. In elk geval zou het een pak van Spikes hart zijn als het onderzoek naar de dood van Ginger heropend werd. En Mitch en Lisa zouden eindelijk antwoord krijgen op hun vragen, zodat Lisa de aanslagen op haar leven achter zich kon laten.

 

Toen het vliegtuig zo dicht langs hen heen scheerde dat de ene drijver bijna hun boot raakte, moesten Lisa en Christine tegen elkaar schreeuwen om boven het lawaai uit te komen. Ze werden kletsnat van de spetters, en het water sloeg overboord, zodat ze er tot hun enkels in stonden. Als Christine niet op het allerlaatste moment de steven gewend had, waren ze vol getroffen.

‘Ik zal proberen dichter bij de oever te komen!’ schreeuwde Christine. ‘Er moet iets in hem geknapt zijn. Toen hij zag dat we haar boot hadden, is hij misschien –’

‘Kun je zwemmen?’ gilde Lisa toen het vliegtuig weer op hen af kwam. Het lag zo hoog op het water dat het net een rood zeemonster leek dat opgerezen was uit de diepte.

‘Ik denk dat we wel moeten!’ riep Christine terug.

De zon weerkaatste op de ruiten van de cockpit, zodat ze haast verblind werden, maar het lukte Christine rechtsomkeert te maken, en vol gas zette ze koers richting oever.

Zich met één hand vasthoudend en met de ander als een gek hozend keek Lisa om toen het vliegtuig weer op hen af kwam. De piloot kon ze niet zien. Spike was lang, dus ze had zijn hoofd moeten kunnen zien.

Genadeloos bleef het vliegtuig hen achtervolgen. Ze waren nog te ver van de kant om er gemakkelijk heen te kunnen zwemmen. Deze keer zouden ze vol geraakt worden. Het schuimende water spoot over de drijvers toen het vliegtuig nog meer vaart maakte.

‘Christine!’ schreeuwde Lisa. ‘Springen!’

Tegelijk sprongen ze overboord, op hetzelfde moment dat het vliegtuig de achtersteven van de boot verpletterde. De boot versplinterde en rees op uit het water; Lisa dook onder, klauwde met beide handen door het water, schopte en sloeg met haar benen om zo diep mogelijk te duiken, weg van het vliegtuig.

Alle geluiden klonken nu gesmoord en ver weg. De rivier stak zijn tentakels weer naar haar uit, en vervolgens het kolkende kielzog van het cruiseschip van waar haar moeder en Jani waren verdwenen. Ginger kwam aandrijven, haar gezicht naar de hemel, haar armen uitgestrekt.

Nee. Nee! Ze liet zich niet meezuigen, niet door het water en niet door nachtmerries.

Na wat een eeuwigheid leek, kwam ze naar adem happend boven water. Christine bevond zich een flink eind verderop, bezig naar de oever voor Gingers blokhut te zwemmen. Buiten adem en uitgeput, en dat terwijl ze de dokter had beloofd zich niet al te veel in te spannen, begon ze te watertrappelen, in een poging haar kracht te hervinden en haar gedachten op een rijtje te zetten.

Het vliegtuig draaide om en kwam weer haar kant op. Nu zou ze er in elk geval achter komen of Spike hen allebei wilde vermoorden of alleen haar.

Maar al te snel werd het duidelijk, want het vliegtuig kwam recht op haar af.

 

‘Verdomme!’ zei Mitch terwijl hij het briefje van de deur af trok.

‘Wat is dat?’ vroeg de sheriff.

‘Een briefje van Lisa en Christine. Spike wilde er even tussenuit en is langsgekomen om een beetje aan zijn vliegtuig te klussen. Hij wil over het meer taxiën om iets uit te testen, en Christine en Lisa gaan met hem mee. Niet te geloven dat ze ervandoor zijn gegaan nu dit de laatste dag kan zijn dat Lisa hier is.’

‘Niet als ik een onderzoek kan beginnen naar een moord en twee aanslagen. Laten we eens kijken of we ze op het meer kunnen zien, en als ze in de buurt komen, kunnen we een teken geven dat ze aan land moeten komen.’

Ze gingen naar binnen en liepen snel door de grote kamer heen om uit de achterramen te kunnen kijken. Aan de andere kant van het meer zagen ze het vliegtuig de raarste bewegingen maken.

‘Spannende vlucht,’ zei de sheriff. ‘Hé, ik hoor een auto buiten, dus ik heb mijn eerste klant, wie dat ook moge zijn.’

Toen ze portieren hoorden dichtslaan, liepen ze haastig naar de veranda. Het stond Mitch allemaal niets aan. Er klopte iets niet.

Er stonden twee auto’s. Uit de ene waren Vanessa en Jonas gestapt, Spike stapte net uit de andere.

 

Lisa was te uitgeput om te zwemmen, maar ze wist dat ze niet anders kon. In dit tempo zou ze nooit op tijd het vliegtuig kunnen ontwijken, dus ze zou tot het laatste moment wachten en dan weer onderduiken.

‘Doorzwemmen! Doorzwemmen! Schiet op! Lísa!’ krijste Christine vanuit de verte.

Het schuimende water dat de drijvers Lisa’s kant op joegen deed haar denken aan de stroomversnellingen in de rivier. Maar deze keer was er geen Mitch in een kajak om haar te redden. Diep haalde ze adem, en ze dook onder water, maar de opwaartse druk duwde haar weer omhoog. Het liefst had ze zich voor alles afgesloten, maar ze dwong zichzelf haar ogen open te doen. Tot haar stomme verbazing zag ze boven haar hoofd dat het vliegtuig vaart minderde en stopte. Omgeven door een stroom bellen ontwaarde ze recht boven zich een drijver. Een paar meter weg maar, als een enorme zwarte schaduw die het licht tegenhield. Zou de moordenaar in het vliegtuig gewoon blijven zitten tot ze bovenkwam en het dan weer proberen?

Haar eerste impuls was naar de oppervlakte te gaan, want ze had geen lucht meer, en dan weg te zwemmen, maar waarschijnlijk was dat precies wat de piloot verwachtte. Als ze hem nou wijs kon maken dat ze weg was, verdronken, zich dan aan het vliegtuig vast zou klampen en meeliften tot vlak bij de oever en vandaar zou proberen aan land te komen? De beste plek, de enige plek om zich te verstoppen, was onder het vliegtuig, waar ze vanuit de cockpit niet gezien kon worden.

Direct tussen de twee rode drijvers kwam ze boven water, waar ze met grote happen lucht inademde. Had de piloot Ginger met die schep op haar hoofd geslagen en haar vervolgens in het water gegooid? Ja, het moest dezelfde persoon zijn die Lisa de rivier in geduwd had en de deur van de sauna klem had gezet. Iemand die ze kende; iemand die bang was voor iets wat zij wist.

Het was onmogelijk dat Spike Ginger vermoord had. Graham of Ellie dan? Ellie kon een vliegtuig besturen en was al vaker met dit vliegtuig de lucht in geweest. Ze was klein, misschien wel te klein om haar te kunnen zien achter het raam van de cockpit. Had Graham Ellie overgehaald of gedwongen Spikes vliegtuig te nemen om haar en Christine uit de weg te ruimen, of was Christine er toevallig bij betrokken? Ze hadden niet kunnen weten dat de sheriff eraan kwam. Of was Graham degene die hun telefoon in Florida afgetapt had en hier hetzelfde had gedaan? O, ja, Graham nam maar al te graag dingen op.

Het lukte haar grip op de drijver te krijgen. De armband met de zeemeeuwen rinkelde tegen het metaal, en ze hoopte maar dat de piloot het niet had gehoord, terwijl ze haar beide handen om de rechterdrijver sloeg. Hier bleef ze uitrusten. Haar hoofd was nu een eind boven water, en ze hoefde niet eens te watertrappelen. Het vliegtuig dreef langzaam in een cirkel rond.

Als ze de piloot er nu van kon overtuigen dat ze verdronken was, kon ze er misschien stilletjes vandoor gaan en naar de oever zwemmen. Christine kon ze niet meer zien. Zelfs als het die gelukt was aan land te komen, was ze vast doodmoe, en het was een heel eind lopen naar de lodge.

 

‘Oké,’ zei de sheriff. ‘En nu allemaal even gaan zitten, want ik stel hier de vragen.’

Gelukkig, dacht Mitch, gingen Vanessa en Jonas meteen zitten in plaats van weer een waslijst met eisen op tafel te leggen, zoals ze in eerste instantie hadden gedaan. Het had de sheriff behoorlijk tegen de haren in gestreken.

Afwezig had Spike het briefje gelezen dat Lisa en Christine hadden achtergelaten. Volgens hem was het niet door Christine geschreven. Uiteindelijk ging hij op het puntje van de bank zitten, maar meteen sprong hij weer overeind. ‘Sheriff, iemand heeft mijn vliegtuig gestolen, en daar gaat het!’ schreeuwde hij, wijzend naar het vliegtuig dat in de verte op het meer dobberde.

‘Kan een van beide dames het vliegtuig besturen?’ vroeg de sheriff.

‘Niet dat ik weet,’ zei Spike. ‘U moet me maar arresteren, sir, want ik ga erop af in de boot van Mitch en –’

‘We weten anders niet waarom Lisa en Christine een briefje achterlieten waarin ze zeggen dat ze met jou meegaan, wanneer ze dat duidelijk niet gedaan hebben, wel?’ bulderde de sheriff.

Mitch’ gedachten buitelden over elkaar heen. Spike had gelijk: ze moesten naar de andere kant van het meer, want er was iets helemaal mis. En weer was er overal water.

‘Lisa is eindelijk doorgedraaid,’ mompelde Jonas. ‘En ik zweer je dat Graham haar toch zal uitkiezen,’ voegde hij er tegen Vanessa aan toe.

Alsof het noemen van zijn naam hem had opgeroepen, kwam Graham de voordeur binnen lopen. ‘Wat doet de auto van de sheriff daar buiten?’ vroeg hij aan Mitch, de sheriff zelf negerend. ‘Wat is er nu weer gebeurd?’

‘We weten waar iedereen is, behalve Ellie,’ zei Mitch tegen Spike, voorbijgaand aan Grahams vraag en de protesten van de sheriff. ‘Ik ben het met jou eens, Spike, dus kom op, dan gaan we.’

‘Wat is er in vredesnaam aan de hand?’ wilde Graham weten. ‘Ellie ligt boven op bed met een migraineaanval. Ik heb haar ongeveer twintig minuten geleden hier afgezet en toen de laatste lading naar Spikes huis gebracht.’

‘Dat is waar,’ zei Spike, langzaam in de richting van de achterdeur schuifelend. ‘Hé, Mitch, kijk eens naar de steiger. Gingers boot is weg, misschien hebben ze die genomen!’

‘Mr. Bonner,’ zei de sheriff. ‘Gaat u even boven bij uw vrouw kijken en vraag of ze naar beneden kan komen.’

Mitch zag dat sheriff Moran de grip op de situatie kwijt was. Wat hem echter het meest angst aanjoeg, was dat hij zelf ook zijn grip op de zaak zou verliezen, en voor de zoveelste keer vreesde hij voor Lisa’s leven. Hij rende achter Spike aan naar buiten, en samen holden ze naar zijn boot.