Hoofdstuk 3

 

 

 

Toen Mitch de kajak eenmaal weer overeind had, wist hij dat hij eruit moest. Ook al werd de boot door de stroom stijf tegen de boom gedrukt, hij wist dat hij weer kon omslaan. Hij moest bij Lisa zien te komen, moest zeker weten dat ze nog leefde, en haar dan, of eigenlijk hen allebei, weer warm zien te krijgen. Om hier te kunnen overleven, had hij echter wel een gedeelte van de spullen nodig die in de kajak lagen. De weg terug naar de bewoonde wereld zouden ze te voet moeten afleggen, en de enige toegangsweg lag aan de andere kant van de rivier.

Zichzelf zo goed en zo kwaad mogelijk schrap zettend met zijn peddel, maakte hij met één hand haastig de touwen los van het kastje voorin de kajak en haalde er het wetsuit uit. Hij legde het als een sjaal om zijn nek en tastte toen naar de rol tape die er nog moest liggen. Toen hij die gevonden had, schoof hij die om zijn pols. Zulke tape was handig om scheuren in de kajak mee af te plakken, maar ook om gekneusde of gebroken ledematen mee in te tapen. Voorzichtig, zodat de kajak niet om zou slaan, maakte hij het spatzeil los. Tot zijn stomme verbazing zag hij dat hij in het water zat. Het zitgedeelte was ondergelopen, maar hij was zo ingespannen bezig geweest en zo’n stuk kouder en doornat vanaf zijn middel dat hij het niet eens gemerkt had.

Met pijn en moeite wist hij zich op de boom te hijsen, op ongeveer anderhalve meter van Lisa vandaan. Zich vasthoudend aan uitstekende takken kroop hij naar haar toe. Haar natte, blonde haar hing als een gordijn over haar gezicht. Hoewel hij haar instinctief in zijn armen wilde nemen, voelde hij eerst met twee vingers naar een hartslag in haar hals. Yes! Haar hart sloeg nog. Flauwtjes en wat onregelmatig, of misschien trilde hij zelf te hevig om het goed te kunnen voelen. Ze haalde goed adem, dus mond-op-mondbeademing hoefde hij niet toe te passen. Voorzichtig streek hij haar kletsnatte haar uit haar gezicht. Ze zag er doodsbleek en gekneusd uit.

‘Lisa. Lisa, ik ben het, Mitch. Het komt allemaal goed. Ik zal ervoor zorgen dat je weer thuiskomt. Naar mijn huis, althans, naar de lodge.’

Niets. Geen enkele reactie, maar een hartslag en ademhaling was nu voldoende. In stilte biddend dat het gewicht van hen beiden de boom niet zou verschuiven en hen alsnog met een noodvaart mee stroomafwaarts zou voeren, stak hij zijn handen onder haar oksels. Langzaam tilde hij haar op en legde haar op haar rug.

Haar benen hingen slap aan weerszijden van de boomstam. Achteruit kruipend sleepte hij haar heel voorzichtig langs de stam naar de richel waar de boomwortels waren blijven haken. De zon scheen er vol op. Zonlicht! Dat zou helaas niet van lange duur zijn in deze nauwe kloof, zelfs niet met de lange zomeravonden.

Het leek een eeuwigheid te duren voor hij haar op de richel had. Hij legde haar in een foetushouding, in de hoop dat ze zo niet nog verder onderkoeld zou raken.

‘Land in zicht, schat, je gaat het redden,’ zei hij hardop, als om zichzelf daarvan te overtuigen, maar zijn stem brak.

Hij waagde zich weer op de boomstam, nog steeds op handen en voeten. Plat op zijn buik reikte hij voorzichtig omlaag om het andere kastje in de kajak open te maken. Naast de extra zwemvesten die hij erin gelegd had, had hij geen idee wat er verder nog in zat, maar voor het eerst vandaag bofte hij, want hij trok een grote primus en een eenpersoonstent tevoorschijn. Een slaapzak zat er helaas niet bij. Er was geen proviand, afgezien van een plastic zakje met wat Christine squawsnoep noemde: gedroogde zalm.

Hij gooide het zwemvest en het eten op de richel en nadat hij zijn rugzak over zijn ene schouder had gesjord, schoof hij de tent en de primus over de stam op het droge.

In elk geval had hij vier blikjes gingerale. Anders had hij haar gekookt water uit de rivier te drinken moeten geven. Over haar heen gebogen om haar te beschutten tegen de wind trok hij haar zwemvest uit, waarna hij haar verder uitkleedde tot op haar slipje en beha. Ondanks het feit dat je nog kon zien waar haar bikini gezeten had, was ze zo wit als een doek. Haar prachtige lijf leek nu een koud, marmeren beeld.

Haastig bedekte hij haar met het wetsuit. Hij trok het haar nog niet aan, omdat het koud aanvoelde. Vervolgens haalde hij de tent uit zijn hoes en legde hem zo dat hij een soort windscherm vormde, waarbij hij er wel voor zorgde dat hij niet het zonlicht op de smalle richel blokkeerde dat voor haar van levensbelang was. Ze moest bij bewustzijn komen, dus terwijl hij haar armen en benen controleerde op breuken, bleef hij tegen haar praten. Ook al zag ze er bont en blauw uit, ze leek er tot zijn verbazing vanaf te zijn gekomen zonder ernstige verwondingen, zelfs zonder tekenen van bevriezing.

Hij gooide haar kleren een stuk verder de richel op zodat ze konden drogen. Toen begon hij haar hele lichaam warm te wrijven met het wetsuit, het enige droge kledingstuk dat hij had, want zelf was hij ook doornat. Met beide handen wreef hij haar vingers en tenen, waarna hij het canvas tentje om haar heen sloeg. Wat ze nodig had, was zijn lichaamswarmte, hoe koud hij ook was, om weer bij haar positieven te komen, maar later kon hij haar het wetsuit aantrekken. Eerst moest hij zien dat ze iets warms te drinken kreeg. Het was net zo belangrijk vanbinnen weer warm te worden als vanbuiten.

De primus had een automatische ontsteking, en omdat hij achter het geïmproviseerde windschermpje stond, werd hij snel warm. Mitch had een pannetje, maar dat liet hij maar even voor wat het was. Op een of andere manier lukte het hem met zijn stijve vingers twee blikjes gingerale open te maken, die hij meteen op de primus zette. Toen hij besefte dat de hoes van de tent nog steeds droog was, zette hij die op Lisa’s hoofd, als een veel te grote muts. De meeste lichaamswarmte raakte je immers kwijt via je hoofd. Op dit moment had hij een lief ding gegeven voor een föhn en het hete bad van de lodge.

Terwijl de blikjes gingerale stonden op te warmen, kroop hij dicht bij de primus om het gevoel in zijn vingers terug te krijgen. Trillend trok hij zijn zwemvest en natte kleren uit. Met een blikje in zijn hand slaagde hij erin zichzelf en Lisa in het tentje te wikkelen alsof het een tweepersoonsslaapzak was. Hij drukte zijn heup tegen de hare en sloeg zijn ene been over haar heen om haar dijen op te warmen.

Opeens werd hij overvallen door een gevoel van bezitsdrang; er drong zich een herinnering aan hem op aan de dag dat hij haar voor het eerst als een mooie vrouw had gezien in plaats van als collega. Die dag had ze ook niet veel aan gehad. Ergens had hij haar willen hebben vanaf het moment waarop hij haar op het strand gezien had, waar hij aan het windsurfen was geweest. Wat een schok om dat beginnende advocaatje zonder haar mantelpakje te zien, van top tot teen kleddernat.

Op het werk, en in de rechtbank zeker, droeg ze vaak een bril met een donker montuur en haar haar in een strakke knot, alsof ze zich voor iets probeerde te verstoppen. Die dag op het strand had hij echter klassieke trekken gezien en een ondeugende blik in haar ogen die zelfs een zonnebril niet kon verbergen. Haar soepele lijf in die zwarte bikini was zo gracieus, zelfs wanneer ze, met haar haar alle kanten op, keihard een volleybal over het net smashte. Toch hield ze altijd iets kwetsbaars.

‘Dus dat is Lisa Vaughn?’ had hij die dag tegen zichzelf gezegd. Op datzelfde moment had hij besloten tegen beter weten in iets te doen: iets te beginnen met een collega, en dan maar hopen dat ze er niet mee in zou stemmen alleen maar omdat hij Graham Bonners kroonprins was. Al wist hij dat het geen goed idee was en Graham er niet blij mee zou zijn, er stond niets in de gedragscode van het kantoor over relaties tussen medewerkers.

Al snel kwam hij erachter dat Lisa veel meer was dan een blonde stoot of een ambitieuze advocate. Ze was intelligent en geestig, al had ze een moeilijk verleden, waar ze de eerste paar maanden van hun relatie niet over had gerept. Uiteindelijk vertrouwde ze hem toe dat ze in haar kinder- en tienerjaren een paar jaar lang bij een psychiater had gelopen. Die had haar verteld dat haar problemen, wat ze zelf haar Darth Vader-geheim noemde, haar duistere kant, veroorzaakt werden door een combinatie van het immuun worden voor shock en de schuldgevoelens van een overlevende die haar moeder en zusje voor haar ogen had zien verdrinken.

Nu zou hij haar koste wat het kost niet ten prooi laten vallen aan de Wild River. Nu moest hij ervoor zorgen dat ze iets warms binnenkreeg, dus legde hij zijn arm om haar hoofd en drukte het verwarmde blikje tegen haar lippen. ‘Lisa, neem een slok, daar word je weer warm van.’

Het lukte hem een beetje gingerale in haar mond te gieten. Zijn borstkas drukte tegen haar borsten, zijn wang tegen de hare, en hij zei in haar oor: ‘Lisa, ik ben het, Mitch. Het komt allemaal goed, maar je moet dit opdrinken om weer warm te worden.’

‘M-Mitch.’

Godzijdank! Hij was zo blij dat ze nog steeds in dat ijskoude lijf zat dat hij wel kon janken. ‘Hier, drink dit op. Je moet dit opdrinken.’

Ze begon te klappertanden en over haar hele lichaam te trillen, maar dat was beter dan dat ze zich helemaal niet bewoog. Hopelijk begon haar onderkoeling af te nemen. Zelf zat hij te beven als een rietje, alsof bij hem de onderkoeling hem juist in zijn greep kreeg.

‘Mitch.’ Het was slechts een fluistering. Nog steeds deed ze haar ogen niet open, en haar gezwollen, blauwe lippen bewogen maar amper.

‘Ja, ik ben het,’ herhaalde hij. ‘Ik ben bij je en ik zal voor je zorgen. Hier, neem een slok.’

Gehoorzaam nam ze een slokje. In stilte biddend dat hij genoeg lichaamswarmte had, trok hij haar dichter tegen zich aan. De stand van de zon hielp enorm. Als je in de zomer het juiste plekje uit de wind kon vinden, kon de temperatuur oplopen tot wel boven de dertig graden.

Ze dronk. In een poging elke centimeter van haar lichaam te raken, kroop hij nog dichter tegen haar aan. Hoewel hij het vreselijk vond dat hij de koude lucht weer in hun holletje toe moest laten, pakte hij het tweede blikje. Toen legde hij het eerste, nog warme blikje als een kruik bij haar voeten.

Haastig nam hij eerst zelf een slok uit het tweede blikje, waarna hij het weer aan haar lippen zette. Toen het leeg was, bezorgde ze hem een steek in zijn hart door zich dicht tegen hem aan te nestelen, al leek ze nog slap en koud. Met haar gezicht onder zijn kin hield hij haar weer stijf vast. Hij wist dat ze wilde slapen, maar hij moest haar wakker en aan de praat houden.

‘Lisa, praat tegen me. Blijf praten. Hoe ben je in de rivier terechtgekomen?’

Haar ogen bleven gesloten, maar ze fronste. ‘Kweenie.’

‘Ben je gestruikeld of zo?’

Heel lichtjes schudde ze haar hoofd, maar ze gaf geen antwoord. Nu was het uiteraard niet ongewoon dat iemand die net een traumatische ervaring achter de rug had zich het drama niet kon herinneren. Aangezien haar herinneringen aan het grootste drama in haar leven, de verdrinking van haar moeder en zusje, haar echter zo helder voor de geest stonden, zou ze toch zeker wel terug kunnen halen hoe ze in het water gevallen was, zo meende hij.

Ineens werd ze echter zo stijf als een plank in zijn armen. ‘Ik ben bij je,’ zei hij. ‘Stil maar.’

Heel even gingen haar ogen wijd open, alsof ze weer iets zag. Haar schouders schokten lichtjes. In elk geval bewoog ze, maar probeerde ze zijn armen nu van zich af te schudden?

Toen kneep ze haar ogen stijf dicht. ‘Geduwd,’ fluisterde ze. ‘Erin geduwd.’

‘Heeft iemand je het water in geduwd?’ wilde hij weten. Blijkbaar vroeg hij het veel te luid, want ze kromp in elkaar of ze een klap had gehad.

‘Ja. Geduwd.’

‘Geduwd door wie?’

‘Heb ik niet gezien.’

‘Heb je iemand gehoord?’

‘Hoorde de rivier… het stromen van de rivier.’

Ze praatte, maar ze moest ook hallucineren. Door de shock had ze, hopelijk maar tijdelijk, waanvoorstellingen. Hij kende zijn personeel en zijn gasten door en door, en het bestond niet dat iemand haar in het water had geduwd.

‘De zon…’ fluisterde ze, waarop ze ineens haar ogen opsloeg en knipperde tegen het felle licht. Kennelijk gingen haar gedachten weer met haar op de loop. Met samengeknepen ogen keek ze naar hem op, waarna ze bijna in zijn armen in katzwijm leek te vallen. Haar pupillen waren enorm. Zou ze een hersenschudding hebben? Dat zou wel verklaren waarom ze dacht dat ze geduwd was.

Zachtjes schudde hij haar heen en weer om haar bij bewustzijn te houden, en hij was maar al te blij dat hij een ander onderwerp kon aansnijden. ‘Ja, de Alaskaanse zomerzon. Ons eigen noorderlicht,’ zei hij.

Hij wist echter wel dat de zon spoedig zou verdwijnen, en het zou een koude nacht worden op de richel. Wanneer zou iemand beseffen dat ze weg waren? Wat zouden ze denken? Zelfs als iemand op het idee kwam dat ze gered moesten worden, dan konden ze hier vanuit een vliegtuig niet gezien worden. Zelfs als de sheriff uit Talkeetna kwam of Spike en Christine een reddingsploeg uit Bear Bones lieten komen, stonden hij en Lisa er voorlopig alleen voor.

 

‘Heb je hulp nodig?’ klonk de melodieuze vrouwenstem.

Bij het horen van het geklikklak van hoge hakken op de grenen vloer draaide Christine, die de tafel aan het dekken was, zich om, en ze zag een andere gast, Vanessa Guerena, vanaf het houten terras binnenkomen. Al een tijdlang had ze daar als een gekooide tijger lopen ijsberen, alsof ze wachtte op iets of iemand.

Vanaf hun eerste kennismaking had Christine Vanessa’s uiterlijk bewonderd. Een slank figuurtje, glanzend, schouderlang zwart haar, een gebruinde huid en fonkelende, donkere ogen. In een ander universum hadden ze voor Yup’ik-nichtjes kunnen doorgaan, want ze waren even lang en hadden hetzelfde postuur. Volgens Christine moest Vanessa ongeveer even oud zijn als zij, een jaar of vijfendertig. Vanessa liep echter over van zelfvertrouwen en charisma. Met die woorden had Spike haar omschreven. Waarschijnlijk had zijn tong op zijn schoenen gehangen toen hij haar voor het eerst zag.

De gelijkenis tussen haar en Vanessa ging echter niet verder dan lengte, huidskleur en haar. Met haar suède laarzen en haar karamelkleurige leren capribroek en jasje – met dit warme weer nog wel – zag ze er naast Christine, met haar gympen, spijkerbroek en T-shirt opgedoft uit. Iedereen, zelfs de overduidelijk rijke Bonners, liep hier in een spijkerbroek. Misschien had Vanessa niet begrepen wat ze mee moest nemen naar het land van de afgelegen lodges en blokhutten in Amerika’s last frontier.

Doordat Vanessa overliep van energie en enthousiasme viel ze op. Haar Cubaanse afkomst en temperament, waar Christine op afstand een duidelijk voorbeeld van had gezien toen ze eerder die dag een woordenwisseling met Jonas had gehad, verschilden dag en nacht van de persoonlijkheid van een Yup’ik. Toch zag Christine dat Vanessa ook goede kanten had, wat de Yup’ik catngu noemde, de gave om vriendelijk en behulpzaam te zijn. Was ze alleen maar achter de lodge blijven plakken omdat ze wilde meehelpen? Misschien dacht ze dat punctualiteit indruk op de Bonners zou maken, terwijl die nog niet eens beneden waren. Of bleef ze in de buurt omdat ze een oogje op de concurrentie wilde houden?

‘Nee, hoor, ik red me wel, maar bedankt voor het aanbod,’ zei ze tegen Vanessa. ‘Doe jij maar of je thuis bent. Neem maar vast wat van de hapjes, de anderen zullen zo wel komen.’

‘Bedankt,’ zei ze, haar handen in haar jaszak stekend. ‘Heb je Mitch ook gezien?’

‘Nee, al een tijdje niet meer.’

‘Lisa dan?’

‘Heel even.’

‘Waren ze samen? Och, sorry, hoor, ik ben zo gewend potentiële getuigen te ondervragen,’ zei Vanessa met een verontschuldigend schouderophalen en een glimlach.

Chistine knikte en liep weer naar de keuken om nog meer hapjes te halen. Daar keek ze even door het raam naar het pad dat naar de steiger bij het meer liep. Geen Mitch te bekennen, terwijl ze hem zo langzamerhand toch terug verwachtte. Sterker nog, ze wílde dat hij terugkwam.

Met de laatste schaal hapjes liep ze naar de tafel. In de woonkamer liep Vanessa te ijsberen, net doend of ze uit het grote raam aan het kijken was. Toen ze Christine zag, zei ze: ‘Ik wilde niets missen, maar ik moet er wel voor zorgen voldoende te bewegen, want mijn honger is hier niet te stillen.’

Toen Christine de schaal had neergezet, kwam Vanessa naar haar toe en viel op de hapjes aan. ‘Ik hoop maar dat ik alle calorieën weer kwijtraak met alles wat Mitch voor ons in petto heeft,’ zei ze, zichzelf een glas witte wijn inschenkend bij haar volgeladen bord. ‘Jonas zei ook al dat hij uitkijkt naar dat verrukkelijke eten van je.’

Christine zou er een lief ding om verwedden dat ze allebei, en Lisa Vaughn ook, gewoon trek hadden in Mitch’ oude baan. Waar zat die trouwens in vredesnaam? En, zoals Vanessa ook al had gevraagd, waar was Lisa?

 

Het enige wat Lisa wilde, was slapen, zich verliezen in de zalige armen van Morpheus. Ze moest aan het strand liggen, want er zat een canvas tentje om haar heen. Ook al was ze dol op de zon, ze wist donders goed dat te veel zon op je huid gevaarlijk was, soms zelfs dodelijk.

Gevaarlijk… Dodelijk… Alleen maar warm worden. Zo beurs en uitgeput… Warm blijven en in slaap vallen… Slapen…

Iemand schudde haar door elkaar. Hield haar vast. Een strandwacht? Was er een strandwacht bij haar omdat ze meegesleurd was door een hoge golf?

Een man met een diepe, hese stem zei: ‘Lisa, ik zei dat je je armen en benen moest blijven bewegen. Wiebel eens met je vingers en tenen.’

Met moeite sloeg ze haar zware ogen op. Mitch. Mitch was bij haar op het strand. Nee, ze zag steile, stenen wanden, en ze kon water horen bulderen. Dit was niet in Florida…

Opnieuw werd er aan haar geschud. Mitch. Mitch was bij haar.

‘Lisa, luister naar me. Ik zou willen dat we weer in de lodge waren, maar dat zijn we niet.’ Zachtjes schudde hij aan haar schouders, en hij trok haar dichter tegen zich aan. ‘Je bent in de rivier gevallen. Je bent onderkoeld en je moet weer opwarmen. Neem hier nog een slok van en beweeg je armen en benen.’

Al kostte het verschrikkelijk veel moeite, ze gehoorzaamde. Alles deed zo’n pijn, toch lukte het haar de warme drank met prik door te slikken. Champagne? Op het strand mocht je geen flessen en glazen meenemen.

Toen herinnerde ze zich de waarheid. Op het pad naar de steiger aan het meer had ze op Mitch staan wachten. Ze had naar het kolkende water staan kijken en had mamma en Jani er bijna in kunnen zien. In het schuim staarde haar moeders gezicht haar aan. En toen –

Met een schok kwam ze in zijn armen bij haar positieven. Iemand had haar het water in geduwd! Toch? Het kon niet dat ze was gevallen of gesprongen omdat ze aan mamma en Jani had staan denken. En Mitch kon het zeker niet gedaan hebben, om haar vervolgens te redden zodat hij een held zou zijn, zodat hij haar terug kon winnen. Nee, de wens was hier de vader van de gedachte.

Er voer een tweede schok door haar heen, een gigantische die alleen te vergelijken was met het eerste contact met dat ijskoude water. Ze lag in de armen van Mitch, in een of ander bed, en ze waren allebei naakt.

Onhandig probeerde ze overeind te komen, maar hij trok haar weer omlaag. Waar waren ze? Wat hadden ze gedaan? Nee, nee, Mitch had gelijk. Ze was in de rivier gevallen, en hij moest haar achterna gekomen zijn, had haar gered. Maar ze was gevallen omdat iemand haar geduwd had. Maar wie en waarom?

Haar lichaam verstijfde tegen het zijne. ‘Het gaat alweer, ik ben alweer warm. Laat me maar los.’ Ze klonk als iemand anders. Haar lippen waren gezwollen en gekneusd, en het leek wel of ze mummelde, stotterde.

‘Dat zou ik graag geloven, maar je was zowat in coma. Je bent pas twee uur het water uit.’

‘Ik… Bedankt. Ben je met een b-boot gekomen?’

‘Ja, ik ben je achternagegaan met de kajak waarmee we het meer over zouden varen.’

‘O.’ Het kostte haar moeite dat te verwerken. Ja, ze hadden afgesproken met elkaar te praten, maar nu was dit gebeurd.

‘M-Mitch, iemand heeft me het water in geduwd. Ik ben van de oever af gevallen en naar beneden gerold, maar iemand heeft me eerst geduwd.’

‘Dat zei je al, ja.’

‘Geloof je me niet?’

‘Als we weer thuis zijn, stellen we wel een onderzoek in. Ik zag wel de spullen die Christine voor ons klaargemaakt had overal langs de oever van de rivier liggen. Waarom ben je niet naar de steiger gegaan om op me te wachten? Heb je iets gezien of gehoord?’

‘Gehoord, met dat gebulder van de rivier? Ik… Ik stond alleen maar naar de zalmen in het water te kijken. Hoor eens, mijn hoofd doet het weer goed, ik ben er weer bij,’ zei ze, een beetje van hem weg schuivend. Ze wilde zich herinneren wat er gebeurd was, maar niet de hopeloze paniek, de angst om door de rivier meegesleurd te worden.

En Mitch… hij voelde steviger aan dan ze zich herinnerde, zo fijn, zo warm en sterk, met spieren die net zo hard aanvoelden als de richel onder haar. Kwam dat door Alaska? Ja, toen ze hem gisteren na meer dan een jaar terug had gezien, had hij inderdaad forser geleken. Als het niet zo gek was, zou ze haast nog denken dat zijn nieuwe bestaan hem ook nog langer had gemaakt.

‘Ik zal eens kijken of je kleren alweer droog zijn, en dan trekken we je het wetsuit ook nog aan voor extra warmte,’ zei hij. ‘Dat primusje mag je handen dan lekker warm maken, maar ik zou niet al te snel opstaan. Door de shock… Je zult langzaam herstellen en je kunt nog een tijdje in de war zijn.’

Zeg dat wel, beaamde ze in stilte, maar toen wilde ze weten: ‘Geloof je niet dat ik in het water geduwd ben?’

‘Goed zo, word maar boos op me. Daar gaan je bloeddruk en je temperatuur van omhoog. En trouwens, dan is het net of we gewoon verdergaan waar we gebleven waren, nietwaar?’

‘Dat is nu allemaal voorbij. Ik ben je zo dankbaar dat je de rivier bent op gegaan om me te redden. Kan ik me niet gewoon aankl-kleden en even gaan slapen? Ik ben zo moe. Het is voor ons allebei traumatisch.’

‘Zeg dat wel, en niet alleen maar deze zwempartij. Maar nee, je mag nog niet gaan slapen. Niet dat ik de dokter in de familie ben, maar ik weet wel dat iemand die onderkoeld is, dat niet moet doen. Volgens mij is het net als wanneer je een hersenschudding hebt. Mijn kleren zijn ook doorweekt, je had lichaamswarmte nodig, dus als je je afvraagt waarom we allebei naakt zijn…’

‘Nee, dat wist ik. Zie je wel, ik ben weer compos mentis.’ Het kostte haar veel moeite gedachten en woorden te formuleren. Het was of ze op de tast iets in het donker moest vinden. ‘Bedankt, maar het g-gaat nu weer goed. En als je denkt dat ik gewoon in het water gevallen ben of dat ik gestruikeld ben… of als je denkt aan wat je over mijn moeder weet, dat is het allemaal niet. Iemand heeft me geduwd, en ik kan minstens twee mensen bedenken die daar een reden voor hebben, misschien zelfs wel meer. Ik was niet aan het hal… hallucineren…’

Haar gedachten vlogen weer alle kanten op, en haar stem stierf weg. Of toch wel? Was ze echt in het water geduwd, of had de rivier haar erin gelokt, haar verleid, omdat, als puntje bij paaltje kwam, de kleine Lisa eigenlijk naar mammie en Jani wilde? Was de kleine Lisa nog steeds doodsbang dat zij degene was die hen overboord had doen slaan?

Hoewel ze dokter Sloan, haar psychiater, in geen zeven jaar had gezien, hoorde ze zijn stem. ‘Je moet het idee dat je samen met hen had moeten omkomen of dat jij de val hebt veroorzaakt, loslaten. Ik weet dat je het jezelf kwalijk neemt dat je niet doorhad dat je moeder er zo erg aan toe was, maar je was nog maar een kind. Het was niet jouw schuld. Helemaal niet.’

Haar gedachten werden onderbroken door Mitch’ stem. ‘Lisa, kun je me horen? Je oogleden trilden, en het leek of je weer flauw ging vallen.’

‘Nee, alleen maar slapen. Ik moet slapen.’

‘Ik ook, maar nee. Over land is het een heel eind naar de lodge en hulp – naar welke vorm van beschaving dan ook – dus we moeten gaan lopen. Rust jij nog maar even uit. Ik ga me nu aankleden, als mijn kleren tenminste droog zijn. Maar hou je ogen open en blijf praten.’

‘Ik… Ik heb geen schoenen. Die zijn meegesleurd door het water.’

‘Weet ik, ik maak wel een paar van ons extra zwemvest. Als ik dat in stukken snij, kan ik die om je voeten tapen.’

‘Goh, wat heerlijk, een man die snapt hoe dol vrouwen op schoenen zijn.’

Grinnikend kroop hij uit hun warme holletje, waarbij ze een glimp opving van naakte huid en krullend, zwart borsthaar. Toen voelde ze de koude lucht, en onhandig trok ze de tent weer dicht. Zijn gelach had haar echter vanbinnen verwarmd. Dat, en het feit dat hij tegen haar gezegd had dat ze haar ogen open moest houden terwijl hij spiernaakt over de richel kroop om zich aan te kleden. Ze wilde hem echter niet het idee geven dat ze nog zulke gevoelens voor hem had, dus trok ze de canvas tent dichter om zich heen en draaide zich om.

Vanaf nu draaide het tussen hen alleen maar om zakelijke dingen en overleven. Ze moest sterk zijn, zodat ze hem kon helpen hier weg te komen en hij een gunstig verslag over haar kon uitbrengen aan de Bonners.

Die zouden haar in elk geval een ontzettende sukkel vinden dat ze in het water gevallen was. Zouden ze allemaal denken dat ze gek was als ze beweerde dat iemand haar geduwd had? Misschien moest ze tegen Mitch zeggen dat ze het zich allemaal verbeeld had en verder voor zich houden wat er echt gebeurd was. Dan kon ze zelf op onderzoek uitgaan naar wie haar geduwd had en iemand een bekentenis ontlokken. Of, wat God verhoede, hem of haar nog een kans geven haar uit de weg te ruimen. Maar wie kon er zo wanhopig zijn dat hij haar kwijt wilde?

Toen kwam een andere gedachte in haar op. Misschien had diegene niet gedacht dat ze echt in het water zou vallen en had hij haar alleen maar een waarschuwing willen geven of haar van haar stuk brengen. Maar waarom?

Toen ze gisteren in het vliegtuig van Spike Jackson van Anchorage naar de lodge waren gevlogen, had ze een vreemd gesprek tussen hem en de Bonners opgevangen. ‘Dus dit wordt een of andere mega-uithoudingsproef voor jullie kandidaten?’ had Spike aan Graham gevraagd. Vanessa, die naast Lisa had gezeten, had zich voorovergebogen om boven het gedreun van de motor te kunnen horen wat Graham antwoordde.

‘Ja, een soort proef, met activiteiten die Mitch voor ons in petto heeft en ook nog wat dingetjes die we zelf gepland hebben,’ had Graham gezegd. ‘Er zijn wat groepsactiviteiten, maar ook individuele proeven.’

Vanuit het klapstoeltje naast de stapel bagage had Jonas gegrapt: ‘Zoals ons in een arena diep in het bos tegenover een beer of een wolf zetten?’

‘Onzin,’ had Ellie Bonner zich in het gesprek gemengd. Ze had op de plek van de copiloot naast Spike gezeten, en zich naar hen omgedraaid. ‘Dit is geen realityprogramma waar je je ergste angsten onder ogen moet zien. Graham en ik willen dat jullie genieten en je concentreren op wat vooral bedoeld is als een gelegenheid om jullie onderlinge band te verstevigen, niet als concurrentieslag.’

Kon het echter zo zijn dat de Bonners wel een of andere survivaltest hadden bedacht waarbij je je angsten onder ogen moest zien, en was het bij haar uit de hand gelopen? Een paar jaar geleden had ze, toen ze de Bonners beter had leren kennen en was gaan vertrouwen, tijdens een etentje bij hen thuis verteld over het drama uit haar jeugd.

Nee. Nee, wees ze zichzelf terecht. Nu moest ze niet paranoïde worden, ze moest haar best doen iedereen te laten zien dat zij het verdiende vennoot te worden en dat ze niets meer met Mitch wilde. Misschien was deze confrontatie met Mitch wel de echte proef, en daar was ze dan, alleen met hem en volkomen afhankelijk van hem. Het kon toch niet zo zijn dat de Bonners, of Mitch, dat hadden gepland of gewild?

Haar hoofd zakte op haar borst, en met een ruk richtte ze het op. Daar was ze toch bijna ingedommeld, maar gelukkig had hij het niet gezien. Hij was haar redder, degene die de ruige omgeving kende, dus voorlopig zou ze alles op alles zetten om te doen wat hij zei. Ze praatte, begon zelfs vrolijk te babbelen, probeerde antwoord te geven op zijn vraag hoe ze zich voelde. Ook al was ze van top tot teen bont en blauw, ze was blij dat ze niets gebroken had. Hoewel ze hondsmoe was en wilde gaan slapen, moest ze meewerken, zodat hij hen terug kon brengen naar de beschaafde wereld, naar de veiligheid van de lodge. Maar als iemand haar echt geduwd had, was het daar dan wel zo beschaafd en veilig?