Hoofdstuk 12

 

 

 

Toen Lisa net voor drieën die middag de bibliotheek in liep, was ze er helemaal klaar voor om met Mitch te praten. Ze moesten het eens grondig over Christine hebben, over Jonas, zelfs over iets wat haar aan Graham was opgevallen. Dus was ze diep teleurgesteld toen ze Christine daar aantrof, die bezig was haar poppen af te stoffen.

‘Die poppen van jou,’ zei Lisa, met een oog op de deur naar de wijnkelder? ‘Die brengen zeker een heleboel herinneringen boven.’

‘Och, ik probeer in het hier en nu te leven.’

‘Nou, ik vind ze prachtig en ik weet zeker dat er achter elk van hen een verhaal schuilgaat, of dat ze een dierbaar deel van het verleden voor je bewaren.’

‘Je had schrijver moeten worden in plaats van advocaat.’

‘Advocaten schrijven anders heel wat af.’ Langzaam liep Lisa naar de anderhalve meter lange plank waar de poppen op stonden. Ze waren een centimeter of dertig hoog, en terwijl de meeste een volwassene voorstelde, zat er ook een groepje kinderen tussen, met één kind zittend op een deken die door vier andere aan de punten werd vastgehouden.

‘Wat zijn die kinderen met die deken aan het doen?’ vroeg ze. Te laat besefte ze dat ze gewoon moest gaan zitten en net doen of ze een boek las. Misschien zou Christine dan wel weggaan. Nu had Mitch wel gezegd dat ze zich niet druk moest maken als de aanwezigheid van iemand anders haar belette naar beneden te gaan, maar ze stond te popelen om hem te spreken en knapte zowat van frustratie.

‘Jonassen,’ antwoordde Christine, waarna ze tegen de parka van wit bont van een vrouwenfiguurtje blies. ‘Ik heb de deken gemaakt van een stuk van het dekentje waar ik als kind onder lag.’

‘Zo eentje had ik ook. Ooit heb ik geprobeerd het aan mijn zusje te geven, maar het was zo verwassen dat de gaten er zowat in vielen, en mijn moeder zei dat ik het beter niet kon doen. Die kleren zien er allemaal zo authentiek uit. Niet dat ik nou zoveel Yup’ik-klederdracht gezien heb, maar toch.’

Christine knikte, maar Lisa zag dat haar ogen zich vulden met tranen. ‘Deze zijn allemaal gemaakt van opgerolde grassprieten die ik zelf gedroogd heb,’ zei ze. ‘Daarna heb ik ze met kariboepezen genaaid, en hun schoenen zijn echte mukluks van zeehondenleer, maar dan in het klein. Hun houten gezichten heb ik uitgesneden, en deze versieringen…’ Hierop wees ze naar een droog witachtig materiaal. ‘…zijn gemaakt van schoongeschraapte, gedroogde zeehondendarm.’

Terwijl ze dat zei, draaide ze zich naar Lisa om. Hun gezichten waren maar dertig centimeter van elkaar verwijderd.

‘Goh, ik ben diep onder de indruk,’ zei Lisa, die geen centimeter van haar plaats week.

‘Je bent de eerste blanke die geen “gatverdamme” zegt.’

‘Culturen verschillen. Ik vind ze nog steeds mooi…’

‘Yup’iks geloven in bescheidenheid. In samenwerking, niet in concurrentie, zoals het programma dat de Bonners hier voor jullie bedacht hebben. Mijn volk zou dat afkeuren, dus ik mag niet opscheppen over mijn eigen werk.’

‘Ja, ik ben het met je eens dat nederigheid en samenwerking bewonderenswaardige eigenschappen zijn, maar mijn cultuur raakt dat een beetje kwijt met al die nadruk op gevoel van eigenwaarde, carrière maken en een ander de loef afsteken.’ Terwijl ze het zei, besefte ze dat ook zij vastzat in die mallemolen. Waar lag de grens tussen beschaving en wildernis? En ging het er hier echt anders aan toe?

‘Aangezien je het lijkt te begrijpen, zal ik je wat meer vertellen. Deze pop hier,’ zei Christine, en ze pakte een pop die een mooi meisje in een beige parka met zwart-witte opdruk voorstelde, ‘is mijn “opbergpop”, een pop die elk meisje in de kast zet wanneer ze haar eerste menstruatie krijgt.’ Bijna eerbiedig zette ze de pop weer terug, waarna ze een andere pakte, die een jong meisje voorstelde met een half af geweven mand in haar hand. Deze zag er meer versleten uit dan de andere. ‘En dit is de pop die mijn moeder als kind heeft gekregen toen ze haar zuster verloor, gewoon om mee te spelen, om ’s nachts in haar armen te houden vanwege de dood –’

‘Wat is er?’ vroeg ze toen ze zag dat Lisa’s ogen vol tranen stonden, die, toen ze met haar ogen knipperde, over haar wangen rolden. ‘Wat heb ik gezegd zodat je –’

‘Ik heb ook een zusje verloren; ze was nog maar een baby. Mijn moeder is bij dat ongeluk ook overleden; ze zijn allebei verdronken. Het is niet iets wat ik aan iedereen vertel, maar ik… Wat een mooi gebruik,’ zei ze, weer op de pop wijzend. Toen grabbelde ze in de zak van haar jasje naar een zakdoek.

Tot Lisa’s verrassing draaide Christine zich naar haar om en legde haar grote sterke handen op haar schouders. Meteen verstijfde Lisa. Waren dit de handen die haar van de bergkam af hadden geduwd, het water in? Verdorie, nou was ze van plan geweest Christine uit haar tent te lokken en meer over haar verleden te weten te komen, en dan flapte ze er zelf van alles uit. Ze moest zichzelf vermannen en naar beneden zien te komen om Mitch te spreken.

‘Je hebt vast wel dingen in de keuken te doen,’ zei ze tegen Christine, haar tranen afvegend terwijl Christine haar handen van haar schouders nam. ‘Ik… Als je het niet erg vind, blijf ik hier nog even.’

‘Het helpt soms als je even alleen bent,’ zei Christine met een plechtig knikje. ‘Maar te veel alleen zijn werkt op de lange duur niet. Hier in Alaska, met zo weinig mensen en zoveel ruimte, hebben mensen elkaar nodig.’

‘Ja, dat begrijp ik, en niet alleen maar omdat ik zonder Mitch nooit levend de rivier en de wildernis uit gekomen zou zijn. De mensen hier lijken tijd voor elkaar te hebben en vriendschap heel belangrijk te vinden. Ze lijken open, eerlijk en betrouwbaar.’

Scherp nam ze de imposante Christine op om te zien of ze ook maar een zweem van ongemak, schuld of zelfs maar schaamte tentoon zou spreiden over wat ze net gehoord had. Lisa kon echter niets van dat alles op haar gezicht, in haar lichaamstaal of houding ontwaren. En door te proberen Christine in de val te lokken, was ze zelf achterbaks geweest, besefte ze. Ook besefte ze dat ze de dingen die ze net had gezegd echt meende.

Zonder met haar ogen te knipperen bleef Christine haar aankijken. Ze knikte zelfs zo begrijpend dat Lisa eerder haar eigen verleden wantrouwde dan deze vrouw. Was zij oppervlakkig geweest naar anderen toe, had ze het te druk gehad of was ze te bang geweest om mensen te verliezen om echte hechte relaties aan te gaan, misschien zelfs met Mitch? En was ze nog meer in zichzelf gekeerd geworden toen hij haar, net als haar moeder en zusje, in de steek had gelaten?

‘Ik moet toegeven,’ zei Christine zachtjes en kalm, ‘dat ondanks de problemen die ik heb gehad, ik in deze lodge en in deze wildernis echt op mijn plek ben.’

Gaf ze hiermee onwillekeurig toe dat ze niet alleen wilde zijn en dat ze haar plekje hier bij Mitch te vuur en te zwaard zou verdedigen? Was dit een omzichtige, zorgvuldig geformuleerde bedreiging, of was dit gewoon weer de Alaskaanse recht-voor-zijn-raap manier van doen?

Zo zag je maar weer. In eerste instantie was Lisa van plan geweest tegen Mitch te zeggen dat ze deze vrouw verdacht, en nu begon ze haar te vertrouwen en aardig te vinden. Maar ja, dergelijke gevoelens had ze ooit ook voor de andere verdachten gehad.

 

Nadat Christine haar alleen gelaten had met de poppen, droogde Lisa haar ogen en snoot eens flink haar neus. Ze hoopte dat Mitch nog steeds beneden op haar wachtte, als hij al beneden was. Tenslotte had hij verplichtingen en moest hij al zijn gasten tevreden houden, zelfs degene die hij wilde ontmaskeren.

Voorzichtig deed ze de smalle houten deur op een kiertje open. Van beneden kwam een golf koude lucht, en ze zag een flauw lichtschijnsel. ‘Mitch?’

‘Voorzichtig op de trap,’ kwam zijn stem naar boven zweven.

Ze zag dat de traptreden waren uitgesneden in een dikke, ontschorste boomstam die door een smalle, in steen uitgehouwen gang naar beneden liep. Hoe meer ze zag en hoe meer ze te weten kwam over Duck Lake Lodge, hoe meer ze wilde dat ze Mitch’ oom John gekend had, de man die hem deze prachtige erfenis had nagelaten. Zachtjes trok ze de deur achter zich dicht, en ze liep de trap af, haar hand tegen de koele, ruwe stenen muur, want er was geen leuning.

Onder aan de trap verscheen Mitch, zijn hand naar haar uitstekend om haar te helpen. ‘Toen ik nog klein was, was ik dol op deze schuilplaats,’ zei hij tegen haar. ‘Deze plek deel ik niet met iedereen.’

Ze vroeg zich af of Christine hier wel eens geweest was, maar als kok en huishoudster zou dat natuurlijk heel goed kunnen.

Aan drie kanten van de kelder zag ze planken, die van achteren werden verlicht. Ze stonden niet pal tegen de stenen muren aan, maar er zover vanaf dat er nog iemand achter kon staan, hetzij om van beide kanten bij de wijnflessen te kunnen, hetzij om de flessen droog te houden als de muren koud en vochtig werden. Hij gebaarde dat ze hem achterna moest komen, om een plank heen, en haar mond viel open. Het was of je in een schemerig verlichte grot was, waar flonkerende edelstenen in de stenen muren waren verwerkt.

‘Wat een verzameling,’ zei ze, om zich heen kijkend. De kelder zelf besloeg maar zo’n drie bij drie meter, en er stonden een stoel en een omgekeerde krat die als tafel dienstdeed.

Tegenover elkaar stonden ze op de ruwe vloer.

‘Het was een hobby van mijn oom, maar ik heb erop voortgebouwd,’ legde hij uit. ‘Oké, wat denk je van Jonas’ valpartij van vandaag? Volgens Spike was er helemaal niets mis met zijn treklijnen, en de honden hebben de kans niet gehad om er eentje door te knagen.’

‘Maar dat kan hij niet bewijzen.’

‘Heb jij iets gezien waardoor je denkt dat Jonas het risico zou nemen om zelf zijn treklijn door te snijden?’

‘Zeker weten doe ik het niet, maar als ik er een eed op moest zweren, zou ik zeggen dat de treklijn nog heel was in die korte tijd dat ik voor hem op die slee stond. Mijn aandacht was bij de honden, ik stond tegen ze te praten, dus ik heb er niet aan gedacht de lijn te controleren. Jonas was degene die voorstelde dat we van slee zouden ruilen, zodat Graham beter foto’s van hem kon maken. Hetgeen betekent dat we zouden kunnen vragen of we de foto’s mogen zien, en dan kunnen we kijken of hij zich ergens vooroverbuigt om de lijn door te snijden. Maar ja, als hij ze heeft, kan hij dat alles er nu wel uit gefotoshopt hebben,’ besloot ze met een zucht.

‘Als hij echt met de slee geknoeid heeft, moet hij wanhopig zijn.’

‘Iemand is dat in elk geval wel, maar heeft diegene het echt op mij gemunt? Die slee was voor mij bestemd, maar in eerste instantie was Spike de enige die dat kon weten. Wat ik wil zeggen, is dat we Jonas in de gaten moeten houden, om van Vanessa maar te zwijgen.’

‘Graham heeft me gewaarschuwd dat dat ook voor Spike geldt, maar ik ken hem. Spike zou zo’n fout nooit maken. Zo lang als ik hier woon, werk ik al met hem, en daarvoor kende ik hem al, toen hij nog voor mijn oom werkte.’

‘Trouwens, Spike beklemtoonde dat wij ons koste wat het kost aan het handvat moesten vasthouden, en dat heeft Jonas niet gedaan. Zelfs toen de treklijn brak, had hij er niet af hoeven vallen als hij zich vastgehouden had.’

‘Je hebt gelijk. Of hij dat nu expres deed of niet, dat ongeluk was zijn eigen schuld, hoe je het ook wendt of keert.’

‘Over Spike gesproken, je hebt tegen me gezegd dat ik je personeel niet moest verdenken, maar ik heb Christine nagetrokken, en daar ben ik blij om. Mitch, ik weet van het Kagak-proces. En het feit dat je min of meer over haar verleden tegen me gelogen hebt –’

‘Dat heb ik niet.’

‘O, ja, hoor. Mooi, kort antwoord en verder geen uitleg.’

Ze zag hem knarsetanden en vervolgens zijn kaakspieren weer ontspannen. Bruusk sloeg hij zijn armen over elkaar, waarbij hij zijn handen onder zijn oksels duwde. ‘Ze had me gevraagd er nooit iets tegen de gasten over te zeggen, dus die belofte heb ik gehouden. Ik was van plan haar te vragen om –’

‘Oké, ik zal het niet verder vertellen, maar ik had het moeten weten. Uiteraard snap ik wel waarom je niet wilde dat ik het wist. Niet alleen heeft ze iemand vermoord, al was het dan zelfverdediging, maar ze heeft hem eerst van de trap geduwd. En zij is de enige die wist waar en wanneer wij elkaar op de bergkam zouden treffen. Kijk naar de feiten, Mitch. Ze heeft hem gedúwd.’

Zelfs terwijl ze het zei, besefte ze dat zíj degene was die zich schuldig voelde. Hadden zij en Christine daarboven niet net de eerste voorzichtige schreden op weg naar een echte vriendschap gezet? En nu stond ze haar hier te beschuldigen van moord. Nóg een moord.

‘Ik snap wat je bedoelt,’ zei hij, ‘maar het is niet overtuigend genoeg. Iemand anders had je kunnen zien. Wie dan ook. Vanessa of Jonas, zelfs de Bonners als ze vanuit een raam op de eerste verdieping hadden gekeken toen je in je eentje wegliep van de lodge.’

‘Maar in welke mate is Christine, of Spike, van mening dat ik gestraft moet worden omdat ik je gekwetst heb? Of willen ze me bang maken of zelfs uit de weg ruimen om ervoor te zorgen dat ik je niet weer hier vandaan lok? Christine is een binnenvetter, maar wel intelligent en vastberaden.’ Opnieuw voelde ze zich schuldig. Dit druiste tegen haar beoordelingsvermogen in, maar ze moest alle mogelijkheden onderzoeken.

‘Laat dat idee dat zij denkt dat je me hier vandaan kunt halen, nou maar varen. Wat Spike betreft, die is niet zo doortrapt of gewiekst. Eerder vandaag heeft Graham me de les gelezen over hem, en ik heb er geen behoefte aan dat jij een front vormt met de baas, die er toch al veel te veel een handje van heeft zich met andermans zaken te bemoeien.’

Allebei gingen ze steeds harder praten, maar de dikke muren leken het geluid te absorberen. Ze besefte dat ze weer kwaad op elkaar aan het worden waren.

‘Laten we Graham dan eens onder de loep nemen,’ drong ze aan, want ze wilde koste wat het kost antwoorden op haar vragen. ‘Als hij op iemand wraak wil nemen, dan ben jij het wel, niet ik of Jonas.’

‘Ja.’

‘Wat Graham betreft heb ik eigenlijk geen poot om op te staan, maar wat Christine en Spike en zelfs zijn zus Ginger aangaat… Ze weten dat ik je gekwetst heb en dit leven, waar zij zo dol op zijn, heb afgewezen. Vooral Christine geeft erg veel om je –’

‘En ik om haar, maar niet op die manier die jij nu insinueert.’

Met haar handen op haar heupen deed ze een stap naar hem toe, hoe dreigend hij er op dit moment ook uitzag. ‘Wat insinueer ik dan?’

‘Och, shit, hoor ons nou eens! En we staan nog wel aan dezelfde kant. Twee bekvechtende advocaten. En natuurlijk weet Christine, opmerkzaam en beschermend naar mij toe als ze is, dat er tussen jou en mij ook niets meer van dien aard is. Toch? Tóch? Er is toch niets meer?’ sarde hij, ook een stap dichterbij komend.

In het licht dat van de wijnflessen weerkaatste, haakten hun blikken zich in elkaar. Het was net of je hier onder een vervormde regenboog stond… Als aan de grond genageld stond ze, stokstijf, haar handen op haar heupen. Zijn armen lagen nog steeds over elkaar geslagen voor zijn borst. De lucht tussen hen in deze kleine koele ruimte leek te zinderen.

Het liefst had ze hem een knal verkocht. Ze haatte hem.

Voordat ze wist dat een van hen beiden een beweging zou maken, lagen ze in elkaars armen. Haar armen knelden zich om zijn nek, zijn handen omklemden haar middel en billen, streelden haar, kneedden haar, terwijl hun lippen elkaar vasthielden en opeisten. Haar borsten werden tegen zijn borstkas geperst, haar heupbeenderen drukten tegen zijn harde dijen.

Hij duwde haar achteruit, alsof hij haar tegen de muur wilde zetten, tot de flessen achter hen verschoven en begonnen te rammelen. Het was alsof ze weer in de wildernis waren, waar de regels van de beschaving niet golden, alsof ze over een wilde golf in de rivier werden meegevoerd. Ze haalde haar vingers door zijn haar, en hij drukte haar zo stijf tegen zich aan dat ze nauwelijks adem kon halen. Hongerig proefden ze elkaar, verslonden ze hun pijnlijke verleden. Haar lichaam tintelde van top tot teen, en er ging een rilling door haar heen.

‘Mitch!’ was het enige wat ze uit kon brengen toen ze elkaar eindelijk loslieten om adem te halen.

Tot haar grote ongenoegen duwde hij haar van zich af, al bleef hij haar bovenarmen vasthouden, alsof hij hen beiden zo overeind wilde houden.

‘Ik moet me hier beroepen op tijdelijke ontoerekeningsvatbaarheid,’ zei hij plechtig. Op zijn gezicht lag een vastberaden uitdrukking die zijn grove trekken iets hards gaf. ‘We kunnen niet… Dit leidt nergens toe. Ik wil meer, en dat gaat niet gebeuren.’

Verdwaasd keek ze hem aan.

‘Ik moet ervoor zorgen dat je veilig bent, en dat we erachter komen wie jou iets aan wil doen. En je vertrouwt er toch op dat ik je zal helpen, nietwaar?’

‘Als ik tegen de Bonners zeg dat ik verdenkingen koester tegen Jonas en Vanessa, ben ik bang dat ik mijn carrière om zeep help.’ Haar stem trilde nog steeds, en ze klonk hees. Het was of ze iemand anders hoorde.

‘Ik wil je hardop horen zeggen dat je niet gelooft dat ik degene was die je iets heeft willen aandoen.’

Haar nekhaar ging overeind staan, en opnieuw liep er een rilling over haar rug. ‘Om vervolgens je leven op het spel te zetten om me te redden? Nee. Het spijt me dat we… dat het niet lukte tussen ons, maar wat dit betreft heb ik alle vertrouwen in je. Mitch, ik heb de armband die je voor me gekocht hebt, meegenomen. Die met die zeemeeuwen. Ik weet dat hij heel duur was, en ik wil je hem teruggeven, als teken dat ik je vertrouw… dat ik je vergeef.’

‘Daar ben ik blij om, maar hou die armband maar. Die heb ik je in gelukkiger tijden gegeven. Je hebt me de ring al teruggegeven, dat is genoeg. Draag die armband maar als je wilt. Als je me nog steeds vertrouwt.’ Daarop liet hij haar armen los, en nerveus wreef hij in zijn handen. Het was een gebaar dat helemaal niet bij hem paste, want hij leek altijd alles onder controle te hebben.

Hij zag er net zo van slag uit als zij zich voelde. En hij wilde dat ze de armband zou houden die hij voor haar gekocht had toen ze nog maar net wisten dat ze verliefd waren. Het was zo’n mooie, met twee zeemeeuwen met hun vleugels gespreid, hoog in de lucht. Op dit moment had hij meer behoefte aan het vertrouwen dat ze hem schonk dan aan haar kussen.

Ze deed een stapje vooruit, terug naar het midden van de kelder. ‘Even over Graham,’ zei ze in een poging het gesprek weer op gang te krijgen, zodat ze zich niet weer in zijn armen zou storten. Haar stem was nog steeds onvast. ‘Toen je zei dat je bang was dat iemand hem in zijn macht had gekregen in die rechtszaak met het casino, zag hij eruit of hij zou ontploffen. Tot je eraan toevoegde dat je dacht dat iemand hem had bedreigd. Dat betekent dus dat het hem kwaad maakte dat jij dacht dat iemand hem zou kunnen omkopen… zíjn fout. Maar toen je uitlegde dat iemand hem misschien bedreigde – hún fout – werd hij meteen rustiger.’

‘Direct daarna werd hij kwaad toen ik zei dat we onze verdenkingen misschien moesten laten uitgaan naar iemand hogerop. Hij beweerde meteen dat er een of andere misdadiger achter moest zitten. Stel dat hij niet probeerde om óns te beschermen, maar zichzelf of een van zijn rijke, machtige makkers? Dat hij niet wilde dat wij iets te weten kwamen wat hij niet wilde?’

‘De Bonners en hun kennissenkring zitten beslist hoog in de sociale en politieke pikorde van het zonnige zuiden, maar ik geloof nog steeds dat Vanessa en Jonas de meest voor de hand liggende kandidaten zijn. Voor het eten ga ik met Vanessa naar Bear Bones, en dan zal ik wel eens zien of ik haar nog een beetje verder uit haar tent kan lokken.’

‘Ik breng jullie wel. Misschien kunnen we haar samen bewerken, en bovendien wil ik niet dat je alleen met haar bent.’

‘Mitch, degene die me de rivier in geduwd heeft, was een stiekem, achterbaks type, en zij is meer recht voor zijn raap. Heus, ik kan Vanessa wel in mijn eentje aan.’

‘Toch ga ik mee; ik moet nog een paar boodschappen doen.’

‘Op dit moment is Vanessa bij Ginger op bezoek. Daarna gaat Ellie erheen, en zelf ga ik morgen. We wilden niet met zijn allen tegelijk gaan zodat ze ineens drie oeh en ah roepende vrouwen om zich heen zou hebben. Als ze maar een fractie op Christine lijkt, is ze zeer bescheiden.’

‘Fijn om je iets aardigs over Christine te horen zeggen,’ zei hij, terwijl hij haar achternaliep naar de trap.

Zonder dat het ter sprake was gekomen, wist ze dat ze een voor een naar boven moesten. ‘Je noemde haar Cu’paq,’ zei ze, haar voet op de onderste trede zettend.

‘Je spreekt het beter uit dan ik. En o, ja, Duck Lake heet eigenlijk Lake Dukoe, en het betekent niet “eend”. Dat is gewoon weer een verbastering door de blanken die alles hernoemd hebben toen ze hier kwamen. Zo hebben ze Denali, wat De Geweldige betekent, herdoopt in Mount McKinley.’

Op de derde tree draaide ze zich om, en ze legde haar hand op de schuine boomstam boven zich. ‘Wat betekent Dukoe dan echt?’

‘Christine zegt dat het meer naar zijn vorm genoemd is. Een dukoe is een grote oorlogsknots gemaakt van een elandenpoot.’

Ze huiverde even. Opnieuw rees de eland voor haar op uit de diepten van het meer. Opnieuw dacht ze aan het moment waarop ze toen Mitch’ armen in gerend was, net zoals ze vandaag had gedaan… maar wat ze nooit meer zou doen.

Het had haar niet moeten verbazen dat een dukoe een oorlogswapen was. Iemand hier was oorlog aan het voeren.

Tegen haar.