Hoofdstuk 13

 

 

 

‘Nou,’ zei Vanessa tegen Lisa en Mitch toen ze in zijn zwarte SUV Bear Bones binnen reden. ‘Hadden de eerste kolonisten of wie dit dorp ook maar zijn naam hebben gegeven, wel door dat ze een woordspeling maakten? Het klinkt als “bare bones”, uitgekleed tot op het bot. Het is hier piepklein!’

‘In vergelijking met Fort Lauderdale lijkt alles klein,’ zei Lisa. Vreemd, ze had de neiging dit stadje, dat ze nog nooit gezien had, te verdedigen. De laatste tijd wilde ze echter tegen alles wat Vanessa deed en zei, in gaan. Zou ze naar haar vrouwelijke intuïtie moeten luisteren, die zei dat ze Vanessa verdacht van veel ergere dingen dan stads snobisme?

Toegegeven, Bear Bones stelde niet veel voor. Het had maar één straat, met aan twee kanten bebouwing. Er waren zelfs geen straatlantaarns of stoplichten. Wel een benzinestation, met een groot uithangbord waarop ‘Benzine en Propaan’ stond. De grote blikvanger leek het Wolfin’ Café. Verder waren er een houtzagerij, een kerkhof: Homesteaders Cemetery, en een methodistenkerk. Achter deze gebouwen stonden her en der nog een paar huizen. En de Amerikaanse en Alaskaanse vlaggen wapperden aan meer vlaggenmasten dan er winkels waren.

Lisa zag een uithangbord met Lucy’s Deli/Pizza. Goh, zouden de bewoners van de Duck Lake Lodge wel eens pizza gaan eten of er eentje laten bezorgen? Verder was er nog de Kleen-It-wasserette, de Gold Rush Saloon, waar op de houten deur ouderwetse klapdeuren waren geschilderd, en een winkel die Trader Dan heette. Op het verweerde uithangbord stond dat je er terecht kon voor kruidenierswaren en medicijnen. Geen apotheek of drogisterij, gewoon medicijnen bij de kruidenier. Mensen uit Zuid-Florida zouden daar om moeten lachen, en het zag ernaar uit dat Vanessa dat ging doen.

‘Het is niet zo basic als het eruitziet,’ zei Mitch. ‘Het postkantoor en de bibliotheek zijn achter in het stadhuis gevestigd, daar verderop. Daar worden ook poker- en bingoavonden gehouden. Bear Bones heeft een echte regionale functie en beslist charme,’ voegde hij eraan toe, terwijl hij stopte voor de winkel van Gus Majors, waar met grote letters op stond: VAN ALLES WAT: JACHTBENODIGDHEDEN, TAXIDERMIE, KETTINGZAAGREPARATIES, ECT.

‘Dat laatste moet waarschijnlijk “etc.” zijn,’ zei Vanessa. ‘Eerlijk gezegd doet dit stadje me denken aan een decor uit zo’n oude spaghettiwestern met Clint Eastwood.’

‘Nou, petje af voor je algemene ontwikkeling. En ik ben vereerd dat je Bear Bones op één lijn stelt met Italië,’ pareerde Mitch. Vanessa’s houding begon hem nu duidelijk te irriteren.

‘Iemand met wie ik kort iets heb gehad, was dol op Clint Eastwood,’ zei Vanessa toen ze uitstapten. ‘Een thoraxchirurg die me aan mijn hart probeerde te opereren, als je begrijpt wat ik bedoel. Dus… die souvenirwinkeltjes waar je het over had, zitten in die huizen daar? Hopelijk hebben ze ansichtkaarten, want ik ken een heleboel mensen die dé Mitchell Braxton hebben gekend, en die niet zullen geloven dat dit voor hem de dichtstbijzijnde stad is.’

‘Talkeetna, waar we dit weekend heen gaan, is de “grote stad”, dus bewaar je grote aankopen en commentaren maar voor dan,’ zei Mitch. ‘Trouwens, kun je in Lauderdale of Miami je auto ook laten staan zonder hem op slot te doen? Lisa, wat vind jij?’

‘Ik vind dit de meest levensechte plek die ik in lange tijd gezien heb. Geen poeha, niemand die zich beter voordoet dan hij is. Heel anders dan een heleboel steden en mensen uit de zogenaamde beschaafde wereld.’

Haar ogen ontmoetten die van Mitch, en ze hielden elkaar vast met hun blik, terwijl hij een kort knikje gaf.

Vanessa snoof laatdunkend. ‘O, daar zit vast iets dieps en duisters onder. Zoals een sneer in mijn richting, zeker,’ zei ze uitdagend.

‘Natuurlijk niet,’ antwoordde Lisa. ‘Waarom heb je de laatste tijd toch zulke lange tenen terwijl –’

Haar aandrang om Vanessa op haar plaats te zetten, werd de kop ingedrukt doordat Gus zijn winkel uit kwam rennen. ‘Wat leuk om jullie twee waterratten te zien!’ Joviaal sloeg hij Mitch op de schouder, en Lisa omhelsde hij kort met één arm.

Vanessa trok een gezicht alsof het grootste dier uit de dierentuin net uit zijn kooi was ontsnapt.

‘Gus,’ zei Mitch. ‘Heb je zin om vanavond in de lodge te komen eten? Een uurtje of halfzeven? Christine is bezig noorderlichtijs te maken als toetje.’

‘Op één voorwaarde, dat heb ik al eerder gezegd. Als Ginger er ook is, kom ik liever een andere keer, want nadat ik jullie gisteren was tegengekomen, ben ik gaan nadenken over die aanvaring die ik met haar in het Wolfin’ Café heb gehad. Daarom ben ik daarnet om het meer heen gereden in een poging het weer goed te maken met haar. Helaas draaide het weer op ruzie uit, en toen heb ik gezegd dat ze de pot op kon. Weet je zeker dat ze er niet bij is vanavond?’

‘Ze komt haar spullen altijd eind van de middag brengen. Nu ongeveer,’ zei Mitch, met een blik op zijn horloge. ‘Als we gasten hebben, blijft ze echter nooit eten. Een van die gasten wil ik trouwens graag even aan je voorstellen. Vanessa Guerena, dit is Gus Majors, van alle markten thuis, meester in slechts één vaardigheid: mooipraterij.’

‘Aangenaam kennis te maken, ma’am,’ zei Gus.

Vanessa knikte, maar gaf hem geen hand.

‘Goed, ik ben bezig met het opzetten van een elandenkop, dus ik moest maar weer aan de slag, maar ik kom vanavond. Bedankt voor de uitnodiging!’ zei hij over zijn brede schouder, terwijl hij weer naar binnen liep.

Nadat Mitch hen alleen had gelaten om zijn boodschappen te gaan doen, wendde Vanessa zich tot Lisa. ‘Goed, was je, voordat die elandenman naar buiten kwam en uitgenodigd werd om te komen eten, van plan ruzie met me te gaan maken? Te zeggen dat ik de pot op kon, om je vriend maar eens te citeren?’

Lisa draaide zich naar haar om. ‘Mijn oma haalde vaak de Bijbel aan, en ik weet nog dat ze altijd zei: “Ik heb geleerd tevreden te zijn, in welke staat ik mij ook bevind”. Daar zou je aan moeten werken, Vanessa. Geniet er gewoon van dat je eens ergens anders bent. Zie het mooie in –’

‘In welke staat dan ook? Nou, de staat Alaska, waarin ik me bevind, bevalt me niks, en ik ben diep geschokt dat jij het hier wel leuk vindt, of dat nu aan Mitch Braxton ligt of niet, vooral nadat je in die rivier had kunnen verdrinken of doodvriezen! Het vennootschap is me heel wat waard, maar dit oord is een lachertje,’ zei ze, in het rond gebarend, ‘Je had wel gedood kunnen worden in die rivier!’

Een tijdje lang keken ze elkaar met boos fonkelende ogen aan. Toen beende Vanessa op hoge poten naar een huis met een uithangbord waarop ‘Souvenirs uit Alaska’ stond. De laatste paar woorden van haar tirade hingen nog in de lucht, alsof ze door het uithangbord, de gebouwen en de bergen weerkaatst werden. Ze had niet gezegd dat Lisa in die rivier dood had kunnen gáán, maar gedood had kunnen wórden. Natuurlijk besefte Lisa dat Vanessa niet echt iets had gezegd om de verdenking op zich te laden. Toch leek het of ze niet alleen een heel subtiele bekentenis had afgelegd, maar ook een bedreiging had geuit.

 

‘Ik hoop dat Gus meteen na het toetje weggaat,’ fluisterde Christine tegen Mitch, terwijl ze van een afstandje stond toe te kijken hoe Gus de ijsmachine op de eettafel bediende. Nadat iedereen om de beurt aan de slinger had gedraaid, waren de gasten weer gaan zitten voor het zacht gloeiende haardvuur.

Zachtjes ging Christine verder: ‘Ginger heeft Vanessa na haar bezoekje een briefje voor me meegegeven. Daarin staat dat ze het vandaag zo druk heeft gehad met haar gasten – Mrs. Bonner, Gus en Vanessa – dat ze de spullen voor het ontbijt later komt brengen, want ze heeft nog niet alles klaar. Bovendien is ze druk aan het bakken geweest om een voorraad aan te leggen voor haar kraampje op het Mountain Mother Festival dit weekend.’

‘Oké, ik hou wel een oogje in het zeil, en als ik Gingers boot hoor of zie, waarschuw ik Gus wel. Het laatste waar we om verlegen zitten, is een scène uit een soap. Ben je er klaar voor om me bij te springen als ik met de verhalen over het noorderlicht begin?’

Hoewel Christine niet graag in het middelpunt van de belangstelling stond, serveerden ze altijd als er een groep was vanilleijs met bosbessen en cranberry’s en hielden ze een kort praatje over het noorderlicht. ‘Ja, hoor,’ zei ze. ‘Begin jij maar terwijl ik het fruit roer en ga uitserveren, dan doe ik daarna wel mee.’

‘Wanneer jullie allemaal genieten van het noorderlichtijs dat Christine zo gaat uitdelen,’ zei hij met stemverheffing, zodat iedereen hem kon verstaan, ‘willen we jullie graag het een en ander vertellen over ons beroemde noorderlicht.’ Al pratend liep hij naar een stoel bij de haard en ging zitten. ‘Hoe mooi het ijs er ook uitziet, de kleuren erin vallen in het niet vergeleken bij het echte noorderlicht. Jullie zijn hier net in de periode dat we er misschien een glimp van kunnen opvangen, en het is fijn om het te zien bij de mildere herfsttemperatuur, want wanneer je het echt goed door de lucht ziet flitsen, is het meestal ijs- en ijskoud. Het beste tijdstip om het te kunnen zien, is tussen middernacht en drie uur ’s ochtends. Het kan wel tot eind maart doorgaan. Aangezien ik altijd bij mijn oom op bezoek ging in de zomervakantie, heb ik het pas deze winter voor het eerst gezien, en ik was diep en diep onder de indruk.’

‘Ik heb er foto’s van gezien, en ook filmpjes,’ zei Mrs. Bonner, ‘maar daar komt het vast ook niet tot zijn recht.’

‘Nee, dat komt het alleen als je het met je eigen ogen ziet,’ beaamde Mitch. ‘Hoewel het noorderlicht wordt geassocieerd met Alaska, komt het op het hele noordelijk halfrond voor. De Scandinaviërs associeerden het licht met de Walkuren die vanuit de hemel ten strijde trokken. Sommige Bijbelgeleerden geloven dat het wiel van vuur uit het Oude Testament ook het noorderlicht was, want eens in de zoveel tijd komt het ook in het zuiden voor. De Latijnse naam aurora borealis komt van Aurora, de Romeinse godin van de dageraad, en Borealis, de god van de noordenwind.’

‘Dat zijn twee Latijnse namen die ik tijdens mijn rechtenstudie nooit ben tegengekomen,’ zei Jonas, terwijl Christine het fruit door het ijs roerde, en Gus zich bij de groep voegde, staand achter Jonas’ stoel.

Het was Christine opgevallen dat Jonas sinds het ongeluk met de slee een beetje mank liep, maar niet aldoor. Spike maakte zich nog steeds zorgen dat Jonas hem zou aanklagen, en ze wist hoe dat voelde. Misschien zou ze hem iets meer over haar eigen situatie moeten vertellen.

‘Hoe ontstaat het noorderlicht eigenlijk echt?’ vroeg Jonas.

‘Wetenschappers beweren dat het een zonnewind is, waarin protonen en elektronen vanuit de zon worden meegevoerd. Geladen deeltjes, dus,’ legde Mitch met veel gebaren uit. ‘De atmosferische gassen van de aarde botsen met die deeltjes, waarop ze ontploffen en in verschillende kleuren uiteenspatten. Eigenlijk is het noorderlicht er het hele jaar door, maar het grootste deel van de tijd wordt het versperd door de zon. Als voormalig advocaat vergeleek ik het eerst met iemand die iets op zijn kerfstok heeft en die erin slaagt zijn of haar ware bedoelingen te verbergen, maar uiteindelijk komen die aan het licht.’

Verbaasd keek Christine op, net toen Vanessa en Jonas een schaaltje van het blad pakten dat ze hun voorhield. Dit had Mitch nog nooit tegen een groep gezegd. Gus en Mitch namen de laatste twee schaaltjes van het blad. Vreemd, maar bijna iedereen had een frons op zijn gezicht en staarde strak naar zijn ijs, behalve Lisa en Mitch, die allebei de anderen strak aanstaarden. Wat was hier gaande? Dat moest ze aan Mitch vragen.

Op weg naar de keuken met het lege dienblad liep ze langs het ronde raam, en ze keek naar het meer. Nog geen spoor van Ginger.

‘Christine,’ zei Mitch, ‘wil jij iets vertellen over de plaatselijke Alaskaanse folklore rond het noorderlicht?’

Ze liep terug naar de groep. Omdat Lisa ruimte op de bank maakte door dichter naar Gus te schuiven, ging ze daar maar zitten. Ze streek haar lange spijkerrok over haar knieën. ‘In vroeger tijden,’ begon ze, ‘geloofden mensen hier dat je respect moest hebben voor de hemelgeesten, zodat die je geen kwaad zouden doen. Ze geloofden dat de lichtflitsen zielen van overledenen waren, die aan het spelen waren in de lucht.’

‘Zoiets als de hemel,’ opperde Gus.

‘Precies,’ zei ze. ‘De inheemse bevolking van Alaska associeerde het noorderlicht met de dood. Zo geloofden de Athabascanen, dat is de taalgroep waar mijn volk van afstamt, dat de geesten via het licht over ons waken en ons boodschappen sturen. En dat uitverkorenen de gezichten van de doden in hun dromen konden zien.’

Lisa’s gezicht zag lijkbleek. Haar ene hand had ze uitgestoken naar haar schaaltje met ijs, in de andere hand stak haar vork in de lucht.

‘Er is een groep,’ ging Christine verder, ‘die gelooft dat wanneer het licht te dicht bij een mens komt, de hersenen dat niet aankunnen en hij gek wordt, dat het licht hem bij het hart grijpt en vermoordt. Dus, ja, voor sommigen betekende het noorderlicht een gelukkige hemel, voor anderen moord.’

Christine zag dat er een huivering door Lisa heen voer. Bijna had ze even haar hand op haar arm gelegd om haar te troosten. Afgezien van het geraas van de rivier was het doodstil in de kamer. Nog steeds hoorde ze niet het geplokplok van Gingers motorboot.

‘Nou, ik zou het licht graag zien,’ verbrak Mrs. Bonner de stilte. ‘We moeten maar een andere keer terugkomen, Graham. Dan heb ik meteen een mooi excuus om mijn met bont gevoerde parka aan te trekken.’

Toen Lisa haar hielp met afruimen en de schaaltjes naar de tafel bracht, vroeg Christine: ‘Voel je je wel goed?’

‘Ja, hoor, prima. Het ijs was heerlijk en die verhalen waren fantastisch. Waarom kijk je steeds uit het raam?’

‘Aangezien Gus hier is, ben ik blij dat Ginger zo laat is, maar het is niets voor haar.’

‘Ik zou morgenochtend naar haar toe gaan. Zal ik de roeiboot nemen en er nu heen gaan? Het is nog hartstikke licht.’

‘Als ik niet hoefde op te ruimen, zou ik met je meegaan. Vraag maar even wat Mitch ervan vindt; hij vast wil niet dat je alleen gaat.’

‘Ik vraag wel of Vanessa met me meegaat. We hebben nog het een en ander te bepraten, en omdat ze er net geweest is, weet ze de weg. Maar ja, als Vanessa meekomt, zeg ik wel even tegen Mitch waar we heen gaan.’

Die instelling stond Christine wel aan. Nooit een man echt de lakens laten uitdelen, maar wel naar zijn raad luisteren. Als je die tenminste niet werd toegeschreeuwd in een dronken woedeaanval. Toch was ze niet van plan zich door de mildere gevoelens die ze jegens Lisa koesterde te laten weerhouden te doen wat ze moest doen om Mitch, en het toevluchtsoord dat hij hier voor haar gecreëerd had, te beschermen.

 

‘Nou,’ zei Lisa tegen Vanessa terwijl ze over het meer roeide, ‘vond je al die verhalen over het noorderlicht niet interessant?’

Nadat Lisa had beloofd dat zij de riemen zou hanteren, was Vanessa bereid geweest met haar mee te gaan. Mitch had het prima gevonden, want hij en Jonas zaten op het terras, en hij had een verrekijker, zodat hij hen over het hele meer in het oog kon houden.

Als het haar lukte Ginger even apart te nemen, moest ze haar maar eens een paar vragen stellen, bedacht Lisa. Terwijl ze het meer over voeren, stak er een stevige bries op.

‘Een primitief geloof is altijd interessant,’ zei Vanessa, haar ene hand in het water hangend. ‘Maar zowel Christine als Mitch legde het er allemaal een beetje te dik bovenop. Hij met die vergelijking met mensen die iets te verbergen hebben, en zij met die doden in de lucht. Je zou haast denken dat we elkaar bij het kampvuur griezelverhalen moeten vertellen over moorden met een kettingzaag. Trouwens, die Gus slijpt kettingzagen voor de kost, wist je dat? Als er hier ooit een slachtpartij plaatsvindt, zou ik hem maar in de gaten houden.’

Lisa kneep haar ogen tot spleetjes en trok harder aan de riemen. Zat Vanessa nu weer zo te kletsen omdat ze zo’n minachting koesterde voor deze afgelegen plek, of had het allemaal een dubbele bodem? Waren het subtiele bedreigingen? Freudiaanse vergissingen? Ze hoopte maar dat het niet weer haar paranoia was die de kop opstak.

Ze roeide nu tegen de golfjes in, maar dan zou het op de terugweg gemakkelijker gaan. Ze zouden aanbieden om Gingers spullen voor het ontbijt mee te nemen, als ze dat wilde. Als het haar lukte om Vanessa wat dingen naar de boot te laten brengen, zou ze even tijd hebben om met Ginger alleen te praten.

‘Dus,’ zei ze, in een poging een ander onderwerp aan te snijden, ‘wat vond je zo interessant aan Ginger toen je vanmiddag bij haar was?’

‘Toen Ellie terugkwam, was ze dolenthousiast over hoe apart Gingers huis was, maar het is gewoon een blokhut, meer niet. De jonge Abe Lincoln zou er heel gelukkig geweest zijn.’

‘Heb jij zelf nooit iemand ontmoet die in zulke primitieve omstandigheden woonde?’

‘Slaat dat op mijn eigen verleden?’

‘Vanessa, hou nou eens op, ik val je niet aan, ik verdedig Ginger gewoon.’

‘Het zijn hier allemaal excentriekelingen. Het zou niet verkeerd zijn als ze een beetje… een beetje…’

‘Moderner waren?’

‘Nee, normaal. Over oude westerns met Clint Eastwood gesproken, zeg. Zo leeft Ginger – en anderen – hier waarschijnlijk ook. Antiek potkacheltje, een op hout gestookt fornuis. Zie je die rook daar uit de schoorsteen komen?’

Lisa draaide zich om en keek in de richting waar ze heen voeren. Ja, er kwam een rookpluim boven de sparren uit, daar waar Vanessa heen wees. En daarboven, ver daarboven, waar ze zo graag het noorderlicht wilde zien, zweefden minstens drie enorme roofvogels. Ze draaide zich weer terug en begon harder te roeien, want de wind nam toe, en de golven hadden nu witte koppen.

Verderop zagen ze Gingers motorboot liggen deinen aan de korte aanlegsteiger. Aan het einde van diezelfde steiger lag ook het vliegtuig van Spike aangemeerd. Tenzij ze zich achter dat vliegtuig bevond, was er geen spoor van Ginger te bekennen.

Lisa legde hun boot aan de andere kant van de steiger aan, tegenover de lege motorboot.

Vanessa deed ook eindelijk iets nuttigs, want ze stapte uit en bond het touw dat aan de boeg zat vast aan een metalen paal.

Nadat ook Lisa was uitgestapt, keken ze allebei in Gingers boot. Blijkbaar was ze net bezig geweest de boot in te laden. Er lagen twee met plastic afgedekte bladen met brood op de bodem.

‘Kennelijk is ze aan de late kant,’ zei Vanessa, terwijl ze, met Lisa in haar kielzog, de steiger op liep. ‘Maar wat doet dat ertoe, het is hier toch tot heel laat licht. En o, ja, je vroeg wat ik het meest interessante aan Ginger Jackson vond. Ze leeft helemaal in het verleden, op één uitzondering na. Overal heeft ze catalogi van postorderbedrijven liggen. Echt, ik zweer het.’

‘Misschien winkelt ze per post.’

‘Nee, het punt is dat het luxe catalogi zijn, Lisa. Van Neiman Marcus, Saks, Nordstrom, Dean and Deluca, en weet ik niet wat, maar niets wijst erop dat ze er ooit iets uit koopt.’ Ze legde haar handen als een kommetje rond haar mond en riep: ‘Hé, Ginger! Ginger! Christine heeft ons gestuurd om te zien of je hulp nodig hebt met de spullen voor het ontbijt.’

Lisa zag dat de blokhut ongeveer dezelfde vorm had als die van Spike, maar hij was iets kleiner. Die van Spike was van alle gemakken voorzien, maar deze zag er beslist primitiever uit. Schuin achter de blokhut stond een klein schuurtje, ook van boomstammen gemaakt. ‘Ze heeft toch niet het toilet buiten, hè?’ fluisterde ze toen ze de veranda op liepen.

‘Nee, zo erg is het gelukkig nou ook weer niet. Ellie zei dat ze een composttoilet heeft, net zoals in de lodge. Typisch Ellie om naar het toilet te moeten toen ze hier was. Ik durf mijn hoofd eronder te verwedden dat ze een beste bestelling bij Ginger heeft geplaatst. Maar liefst een paar honderd dollar zag ik haar meenemen, maar misschien was een deel daarvan wel een gift. Je weet hoe sentimenteel, pardon, filantropisch en menslievend, Ellie is.’

‘Ginger!’ riep Lisa. Op die steek onder water aan Ellies adres ging ze maar niet in. De laatste tijd klonk alles wat Vanessa zei bitter. En was de volgende stap dan dat ze iets onbezonnens zou doen?

Samen tuurden ze door de twee ramen die op het meer uitkeken. Vanaf de lodge was de blokhut niet te zien, maar hij stond ook weer niet echt helemaal tussen de bomen. Lisa besefte dat ze zich een stuk beter zou voelen als ze wist dat Mitch hen kon zien.

Er klonk geen enkel geluid. Geen spoor van Ginger. Dit zou iedereen in de lodge zorgen baren. Ze zouden terug moeten gaan en dan Spike of Mitch erop af sturen. Vanaf de lodge liep een bochtige weg naar de blokhut, en het was een eind rijden, maar ze konden er in elk geval komen.

Vanessa had gezegd dat Ginger geen auto reed en afhankelijk was van Spikes vliegtuig om haar in de winter te bevoorraden. Even ging er een huivering door Lisa heen, alsof er net een koude wind was opgestoken. De bomen ruisten.

De deur zat niet op slot, dus gingen ze naar binnen. ‘Ginger?’ riep Lisa weer. In de kamer rook het heerlijk naar brood, een rijke, gistachtige geur die Lisa zich nog van vroeger kon herinneren wanneer ze uit school kwam en oma altijd een glas melk met iets lekkers voor haar klaar had staan. Er lagen een heleboel spullen, zelfs broden, op tafel, die mooi waren ingepakt in gekleurd cellofaan en met een label erop.

‘Dit kan niet allemaal voor het ontbijt zijn,’ zei Vanessa.

‘Mitch heeft me verteld dat ze aan het bakken was om haar waren te verkopen op het Mountain Mother Festival in Talkeetna, waar wij ook naartoe gaan.’

‘Zie je nou wat ik bedoelde over die catalogi?’ vroeg Vanessa, wijzend op een catalogus die opengeslagen op een hoek van de tafel lag, alsof Ginger net even de kamer uit was gelopen. ‘Kijk, ze heeft zelfs een aantal dingen met rode pen omcirkeld. Luxe linnen lakens en donzen kussen voor… tweehonderd dollar per stuk maar liefst! Over dromenland gesproken!’

Ze keken in de slaapkamer, zelfs onder het bed en in de kast, en vervolgens in de badkamer.

‘Waar is de telefoon?’ vroeg Lisa. ‘Misschien moesten we even naar de lodge bellen.’

‘Er is geen telefoon. Echt, we zijn hier terug in de tijd van de kolonisten. Op een open plek heeft ze een tuintje dat ze me per se wilde laten zien toen ik hier was. Ik ga even kijken of ze daar niet is. Kijk jij maar in de schuur, en dan zie ik je zo bij de boot. Trouwens, nu de wind zo toeneemt, betwijfel ik of ik de boot wel goed heb vastgemaakt.’

‘Goed,’ zei Lisa. Toen besefte ze dat ze haar belofte aan Mitch om niet alleen te zijn, verbroken had. Ze haastte zich naar de schuur. Met ingehouden adem en op veilige afstand trok ze de deur open. Binnen zag ze een sneeuwscooter waarmee Ginger zich zeker in de winter verplaatste. Ook stonden er harken, schoffels en scheppen, en er lagen stapels en stapels catalogi, keurig in plastic tasjes.

Hoofdschuddend sloot ze de deur, waarna ze zich naar het meer haastte om de touwen van de boot te controleren en hun boot vast te keren. Ja, de terugweg zou een stuk gemakkelijker gaan met wind mee. Ze moesten zich haasten, hulp halen om naar Ginger te gaan zoeken. Waren de mensen net zo in paniek geraakt toen ze beseften dat zij en Mitch verdwenen waren?

De belangrijke vraag die ze voor Ginger had, kon ze voorlopig vergeten. Ze had haar willen vragen of ze iets vreemds had gezien op de dag dat zij in het water geduwd was, of ze nog iemand anders dan haar of Mitch op het bergpad had zien lopen.

Ze knielde op de wiebelende steiger om hun roeiboot te keren. Toen bond ze het touw opnieuw vast en liep verder de steiger op om zich ervan te vergewissen dat Gingers motorboot ook stevig aangemeerd lag. Hij was een stukje afgedreven. Moest ze de spullen eruit halen, voor het geval het ging regenen of er water in zou klotsen?

De motorboot botste tegen de steiger aan en dreef toen weer af. Met een zucht van verlichting zag Lisa Vanessa aan komen rennen, die van veraf al riep: ‘Ik heb haar niet gezien!’

Lisa’s blik ging omlaag. Ze probeerde Gingers boot stil te houden terwijl ze het touw opnieuw aan de steiger bond. Ze zag de ankerketting overboord hangen, dus in elk geval zou hij niet helemaal afdrijven als het touw echt losraakte.

Toen zag ze, net onder de oppervlakte, iets waarvan ze eerst dacht dat het haar eigen spiegelbeeld was.

Een schreeuw verscheurde de stilte. Haar schreeuw. Door het golvende, draaiende water met de schuimkoppen staarde haar moeders gezicht haar aan. Haar hand wuifde en wenkte, haar groene ogen waren groot als schoteltjes, en haar mond leek te zeggen: ‘Kom bij me, Lisa, kom bij me…’