Hoofdstuk 1
Duck Lake Lodge
In de buurt van Bear Bones, Alaska
20 augustus 2008
Ondanks de kalme schoonheid van Duck Lake, dat drie meter lager langs het met dennenbomen omzoomde pad lag, werden Lisa Vaughns ogen getrokken naar de Wild River, aan de andere kant van de lage bergkam waar ze op stond. Doordat de zomerzon urenlang op de met sneeuw bedekte top van Talkeetna Mountain had geschenen, bulderde de rivier van het smeltwater. ’s Nachts, wanneer de temperatuur daalde, ook al werd het amper donker, rommelde de rivier als een onweer in de verte. Ze stond versteld van de rood gekleurde zalmen die zich door het kolkende water een weg baanden naar hun paaiplaatsen stroomopwaarts. Het leek bijna alsof de rivier bloedde.
De rivier boezemde haar echter vooral ontzag in, omdat ze, vandaag precies zesentwintig jaar geleden, haar moeder en kleine zusje had zien verdrinken in het hevig schuimende kielzog van een cruiseschip. Sindsdien werd ze gebiologeerd door kolkend water. En zoiets als de stroomversnellingen van de Wild River had ze nog nooit gezien.
Ze wendde haar ogen af en haastte zich langs de bergkam het zijpad af dat uitkwam op de steiger aan het meer vanwaar zij en Mitch naar een picknickplek zouden kajakken.
‘Ik weet dat je nog nooit in een kajak hebt gezeten,’ had hij gezegd toen hij het had voorgesteld, ‘maar je moet gewoon in hetzelfde ritme als ik peddelen, zodat onze spanen niet tegen elkaar aan botsen.’
In hetzelfde ritme als ik. Zijn woorden galmden door haar hoofd. Was zij de enige die nog steeds woedend was over het stuklopen van hun hartstochtelijke relatie? Hoewel hun gezamenlijke toekomst in duigen was gevallen bij het botsen van hun wederzijdse doelen, raakte hij haar nog steeds. En dat was gevaarlijk. Dit reisje moest helemaal om haar werk draaien, om het binnenhalen van die promotie, niet om het herkauwen van het op de klippen lopen van hun relatie.
Als een berg had ze tegen deze hele netelige situatie opgezien, maar misschien zou erover praten helpen om eindelijk het boek te kunnen sluiten. Ze ademde diep in, niet om van de frisse, naar dennen geurende lucht te genieten, maar om rustig te worden.
Mitch Braxton leek een compleet andere man dan een jaar geleden, toen ze hun verloving hadden verbroken en hij Fort Lauderdale had verruild voor de binnenlanden van Alaska. Hij had haar hart gebroken, maar ze was zo woest op hem geweest dat ze zichzelf, voor het oog althans, heel snel bijeen had geraapt. Met volle kracht was ze doorgegaan, en tot haar baas dit verplichte nummer in Mitch’ lodge had georganiseerd, had ze geen moment omgekeken. Ze had keihard gewerkt om over haar wrok heen te komen dat hij haar keurig uitgestippelde leventje zo ruw in de war had geschopt. Een geslepen advocaat, echtgenote en werkende moeder van hun kinderen had ze willen zijn.
Net toen ze had gedacht dat ze Mitch nooit meer zou zien, had Graham Bonner, directeur van Carlisle, Bonner & Partners, aangekondigd dat hij een uniek plan had bedacht om de drie kandidaten voor de positie van vennoot bij het gerenommeerde advocatenkantoor te screenen. Graham en zijn vrouw Ellie stonden erop dat de drie advocaten deel zouden nemen aan het teambuildingprogramma dat Mitch verzorgde op de lodge in Alaska die hij geërfd had. Omdat ze pas gisteren waren aangekomen, hadden ze tot nu toe alleen nog maar geblinddoekt over een hindernisbaan gelopen, waar ze hun weg moesten vinden door verbale aanwijzingen te volgen, maar er stond nog veel meer op stapel, zoals tokkelen en wildwatervaren. En de hele tijd zouden ze door de Bonners geobserveerd worden, zodat die konden beslissen wie de felbegeerde positie zou krijgen die Mitch aan de wilgen had gehangen.
Sommige van Lisa’s vrienden vonden het een krankzinnige manier om een advocaat te screenen, al klonk het wel als een prachtige gratis vakantie. Graham was echter buitengewoon slim en heel overtuigend. Het leiden van een advocatenkantoor had hij van Ellies vader en haar broer Merritt geleerd, die er vroeger de scepter had gezwaaid en het kantoor had gebruikt als opstapje naar zijn bloeiende carrière in de politiek.
Lisa wilde koste wat het kost de nieuwe vennoot worden, maar ze wist dat haar concurrenten Jonas en Vanessa net zoveel doorzettingsvermogen en ambitie hadden als zij. Misschien beoordeelden de Bonners hen daar wel op. Ergens vroeg ze zich af of de Bonners, hoe boos en verraden ze zich ook hadden gevoeld toen Mitch de benen had genomen, hem toch niet hadden gevraagd hen te helpen deze belangrijke beslissing te nemen. Tenslotte was hij altijd hun kroonprins geweest. Ooit had Lisa zelfs gedacht dat ze hem niet alleen klaarstoomden om het kantoor over te nemen, maar ook om de partner te worden van hun enige dochter Claire van vierentwintig, die nu rechten studeerde aan Duke University, waarna ze als derde generatie tot het kantoor zou toetreden.
Op een andere open plek vanwaar ze de rivier kon zien, bleef ze staan, en ze wuifde wat muggen weg. Toen zette ze de kleine plastic koelbox die ze droeg neer. De lunch was prachtig verzorgd, inclusief gekleurde servetjes en een tafelkleed, door Mitch’ manager en kok Christine.
Net als de lodge maakte Christine een nuchtere maar heel elegante indruk. Lisa had het gevoel dat er iets gaande was tussen Mitch en deze opvallende vrouw met het ravenzwarte haar en de hoge jukbeenderen, en het ergerde haar dat dat haar stak.
Hoewel Christine wist waar ze heen gingen, hoopte Lisa maar dat de anderen hen niet zouden missen tijdens deze pauze voor ze moesten opdraven voor de borrel.
Lichtjes besproeide ze haar huid met de anti-insectenspray die ze had meegebracht. In de buurt van de lodge stikte het van de muggen, maar de frisse bries van vandaag had de meeste verjaagd. Omdat ze uit het zuiden van Florida kwam, was ze wel aan muggen gewend, maar hier in Alaska leken ze buitengewoon bloeddorstig.
Met moeite wendde ze haar blik af van de stroomversnellingen in de rivier, waarna ze het spuitbusje weer in haar sok stopte en de pijp van haar spijkerbroek omlaag rolde. Ze droeg haar wandelschoenen en een zwemvest met daaronder een dun jack en een T-shirt, maar het voelde warm vandaag. Veel te warm, als ze aan Mitch bleef denken.
Met haar blik weer op de rivier maakte ze het klittenband van haar oranje zwemvest vast. Mitch had hen gewaarschuwd: ‘Niemand, zelfs niet olympisch kampioen Michael Phelps als hij hier mocht opduiken, gaat het meer of de rivier op zonder zwemvest!’
Goed, dit mocht dan de eerste keer zijn dat ze in een kajak stapte, ze was wél op alles voorbereid, ook al kon ze zwemmen als een otter. Sinds de familietragedie joeg kolkend water haar niet alleen angst aan, het had ook een vreemde aantrekkingskracht op haar, al probeerde ze dat nooit te laten merken.
Ze pakte de koelbox op en keek even het pad af in de richting van de grote lodge van twee verdiepingen met de vier blokhutjes eromheen, als kuikens om een kip. Van Mitch was nog geen spoor te bekennen. Hij had het hier altijd druk, was volkomen in zijn element. Nou ja, ook in Florida leek hij altijd alles goed onder controle te hebben, voordat de dam was gebroken en hun wederzijdse toekomst was weggesleurd.
Terwijl ze naar de rivier stond te staren, slaakte ze een diepe zucht. Mitch had gezegd dat hij voor de drankjes zou zorgen, en ze vroeg zich af of het wijn zou zijn. Vorig jaar, toen hij haar had verteld dat hij geen zin meer had in het jachtige leven dat ze leidden en weg wilde uit Fort Lauderdale, had ze zo hard in haar wijnglas geknepen dat het was gebroken. Nog steeds droeg ze daar een litteken van, naast alle andere die ze had opgelopen in het vervolgtraject van haar bliksemcarrière. Dezelfde afschuwelijke avond had ze hem haar verlovingsring in het gezicht gesmeten, en als het slotje niet was blijven steken, had ze hetzelfde gedaan met de gouden armband met de zeemeeuwen die ze van hem had gekregen.
Nu ze echter terugkeek op die avond, wist ze dat zij ook dingen had gedaan die hem kwaad maakten. Ze dacht terug aan de keer dat hij zowat ontploft was toen ze hem had verteld dat ze hen allebei had opgegeven om te getuigen bij een parlementaire commissiehoorzitting van de senaat. Beiden stonden ze toen onder grote druk, dag en nacht werkend aan een witwaszaak die veel publiciteit trok. Ze waren bedreigd, zelfs door iemand gestalkt, tot Graham hen ineens voor hun eigen veiligheid van de zaak had afgehaald. Met die hoorzitting wilde ze hen beiden toch in de picture houden.
Ze hadden een wijntje zitten drinken op het balkon van haar flat. ‘Geen denken aan!’ had hij geschreeuwd, waar ze erg van geschrokken was. ‘Ik kan niet zomaar tijd vrijmaken om op een of andere hoorzitting te gaan getuigen! Laat dat politieke gedoe maar aan broerlief van Ellie over, die waarschijnlijk onze volgende senator of zelfs president wordt!’
‘Hoor eens, ik besef wel dat je dan minder tijd overhoudt voor je andere zaken, maar het is goede pr, en je naam betekent nu iets,’ had ze volgehouden.
‘O, succesvol ben ik wel, maar ik ben zo gestrest dat ik afgeleid raak, nonchalant word, en de toekomst van die mensen hangt wel van mij af. Ik ben bang dat ik niet alleen het leven van een ander verstjeer, maar ook dat van mezelf. Nonchalance kan tot zelfvernietiging leiden. Soms geef ik geen moer om dingen waar ik wel om zou moeten geven, die ik onder controle zou moeten hebben. De helft van de tijd lijkt alles waar ik zo hard voor gewerkt heb volkomen nutteloos.’
‘Zelfs je toekomst met mij? Onze liefde, onze plannen, zowel voor ons werk als privé?’ had ze op haar beste advocatentoon geïnformeerd. ‘Mitch, samen kunnen we alles hebben, onze carrières, mensen helpen, zonder onze tijd te verknoeien aan nutteloze dingen!’
Toen was hij met het verpletterende nieuws gekomen dat hij het land en de lodge van zijn oom had geërfd en naar Alaska wilde verhuizen. Hij had willen wachten op het juiste moment om het haar te vertellen. Zou ze haar plannen willen omgooien en met hem meegaan?
Geschokt en boos had ze geweigerd, en ze had hem een egoïst genoemd. Nu zag ze echter in dat ze dat zelf ook geweest was. Waarom snapte hij niet dat geen enkele stadse carrièrevrouw die dol was op het mooie, bruisende Fort Lauderdale, zat te wachten op een drop-out die de voorkeur gaf aan de eenzame wildernis van Alaska? Nee, ze kon het niet riskeren van iemand te houden die ineens beweerde dat hij zowat zelfmoordneigingen had, niet na alles wat ze had meegemaakt.
Zo in haar trieste gedachten verloren, weer trillend bij de herinnering, staarde ze naar de woeste rivier. Toen gebeurde er iets. Op de een of andere manier was het of haar woede over het verleden, op haar moeder, op Mitch, haar in een soort psychisch ravijn duwde. Ze viel voorover het pad af. De koelbox vloog uit haar handen en raakte haar knie. Ze schreeuwde, verloor haar evenwicht en rolde toen op haar zij de bergkam af.
Ze kwam op een jonge struik terecht, maar voor ze zich eraan vast kon grijpen, boog hij door, waardoor ze verder naar voren vloog. Op de open plek was niets om haar val te breken, en ze rolde om en om, tot ze in de kolkende rivier terechtkwam en kopje-onder ging. Het ijskoude water gaf haar een schok. Toen ze onwillekeurig een kreet slaakte, kreeg ze water binnen en verslikte zich. Haar neusholtes leken in brand te staan, en haar huid verstijfde van de kou.
Door het zwemvest kwam ze weer boven, maar het schuimende water sloeg over haar heen. Opnieuw viel mamma met Jani in haar armen over de reling. Het bruisende schuim verzwolg hen, verzwolg Lisa. Had mammie haar met hen meegetrokken? Hoe was dit gebeurd? Een gevoel van ontzetting maakte zich van haar meester, maakte toen plaats voor doodsangst, en stukje bij beetje brokkelde haar moed af.
De stroom voerde haar mee, langs uitstekende rotsen. Ze trok haar handen en voeten dicht tegen zich aan. Ze moest het water uit, maar ze kon niets vinden waar ze zich aan vast kon grijpen, en ondertussen werd ze heen en weer geslingerd, rond gedraaid, geduwd, stootte ze tegen rotsen. IJskoud en half verdrinkend werd ze stroomafwaarts gesleurd.
Hoewel de twee glazen die Mitch samen met de blikjes gingerale in zijn rugzak had gestopt, van plastic waren, rinkelden ze toen hij het pad op de bergkam af liep, al werd het geluid voor een groot deel overstemd door het geraas van de rivier. Als Lisa dacht dat hij wijn zou meeslepen voor een of andere tedere reünie, had ze het mooi mis. Dit was puur zakelijk.
Wat zou het dat hij nog steeds naar haar verlangde? Dat was puur een lichamelijke reactie die voortkwam uit zijn hartstochtelijke herinneringen. En met de reactie van zijn lichaam op de nabijheid van Lisa kon hij echt wel omgaan. Er zat niets anders op.
Toen hij naar Alaska verhuisd was, had hij het vieze gevoel dat hij had gekregen van het verdedigen van cliënten van wie hij drommels goed wist dat ze schuldig waren, van zich af moeten wassen. Hij voelde zich schuldig voor zijn walgelijk hoge salaris en de drukke agenda waardoor hij geen tijd had voor pro-Deowerk. Druk, druk, druk. En waarvoor? Aanzien? Om met zijn boot door de kanalen van Fort Lauderdale te varen, op vrouwenjacht te gaan of in de toekomst een gezin te stichten waar hij toch geen tijd voor had? In tegenstelling tot Ellie Bonners broer Merritt Carlisle had hij geen behoefte aan de macht die hoorde bij een baan in de nationale of zelfs de federale politiek. Thuis had hij zijn buik vol gehad van de ingewikkelde machtsspelletjes in de kringen waarin hij verkeerde. Godzijdank had Alaska hem geholpen weer de oude te worden. Ze zeiden wel eens dat mensen die naar Alaska kwamen, óf ergens voor op de vlucht waren, óf op zoek naar iets. In zijn geval was het waarschijnlijk allebei.
Hij wist dat hij een heleboel mensen in de steek had gelaten, maar gezinnen, vrienden en collega’s helpen een betere band met elkaar te krijgen schonk hem veel meer voldoening dan zijn oude leven. Eigenlijk had hij het werk van zijn oom hier voortgezet met zijn teambuildingprogramma. In elk geval getuigde het feit dat Graham en Ellie hun drie kandidaten hier naartoe brachten om te zien wie Mitch’ plek moest innemen er wel van dat ze zijn oordeel nog steeds vertrouwden en hem zijn vertrek vergeven hadden.
Gebronsde, blonde strandpoes Lisa Vaughn had echter nooit gesnapt waarom hij zijn leven moest omgooien, waarom hij Florida moest verruilen voor Alaska om niet gek te worden, zelfs als dat betekende dat de plannen die ze samen hadden gemaakt, niet doorgingen. Ze moesten het gewoon uitpraten, en deze keer to the point, zonder emoties en objectief, dan konden ze zich weer op de selectieprocedure richten.
Natuurlijk wenste hij Lisa het beste in haar gooi naar het vennootschap, maar hij trok niemand voor. Zoveel was hij Graham wel verplicht, en Ellie ook, want haar vader had het kantoor opgericht, en uiteindelijk had hij zijn schoonzoon Graham voor zijn dood vennoot gemaakt. Graham was Mitch’ mentor geweest, net zoals Mitch had geprobeerd dat voor Jonas te zijn, de kandidaat die eigenlijk zijn voorkeur had, al waren zowel Lisa als Vanessa uitstekende advocaten. Niemand werkte voor Carlisle, Bonner & Partners in Fort Lauderdale, Miami en Palm Beach als dat niet zo was. Hoewel Mitch politici niet echt vertrouwde, was Merritt, die nog advocaat geweest was ten tijde van Mitch’ intrede bij het kantoor, iemand die erin geslaagd was zijn handen schoon te houden.
Net voor hij het zijpad naar het meer in wilde slaan waar hij met Lisa had afgesproken, zag hij de kleine, witte koelbox die Christine aan Lisa had gegeven. Hij lag open, en de ingepakte hapjes, gekleurde borden en servetjes lagen her en der op de helling naar de rivier, als een hand die naar het water wees. Was Lisa een beer tegengekomen en had ze het op een lopen gezet? Nee, een beer zou dat eten niet hebben laten liggen.
Hij bukte zich en tuurde naar de rivier. Het terrein was hier vrij open, dus ze zou toch wel door hebben gehad dat ze rechtsaf naar het meer moest, niet naar links. Was ze in de richting van de rivier gevallen? O, God, laat haar niet ín de rivier gevallen zijn!
‘Lisa! Lisa!’ schreeuwde hij, ook al wist hij dat het geraas van de rivier hem zou overstemmen als ze niet in de buurt was.
Ze had een goede conditie, het was echt een buitenmeid, maar dan wel van het soort dat van blauwe luchten en zand houdt. Strandvolleybal, waar ze in uitblonk, was haar favoriete sport.
‘Lisa? Liiisaaa!’
Zich vasthoudend aan wat jonge struikjes daalde hij de steile oever naar de rivier af. Toen hij haar in het schuimende water zag, zo’n tien meter verderop, zich wanhopig aan de overkant aan een rots vastklemmend, slaakte hij een kreet. Als ze niet dat oranje zwemvest had gedragen, dat in de stroomversnelling oplichtte als een boei, had hij haar nooit gezien. Als ze losliet, was ze er geweest, want even verderop was een smal stuk met een haarspeldbocht vol kolkend, wit water, en nog verder volgde een aantal watervalletjes, waar de zalmen nog wel tegenop kwamen, maar die je het leven konden kosten als je naar beneden viel. Erger nog, in dit koude water zou ze binnen twintig minuten onderkoeld raken en doodgaan.
Zijn oom had hem verteld dat je het gevoel in je ledematen binnen zeven minuten kwijt bent, je bewustzijn na nog eens zeven en het leven zelf in de daaropvolgende zeven of zoiets. En een meisje uit Zuid-Florida was niet echt voorbereid op een zwempartij in ijskoud smeltwater.
Zwaaiend met zijn armen schreeuwde hij opnieuw naar haar, maar ze keek stroomafwaarts en zag hem niet. Ze klemde zich aan de rots vast, niet alsóf haar leven daarvan afhing, het híng er letterlijk van af.
Half klimmend, half kruipend baande hij zich een weg tegen de oever op. Een kajak! Hij moest de kajak hebben die aan de andere kant van de bergkam lag. Er was geen tijd om hulp te halen. Als hij schreeuwde, zou niemand in de lodge hem boven het lawaai van het water uit horen, en ze konden hem van hieraf ook niet zien.
Hoelang kon ze het nog volhouden?
Hij moest haar in de kajak zien te krijgen zonder hem te laten omslaan, rond draaikolken en over bulten en kuilen naar een aanlegplaats voor de stroomversmalling zien te manoeuvreren, zodat hij haar kon verzorgen. Een gemakkelijke weg terug was er echter niet. Of ze moesten langs de andere kant van de rivier de hele weg terug lopen, of ze moesten de kajak langs de watervallen dragen en dwars door de stroomversnellingen de bergen uit varen.
Zich vastgrijpend aan de jonge struiken hees hij zich omhoog, waarbij zijn nagels in het groene mos en het oranje licheen klauwden. Hij klauterde langs de plek waar ze de koelbox had laten vallen, toen over de bergkam heen. Daarna rende hij langs het pad naar beneden, naar waar de tweepersoons kajak in het serene meer lag te wachten tot ze hun tochtje naar een van zijn favoriete picknickplekjes zouden maken. Verdomme, waarom was ze niet naar deze kant gevallen?
Zijn hart hamerde tegen zijn ribben. De adrenaline in zijn aderen gaf hem reuzenkracht. Kajaks waren niet heel zwaar, maar hij moest hem het pad op slepen, dan over de bergkam en hem vervolgens naar beneden laten glijden zonder het dunne plastic te doen splijten. Ja, er lagen twee peddels in. Ook twee zwemvesten.
Even keek hij naar de overkant van het meer om te zien of hij zijn vrienden Ginger en Spike ook zag, maar er was niemand. Gingers motorbootje lag aan wal, vlak bij de lodge, maar zelf was ze nergens te bekennen.
‘Alleen ik en niemand anders,’ bromde hij, terwijl hij de kajak voor zich uit het pad op duwde. O, God, laat haar die rots blijven vasthouden.
Hijgend, met bonkend hart en hevig protesterende spieren, lukte het hem de kajak over de bergkam heen te krijgen. Nu moest hij ervoor zorgen dat de boot niet de rivier in gleed en er zonder hem vandoor ging. Met zweetdruppels brandend in zijn ogen, tuurde hij ingespannen de rivier af om te zien of Lisa nog aan de rots hing. Yes!
Terwijl hij zich vastklemde aan een struik om te voorkomen dat de kajak weg zou drijven, vloekte hij bij zijn worsteling om het spatzeil uit de opbergruimte voorin te halen en dat strak om zich heen te trekken. Dat spatzeil was nodig, want als er te veel water in de boot zou komen, kon Mitch onderkoeld raken, en kon de boot zelfs kapseizen. Uit alle macht vocht hij tegen het snelstromende water. Dit was wel even iets anders dan surfen in Zuid-Florida.
Pas toen zijn rugzak tegen de kajak stootte, besefte hij dat hij die nog steeds droeg. Hij rukte hem af en trok een van de zwemvesten aan, waarna hij zijn rugzak in de opbergruimte propte. Eigenlijk moest hij het neopreen wetsuit dat hij daar zag liggen, aantrekken, maar daar was geen tijd voor. Ook realiseerde hij zich dat hij geen helm had. Voor zo’n simpel tochtje over het meer had hij die niet meegenomen. Hij trad al zijn eigen veiligheidsvoorschriften met voeten, maar dit was een zaak van leven of dood. Die van Lisa, maar misschien ook die van hemzelf. ‘Doe domme dingen, dan kan een kajak ook je doodskist worden,’ had hij tegen menige groep gasten gezegd.
Even voelde hij zich woedend op Lisa. Omdat ze in de rivier lag, omdat ze hem in deze nachtmerrie deed belanden nu zijn leven net zo lekker liep. Ook al moest hij deze week in de nabijheid verkeren van de vrouw die meer van haar carrière en haar plekje onder de zon had gehouden dan van hem.
Hij zette zich af en peddelde met krachtige slagen de rivier op, trachtend de controle en zijn evenwicht niet te verliezen, zodat hij haar niet voorbij zou schieten. In stilte bad hij dat hij bij haar kon komen en haar op de een of andere manier aan boord kon krijgen zonder om te slaan. ‘Hou vast! Hou vast!’ schreeuwde hij, al snapte hij wel dat ze hem niet zou horen door het geraas van het water.
Met samengeknepen ogen tegen de zon en de waterdruppels speurde hij naar haar oranje zwemvest. Opeens zag hij haar meegevoerd worden door het schuimende water.