9

Richie Colgan beweert dat zijn voorouders uit Nigeria komen, maar ik heb zo mijn twijfels. Gezien zijn wraakzucht zou ik zweren dat hij half Siciliaans is.

Hij maakte me om zeven uur ’s morgens wakker door sneeuwballen tegen mijn raam te gooien, net zo lang tot het geluid in mijn dromen binnendrong en ik van een wandeling met Emmanuelle Beart op het Franse platteland werd weggerukt en in een modderig schuttersputje werd gegooid, waar de vijand ons om duistere redenen met grapefruits bekogelde.

Ik ging rechtop in bed zitten en zag een kledder natte sneeuw tegen mijn ruit spatten. Eerst was ik blij dat het geen grapefruit was, toen werd mijn hoofd helder en liep ik naar het raam en zag ik Richie beneden staan.

Die klerelijer zwaaide naar me.

‘Grief Release,’ zei Richie toen hij aan mijn keukentafel zat, ‘is een interessante organisatie.’

‘Hoe interessant?’

‘Voor mij interessant genoeg om mijn hoofdredacteur twee uur geleden wakker te bellen. Hij heeft me twee weken vrijgegeven van mijn column. Ik ga research naar ze doen, en als daaruit komt wat ik denk dat eruit komt, wordt het een artikelenserie van vijf dagen rechts onder op de voorpagina.’

‘En wat denk je dat eruit komt?’ vroeg Angie. Ze keek hem nors over haar kop koffie aan. Haar gezicht was opgezet, haar haar hing voor haar ogen, en ze was helemaal niet blij met de nieuwe dag.

‘Nou…’ Hij gooide zijn stenoboekje open op de tafel. ‘Ik heb alleen maar de diskettes onderzocht die jullie me hebben gegeven, maar jezus, die mensen zijn fout. Voorzover ik kan zien, gaat het bij hun “therapie” en de “niveaus” daarvan om een systematische afbraak van de geest, gevolgd door een snelle opbouw. Het lijkt veel op de manier waarop het Amerikaanse leger soldaten aanpakt: eerst helemaal afbreken, dan weer opbouwen. Maar die lui van het leger, dat moet je ze nageven, zeggen eerlijk wat ze doen.’ Hij tikte met het notitieboekje op de tafel. ‘Die mutanten zijn een heel ander verhaal.’

‘Voorbeeld,’ zei Angie.

‘Nou, weet je van de niveaus – Niveau Een, Twee, enzovoort?’

Ik knikte.

‘Nou, elk van die niveaus bestaat weer uit een serie stappen. De namen van die stappen zijn afhankelijk van het niveau waarop je zit, maar in wezen zijn ze allemaal hetzelfde. Het doel van die stappen is “Keerpunt”.’

‘Keerpunt is Niveau Zes.’

‘Ja,’ zei hij. ‘Keerpunt is het doel van alles. Nou, om het Totale Keerpunt te bereiken, moet je eerst een partij kleine keerpuntjes hebben. Als je bijvoorbeeld op Niveau Twee zit – Troosteloos – ga je door een serie therapeutische ontwikkelingen of “stappen”, waardoor je een “keerpunt” bereikt en niet meer Troosteloos bent. Die stappen zijn: Eerlijkheid, Naaktheid…’

‘Naaktheid?’ zei Angie.

‘Ja. Emotioneel, niet fysiek, al wordt dat geaccepteerd. Eerlijkheid, Naaktheid, Exhibitie en Openbaring.’

‘Openbaring,’ zei ik.

‘Ja. Het “keerpunt” van Niveau Twee.’

‘Hoe heet het in Niveau Drie?’ zei Angie.

Hij keek in zijn aantekeningen. ‘Epifanie. Zie je? Dat is hetzelfde als openbaring. In Niveau Vier heet het Ontsluiering. In Vijf is het Apocalyps. In Zes heet het Waarheid.’

‘Wat bijbels,’ zei ik.

‘Precies. Grief Release verkoopt religie onder het voorwendsel van psychologie.’

‘Psychologie,’ zei Angie. ‘Dat is in feite ook een religie.’

‘Zeker. Maar geen georganiseerde.’

‘Je bedoelt dat de hogepriesters van de psychologie en de psychoanalyse hun fooiengeld niet bij elkaar leggen.’

Hij tikte met zijn koffiekopje tegen dat van mij. ‘Precies.’

‘En wat is hun doel?’ vroeg ik.

‘Grief Release?’

‘Nee, Rich,’ zei ik. ‘Burger King. Waar hebben we het over?’

Hij snoof aan zijn koffie. ‘Is dit dat spul met extra cafeïne?’

‘Richie,’ zei Angie. ‘Alsjeblieft.’

‘Voorzover ik kan zien, heeft Grief Release tot doel volgelingen te werven voor de Kerk van Waarheid en Openbaring.’

‘Je kunt het onderlinge verband bewijzen?’ zei Angie.

‘Nog niet in zoverre dat ik het kan publiceren, maar ja, ze spelen onder één hoedje. Voorzover we weten, is de Kerk van Waarheid en Openbaring een kerk uit Boston. Ja?’

We knikten.

‘Waarom zit hun administratiekantoor dan in Chicago? En hun makelaar? En het advocatenkantoor dat net een verzoek bij de belastingdienst heeft ingediend om de organisatie vrijstelling van belasting te verlenen omdat ze een religieuze instelling zijn?’

‘Omdat ze Chicago een mooie stad vinden?’ zei Angie.

‘Nou, dat vindt Grief Release dan ook,’ zei Richie. ‘Want diezelfde firma’s in Chicago regelen ook al hun zaken.’

‘Hoe lang denk je dat het duurt voor je het verband tussen die twee organisaties kunt publiceren?’ vroeg ik.

Hij leunde achterover in zijn stoel, rekte zich uit en geeuwde. ‘Minstens twee weken, zoals ik al zei. Het is een web van vennootschappen. Op dit moment kan ik een verband tussen Grief Release en de Kerk van Waarheid en Openbaring aannemelijk maken, maar ik kan het niet zwart op wit bewijzen. De kerk is in elk geval veilig.’

‘Maar Grief Release?’ zei Angie.

Hij glimlachte. ‘Daar kan ik gehakt van maken.’

‘Hoe?’ vroeg ik.

‘Ik zei toch dat al die stappen op elk afzonderlijk niveau in wezen hetzelfde waren? Nou, als je het van de positieve kant bekijkt, hebben ze een techniek ontdekt die werkt en maken ze daar alleen maar subtiel of minder subtiel gebruik van, afhankelijk van het verdriet waar de persoon in kwestie onder gebukt gaat.’

‘Maar als je het van een minder positieve kant bekijkt?’

‘Zoals elke goede journalist zou moeten doen.’

‘Dat spreekt vanzelf…’

‘Dan,’ zei Richie, ‘zijn die mensen je reinste zwendelaars. Laten we nog eens naar de stappen van Niveau Twee kijken en daarbij niet vergeten dat alle andere stappen op de andere niveaus hetzelfde zijn, maar dan onder andere namen. Stap Een,’ zei hij, ‘is Eerlijkheid. Zoals het woord zegt – je vertelt je therapeut tot in alle details wie je bent, waarom je daar bent, wat je écht dwarszit. Dan ga je over naar Naaktheid, dat wil zeggen, je legt je innerlijke persoonlijkheid bloot.’

‘Tegenover wie?’ zei Angie.

‘In dat stadium alleen je therapeut. Alle gênante rottigheid die je in Stap Een nog hebt verzwegen – je hebt als kind een kat vermoord, je hebt je vrouw bedrogen, geld verduisterd, wat dan ook – het moet er in Stap Twee allemaal uit.’

‘Het moet van je tong afrollen,’ zei ik. ‘Zomaar?’ Ik knipte met mijn vingers.

Hij knikte, stond op en schonk zich nog eens koffie in. ‘De therapeuten gebruiken daar een tactiek voor. De cliënt kleedt zich als het ware geleidelijk uit. Eerst geef je iets elementairs toe – je vermogenspositie, bijvoorbeeld. Dan de laatste keer dat je een leugen vertelde. Dan misschien iets wat je in de afgelopen week hebt gedaan en wat je niet lekker zit. Enzovoort, enzovoort. Twaalf uur lang.’

Angie kwam naast hem bij het koffiezetapparaat staan. ‘Twáálf uur?’

Hij pakte melk uit de koelkast. ‘Nog langer, als het nodig is. Ik heb op die schijfjes verslagen staan van “intensieve sessies” die negentien uur duurden.’

‘Is het bij de wet verboden?’ vroeg ik.

‘Voor een politieman wel. Ga maar na,’ zei hij. Hij ging tegenover me zitten en leunde achterover. ‘Als hier in Massachusetts een politieman een verdachte ook maar één seconde langer dan twaalf uur verhoort, heeft hij de burgerrechten van de verdachte geschonden en mag niets van wat de verdachte zegt – voor of na dat punt van twaalf uren – in de rechtbank worden gebruikt. En daar is een goede reden voor.’

‘Ha!’ zei Angie.

‘O, geen reden waar types als jullie, wetshandhavers en zo, gek op zullen zijn, maar bekijk het eens zo: als je meer dan twaalf uur – zelf vind ik tien de limiet – wordt ondervraagd door iemand in een gezagspositie, kun je niet helder meer denken. Dan wil je alles wel zeggen om een eind aan de vragen te maken. Alleen al om een beetje slaap te krijgen.’

‘Dus Grief Release hersenspoelt de clientèle?’ zei Angie.

‘In sommige gevallen. In andere gevallen verzamelen ze enorm veel persoonlijke informatie over hun cliënten. Stel, je bent een huisvader met een vrouw en twee kinderen, met een keurig voortuintje, maar je hebt zojuist toegegeven dat je twee keer per maand naar homobars gaat om je daar uit te leven. En dan zegt de therapeut: “Goed. Heel goede naaktheid. Laten we iets gemakkelijkers proberen. Ik moet je vertrouwen, en dus moet jij mij ook vertrouwen. Wat is de pincode van je bankpasje?’

‘Wacht even, Rich,’ zei ik. ‘Ze proberen dus financiële informatie los te krijgen om hun cliënten geld afhandig te maken?’

‘Nee,’ zei hij. ‘Zo simpel is het niet. Ze leggen dossiers over hun cliënten aan met alle fysieke, emotionele, psychologische en financiële informatie. Ze komen álles te weet wat er over iemand te weten valt.’

‘En dan?’

Hij glimlachte. ‘Dan bezitten ze zo iemand, Patrick. Voorgoed.’

‘Waarvoor?’ zei Angie.

‘Noem maar op. Neem bijvoorbeeld onze hypothetische cliënt met de vrouw en kinderen en zijn heimelijke homoseksualiteit. Hij gaat van naaktheid naar exhibitie, en dat komt erop neer dat hij lelijke waarheden toegeeft aan een groep andere cliënten en personeelsleden. Vandaar gaat hij meestal naar een buitenhuis dat ze in Nantucket hebben. Hij wordt van alles ontdaan, helemaal gestript, en dan zit hij daar vijf dagen met al die anderen, en ze praten, praten, praten – altijd “eerlijk”. Ze leggen zich keer op keer bloot in een omgeving die beheerst en beschermd wordt door medewerkers van Grief Release. Het zijn meestal nogal kwetsbare, onzekere mensen, en nu maken ze deel uit van een gemeenschap van andere kwetsbare, onzekere mensen die net zoveel geheimen hebben als zij. Onze hypothetische man heeft het gevoel dat er een last van zijn schouders wordt genomen. Hij voelt zich gezuiverd. Hij is geen slecht mens; hij valt best mee. Hij heeft een familie gevonden. Hij heeft de Openbaring bereikt. Hij kwam daar binnen omdat hij zich wanhopig voelde. Nu voelt hij zich niet wanhopig meer. Probleem opgelost. Hij kan verdergaan met zijn leven. Ja?’

‘Nee,’ zei ik.

Hij knikte. ‘Precies. Hij heeft zijn nieuwe familie nu nodig. Ze zeggen tegen hem dat hij vooruit is gegaan maar elk moment kan terugvallen. Hij moet nog meer lessen volgen, nog meer stappen doorlopen, nog meer niveaus bereiken. En o ja, iemand vraagt hem of hij ooit Luisteren naar de Boodschap heeft gelezen.’

‘De bijbel van de Kerk van Waarheid en Openbaring,’ zei Angie.

‘Bingo. Tegen de tijd dat onze hypothetische man beseft dat hij in een sekte is terechtgekomen en zich diep in de schulden steekt om contributies en seminars en verblijfskosten en noem maar op te betalen, is het te laat. Hij probeert Grief Release of de kerk te verlaten, maar dat kan niet. Ze hebben zijn bankgegevens, zijn pincode, al zijn geheimen.’

‘Maar nu ben je aan het theoretiseren,’ zei ik. ‘Je hebt geen harde bewijzen.’

‘Nou, wat Grief Release betreft, heb ik die wel. Ik heb een trainingshandleiding voor therapeuten, en daarin krijgen ze specifiek de instructie om financiële informatie uit hun cliënten los te krijgen. Alleen al met die handleiding kan ik gehakt van ze maken. Maar de Kerk? Nee. Dan zou ik de lidmaatschapslijsten moeten hebben.’

‘Wat?’

Hij haalde een stapel computerpapier uit de gymtas die bij zijn voeten stond. ‘Dit zijn de namen van iedereen die ooit onder behandeling is geweest bij Grief Release. Als ik de ledenlijst van de kerk heb en die naast deze lijst leg, ben ik op weg naar de Pulitzerprijs.’

‘Zou je wel willen,’ zei Angie. Ze pakte de lijst, bladerde erin en vond de bladzijde die ze wilde. Toen glimlachte ze.

‘De naam staat erin, hè?’ zei ik.

Ze knikte. ‘Zwart op wit, jongen.’ Ze hield me het papier voor en ik zag de naam halverwege de bladzijde:

Desiree Stone.

Richie haalde een twintig centimeter dik pak papier uit zijn tas en legde het voor ons op de tafel. Alles wat hij op de schijfjes had gevonden, stond daarop. Hij gaf ook de schijfjes terug; de afgelopen nacht had hij kopieën voor zichzelf gemaakt.

Angie en ik keken naar de stapel papier tussen ons in en vroegen ons net af waar we moesten beginnen, toen mijn telefoon ging.

‘Hallo,’ zei ik.

‘We willen onze diskettes,’ zei iemand.

‘Dat geloof ik graag,’ zei ik. Ik liet het mondstuk even naar mijn kin zakken en zei tegen Angie: ‘Ze willen hun diskettes.’

‘Hé, vinden is houden,’ zei ze.

‘Vinden is houden,’ zei ik in de telefoon.

‘Kost het u de laatste tijd moeite om voor dingen te betalen, meneer Kenzie?’

‘Pardon?’

‘Belt u eens naar uw bank,’ zei de stem. ‘Ik geef u tien minuten. Zorg dat de lijn vrij is als ik terugbel.’

Ik hing op en ging meteen naar mijn slaapkamer om mijn portefeuille te pakken.

‘Wat is er?’ zei Angie.

Ik schudde mijn hoofd, belde naar Visa, werkte me door de automaatstemmen heen en kreeg ten slotte een mens aan de lijn. Ik gaf haar het kaartnummer, de vervaldatum en de postcode.

‘Meneer Kenzie?’ zei ze.

‘Ja.’

‘Het is gebleken dat uw kaart vals is.’

‘Pardon?’

‘Hij is vals, meneer.’

‘Nee, dat is hij niet. Ik heb hem van u gekregen.’

Ze zuchtte verveeld. ‘Nee, dat is niet zo. Uit een intern computeronderzoek is gebleken dat uw kaart en het bijbehorende nummer deel uitmaken van een grootschalige infiltratie van onze databanken. Dat is drie jaar geleden gebeurd.’

‘Dat kan niet,’ zei ik. ‘Ik heb die kaart van u gekregen.’

‘Dat is onmogelijk,’ zei ze zangerig maar neerbuigend.

‘Wat betekent dit?’ zei ik.

‘Onze juristen zullen contact met u opnemen, meneer Kenzie. Evenals het openbaar ministerie, afdeling post- en computer-fraude. Goedendag.’

Ze hing op.

‘Patrick?’ zei Angie.

Ik schudde weer met mijn hoofd en belde mijn bank.

Ik ben arm opgegroeid. Ik ben altijd bang, ja zelfs doodsbang, geweest voor anonieme bureaucraten en verstuurders van rekeningen die diep op me neerkeken en mijn waarde bepaalden op grond van mijn bankrekening – die mijn recht om geld te verdienen bepaalden door te kijken naar wat ik al had. Ik had me de afgelopen tien jaar uit de naad gewerkt om geld te verdienen en te sparen. Ik zou nooit meer arm zijn, had ik tegen mezelf gezegd. Nooit meer.

‘Uw bankrekeningen zijn geblokkeerd,’ vertelde meneer Pearl van de bank me.

‘Geblokkeerd,’ zei ik. ‘Wat houdt dat in?’

‘Er is beslag gelegd op de saldo’s, meneer Kenzie. Door de belastingdienst.’

‘Gerechtelijk bevel?’

‘Nog in behandeling,’ zei hij.

En ik hoorde het in zijn stem – minachting. Die toon krijgen arme mensen steeds weer te horen – van bankiers, crediteuren, winkeliers. Minachting, omdat de armen tweederangs mensen zijn, dom en lui en te laks om hun geld vast te houden en een bijdrage aan de samenleving te leveren. Ik had die minachtende toon minstens zeven jaar niet gehoord, en ik was er niet klaar voor. Ik voelde me meteen vernederd.

‘Nog in behandeling,’ zei ik.

‘Dat zei ik.’ Zijn stem was droog, kalm, zeker van zijn positie in het leven. Hij zou op dezelfde manier tegen een van zijn kinderen hebben gesproken.

Ik mag de auto niet mee, pa?

Dat zei ik.

‘Meneer Pearl,’ zei ik.

‘Ja, meneer Kenzie?’

‘Kent u het advocatenkantoor Hartman & Hale?’

‘Natuurlijk, meneer Kenzie.’

‘Goed. Die zullen contact met u opnemen. Binnenkort. En dan zal dat gerechtelijk bevel…’

‘Goedendag, meneer Kenzie.’ Hij hing op.

Angie liep om de tafel heen en legde haar ene hand op mijn rug en de andere op mijn rechterhand. ‘Patrick,’ zei ze. ‘Je bent zo wit als een laken.’

‘Jezus,’ zei ik. ‘Jezus christus.’

‘Het komt wel goed,’ zei ze. ‘Ze kunnen dit niet doen.’

‘Ze doen het, Ange.’

Toen drie minuten later de telefoon ging, nam ik meteen op.

‘Zit u een beetje krap, meneer Kenzie?’

‘Waar en wanneer, Manny?’

Hij grinnikte. ‘O, we klinken – hoe zal ik het stellen – wanhopig, meneer Kenzie.’

‘Waar en wanneer?’ zei ik.

‘De Prado. Kent u dat?’

‘Ik ken het. Wanneer?’

‘Twaalf uur,’ zei Manny.

Hij hing op.

Iedereen hing zomaar op. En het was nog niet eens negen uur.