•56•
Zoals gewoonlijk was het deze frisse ochtend weer druk in het Dirksen Senate Office Building. Robert Thornhill liep vastberaden de lange gang door en zwaaide zwierig met zijn koffertje. Hij had een bijzondere nacht achter de rug, in meer dan één opzicht. De enige teleurstelling was dat Buchanan en Adams nog steeds niet waren gevonden.
De rest van de nacht was gewoon geweldig geweest. Hij had grote indruk gemaakt op mevrouw Thornhill met zijn dierlijke energie. Ze was zelfs vroeg opgestaan om het ontbijt voor hem te maken, gekleed in een dun, half doorschijnend zwart dingetje. Dat was al in jaren niet gebeurd – noch het ontbijt, noch het dingetje.
De vergaderzaal lag aan het einde van de gang. Het kleine koninkrijk van Rusty Ward, dacht Thornhill snuivend. Daar regeerde de senator met een Zuidelijke vuist, dat wil zeggen met een fluwelen handschoen die knokkels van graniet verborg. Ward kon je in slaap sussen met zijn belachelijk vriendelijke, temerige stem, maar als je er het minst op verdacht was sloeg hij plotseling toe en veegde hij de vloer met je aan met zijn doordringende blik en zijn o-zo-precieze bewoordingen, die de nietsvermoedende vijand de poten onder zijn harde overheidsstoel vandaan zaagden.
Alles aan Rusty Ward irriteerde Thornhills gevoelige, beschaafde, aan de duurste universiteiten geknede persoonlijkheid. Maar vanochtend was hij op alles voorbereid. Hij zou net zolang over doodseskaders en noodzakelijke restricties blijven emmeren tot hij er dood bij neerviel – om een van Wards favoriete zinsneden te citeren – maar uiteindelijk zouden ze geen steek wijzer weer naar huis gaan.
Voordat hij het zaaltje binnenstapte haalde Thornhill nog één keer diep adem om zijn krachten te verzamelen. In gedachten zag hij het decor al voor zich: Ward en zijn trawanten achter hun kleine balie, de voorzitter die zijn bretels optrok en met zijn dikke kop om zich heen keek terwijl hij in zijn papieren neusde en alles in de gaten hield wat er in zijn kleine koninkrijk gebeurde. Als Thornhill binnenkwam, zou Ward hem begroeten met een knikje en een onschuldige glimlach, bedoeld om Thornhill zand in de ogen te strooien, alsof hem dat ooit zou lukken. Maar dat was nu eenmaal het vaste ritueel. Het valt niet mee om een oude hond nieuwe kunstjes te leren. Ook zo’n favoriet gezegde van Ward. Wat een armoe.
Thornhill trok de deur open en beende zelfverzekerd door het middenpad van de vergaderzaal. Pas halverwege drong het tot hem door dat er veel meer mensen waren dan normaal. De kleine zaal barstte letterlijk uit zijn voegen. En toen hij om zich heen keek, zag hij talloze gezichten die hij helemaal niet kende. Bij de getuigenbank aangekomen wachtte hem een nieuwe schok. Er zaten daar al mensen, met hun rug naar hem toe.
Hij keek op naar de commissie. Ward keek terug, maar deze keer moest Thornhill het stellen zonder de glimlach en de onnozele begroeting van de gezette voorzitter.
‘Meneer Thornhill, wilt u zo lang op de voorste rij plaatsnemen? We hebben nog een getuige die wij eerst willen horen.’
Thornhill keek verbluft. ‘Pardon?’
‘Ga zitten, meneer Thornhill,’ herhaalde Ward.
Thornhill keek op zijn horloge. ‘Ik ben bang dat ik vandaag niet veel tijd heb, meneer de voorzitter. En niemand heeft mij verteld dat er nog andere getuigen waren.’ Thornhill keek naar de getuigenbank. Hij herkende de mannen niet. ‘Misschien kunnen we een nieuwe datum afspreken?’
Ward keek langs Thornhill heen. De cia -officier volgde zijn blik. Een geüniformeerde politieman van Capitol Hill sloot officieel de deur en bleef er met zijn brede rug tegenaan staan, alsof hij iedereen uitdaagde om hem van zijn plaats te krijgen.
Thornhill draaide zich weer om naar Ward. ‘Ontgaat mij hier iets?’
‘Als dat zo is, zult u het zo meteen wel begrijpen,’ antwoordde Ward onheilspellend. Toen keek hij naar een van zijn medewerkers en knikte.
De assistent verdween door een kleine deur achter de commissie en was binnen een paar seconden weer terug. Thornhill kreeg zowat de grootste schok van zijn leven toen Danny Buchanan binnenkwam en naar de getuigenbank liep. Hij negeerde Thornhill, die in het gangpad bleef staan, met zijn koffertje bewegingloos tegen zijn been. De mannen in de getuigenbank stonden op en namen plaats tussen het publiek.
Buchanan bleef voor de getuigenbank staan, stak zijn rechterhand op, legde de eed af en ging zitten.
Ward wierp een blik naar Thornhill, die nog steeds geen vin had verroerd.
‘Meneer Thornhill, wilt u alstublieft gaan zitten, zodat we kunnen beginnen?’
Thornhill staarde naar Buchanan en schuifelde zijwaarts naar de enige nog vrije stoel op de voorste rij. De forsgebouwde man aan het einde van de rij maakte ruimte, zodat Thornhill kon passeren. Toen Thornhill zat en opzij keek naar de man, staarde hij in het gezicht van Lee Adams.
‘Blij je weer te zien,’ zei Lee met een grijns voordat hij naar achteren leunde op zijn stoel en zijn aandacht op de commissie richtte.
‘Meneer Buchanan,’ begon Ward, ‘kunt u ons vertellen waarvoor u vandaag gekomen bent?’
‘Voor een getuigenverklaring over een schokkende samenzwering bij de Central Intelligence Agency,’ antwoordde Buchanan op rustige, zelfverzekerde toon. In de loop van de jaren had hij tegenover meer commissies getuigd dan alle hoofdpersonen van Watergate bij elkaar. Hij was dus op bekend terrein en zijn beste vriend in de hele wereld leidde de ondervraging. Dit was zijn moment. Eindelijk.
‘Dan lijkt het me het beste dat u bij het begin begint.’
Buchanan legde zijn handen netjes voor zich, boog zich naar voren en sprak in de microfoon.
‘Ongeveer vijftien maanden geleden werd ik benaderd door een hoge functionaris van de cia , die bekend was met mijn lobbywerk. Hij wist dat ik veel politici op de Hill goed kende. En hij vroeg me hem te helpen bij een speciaal project.’
‘Wat voor een project?’ vroeg Ward.
‘Hij wilde dat ik bewijzen zou verzamelen tegen parlementariërs die konden worden gebruikt voor chantage.’
‘Chantage? Op welke manier?’
‘Hij wist dat ik lobbyde uit naam van de arme landen en de internationale hulporganisaties.’
‘Wij zijn ons bewust van uw inspanningen op dat gebied,’ verklaarde Ward grootmoedig.
‘Zoals u zich kunt voorstellen, valt dat hier niet mee. Die kruistocht heeft me het grootste deel van mijn eigen kapitaal gekost. Dat wist de man ook. Hij voelde wel dat ik wanhopig was. Een gemakkelijk doelwit, zei hij, als ik het me goed herinner.’
‘En hoe werkte die chantage?’
‘Ik moest bepaalde politici en ambtenaren benaderen die de ontwikkelingshulp en andere buitenlandse hulpprogramma’s konden beïnvloeden. Het ging alleen om mensen die geld nodig hadden. In ruil voor hun hulp zouden ze worden beloond zodra ze uit de politiek gingen. Ze wisten het natuurlijk niet, maar de cia zou helpen bij het financieren van hun “pensioen”. Als ze met mijn voorstel instemden, moest ik de volgende keer een microfoontje dragen van de cia , om belastende gesprekken met die mannen en vrouwen vast te leggen. Ze zouden ook worden gevolgd door de cia . Al hun “illegale” praktijken zouden worden geregistreerd en vervolgens tegen hen worden gebruikt door deze man van de cia .’
‘Waarom?’
‘Een groot aantal van de mensen die ik moest omkopen om de ontwikkelingshulp te steunen zat ook in commissies die toezicht houden op de cia . Twee leden van deze commissie bijvoorbeeld, de senatoren Johnson en McNamara, maken ook deel uit van de Bestedingscommissie voor buitenlandse operaties. De man van de cia gaf me een lijst met namen van mensen die hij onder druk wilde zetten. Het was de bedoeling om hen en anderen te chanteren om hun lidmaatschap van die commissies te misbruiken om de cia te bevoordelen: een hoger budget voor de cia , grotere verantwoordelijkheden, minder betutteling door het Congres, dat soort dingen. In ruil daarvoor zou ik een enorm bedrag ontvangen.’
Buchanan keek naar Johnson en McNamara, mannen die hij tien jaar geleden heel gemakkelijk had gerekruteerd. Ze reageerden met de juiste mengeling van verontwaardiging en woede. De afgelopen week had Buchanan gesproken met alle mensen die hij had omgekocht, om uit te leggen wat er aan de hand was. Als ze dit wilden overleven, zouden ze elk woord moeten bevestigen van de leugen die hij nu vertelde. Wat voor keus hadden ze? Ze moesten Buchanans zaak blijven steunen, maar zonder daar nog een cent voor te krijgen. Nu zouden ze echt ‘liefdadig’ werk kunnen doen. Prijs de Heer.
Hij had ook Ward in vertrouwen genomen. Zijn vriend had het beter opgenomen dan Buchanan ooit had verwacht. Ward had hem niet veroordeeld, maar besloten zijn oude vriend te helpen. Er waren wel ernstiger misdrijven die om bestraffing vroegen.
‘En is dat allemaal de waarheid, meneer Buchanan?’
‘Ja, meneer,’ antwoordde Buchanan met het gezicht van een heilige.
Thornhill zat roerloos op zijn stoel, met een uitdrukking van een veroordeelde die de eenzame gang naar de gaskamer maakte – een mengeling van verbittering, doodsangst en ongeloof. Buchanan had het op een akkoordje gegooid, dat was duidelijk. De politici steunden zijn verhaal, dat zag hij wel aan Johnson en McNamara. Hoe zou Thornhill deze beschuldigingen kunnen ontkennen zonder zijn eigen rol toe te geven? Hij kon moeilijk opspringen en roepen: ‘Zo is het niet gegaan! Buchanan had hen zélf al omgekocht. Ik heb hem alleen betrapt en hem voor mijn karretje gespannen om die mensen te chanteren.’ Dat was zijn achilleshiel. Daar had hij nooit rekening mee gehouden. De kikker en de schorpioen, maar deze keer zou alleen de schorpioen het overleven.
‘En wat hebt u gedaan?’ vroeg Ward aan Buchanan.
‘Ik ben meteen naar de mensen op de lijst, ook de senatoren Johnson en McNamara, gegaan en heb hun verteld wat er aan de hand was. Het spijt me dat we u niet tijdig op de hoogte konden brengen, meneer de voorzitter, maar het moest geheim blijven. We hebben met ons allen besloten een val te zetten. Ik zou doen alsof ik instemde met het voorstel van de cia en de mensen om wie het ging zouden het spelletje meespelen. En terwijl de cia materiaal verzamelde voor haar chantage, verzamelde ik juist bewijzen tégen de cia . Zodra we die hadden, zouden we ermee naar de fbi gaan.’
Ward zette zijn bril af en liet die voor zijn gezicht bungelen. ‘Knap riskant, meneer Buchanan. Was die chantage officieel goedgekeurd door de cia ? Weet u dat ook?’
Buchanan schudde zijn hoofd. ‘Het was duidelijk het project van één man, niet van de cia als geheel.’
‘Hoe ging het verder?’
‘Ik heb mijn bewijzen verzameld, maar mijn collega Faith Lockhart, die nergens iets van wist, kreeg verdenkingen tegen mij. Zij dacht dat ik werkelijk bij chantage betrokken was, neem ik aan. Natuurlijk kon ik haar niet in vertrouwen nemen. Ze ging naar de fbi met haar verhaal en de fbi begon een onderzoek. De man van de cia ontdekte dat en beraamde een moordaanslag op mevrouw Lockhart. Goddank wist ze te ontkomen, maar er werd wel een fbi -agent gedood.’
Er ontstond beroering in de zaal.
Ward keek Buchanan scherp aan. ‘Wilt u beweren dat een functionaris van de cia verantwoordelijk was voor de moord op een fbi -agent?’
Buchanan knikte. ‘Er zijn nog meer doden gevallen, onder wie’, hij sloeg even zijn ogen neer, en zijn lip trilde, ‘Faith Lockhart. Dat is de reden voor mijn verschijning hier vandaag. Om een eind te maken aan het moorden.’
‘Wie is die man, meneer Buchanan?’ vroeg Ward met alle verontwaardiging en nieuwsgierigheid die hij kon opbrengen.
Buchanan draaide zich om en wees recht naar Robert Thornhill. ‘Adjunct-directeur Operaties Robert Thornhill.’
Thornhill sprong uit zijn stoel overeind, zwaaide woedend met zijn vuist en brulde: ‘Dat is een liederlijke leugen! Deze hele vertoning is een circus zoals ik nog nooit heb meegemaakt in al mijn jaren als ambtenaar. U laat mij hier komen onder valse voorwendsels en confronteert me dan met de belachelijke, schandalige beschuldigingen van deze figuur. Ze… ze zijn gisteravond nog mijn huis binnengedrongen. Buchanan en die man daar!’ Thornhill wees nijdig naar Lee. ‘Hij heeft me een pistool tegen mijn hoofd gedrukt. Ze hebben me gedreigd met ditzelfde krankzinnige verhaal. Ze beweerden dat ze bewijzen hadden voor die onzin, maar toen ik me niet liet overbluffen, gingen ze er vandoor. Ik eis dat ze onmiddellijk onder arrest worden gesteld. Ik zal een uitvoerige aanklacht indienen. En als u me nu wilt excuseren? Ik heb nog dringende zaken elders.’
Thornhill probeerde langs Lee te lopen, maar de privé-detective stond op en versperde hem de weg.
Thornhill keek naar Ward. ‘Als u niet onmiddellijk ingrijpt, meneer de voorzitter, zal ik de politie moeten bellen met mijn mobiele telefoon. Ik denk niet dat dat een goede indruk zou maken in het avondnieuws.’
‘Ik heb bewijzen voor alles wat ik heb gezegd,’ zei Buchanan.
‘Wat?’ riep Thornhill. ‘Dat onnozele bandje waar je me gisteravond mee hebt gedreigd? Laat maar horen, als je het hebt. Maar wat er ook op staat, het is een vervalsing.’
Buchanan opende het koffertje dat voor hem lag. In plaats van een cassettebandje haalde hij er een videoband uit die hij aan een assistent van Ward overhandigde.
De zaal keek gespannen toe toen een andere medewerker een tv-toestel met een videorecorder de zaal binnenbracht en in een hoek zette waar iedereen het scherm kon zien. De assistent stak de band in de recorder, richtte de afstandsbediening en stapte terug. Iedereen keek ademloos hoe het scherm tot leven kwam.
Ze zagen Lee en Buchanan, op het moment dat ze Thornhills werkkamer verlieten. Daarna ging Thornhill achter zijn bureau zitten, pakte de telefoon en gaf opgewonden instructies. Zijn gesprek van de vorige avond was nu te horen voor de hele zaal. Zijn chantageplannen, de moord op een fbi -agent en de opdracht om Buchanan en Lee Adams te elimineren. De triomfantelijke uitdrukking op zijn gezicht toen hij ophing vormde een schril contrast met zoals hij nu keek.
Toen het scherm op zwart ging, staarde Thornhill met halfopen mond naar de televisie, terwijl zijn lippen geluidloos bewogen. Zijn koffertje met al zijn belangrijke papieren viel vergeten op de vloer.
Ward tikte met zijn pen tegen de microfoon en keek Thornhill doordringend aan. Op het gezicht van de senator stond enige voldoening te lezen, maar zijn afschuw was groter. Ward was geschokt door wat hij zojuist had gezien. Hij had het liefst zijn hele politieke carrière aan de wilgen gehangen om op zijn veranda met zijn kleinkinderen spelletjes te kunnen doen. Hier wilde hij niets meer mee te maken hebben.
‘Aangezien u zelf toegaf dat deze mannen gisteravond bij u thuis zijn geweest, neem ik aan dat u niet wilt beweren dat deze band vervalst is, meneer Thornhill?’ vroeg Ward.
Danny Buchanan zat zwijgend en met neergeslagen ogen achter zijn tafel. Zijn gezicht was een studie van opluchting, droefheid, hoop en aarzeling over de toekomst. Ook hij had er duidelijk genoeg van.
Lee hield Thornhill scherp in de gaten. De andere klus die hij de vorige avond in het huis van Thornhill had uitgevoerd was betrekkelijk eenvoudig geweest. De technologie stond bekend als plc of power line carrier . Het was een draadloos systeem met een 2,4 gigahertz zender en een verborgen camera met antenne in een apparaatje dat er net zo uitzag als de rookmelder in Thornhills werkkamer en ook als zodanig werkte, maar tegelijk de hele omgeving registreerde. De stroom kwam gewoon van het net en het apparaat produceerde heldere videobeelden en geluidsopnamen van alles binnen zijn bereik. Thornhill had wel voorkomen dat hij van buitenaf werd afgeluisterd, maar het was nooit bij hem opgekomen dat hij een minipaard van Troje in zijn eigen huis had.
‘Ik ben beschikbaar als getuige tijdens het proces,’ verklaarde Danny Buchanan. Toen stond hij op, draaide zich om en liep terug door het gangpad.
Lee legde een hand op Thornhills schouder. ‘Neem me niet kwalijk,’ zei hij beleefd. Hij schoof langs de verstijfde Thornhill heen en volgde Buchanan. Zwijgend verlieten de twee mannen samen de zaal.