•52•

Faith had een spijkerbroek en een sweatshirt aangetrokken en zat op het bed naar haar blote voeten te staren. Het geluid van de motor was verdwenen alsof het door een reusachtig vacuüm was opgezogen. Toen ze door de kamer keek, leek het of Lee Adams hier nooit was geweest, nooit echt had bestaan. Ze had zoveel tijd en energie gebruikt om te proberen hem af te schudden, maar nu hij weg was, leek het of al haar wilskracht wegvloeide in de leegte die hij achterliet.

Ze hoorde weer iets, in de stilte van het huis. Eerst dacht ze dat het Buchanan was, toen hoopte ze dat Lee was teruggekomen. Het klonk als de achterdeur. Toen ze van het bed kwam, bedacht ze met een schok dat het Lee niet kon zijn omdat ze de motor niet bij de carport had horen stoppen. Haar hart begon hevig te bonzen toen ze besefte wat dat kon betekenen.

Had ze de achterdeur wel op slot gedaan? Ze wist het niet meer. In elk geval had ze niet het alarm weer ingesteld. Was het toch Danny die door het huis stommelde? Maar op de een of andere manier wist ze zeker dat hij het niet was.

Ze liep zachtjes naar de deur van de slaapkamer en keek de gang door, haar oren gespitst op het kleinste geluid. Ze wist dat ze het zich niet had verbeeld. Er was iemand het huis binnengekomen, daar was ze zeker van. Er was iemand binnen. Ze keek nog eens. In de kamer waar Lee had geslapen zat een paneel van het alarmsysteem. Zou ze daar naartoe kunnen sluipen om het alarm aan te zetten en de bewegingssensor in te schakelen? Ze liet zich op haar knieën zakken en kroop de gang in.

Connie en Reynolds waren door de zijdeur naar binnen gegaan en slopen nu door de gang van de benedenverdieping. Connie had zijn pistool in de aanslag. Reynolds liep vlak achter hem. Ze voelde zich naakt en nutteloos zonder haar eigen wapen. Ze openden alle deuren op de begane grond, maar de kamers waren verlaten.

‘Ze moeten boven zijn,’ fluisterde Reynolds in Connies oor.

‘Ik hoop het maar,’ fluisterde ze terug, op onheilspellende toon.

Ze verstijfden allebei toen ze een geluid hoorden, ergens in het huis. Connie wees naar boven en Reynolds knikte bevestigend. Ze slopen naar de trap en liepen naar boven. Gelukkig waren de treden bekleed, zodat hun voetstappen werden gedempt. Op de eerste overloop bleven ze staan en luisterden scherp. Doodse stilte. Ze liepen weer verder.

De zitkamer op de eerste verdieping was verlaten, voor zover ze konden zien. Ze schoven langs een van de muren en keken speurend om zich heen. Hun hoofden bewogen bijna synchroon.

Recht boven hen, in de gang van de tweede verdieping, lag Faith plat op haar buik. Ze tuurde door de spijlen van de open gang en was enigszins gerustgesteld toen ze Reynolds en Constantinople herkende. Maar toen ze de twee andere mannen de trap vanaf de benedenverdieping op zag komen, stond haar hart bijna stil.

‘Kijk uit!’ gilde Faith.

Connie en Reynolds draaiden zich om naar Faith en zagen waar ze wees. Connie zwaaide zijn pistool in de richting van de twee mannen, die ook hun wapens in de aanslag hadden, recht op de twee agenten gericht.

fbi !’ blafte Reynolds tegen de mannen in het zwart. ‘Weg met die wapens!’ Meestal was ze vrij zeker van de uitkomst als ze dat riep. Maar nu, met twee pistolen tegenover één, was ze minder overtuigd.

De twee mannen lieten hun wapens niet zakken. Ze liepen gewoon door, terwijl Connie zijn pistool heen en weer zwaaide van de één naar de ander.

Een van de mannen keek omhoog naar Faith. ‘Kom naar beneden, mevrouw Lockhart.’

‘Blijf boven, Faith,’ riep Reynolds, die zich omdraaide en haar strak aankeek. ‘Ga naar je kamer en doe de deur op slot.’

‘Faith?’ Buchanan verscheen in de gang, met warrig haar en knipperende ogen.

‘Jij ook, Buchanan. Naar beneden,’ beval dezelfde man. ‘Nu!’

‘Nee!’ zei Reynolds en ze deed een stap naar voren. ‘Luister goed. Er is al een arrestatieteam op weg hier naartoe. Ze kunnen hier binnen twee minuten zijn. Als jullie je wapens niet neerleggen, kun je beter maken dat je wegkomt, want ze zullen niet aarzelen om te vuren.’

De man keek haar aan en glimlachte. ‘Er komt helemaal geen arrestatieteam, agent Reynolds.’

Reynolds reageerde met verbijstering. En die werd nog groter bij de volgende woorden van de man.

‘Agent Constantinople,’ zei de man tegen Connie, ‘u kunt vertrekken. Wij hebben de situatie onder controle, maar we danken u voor uw hulp.’

Langzaam draaide Reynolds zich naar haar partner toe. Haar mond viel open van verbazing.

Connie keek haar aan met een ongemakkelijke maar gelaten uitdrukking op zijn gezicht.

‘Connie?’ Reynolds ademde snel. ‘Dat kan niet, Connie. Zeg me alsjeblieft dat het niet waar is.’

Connie speelde met zijn pistool en haalde zijn schouders op. Langzaam ontspande hij zich. ‘Ik was van plan om jou hier levend vandaan te krijgen én ervoor te zorgen dat je schorsing werd opgeheven.’ Hij keek naar de twee mannen in het zwart. Een van hen schudde nadrukkelijk zijn hoofd.

‘Dus jij bent het lek?’ vroeg Reynolds. ‘Niet Ken?’

‘Nee, Ken was het niet,’ zei Connie.

‘Maar dat geld in zijn kluisje?’

‘Dat had hij verdiend met zijn handel in cards en munten. Dat ging allemaal contant. Ik ben wel eens met hem mee geweest naar zo’n beurs. Ik wist het. Hij ontdook de belastingen, maar wie kon dat schelen? Hij kon het geld goed gebruiken. Het meeste ging toch naar een studieverzekering voor zijn kinderen.’

‘Jij suggereerde dat hij het lek was.’

‘Je mocht niet op het idee komen dat ík het was. Dat wilde ik voorkomen, dat begrijp je.’

Een van de mannen rende naar boven en verdween in een slaapkamer. Even later kwam hij terug met Buchanans koffertje. Hij nam Faith en Buchanan mee de trap af. Daar opende hij het koffertje, haalde het bandje eruit en speelde een gedeelte af om zeker te weten wat erop stond. Toen brak hij de cassette stuk, rukte de tape eruit en gooide de lange slierten in de haard. Met de afstandsbediening ontstak hij het gas. Zwijgend zagen ze allemaal hoe de tape tot een kleverige klont verschroeide.

Toen Reynolds het bandje zag verbranden, voelde ze dat als een voorbode van de volgende paar minuten van haar leven. De láátste paar minuten van haar leven.

Reynolds keek van de twee mannen weer naar Connie. ‘Dus ze hebben ons de hele weg gevolgd? Ik heb niemand gezien,’ zei ze bitter.

Connie schudde zijn hoofd. ‘Ik had een zendertje in de auto. Ze konden meeluisteren. Ze wachtten tot wij het juiste adres hadden gevonden en toen zijn ze ons gevolgd.’

‘Waarom, Connie? Waarom heb je ons verraden?’

‘Ik heb vijfentwintig jaar bij de fbi gewerkt,’ zei Connie peinzend. ‘Vijfentwintig verdomd goede jaren. Maar ik sta nog onder aan de ladder, ik ben nog steeds gewoon agent. Ik heb twaalf jaar meer ervaring dan jij, maar toch ben jij mijn chef. Omdat ik dat politieke spelletje in Mexico niet wilde meespelen. Omdat ik niet wilde liegen en een oogje toeknijpen. Daarom hebben ze mijn carrière getorpedeerd.’ Hij schudde zijn hoofd en staarde naar de grond. Ten slotte keek hij haar verontschuldigend aan. ‘Je moet goed begrijpen dat ik niets tegen jou heb, Brooke. Helemaal niets. Je bent een verrekt goede agent. Ik heb nooit gewild dat het zo zou eindigen. De bedoeling was dat wij buiten zouden blijven, terwijl deze jongens hun werk deden. Pas als ik een teken had gekregen, zouden we naar binnen zijn gegaan om de lijken te vinden. Dan zou jouw naam gezuiverd zijn en was alles goed afgelopen. Maar omdat Adams plotseling vertrok, liep het fout.’ Connie keek onvriendelijk naar de man in het zwart die hem bij zijn naam had genoemd. ‘En als onze vriend hier zijn mond niet voorbij had gepraat, had ik misschien toch een manier kunnen verzinnen om jou mee terug te nemen.’

De man haalde zijn schouders op. ‘Sorry, ik wist niet dat het belangrijk voor je was. Maar je moet nu weg. Het wordt al licht buiten. Geef ons een halfuur, dan kun je de politie bellen. Bedenk maar een aannemelijk verhaal.’

Reynolds keek Connie nog steeds strak aan. ‘Dat zal ik wel voor je doen, Connie. Het verhaal gaat als volgt. Wij hebben het huis gevonden, ik ga aan de voorkant naar binnen, terwijl jij de achterkant bewaakt. Ik kom niet naar buiten, jij hoort schoten en je rent naar binnen. Daar liggen wij allemaal. Dood.’ Reynolds’ stem brak toen ze aan haar kinderen dacht, die ze nooit meer zou zien. ‘Je ziet iemand vluchten, schiet je pistool op hem leeg, maar mist. Je gaat achter hem aan, wordt bijna vermoord, maar overleeft het toch. Je belt de politie. Die komt. Je belt het hoofdkwartier en brengt verslag uit. Zij sturen mensen. Je krijgt de wind van voren omdat je met mij hier naartoe bent gegaan, maar je was gewoon trouw aan je baas. Heel loyaal. Wie kan je dat kwalijk nemen? Ze doen een onderzoek, maar er blijven raadsels. Ze denken dat ík het lek was en dat ik mijn geld kwam opeisen. Jij zegt dat het mijn idee was om hier naartoe te gaan, dat ik precies wist waar ik moest wezen. Ik ging naar binnen en werd neergeschoten. Jij, een onschuldige buitenstaander, legde ook bijna het loodje. Zaak gesloten. Hoe klinkt dat, agent Constantinople?’ Die laatste woorden spúwde ze bijna.

Een van Thornhills mannen keek naar Connie en grijnsde. ‘Klinkt niet slecht.’

Connie staarde Reynolds aan. ‘Het spijt me, Brooke, echt waar.’

Reynolds kreeg tranen in haar ogen en weer brak haar stem toen ze zei: ‘Zeg dat maar tegen Anne Newman. En tegen mijn kinderen, vuile klootzak!’

Met neergeslagen ogen liep Connie langs hen heen en daalde de trap af.

‘We zullen ze hier elimineren,’ zei de eerste man. ‘Eén voor één.’

Hij keek naar Buchanan. ‘Jij eerst.’

‘Dat was zeker een speciaal verzoek van je baas?’ zei Buchanan.

‘Wie? Ik wil een naam horen,’ zei Reynolds.

‘Wat maakt het uit?’ vroeg de tweede man. ‘Je zal er toch niet meer zijn om te getuigen…’

Op het moment dat hij dat zei, raakte de kogel hem in zijn achterhoofd en ging hij neer.

De andere man draaide zich bliksemsnel om en probeerde zijn wapen te richten, maar hij werd recht in zijn gezicht geschoten en sloeg tegen de vloer, naast zijn collega. Dood.

Connie kwam de trap weer op. Rook kringelde nog uit de loop van zijn pistool. Hij keek op de twee lichamen neer. ‘Dat was voor Ken Newman, stelletje klootzakken.’ Toen draaide hij zich om naar Reynolds. ‘Ik wist niet dat ze Ken zouden vermoorden, Brooke, dat zweer ik op een stapel bijbels. Maar toen het was gebeurd, kon ik niets anders doen dan mijn tijd afwachten en zien wat er zou gebeuren.’

‘En mij op spoken laten jagen? Rustig toezien terwijl ik werd geschorst en mijn hele carrière naar de knoppen ging?’

‘Daar kon ik niet veel aan doen. Ik was van plan om je uit de nesten te redden en je eerherstel te bezorgen, dat zei ik al. Jij zou de held zijn, Ken de verrader. Hij was toch dood, dus wat maakte het uit?’

‘Voor zijn familie heel veel, Connie.’

Connie werd kwaad. ‘Hoor eens, ik hoef geen verantwoording af te leggen aan jou of wie dan ook. Ik ben niet trots op wat ik heb gedaan, maar ik had mijn redenen. Je hoeft het er niet mee eens te zijn en dat vraag ik je ook niet, maar heb het lef niet om mij de les te lezen over iets waar je geen donder van afweet, dame! Wil je het soms hebben over pijn en verbittering? Nou, daar heb ik vijftien jaar langer ervaring mee dan jij.’

Reynolds knipperde met haar ogen en deed een stap terug, met een blik op Connies pistool.

‘Oké, Connie, je hebt ons zonet het leven gered. Dat maakt een heleboel goed.’

‘O, dacht je dat?’

Ze pakte haar mobiele telefoon. ‘Ik zal Massey bellen en vragen of hij zijn mensen stuurt.’

‘Doe die telefoon weg, Brooke.’

‘Connie…’

‘Leg die telefoon neer, verdomme. Nu!’

Reynolds liet de telefoon op de grond vallen. ‘Connie, het is voorbij.’

‘Het is nooit voorbij, Brooke, dat weet je. Dingen van jaren geleden blijven je achtervolgen. Mensen ontdekken iets, komen langs, en opeens is je hele leven naar de kloten.’

‘Is dat de reden waarom je hieraan begonnen bent? Heeft iemand je gechanteerd?’

Hij keek langzaam om zich heen. ‘Het maakt allemaal toch niks uit.’

‘Voor mij wel!’ zei Reynolds.

Connie zuchtte diep. ‘Toen mijn vrouw kanker kreeg, wilde onze verzekering de speciale behandelingen niet betalen. De artsen dachten dat ze daarmee nog een kans zou hebben, een paar maanden extra. Ik heb een torenhoge hypotheek genomen en al onze bankrekeningen leeggehaald, maar het was niet genoeg. Wat moest ik doen? Haar zomaar laten sterven?’ Connie schudde nijdig zijn hoofd. ‘Dus verdween er wat cocaïne uit de bewijskamer van de fbi , en nog andere spullen. Bepaalde mensen ontdekten dat, en opeens had ik een nieuwe werkgever.’ Hij zweeg en staarde naar de grond. ‘En het eind van het verhaal is dat June toch doodging.’

‘Ik kan je helpen, Connie. Je kunt hier nu een eind aan maken.’

Connie lachte grimmig. ‘Niemand kan me helpen, Brooke. Ik heb mijn pact met de duivel gesloten.’

‘Connie, laat ze gaan. Het is voorbij.’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik ben hier gekomen om een opdracht uit te voeren. En je kent me goed genoeg om te weten dat ik mijn werk altijd afmaak.’

‘En dan? Hoe dacht je jezelf hieruit te kletsen?’ Ze keek naar de twee dode mannen. ‘Wil je nóg drie mensen vermoorden? Dat is krankzinnig. Toe nou.’

‘Niet zo krankzinnig als er nu mee stoppen en de rest van mijn leven in de gevangenis te zitten. Of de stoel te krijgen.’ Hij haalde zijn forse schouders op. ‘Ik verzin wel wat.’

‘Alsjeblieft, Connie, doe het niet. Je kunt het niet. Dat weet ik. Je kúnt het niet.’

Connie keek naar zijn pistool, knielde toen en raapte een van de pistolen naast de lichamen op, voorzien van een geluiddemper. ‘Ik zal wel moeten. Het spijt me, Brooke.’

Ze hoorden allemaal de klik. Connie en Reynolds herkenden het meteen als de haan van een halfautomatisch pistool.

‘Laat dat pistool vallen!’ blafte Lee. ‘Nu! Of ik schiet een tunnel door je hoofd.’

Connie verstijfde en gooide het wapen op de grond.

Lee kwam de trap op en drukte de loop van zijn pistool tegen het hoofd van de agent. ‘De verleiding is groot om je toch neer te knallen, maar je hebt me in elk geval een vuurgevecht met die twee andere gorilla’s bespaard.’ Lee keek naar Reynolds. ‘Agent Reynolds, wilt u dat pistool oprapen en uw collega onder schot houden?’

Reynolds deed wat hij zei. Ze keek haar partner met felle ogen aan. ‘Ga zitten, Connie. Nu!’ beval ze.

Lee liep naar Faith toe en sloeg zijn armen om haar heen.

‘Lee,’ was alles wat ze zei toen ze tegen hem aan leunde.

‘Godzijdank ben ik teruggekomen.’

‘Kan iemand me vertellen wat hier verdomme aan de hand is?’ vroeg Reynolds.

Buchanan deed een stap naar voren. ‘Dat kan ik wel, maar ik weet niet of we er veel mee opschieten. De bewijzen die ik had stonden op dat bandje. Ik wilde kopieën maken, maar daar had ik geen tijd voor toen ik uit Washington vertrok.’

Reynolds keek op Connie neer. ‘Jij weet in elk geval hoe het in elkaar zit. Als je meewerkt, krijg je misschien strafvermindering.’

‘Ik kan net zo goed zelf op de stoel gaan zitten,’ zei Connie.

‘Wie? Wie zit hierachter, verdomme? Wie is de vent voor wie iedereen zo bang is?’

‘Agent Reynolds,’ zei Buchanan, ‘ik weet zeker dat die persoon benieuwd is naar de afloop van dit alles. Als hij niet snel iets hoort, zal hij nog meer mensen sturen. Dat kunnen we beter voorkomen.’

Reynolds keek hem aan. ‘Waarom zou ik ú vertrouwen? Ik moet gewoon de politie bellen.’

‘De avond dat agent Newman werd vermoord,’ zei Faith, ‘zei ik tegen hem dat ik Danny ook als getuige wilde, zodat hij immuniteit kon krijgen. Volgens Newman was dat uitgesloten.’

‘En daar had hij gelijk in.’

‘Maar als je alle feiten zou kennen, zou je er niet meer zo over denken. Wat wij hebben gedaan was tegen de wet, maar er was gewoon geen andere manier…’

‘Nou, dat is dan helder,’ zei Reynolds.

‘Daar kunnen we later wel over praten,’ zei Buchanan dringend. ‘Eerst moeten we afrekenen met de man die deze mensen heeft gestuurd.’ Hij keek naar de lichamen.

‘Je kunt er nog een bijtellen,’ zei Lee. ‘Die ligt buiten in het water.’

Reynolds keek vermoeid. ‘Iedereen schijnt alles te weten, behalve ik.’ Geërgerd draaide ze zich om naar Buchanan. ‘Oké, ik luister. Wat stelt u voor?’

Buchanan wilde net antwoord geven, toen ze allemaal het geluid hoorden van een naderend vliegtuig. Ze keken naar het raam, waardoor het eerste licht naar binnen viel.

‘Dat is de lijndienst. Het is ochtend, de eerste vlucht. Het vliegveldje ligt aan de overkant,’ legde Faith uit.

‘Dat weet ik nog wél,’ zei Reynolds.

‘Ik stel voor dat we uw vriend hier…’ Buchanan knikte naar Connie, ‘gebruiken om contact te krijgen met de man.’

‘En wat moeten we hem dan zeggen?’

‘Dat zijn operatie een groot succes was, behalve dat zijn mannen op het slagveld zijn gesneuveld. Dat zal hij wel begrijpen. Je verliest wel eens een slag. Zeg erbij dat Faith en ik ook zijn gedood en dat het bandje is vernietigd. Dan voelt hij zich veilig.’

‘En ik?’ vroeg Adams.

Buchanan keek hem aan. ‘We zetten jou als joker in.’

‘En waarom zou ik daaraan meewerken?’ wilde Reynolds weten. ‘Als ik u en Faith en hem’, ze gebaarde met haar pistool naar Connie, ‘naar het bureau kan brengen en mijn baan weer terug kan krijgen, als de heldin van het verhaal?’

‘Omdat u, als u dat zou doen, de grote man achter de schermen vrijuit zou laten gaan. En hem de kans zou geven om opnieuw zo’n samenzwering op touw te zetten.’

Reynolds keek zorgelijk. Ze aarzelde.

Buchanan hield haar scherp in de gaten. ‘Het is uw beslissing.’

Reynolds keek hen om beurten aan, totdat haar blik op Lee bleef rusten. Ze zag het bloed op zijn mouw en de snijwonden en kneuzingen in zijn gezicht.

‘U hebt ons allemaal het leven gered. En u hebt waarschijnlijk het minst schuld aan deze hele situatie. Wat vindt u ervan?’

Lee keek eerst naar Faith, toen naar Buchanan, en zei ten slotte tegen Reynolds: ‘Ik geloof niet dat ik u een concrete reden kan geven, maar mijn intuïtie zegt me dat ze gelijk hebben.’

Reynolds zuchtte en keek naar Connie. ‘Kun jij contact opnemen met die klootzak?’ Connie zei niets. ‘Connie, als je meewerkt, zal dat heel gunstig voor je zijn. Ik weet dat je op het punt stond ons allemaal af te maken, dus eigenlijk moet ik me geen donder van je aantrekken.’ Ze zweeg even en sloeg haar ogen neer. ‘Maar dat doe ik toch. Het is je laatste kans, Connie. Wat doe je?’

Connie balde zijn grote handen tot vuisten en ontspande ze weer. Zenuwachtig keek hij Buchanan aan. ‘Wat moet ik dan precies zeggen?’

Buchanan vertelde het hem. Connie ging op de bank zitten, pakte de telefoon en toetste een nummer. Toen er werd opgenomen, zei hij: ‘Dit is…’ Hij keek een beetje verlegen. ‘Dit is… Troefkaart.’ Tien minuten later legde Connie de telefoon neer en keek hen allemaal aan. ‘Oké, het is gebeurd.’

‘Trapte hij erin?’ vroeg Lee.

‘Ja, maar dat weet je nooit zeker bij zulke figuren.’

‘Geeft niet. In elk geval hebben we nu meer tijd,’ zei Buchanan.

‘En we hebben nog genoeg aan ons hoofd,’ zei Reynolds. ‘Zoals een paar lijken. En ik moet me melden bij het hoofdkwartier. En jou’, ze keek naar Connie, ‘ergens in een cel onderbrengen.’

Connie keek woedend. ‘Dat noemt zich loyaal,’ zei hij.

Reynolds keek net zo fel terug. ‘Jij hebt je keuze gemaakt. Wat je voor ons hebt gedaan, zal je zeker helpen. Je gaat heel lang de gevangenis in, Connie, maar je zal de doodstraf wel ontlopen. Die kans heeft Ken nooit gehad.’

Ze keek Buchanan aan. ‘En nu?’

‘Ik stel voor dat we hier onmiddellijk vertrekken. Als we ver genoeg uit de buurt zijn, kunt u de politie bellen. Zodra we terug zijn in Washington, zullen Faith en ik contact opnemen met de fbi en hun vertellen wat we weten. In het diepste geheim. Als hij weet dat we met de fbi samenwerken, zullen we nooit de bewijzen in handen krijgen die we nodig hebben.’

‘Hebben we het nu over de moordenaar van Ken?’

‘Ja.’

‘Is het iemand met buitenlandse belangen?’

‘Nee. Hij heeft dezelfde werkgever als u.’

Reynolds keek hem stomverbaasd aan. ‘Uncle Sam?’ vroeg ze langzaam.

Buchanan knikte. ‘Als u me vertrouwt, zal ik mijn best doen om hem aan u uit te leveren. Ik heb zelf ook een rekening met hem te vereffenen.’

‘En wat verwacht u daarvoor terug?’

‘Voor mezelf? Niets. Als ik de gevangenis in draai, heb ik daar vrede mee. Maar Faith wordt niets ten laste gelegd. Als u me dat niet kunt garanderen, mag u meteen de politie bellen.’

Faith greep zijn arm. ‘Danny, jij mag hier niet voor opdraaien.’

‘Waarom niet? Het is toch mijn schuld?’

‘Maar je motieven…’

‘Motieven zijn geen excuus. Ik wist dat ik een risico nam toen ik de wet overtrad.’

‘Maar ik ook, verdomme!’

Buchanan richtte zich weer tot Reynolds. ‘Zijn we akkoord? Faith gaat niet de gevangenis in.’

‘Ik ben niet in een positie om u iets aan te bieden.’ Ze dacht even na. ‘Maar ik kan u één ding beloven. Als u eerlijk tegen me bent, zal ik mijn uiterste best doen om ervoor te zorgen dat Faith vrijuit gaat.’

Connie kwam plotseling overeind, doodsbleek. ‘Brooke, ik moet naar de wc, en snel.’ Hij stond te wankelen op zijn benen. Zijn hand ging naar zijn borst.

‘Wat is er?’ vroeg Reynolds argwanend. Ze keek onderzoekend naar zijn bleke gezicht. ‘Voel je je wel goed?’

‘Eerlijk gezegd heb ik me wel eens beter gevoeld,’ mompelde hij. Zijn hoofd zakte opzij en de linkerkant van zijn lichaam leek verlamd.

‘Ik ga wel met hem mee,’ zei Lee.

Toen ze met hun tweeën naar de trap liepen, leek Connie zijn evenwicht te verliezen. Hij klemde zijn hand tegen het midden van zijn borst en maakte een grimas van pijn. ‘Shit. O, god!’ Hij zakte kreunend op één knie, speeksel droop uit zijn mond en hij maakte rochelende geluiden.

‘Connie!’ Reynolds kwam naar hem toe.

‘Hij heeft een hartaanval,’ riep Faith.

‘Connie!’ zei Reynolds weer, starend naar de doodzieke man, die nu in elkaar zakte, met heftige stuiptrekkingen.

De beweging was bliksemsnel. Te snel, leek het, voor een man van boven de vijftig, maar wanhoop en adrenaline vormen soms een krachtige combinatie.

Connies hand ging naar zijn enkel, waar een klein pistool in een holster verborgen zat. Hij had het wapen al getrokken en gericht voordat iemand kon reageren. Hij kon uit meer doelwitten kiezen, maar hij koos Danny Buchanan en vuurde.

De enige die net zo snel reageerde als Connie was Faith Lockhart.

Ze stond naast Buchanan toen ze het pistool tevoorschijn zag komen, eerder dan de anderen. En ze zag de loop op haar vriend gericht. In gedachten hoorde ze al de explosie van de kogel die Buchanan zou doden. Hoe ze zo snel in actie kon komen, wist ze zelf niet.

De kogel raakte Faith in haar borst. Ze slaakte een onderdrukte kreet en zakte in elkaar aan Buchanans voeten.

‘Faith!’ schreeuwde Lee. In plaats van Connie aan te vallen, rende hij terug naar haar.

Reynolds had haar wapen al op Connie gericht. Toen hij het pistool haar kant op zwaaide, moest ze weer denken aan de waarzegster. Haar veel te korte levenslijn. fbi -agent neergeschoten. Moeder van twee kinderen. Ze zag de krantenkop helder en duidelijk voor zich. Het werkte bijna verlammend. Bijna.

Haar blik kruiste die van Connie. Hij bracht zijn pistool omhoog en richtte het op haar. Ze twijfelde er niet aan dat hij de trekker zou overhalen. Hij had de moed, het lef, om iemand te doden. Zij ook? Haar vinger kromde zich om de trekker terwijl alles om haar heen leek te vertragen tot het tempo van een onderwaterwereld, waar de zwaartekracht niet bestond of juist twee keer zo sterk was. Haar partner. Een fbi -agent. Een verrader. Haar kinderen. Haar eigen leven. Nu of nooit.

Reynolds haalde één keer de trekker over. En nog eens. De terugslag was kort, de richting zuiver. Toen de kogels Connie raakten, begon zijn zware gestalte te trillen. Misschien stuurde zijn geest nog berichten, zonder te beseffen dat het lichaam al dood was.

Reynolds dacht dat Connie haar nog onderzoekend aankeek toen hij ineenzakte en het pistool uit zijn hand viel. Dat beeld zou ze nooit meer kwijtraken. Pas toen agent Howard Constantinople tegen de grond sloeg en roerloos bleef liggen, haalde Brooke Reynolds weer adem.

‘Faith! Faith!’ Lee rukte haar shirt weg om de afschuwelijke bloederige wond in haar borst vrij te maken. ‘O, mijn god. Faith!’ Ze was bewusteloos en haar ademhaling ging oppervlakkig.

Buchanan keek vol afgrijzen op haar neer.

Reynolds knielde naast Lee. ‘Hoe ernstig is het?’

Lee keek haar wanhopig aan. Hij kon geen woord uitbrengen.

Reynolds onderzocht de wond. ‘Ernstig,’ zei ze. ‘De kogel zit nog in haar borst, vlak naast het hart.’

Lee keek naar Faith. Haar huid werd al bleker en hij voelde de warmte van het leven met elke ondiepe ademtocht verder uit haar wegvloeien. ‘O, god! Nee. Alsjeblieft!’ riep hij.

‘We moeten haar naar een ziekenhuis brengen, en snel,’ zei Reynolds. Ze had geen idee waar het dichtstbijzijnde ziekenhuis was, laat staan een traumacentrum, waar Faith eigenlijk naartoe moest. En als ze met de auto de omgeving zouden afzoeken, tekenden ze haar doodvonnis. Ze zou een ambulance kunnen bellen, maar wie wist hoe lang die erover zou doen om hier te komen? Ze hoorden het gebulder van het vliegtuig en Reynolds keek naar het raam. Binnen een paar seconden had het plan zich gevormd. Ze rende naar Connie toe en zocht zijn fbi -legitimatie. Eén moment keek ze nog even naar haar ex-collega. Ze hoefde zich niet schuldig te voelen over wat ze had gedaan. Hij had op het punt gestaan haar te doden. Waarom had ze dan zo’n berouw? Maar Connie was dood, Faith Lockhart niet. Nog niet. Reynolds rende terug naar Faith. ‘Lee, we nemen het vliegtuig. Schiet op!’

Het groepje rende naar buiten, met Reynolds voorop. Ze hoorden de motoren van het vliegtuig op toeren komen, klaar om op te stijgen. Reynolds sprintte vooruit, dook dwars door de heg heen en kwam op de startbaan uit. Ze keek naar het andere eind. Het vliegtuig draaide al en maakte zich gereed om over het asfalt te stormen en zich in de lucht te verheffen. Hun enige hoop zou binnen enkele seconden vervlogen zijn. Ze rende over de startbaan, recht op het vliegtuig af, zwaaiend met haar pistool en haar badge, en schreeuwde ‘ fbi !’, zo hard als ze kon. Het vliegtuig denderde op haar af, terwijl Buchanan een stuk van de heg openhield en Lee hielp om Faith door de opening te dragen. Ze kwamen nu ook de startbaan op.

Eindelijk zag de piloot de vrouw die zwaaiend met een pistool op hem af kwam. Hij nam gas terug, het vliegtuig minderde snelheid en het gehuil van de motoren verstomde.

Reynolds bereikte het toestel, hield haar badge omhoog en de piloot schoof zijn raampje open.

fbi ,’ zei ze schor. ‘Ik heb hier een zwaargewonde. We hebben uw vliegtuig nodig. U brengt ons naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Nu.’

De piloot keek naar de badge en het wapen en knikte ontsteld. ‘Oké.’

Ze klommen allemaal aan boord, Lee met Faith in zijn armen. De piloot keerde opnieuw, terug naar het begin van de startbaan, en maakte weer snelheid. Even later kwam het toestel van de grond los en steeg op naar de hemel, die snel lichter werd.

Onder druk
titlepage.xhtml
Onder_druk_125x200_split_0.xhtml
Onder_druk_125x200_split_1.xhtml
Onder_druk_125x200_split_2.xhtml
Onder_druk_125x200_split_3.xhtml
Onder_druk_125x200_split_4.xhtml
Onder_druk_125x200_split_5.xhtml
Onder_druk_125x200_split_6.xhtml
Onder_druk_125x200_split_7.xhtml
Onder_druk_125x200_split_8.xhtml
Onder_druk_125x200_split_9.xhtml
Onder_druk_125x200_split_10.xhtml
Onder_druk_125x200_split_11.xhtml
Onder_druk_125x200_split_12.xhtml
Onder_druk_125x200_split_13.xhtml
Onder_druk_125x200_split_14.xhtml
Onder_druk_125x200_split_15.xhtml
Onder_druk_125x200_split_16.xhtml
Onder_druk_125x200_split_17.xhtml
Onder_druk_125x200_split_18.xhtml
Onder_druk_125x200_split_19.xhtml
Onder_druk_125x200_split_20.xhtml
Onder_druk_125x200_split_21.xhtml
Onder_druk_125x200_split_22.xhtml
Onder_druk_125x200_split_23.xhtml
Onder_druk_125x200_split_24.xhtml
Onder_druk_125x200_split_25.xhtml
Onder_druk_125x200_split_26.xhtml
Onder_druk_125x200_split_27.xhtml
Onder_druk_125x200_split_28.xhtml
Onder_druk_125x200_split_29.xhtml
Onder_druk_125x200_split_30.xhtml
Onder_druk_125x200_split_31.xhtml
Onder_druk_125x200_split_32.xhtml
Onder_druk_125x200_split_33.xhtml
Onder_druk_125x200_split_34.xhtml
Onder_druk_125x200_split_35.xhtml
Onder_druk_125x200_split_36.xhtml
Onder_druk_125x200_split_37.xhtml
Onder_druk_125x200_split_38.xhtml
Onder_druk_125x200_split_39.xhtml
Onder_druk_125x200_split_40.xhtml
Onder_druk_125x200_split_41.xhtml
Onder_druk_125x200_split_42.xhtml
Onder_druk_125x200_split_43.xhtml
Onder_druk_125x200_split_44.xhtml
Onder_druk_125x200_split_45.xhtml
Onder_druk_125x200_split_46.xhtml
Onder_druk_125x200_split_47.xhtml
Onder_druk_125x200_split_48.xhtml
Onder_druk_125x200_split_49.xhtml
Onder_druk_125x200_split_50.xhtml
Onder_druk_125x200_split_51.xhtml
Onder_druk_125x200_split_52.xhtml
Onder_druk_125x200_split_53.xhtml
Onder_druk_125x200_split_54.xhtml
Onder_druk_125x200_split_55.xhtml
Onder_druk_125x200_split_56.xhtml
Onder_druk_125x200_split_57.xhtml
Onder_druk_125x200_split_58.xhtml
Onder_druk_125x200_split_59.xhtml
Onder_druk_125x200_split_60.xhtml
Onder_druk_125x200_split_61.xhtml