DOSSIER: Rode Woensdag

TAPE NUMBER: AP 85-030/5

ONDERWERP: Alarmtoestand

VERSLAGGEVER: COCA

De minister lag op het ronde bed en trok de lakens hoog op, tot aan zijn kin. Door de berookte glaspanelen die een decoratieve scheiding tussen slaapkamer en badkamer vormden, zag hij het silhouet van Helen Kent terwijl ze voorzichtig in de verzonken, met mozaïek beklede badkuip stapte.

‘Kom erbij, liefste’, riep ze. ‘Het bad is groot genoeg voor twee.’

Geenzerk wilde iets antwoorden, maar zijn stem deed het niet. Hij schraapte zijn keel, waarna hij er met moeite ‘Straks, misschien’ uit kreeg. Hij bleef liggen en luisterde naar het plenzen in de badkamer. Het was niet helemaal verlopen zoals hij het zich in zijn zwoele dromen had voorgesteld. Daaraan had Helen Kent geen schuld. Het was zijn puriteinse opvoeding – de paters van de kostschool, die erin geslaagd waren hem het geloof bij te brengen dat elke vorm van lichamelijk genot een zonde was. Zijn semafoon ging over maar hij reageerde niet. Als het dringend was zouden ze binnen exact drie minuten een nieuw sein geven. Hij hoorde Helen uit het bad stappen. Precies drie minuten later liet de semafoon voor de tweede keer een waarschuwende biep horen.

‘Vandaag werken we niet’, zei Helen en zette de telefoon buiten zijn bereik.

Ze probeerde het laken van hem weg te trekken, maar hij stribbelde tegen. Lachend kwam ze naast hem liggen. Haar lichaam voelde warm en vochtig aan. Haar hand gleed over zijn buik. ‘Hé, wat is er met mijn vurige aanbidder aan de hand?’

Haar vrijpostige handen wekten geen enkele reactie op.

‘Het spijt me, Helen’, zei hij. ‘Die aanslag op de Heizel zit me in het hoofd.’

Ze zat meteen rechtop in bed en deed geen moeite de karmijnrode tepels van haar borsten te bedekken.

‘Aanslag?’ vroeg ze voorzichtig.

‘Ja. Er werden twee Italianen gearresteerd met een gifgasbom.’

‘Italianen? O! Hebben ze verklaringen afgelegd?’

‘Nog niet. Maar we weten al wel meer over de mannen die het hebben bekokstoofd.’

De kleur trok weg uit haar gezicht.

‘Wie zijn dat?’ vroeg ze.

‘Een Tsjech, Kolahendl, en een Franse Algerijn, Ramadam’, antwoordde hij.

De semafoon begon nu met korte stoten een doordringend geluid te produceren.

‘Alarmtoestand’, zei Geenzerk. ‘Ik moet weg.’

Ze drukte hem terug in de kussens.

‘Nee’, fluisterde ze. ‘Ik laat je niet gaan voor we de liefde hebben bedreven. Anders was het allemaal voor niets.’

Ze stapte uit het bed en vulde twee glazen met champagne. Uit haar handtas nam ze een flacon en goot een paar druppels in zijn glas. De rest goot ze in haar eigen glas.

‘Wat is het?’ vroeg de minister.

‘Liefdeselixir’, antwoordde ze.

Ze streelde hem terwijl hij zijn glas leegdronk. En net voor de drug begon te werken, zag ze een verwonderde uitdrukking in zijn ogen verschijnen. Toen dronk ze haar eigen glas in één teug leeg en legde zich naast hem in het bed.