DOSSIER: Rode Woensdag

TAPE NUMBER: AP 85-029/7

ONDERWERP: Britannia rules the Waves

VERSLAGGEVER: Jim Daniëls

BETROKKENE: Samantha

De autoradio was ingesteld op het kanaal van de politiediensten. Ik hoorde hoe enkele patrouillewagens in het sappige Brusselse dialect om versterking vroegen.

't Goa d'hier stauive’, zei een van de Ketjes. ‘Dijn Engelsmannen ze'n allemaal poupelourezat.’

We waren in de buurt van de oude binnenstad en het verkeer zat behoorlijk in de knoop.

‘Ik ga een kijkje nemen’, besliste ik. ‘Rij verder zodra je kunt, en wacht me op aan de verkeerslichten van de ring.’

De soldaten van het Britse expeditieleger hadden nu de hoofdstad van Europa veroverd. Ze waren doorgedrongen tot in het hart van Brussel en hun strijdliederen weergalmden tegen het plechtstatige vijftiende-eeuwse stadhuis in Brabantse hooggotiek. Tussen hen liepen nog enkele moedige tifosi met zwart-wit gearceerde vlaggen waarop vurige strijdleuzen voorkwamen. Ze schreeuwden ‘Forza Italia’ maar hun kreten werden overspoeld door de wilde baren van ‘Britannia rules the Waves’. De Britse veroveraars toonden volop hun nationale bedrevenheid in de zuiplust. Ze doken de winkels en warenhuizen in en sleurden bakken bier met stapels naar de Grote Markt, waar ze op luid gejuich werden onthaald. De flessen werden in één teug leeggedronken en tegen de straatkeien stukgegooid. Tussen de scherven laveerden straalbezopen hooligans, kotsend tegen de barokgevels van de gildenhuizen en op zoek naar meer drank en herrie. Er kwam pas een eind aan toen een vijftal politiewagens met loeiende sirenes de Grote Markt opreden en agenten in gevechtstenue hen chargeerden. De bacchusbroeders trokken zich terug in de nauwe straatjes en overrompelden het stadscentrum. Ze lieten een spoor achter van glasscherven, bierblikjes en braaksel, en ze urineerden in de portalen van de winkels. De politiepatrouilles gingen er achteraan en haalden zuiplappen uit de fonteinen en voerden de agressiefste vechtersbazen af.

Toen ik bij de auto kwam, ging ik naast Vrydaghs zitten met het geruststellende gevoel dat de politie op haar taak berekend was.

‘Naar de Heizel, Henry. Vol gas!’ zei ik.

We waren pas vertrokken, toen het waarschuwingslicht van de mobilofoon flikkerde. Vrydaghs luisterde en met een vreemde blik in de ogen overhandigde hij me de hoorn. ‘Het ziekenhuis’, zei hij.

Ik herkende de stem van de hoofdverpleegster en mijn hart klopte al bij voorbaat in mijn keel uit angst voor een slecht bericht.

‘Meneer Daniëls,’ zei ze bazig, ‘uw vrouw is net ontwaakt en ze is in alle staten. Ze wil u dringend iets vertellen. Tracht haar gerust te stellen en maak het kort.’

Er klonk gestommel alsof de hoorn uit haar handen werd gerukt.

‘Jim,’ riep Samantha, ‘waar ben je? Wat doe je nu?’

‘Veilig in de auto, liefste. Maak je om mij geen zorgen.’

‘Wegenwachtauto, Jim. Ik herinner het me. Aan de Heizel. Ze brengen er de nacht in door.’

In een flits begreep ik wat ze bedoelde.

‘Het is in orde, Samantha,’ suste ik haar, ‘de rijkswachtkolonel heeft de nodige maatregelen genomen. Het is niet meer onze zorg.’

Ze snikte. ‘Gelukkig,’ zei ze, opeens veel kalmer, ‘dan kan ik nu gaan slapen.’

Vrydaghs gaf het bericht door aan APESA. Toen probeerde hij verbinding te krijgen met de rijkswacht bij de Heizel. Dat lukte niet.

Het was vier uur voordat we het voetbalstadion bereikten. Hoewel de poorten pas om vijf uur zouden opengaan, zwierven er al duizenden Italianen rond het stadion. Om hen naar de ingangen te kanaliseren en het fouilleren mogelijk te maken, had men over een lengte van één kilometer een buitenomheining met honderden dranghekken opgesteld. Daarin waren reeds verscheidene bressen geslagen. Ik had meer moeite om voorbij het dranghek te raken dan de ruziënde tifosi. Het duurde nog een halfuur tot ik een bevelvoerende rijkswachtcommandant had gevonden die zijn medewerking wilde verlenen.

De bestelauto van de wegenwacht werd vrij snel gelokaliseerd en behoedzaam benaderd. In de laadruimte vonden we een hysterische en uitgeputte monteur. De enige inlichting die hij ons kon bezorgen, was het adres van het restaurant Belgrado in de Zilverstraat. En de zekerheid dat het moordzuchtige vijftal in de buurt van het Heizelstadion rondzwierf.