DOSSIER: Rode Woensdag
TAPE NUMBER: AP 85-029/11
ONDERWERP: Britannia rules the Waves
VERSLAGGEVER: Jim Daniëls
Ik trakteerde Handige Henry op een frisdrank.
‘Mission completed’, zei ik opgewekt. ‘De Rode Brigademannen, Ramadam en Fatima: allemaal uitgeschakeld. Blijft alleen nog Kolahendl. Het lijkt me niet waarschijnlijk dat die nog iets zal ondernemen.’
‘Je vergeet de twee hooligans van het NPM. Britten trekken graag ten oorlog.’
‘Laten we hopen dat het een drôle de guerre blijft. Zoals in de stille eerste maanden van de Tweede Wereldoorlog.’
We dronken ons blikje leeg en ik tikte Henry op de schouder: ‘Kom mee. We gaan kijken hoe Ramadam het doet.’
De Franse Algerijn zat in de schemerige televisiewagen geobsedeerd naar de hallucinatorische beelden op de zwart-witte schermen te staren. Zijn rechterhand lag als een klauw over de druktoets, de knobbels wit van de krampachtige spanning waarmee hij zich klaar hield om de als regisseur fungerende wachtmeester te alarmeren. Ik legde mijn hand op zijn schouder en gaf er een geruststellend kneepje in.
‘Het is voorbij, Ramadam. We hebben de bommenleggers achter slot en grendel.’
Hij bleef verbeten de snel wisselende beelden bestuderen, alsof hij me niet eens hoorde.
‘Doe het maar rustig aan’, herhaalde ik. ‘We hoeven alleen Kolahendl nog in z'n kraag te pakken.’
Vrydaghs wierp me een veelbetekenende blik toe. We verlieten de controleruimte. ‘Ik vertrouw die kerel voor geen cent’, zei hij. ‘Hij heeft nooit naar terroristen gezocht, hij was de hele tijd op zoek naar zijn flikkervriend.’
Ik keek naar het stenen beeldhouwwerk boven de ingang van de eretribune. Het was de aartsengel Michaël, overwinnaar van boze machten, die met vlammend zwaard de draak bestreed. Ik vroeg me af wie hier de engel was en wie de draak?
‘Wees niet te hard voor hem, Jacques’, mompelde ik. ‘Terwijl je naar een ander schopt, heb je zelf maar één been om op te staan.’
In de televisiewagen schakelde iemand per ongeluk het geluid in. Gedurende enkele seconden stortten de Animals een hels lawaai over onze hoofden uit. Geschrokken keek ik om. Door de deuropening zag ik een crescendo van haat in de close-ups van de rood-witte demonen, zwart-wit op de flikkerende schermen. Een technicus smoorde met een vloek het ijzingwekkend pandemonium. De abrupte stilte bezorgde me kippenvel.