33
Parijs, 1970
Solange ontbeet op haar kamer, omdat ze als geen ander wist dat je Charlotte de Savoie niet voor elf uur moest storen. In de vroege uren van de ochtend had ze de ronde trap naar boven genomen, dezelfde treden volgend die haar moeder op die avond in 1942 met haar dokterstas in de hand had betreden.
“Mag ik zien waar je hem verborgen hield? Wanneer vertel je me de rest van het verhaal?”
“Solange, dit is niet een of ander spannend vervolgverhaal voor het slapengaan. Dit is een deel van mijn leven, en van dat van je moeder, waarover we jarenlang niet hebben gepraat. Al die herinneringen zijn erg pijnlijk.” Charlottes stem verried haar ongenoegen.
“Maar uiteindelijk heeft ze me het niet verteld omdat ze me niet genoeg vertrouwde. Ze moet hebben geweten wat hij van plan was. Waarom heeft hij me tot zijn erfgenaam benoemd?” Solange wachtte op een troostend antwoord, maar er volgden geen geruststellende woorden.
“Liefje, je weet heel goed dat het niet zo eenvoudig was. Ze moest rekening houden met Henri.”
“Dus ze hield van deze andere man, verwachtte zijn kind, maar trouwde toch met mijn vader. Weet hij dat ik niet zijn dochter ben?”
“Je bent zijn dochter.” Charlottes stem klonk kwaad. “Hij aanbad je vanaf het moment dat je werd geboren. Hij heeft je beschermd, opgevoed, alles in zijn leven met je gedeeld. Hij is je vader, en daarmee uit.”
“Nou, wat is er dan tijdens de oorlog met hém gebeurd? Bij ons thuis werd er nooit over die tijd gepraat, en hier trouwens ook niet. En nu blijken jij en mama bij het verzet te hebben gezeten. Had iemand me niet kunnen vertellen dat mijn familie dapper heeft gestreden en de loop van de geschiedenis heeft helpen beïnvloeden? Ik kan het allemaal niet bevatten.”
“Solange, de Tweede Wereldoorlog is een onderwerp dat in Frankrijk nog steeds erg gevoelig ligt. Veel mensen kunnen er niet over praten, nog steeds niet. De grenzen tussen degenen die als collaborateurs werden beschouwd en degenen die gewoon doorgingen met hun leven zijn in het gunstigste geval vaag te noemen. Alles is nog steeds te veel door schaamte en verwarring omgeven.” Charlotte de Savoie leunde achterover in haar stoel. Haar lichaam was slap van vermoeidheid. “Het is drie uur ‘s nachts, Solange, en ik ben een oude vrouw. Ik ga je nu geen geschiedenisles over het verzet geven.”
“Richard Kirwan kan me niet zonder toestemming van mama in zijn testament hebben vermeld,” zei Solange koppig. “En hoe komt het dat juist jij het niet wist?”
“Ik wist dat Richard was overleden, en dat deed me veel verdriet. Maar ik wist niets over zijn testament. En ik denk dat je moeder het evenmin wist.”
“Dan moet hij niet alleen wreed, maar ook nog gek zijn geweest.” Solange zag dat haar grootmoeder ineenkromp. “Hoe kunnen we anders verklaren wat hij ons heeft aangedaan? Dit maakt mijn leven kapot, en mijn relatie met Guy.”
“De ontmoeting die je vanavond met de Kirwans had, klinkt veel te melodramatisch om door Guy te zijn geregeld. En het past ook helemaal niet bij hem. Misschien heb je nog niet het hele verhaal gehoord.” Charlotte de Savoie stond op. “Ik ga naar bed. We praten morgen wel verder.”
Ze pakte haar kleindochter bij de arm, waarop Solange voor het eerst de rimpels in haar grootmoeders fijngevormde gezicht zag en de droefheid herkende achter haar onmiskenbaar gezaghebbende blik. Bij de deur van haar slaapkamer sloegen ze hun armen om elkaar heen en hielden ze elkaar even vol tederheid vast. Solange ging doodmoe in bed liggen, maar ze kon de slaap niet vatten omdat haar gedachten werden beheerst door levendige beelden. Was haar moeder hier, in deze kamer, met Richard Kirwan naar bed geweest? Was ze hier verwekt?
Om negen uur werd er op haar deur geklopt. Louise vertelde haar dat Guy beneden stond. Toen ze beneden kwam, viel het haar op dat hij er moe en ernstig uitzag en haar niet probeerde te omhelzen.
“Ik geloof dat we elkaar het een en ander hebben uit te leggen,” begon Solange nerveus.
“Je hebt mij zeker het een en ander uit te leggen. Maar er is maar één ding dat voor mij telt. Ik weet nu dat je tijdens mijn afwezigheid iets heel belangrijks te weten bent gekomen. Iets wat pijnlijk en moeilijk is.”
Ze deed een stap in zijn richting en probeerde zich goed te houden door haar lippen samen te knijpen. Hij deed een stap achteruit.
“Nee, laat me uitpraten. Je durfde me niet eens in vertrouwen te nemen.” Hij sprak op vlakke toon, maar ze kon zien dat hij boos was. “We zijn verloofd, Solange. Ik hou van je en je zult mijn vrouw worden. Dit is geen goed begin voor een levenslange verbintenis.”
“Je begrijpt niet hoe geschokt ik was. Hoe wanhopig.”
“Jij begrijpt niet dat mensen die met elkaar gaan trouwen eerlijk moeten zijn jegens degene die ze liefhebben en vertrouwen. En ik besef nu dat je me niet vertrouwt.”
Ze barstte los, maar in een woedende poging zich te verdedigen zei ze precies het verkeerde. “Nee. Zo was het niet. Je wist de hele tijd al wat er aan de hand was en hebt ervoor gezorgd dat ik deze mensen zou ontmoeten. Ik vertrouwde je en je hebt me verraden.”
“Je vertrouwde me?” Een felle woede kleurde zijn spervuur van woorden. “Hoe durf je dat woord in de mond te nemen! Hoe durf je te suggereren dat ik je opzettelijk met de Kirwans in contact heb gebracht. Mijn god, Solange, dit is nog erger dan ik had gedacht!”
Met een woedend gezicht ging hij zitten en greep de leuning van de stoel vast.
Solange aarzelde even, in de greep van twijfel en angst. “Je kende ze al, hè? Je wist dat ze er zouden zijn?” Nu klonk het als een vraag, en niet als de beschuldiging die ze had willen uiten.
“Ik had nooit gedacht dat je me zo laag zou inschatten.” Hij stond op en liep naar de deur. “Misschien kunnen we onze verloving maar beter verbreken. Denk er maar eens een paar dagen over na, dat zal ik dan ook doen. Ik ben in Montpellier, mocht je me willen spreken.”
Ze kon niet antwoorden of zich bewegen. Ineens besefte ze dat ze een enorme fout had gemaakt.
“Ik laat mezelf wel uit. Doe de groeten aan je grootmoeder.”
Solange bleef in haar eentje achter en staarde naar de plek waar hij zo-even had gezeten. In haar gedachten doemde een nieuwe angst op. Als hij niet degene was die de Kirwans naar Parijs had gehaald, waarom waren ze dan hier? Waren ze van plan naar Avenue Mozart te komen? Eleanor was gisteravond nergens te zien geweest. Waarom was ze niet bij hen? Solange draaide zich snel om en rende de trap op. Buiten adem en in de war liep ze de slaapkamer van haar grootmoeder in.
“Wat is er, liefje? O, ik weet het al, het is Guy.” Charlotte zuchtte. “Louise zei al dat hij er was. Nou ja, wat jullie ook hebben gezegd, als jullie de tijd nemen om erover na te denken, komen jullie er wel uit.”
“Nee, het is veel erger, oma! Het gaat niet alleen om Guy. Weet u, gisteravond waren er twee Kirwans in het Crillon. Er zijn er drie. Dat heb ik u al verteld. En Eleanor, degene die me heeft geschreven, was er niet bij. Ik ben bang dat ze op weg is naar mijn vader!”
Charlotte bleef even stil zitten en keek haar kleindochter aan. Toen slaakte ze een zucht. “Liefje, ga zitten. In de afgelopen paar weken zijn er al te veel overhaaste beslissingen genomen en te snelle conclusies getrokken. Goed, begin eens even opnieuw en leg het me allemaal eens duidelijk en rustig uit.”
Solange probeerde langzamer te praten, maar haar woorden werden onderbroken door snikken. “Guy heeft de verloving verbroken. En ik ben bang dat Eleanor Kirwan naar me op zoek is en dat ze vader zal vertellen wie ze is.”
“Solange, je weet helemaal niet of Eleanor Kirwan wel in Frankrijk is.” Charlotte keek op haar horloge. “Maar we kunnen Lorette wel even bellen en ervoor zorgen dat Henri niet wordt gestoord, niet door telefoontjes en ook niet door onbekende bezoekers. Blijf jij nog maar een nachtje hier, dan hebben we genoeg tijd om alles te bespreken. En je kunt er maar beter voor zorgen dat je niets voor me achterhoudt, liefje, want meer onverwachte onthullingen kan ik niet verdragen.”