2
Saint-Joseph de Caune, 1970
Solange de Valnay liep zachtjes door de gang en opende de deur naar de bibliotheek. Haar vader zat te doezelen in een stoel, zijn gezicht werd verwarmd door het winterzonnetje. Glimlachend sloop ze weer weg, de onbewolkte middag in. De honden kwamen te voorschijn en renden voor haar uit, jagend op prooi in de heggen en langs de oever van de rivier. Een oude rij platanen omzoomde de lange oprijlaan, en hun dikke stammen benadrukten de iele kaalheid van de wintertakken. Bruine, bladerloze wijngaarden strekten zich in alle richtingen uit, omringd door de bergen. Solange ademde de koude lucht, de geur van houtvuur en dennen in. Toen ze bleef staan om de kronkelige ranken van de wijnstokken te bewonderen, bleven de honden ook staan en keken ongeduldig achterom. De ijzeren hekken stonden open, en de blauwe middag was onweerstaanbaar. Solange liep langs de brievenbus naar de oever van de rivier. Een paar arbeiders waren in de wijngaarden de takken aan het snoeien en binden.
Ze ging op een boomstam bij de waterval zitten en voelde zich een beetje schuldig omdat ze zo innig tevreden was. Guy zou binnenkort thuiskomen en dan zouden ze een datum moeten prikken voor hun bruiloft. Niet dat ze hem niet miste—ze deelden hun diepe genegenheid voor het oude huis dat getuige was geweest van hun eerste liefdesverklaringen. Maar in feite was ze volmaakt gelukkig nu ze alleen was met haar vader en hem hielp met zijn correspondentie, samen met Joel de wijngaarden onderhield en de honden uitliet. Haar leven had een aangenaam ritme en er hoefde niets aan te worden veranderd. Solange probeerde te begrijpen dat ze haar verloofde kon missen en zich tegelijkertijd toch tevreden kon voelen in zijn afwezigheid. Ze keek naar het snelstromende water onder haar en kreeg het gevoel dat haar jeugd onherroepelijk met de stroom werd weggespoeld; Opeens leek de middag koud te worden. Huiverend stond ze op. Ze trok haar jas strakker om zich heen en riep de honden. Bij het hek van het oude huis opende ze de brievenbus en haalde er de oogst van de dag uit.
Domaine de Valnay,
Saint-Joseph de Caune,
Frankrijk
15 maart 1970
Beste Eleanor,
Je brief van 2,0 februari is al enige tijd geleden aangekomen, gevolgd door een bericht van jullie advocaat. Door deze nalatenschap voel ik me verdrietig, verward en compleet afgescheiden van de mensen van wie ik het meest houd. Sindsdien heb ik geprobeerd me te verzoenen met het idee dat een vreemdeling met de naam Richard Kirwan mijn vader zou kunnen zijn. Mijn eerste reactie was dat ik me afvroeg hoe een man zo egoïstisch kan zijn om het leven van twee gezinnen te ontwrichten en zelfs kapot te maken in de wetenschap dat hij niet voor de gevolgen zou hoeven opdraaien. Tot die middag in februari wist ik bijna niets over Richard Kirwan, al heeft mijn moeder me ooit verteld dat ze hem heeft gekend tijdens de oorlogsjaren die ze in Parijs heeft doorgebracht. Ze zei dat haar wens om me Engels te laten leren onder zijn invloed was ontstaan, en dat hij haar had geïnspireerd om veel te lezen, zowel in het Engels als in het Frans. Mijn hele jeugd heeft ze boeken in beide talen voor me gekocht.
Het was niet eenvoudig om iemand in de buurt te vinden die me Engels kon leren, maar mijn moeder vond een Engelse schrijver die ze overhaalde om me les te geven. Hij stond niet te popelen bij het idee om een onwillig kind als leerling te nemen, maar in het gezelschap van Cedric Swann heb ik mijn tweede taal leren lezen en schrijven.
In je brief vraag je naar mijn moeder. Ik zal je iets over haar proberen te vertellen, en over de man van wie ik altijd heb gedacht dat hij mijn vader was. Ik vind het echter heel ironisch om juist nu over mijn ouders te vertellen, omdat ik me op dit moment realiseer dat ik maar heel weinig van hen weet. Mijn moeder heette Celine Marie France de Savoie en werd in april 1916 in Parijs geboren. Mijn grootvader was arts en tot aan zijn dood in 1941 als docent verbonden aan de medische faculteit. Na de middelbare school ging mijn moeder aan de Sorbon-ne medicijnen studeren. Celine de Savoie trouwde in de winter van 1946 in Parijs met Henri de Valnay, en ze verhuisden het jaar erop naar de Languedoc. Mijn ouders werden beschouwd als een droompaar: een mooie, intelligente bruid en een gedistingeerde bruidegom uit een respectabele familie met huizen in Parijs en grote wijngaarden in het zuiden. Na een moeilijke zwangerschap werd ik te vroeg geboren. Ik ben enig kind, en je kunt dus uitrekenen dat ik nu vierentwintig ben. Mijn moeder was huisarts hier in het dorp, en ze was heel geliefd. Misschien werd ze niet in het testament van Richard Kirwan vermeld omdat hij wist dat ze begin vorig jaar is overleden. Papa, die al jaren blind is, mist haar vreselijk.
Nu zul je begrijpen dat ik me in een lastig parket bevind. Ik heb geen idee of papa van het bestaan van Richard Kirwan wist. Ik weet echt niet hoe ik het onderwerp bij hem kan aansnijden. Hij aanbad mijn moeder, en dit zou zijn herinnering aan haar kunnen verwoesten. Als hij heeft geweten dat hij niet mijn biologische vader is, dan heeft hij deze wetenschap goed verborgen weten te houden: hij is altijd een zeer liefdevolle ouder geweest. Mijn grootmoeder, Charlotte de Savoie, woont nog steeds in Parijs. Ik weet niet of zij van mijn moeders geheim op de hoogte was. Wat mijn eigen gevoelens voor mijn moeder betreft: die zijn een soort kwelling geworden.
Ik weet niet wat ik nu moet doen. Ik ben nog steeds blij dat ik alleen was toen ik dit nieuws ontving, maar dat maakt mijn woede en de misselijkheid waarmee ik elke ochtend wakker word er niet minder op. Mijn leven is altijd veilig en vertrouwd geweest, maar nu staat alles op zijn kop. Ik ga binnenkort trouwen, maar mijn verloofde zit momenteel in het buitenland en ik weet niet hoe ik dit met hem moet bespreken. Ik koester niet de wens om je familie te ontmoeten, en ik heb evenmin het gevoel dat het iets zou opleveren.
Ik respecteer de moed en de vriendelijkheid die je in je brief voor mij, een onbekende en ongetwijfeld ongewenste halfzus, toont. Ik betwijfel of het zin heeft om een briefwisseling te onderhouden, maar ik kan niet ontkennen dat er een band tussen ons bestaat. Misschien ga ik mijn grootmoeder in Parijs opzoeken om dit met haar te bespreken. Maar op dit moment is de opwelling om dit ongelukkige mysterie bij mijn moeder te laten rusten sterker. Nogmaals bedankt voor je brief. Aanvaard alsjeblieft mijn beste wensen voor jou en je familie in deze droevige tijd. Hij bofte dat hij zoveel mensen had die van hem hielden.
Solange de Valnay
Solange sloot haar ogen. Ze voelde zich uitgeput. Ze had de brief zo vaak gelezen dat ze hem bijna uit het hoofd kende. Ze zou hem nog kunnen verbeteren, maar had de moed noch het verlangen om dat te doen. Haar reactie leek een daad van ontrouw, een erkenning van haar moeders verraad. Ze had de volgeschreven bladzijden al een paar keer verscheurd, maar toen had ze gedacht aan de moed die Eleanor had getoond door de eerste brief te schrijven, en aan het verdriet van de Ierse familie. Eerst had Solange de beschrijving van haar eigen familieomstandigheden tot een minimum geprobeerd te beperken. Maar door haar trots was elke poging om een paar korte regels te schrijven gestrand, en ze had zich gerealiseerd dat ze de familie Kirwan onder meer wilde laten weten dat ze helemaal niet zat te wachten op deze wrede gift.
Ze had al heel lang niet meer aan haar lessen bij Cedric Swann gedacht, maar nu vroeg ze zich af of haar moeder hem soms in vertrouwen had genomen. Had hij de ware reden achter de Engelse lessen gekend? Solange herinnerde zich zijn verdriet op haar moeders begrafenis, zijn handen die ineengeklemd waren in stille rouw toen de kist in het donkere gat van de eeuwigheid was gezakt, de tranen die vrijuit over zijn magere gezicht hadden gestroomd.
Ze keerde terug naar de vragen die haar gedachten beheersten. Was haar bestaan een ongeluk? Had Henri de Valnay altijd geweten dat ze niet zijn dochter was? Waarom had haar moeder haar in de lange maanden van haar ziekte, toen ze uren hadden zitten praten over alle aspecten van hun leven, niet voorbereid op het laatste gebaar van Richard Kirwan? Het was ondenkbaar dat Celine niet op de hoogte was geweest van zijn wensen. Solange veegde haar tranen weg en stond op, vastbesloten om zich te ontdoen van de machteloze woede die ze voelde, om op te houden met piekeren en iets positiefs te ondernemen. Ze rende de grote trap af en pakte haar autosleutels. In het dorp stopte ze bij de brievenbus, waar ze de brief aan Eleanor Kirwan met een mengeling van vastberadenheid en paniek door de gleuf duwde.
Meteen na het avondmaal met Henri, dat eindeloos leek te duren, ontsnapte ze naar haar kamer onder het voorwendsel moe te zijn van een dag werken in de wijngaarden. Ze lag echter uren wakker in bed, boos op de brandende tranen die op het kussen druppelden, tot ze eindelijk in een rusteloze slaap viel, gekweld door zorgen en angstige dromen.