Hoofdstuk 27
Wachten, dat was haar bestaan geworden, alleen maar angstig wachten. Elk uur, elke minuut, elke seconde van de dag. Soms leek het of zelfs de seconden in kleine onderdelen waren gesplitst, die ze stuk voor stuk lijdzaam moest ondergaan. Ze had alle mogelijkheden nagelopen om Daphne en Yuri weer terug te krijgen, maar telkens stuitte ze op een harde, ondoordringbare muur.
Rosalie was langs geweest. Die had aangeboden om naar de Van Eeghenstraat te gaan, ‘om te bemiddelen’ zoals ze zei. Ze zou Eddie mogelijk kunnen ompraten, maar Sylvia wist dat hij behoorlijk de pest had aan haar zus. Het enige dat ze zou bereiken was dat Eddie zich nog meer zou ingraven. Sylvia had plichtmatig met haar moeder gebeld, maar had niets gezegd over Yuri en Daphne. Haar moeder vroeg wanneer ze weer eens op bezoek kwam. “Ik heb geen tijd,” had Sylvia geantwoord. “Waarom niet?” Ze verzon iets over werk dat haar in beslag nam.
Ze had een afspraak met haar advocaat, Lichteveld, die terug was van zijn vakantie. Misschien wist hij wel een oplossing. Nick had geprobeerd haar verwachtingen te temperen, maar ze bleef hopen, bijna tegen beter weten in.
“Tja,” zei Lichteveld, “op korte termijn zie ik eerlijk gezegd weinig perspectief. U bent bij hem weggegaan en hebt de kinderen tegen zijn zin meegenomen naar Almere. Volkomen begrijpelijk, hoor, gelet op wat u me al eerder verteld heeft, maar nu doet hij in feite precies hetzelfde.”
Ze wilde iets zeggen, maar kon geen woord uitbrengen.
“Hij is niet uit de ouderlijke macht ontzet. Voor de wet heeft hij nog net zoveel recht op omgang met zijn zoon en dochter als u. Spijtig, maar waar.”
“Maar ik vertrouw hem niet met de kinderen. Hij is onbetrouwbaar…gevaarlijk. Dat schietincident, daar heb ik u al van verteld. Zoiets zou weer kunnen gebeuren.”
Lichteveld begreep al haar zorgen. Ze had volkomen gelijk, maar toch genoot het de voorkeur om af te wachten. “Uw man kan niet eeuwig uw kinderen in huis opgesloten houden. En we kunnen er natuurlijk na overleg met de afdeling onderwijs van de gemeente Amsterdam wel een leerplichtambtenaar op afsturen, maar die heeft nauwelijks juridische sancties. Bovendien zal dat flink veel tijd in beslag nemen.”
Ze praatten verder over de echtscheiding, Sylvia als eerste voogd, en alleen eventueel een beperkte omgangsregeling met Eddie, maar voordat dat allemaal geregeld was, waren ze maanden verder, zeker als Eddie niet wilde meewerken. “En een coöperatieve houding van uw echtgenoot lijkt me geen reële optie,” zei Lichteveld. “Bovendien pleit het niet in zijn voordeel wat hij nu heeft gedaan.”
Dat Lichteveld sprak over ‘uw echtgenoot’ stuitte Sylvia tegen de borst, maar ze maakte er geen opmerking over.
Om de tijd stuk te slaan, of misschien de tijd te verslaan, fietste ze vervolgens naar de nieuwe kapsalon. De loodgieter legde een nieuwe leiding en het meubilair was net afgeleverd. Floor begon over de indeling en wat ze aan de muur zouden hangen. Normaal was haar enthousiasme aanstekelijk, maar nu was Sylvia met haar gedachten mijlenver weg. Een paar keer mompelde ze ‘Ja, ja,’ of ‘Natuurlijk’.
“Je bent er niet helemaal bij, hè?” zei Floor. “Zullen we daar verderop koffie gaan drinken?”
Floor gaf een paar instructies aan de loodgieter.
In de snackbar namen ze een kopje koffie.
“Hoe is het nu met…?” begon Floor.
Sylvia schudde haar hoofd, terwijl ze haar tranen probeerde te verdringen.
Er kwamen twee luidruchtige scholieren van een jaar of zestien de snackbar binnen, die een patatje oorlog bestelden. Daarna stortten ze zich op de gokmachine, die voor Sylvia’s oren te luid klingelde, belde en toeterde, met de kreten van de jongens daartussendoor.
Toen ze weer buiten stonden, zei Sylvia dat het afgelopen moest zijn. “Ik trek het niet meer. Ik ga ze daar weghalen. Zo kan het niet langer, dat houd ik niet vol.”
Floor keek haar aan met een bedenkelijke blik. “Samen met Nick?”
“Nee, die wil ik erbuiten houden. Als Eddie hém ziet, dan slaat-ie helemaal op tilt.” Haar verwrongen lach was geen lach. “Zoals een gokapparaat.” Ze wees naar de snackbar.
“Maar hoe ga je dat aanpakken?”
“Weet ik nog niet. Ik ga er gewoon naartoe. Als Daphne en Yuri me zien, dan houdt-ie ze niet meer binnen volgens mij.”
“Maar loop je dan geen risico?”
“Misschien, maar wat moet ik anders?”
“Politie?” suggereerde Floor.
“Die kunnen niks doen. Ze zijn net zoveel zijn als mfjn kinderen. Ik heb het er net met Lichteveld, je weet wel, die advocaat, over gehad, en dat levert niks op.” De moedeloosheid was overweldigend groot. Ze liepen in de richtingvan de kapsalon, maar eigenlijk kon Sylvia geen stap meer zetten.
“Hoe is het nu tussen jou en Nick?”
“Ik weet ‘t niet. In principe goed, denk ik, maar door die toestand met Eddie en de kinderen ben ik er met mijn hoofd niet echt bij. Soms ben ik bang dat hij er genoeg van heeft, dat-ie bij me weggaat. Ik voel bijna niks meer. Het is of mijn lichaam op slot zit. We hebben geen seks, want ik…”
Floor sloeg een arm om haar heen en trok haar tegen zich aan.
“Eddie maakt alles kapot,” ging Sylvia door. “Zo is-ie. Als het niet in zijn eigen belang is, dan maakt-ie het kapot, ook wat er tussen Nick en mij is. Je weet het, de brand in de oude salon, dat ongeluk van Nick…allemaal Eddie, allemaal om zijn zin te krijgen. Ook de dood van Frans. Allemaal Eddie.”
Floor dempte haar stem. “Hij heeft Frans toch niet vermoord?”
“Nee, dat niet, maar het is evengoed zijn schuld.”
Het had alle overredingskracht van de wereld gekost, maar Eddie was erin geslaagd om Anouk buiten de deur te houden. Na een kleine bedelpartij had hij van Oscar vierduizend euro kunnen lenen. Daarna had hij Mo, die wel vaker koeriersklusjes voor hem had gedaan, ingehuurd om een paar keer als een soort oppas te fungeren zodat hij even de stad in kon.
In huis probeerde hij de sfeer positief te houden. Daphne en Yuri mochten televisie kijken zoveel als ze wilden. Daphne zat vaak te chatten op de computer in zijn kantoortje terwijl Yuri opging in de PlayStation, die Mo ergens voor nog geen honderd euro op de kop had getikt. Eddie had niets gevraagd over de herkomst van het apparaat; dat deed je niet als Mo kwam met wat hij zelf’een voordelige aanbieding’ noemde. Aan Yuri had hij half en half toegezegd dat hij voor zijn verjaardag de PlayStation 3 zou krijgen. Daarop waren de games mooier, sneller, cooler, had Yuri hem uitgelegd.
Toch begon de verveling toe te slaan. Yuri had het over zijn skateboard, Daphne over haar vriendinnen. Voortdurend bedachten ze dingen die ze misten. Zelfs over het feit dat ze achter gingen lopen op school, leken ze zich zorgen te maken. Ze zaten nu te eten. Hij hield hun voor dat het allemaal aan Sylvia lag. Als die een beetje inschikkelijker werd, dan waren alle problemen voorbij, dan woonden ze weer gezellig met zijn vieren bij elkaar, dan konden ze samen leuke dingen gaan doen. Het woord ‘gezellig’ kon hij maar met moeite uit zijn mond krijgen.
“Met z’n vieren hier in Amsterdam?” vroeg Daphne. “Ik vind het in Almere eigenlijk best leuk.”
“Dat zien we dan wel weer. Daar vinden we wel een oplossing voor.”
“En Nick dan?” Daphnes ogen stonden hem net iets te schrander, alsof ze in de gaten had dat ze Eddie hiermee op de proef stelde.
“Dat is een bevlieging. Omdat ze alleen is, en omdat ze het misschien wel spannend vindt. Zo zijn vrouwen nou eenmaal.” Eddie probeerde erbij te kijken alsof dit laatste grappig bedoeld was.
“Ze is hartstikke verliefd.” Daphne schoof haar bord een stukje van zich af. “Ze is echt gek op Nick.”
“Maar wat willen jullie? In één huis wonen met je eigen vader en moeder, of met alleen je moeder en zo’n vreemde man?”
“Nick is geen vreemde man,” zei Yuri.
“Maar hij is niet je eigen vader en dat wordt-ie ook nooit.”
Nick ging langzaam vooruit. Verder dan elkaar stevig vasthouden en een beetje zoenen ging hun intimiteit niet. In bed lag Sylvia meestal de halve nacht of langer te malen.
Ze zaten aan tafel. Sylvia probeerde tegen heug en meug iets te eten. Eddie…Eddie…ze bleven erover praten. Sylvia begon voor de zoveelste keer over de brand en over het ongeluk en over het feit dat Eddie het wel gedaan móést hebben. Het leek of Nick zich eraan begon te ergeren, maar ze kon het niet laten. “Geloof je me soms niet?” vroeg ze, toen Nick niet reageerde op wat ze zei.
“Natuurlijk geloof ik je wel, maar nu gebeurt juist wat Eddie wil. Zo is-ie toch de baas. Dat wil je toch niet?”
Ze schudde haar hoofd. “Sorry.”
“Kijk me ‘ns aan,” zei Nick.
Ze keek. Lang en intens. Daar zat de man van wie ze hield, van wie ze in korte tijd steeds meer was gaan houden, de man die ze nooit meer wilde verliezen.
“Hij redt het niet,” zei Nick. “De hele tijd met twee kinderen in huis. Dat lukt hem nooit.”
“Maar jij kent Eddie niet.”
“Gelukkig niet…Sorry, ik bedoelde het niet vervelend.”
Ze pelde een mandarijntje, haalde de witte velletjes zoveel mogelijk weg en gaf de partjes aan Nick.
“Dat kan ikzelf ook, hoor.”
“Ja, sorry, dat deed ik altijd voor Eddie. Anders at hij helemaal geen fruit.”
Nick glimlachte en stak een partje in zijn mond. “Laten we niet te veel ‘sorry’ zeggen. Dat wordt zo eentonig.”
Ze lag te woelen en te draaien. Het leek of het elke nacht erger werd. Vier dagen waren Daphne en Yuri nu al weg. Sylvia wist dat ze het niet langer kon verdragen. Ze probeerde zich te verplaatsen in die moeder met de twee kinderen op de Nederlandse ambassade in Syrië. Maanden en maanden had die in afschuwelijke onzekerheid geleefd. Maar er was tenminste een diplomatieke dienst die zich voor haar inspande en in die ambassade waren ze veilig. Bij Eddie moest ze dat maar afwachten. Het was duidelijk wat Eddies plan was: de kinderen waren het lokaas waarmee hij haar dacht terug te halen. Hij was heus niet de lieve papa die niet zonder zijn kinderen kon. Zij moest haar nederlaag erkennen en terugkomen bij hem, in zijn huis, in zijn leven, in zijn wereld.
Zo voorzichtig mogelijk, haar adem inhoudend tot het pijn deed, stond ze op. Nick maakte een onverwachte beweging met zijn arm, maar leek door te slapen. Ze dronk wat water en bleef met haar hoofd in haar handen op de rand van het bed zitten. Halfeen was het, nog een lange nacht te gaan, maar morgen zou er niets veranderd zijn. Als ze tenminste niets deed, als ze alles maar liet gebeuren, en alleen maar afwachtte. Ze ging weer liggen, boven op het dekbed. Met haar ogen dwong ze de cijfers op de wekkerradio om te verspringen, maar die cijfers gehoorzaamden haar nauwelijks. En wat maakte het ook uit. Er was geen eindtijd waarop alles zou zijn opgelost, geen verlossende finish die in zicht kwam. Door het telefonisch contact had ze begrepen dat Daphne en Yuri behoorlijk in de watten werden gelegd, met één grote beperking: ze mochten het huis niet uit. Yuri had al een keer hoopvol gezegd dat de buitendeur voor ze open zou gaan als Sylvia weer in Amsterdam kwam wonen. Het deed haar pijn om hem duidelijk te maken dat ze dat nooit meer zou doen, alsof ze haar kinderen daarmee in de steek liet.
Plotseling wist ze wat ze moest doen. Ze kwam opnieuw stilletjes overeind, luisterde naar de rustige ademhaling van Nick, en moest zichzelf geweld aan doen om niet even haar hand door zijn haar te laten gaan. Haar kleren lagen nog op de stoel. Haastig, alsof ze nu geen minuut meer te verliezen had, kleedde ze zich aan. Ze stootte haar grote teen tegen de stoel. Tussen haar tanden zoog ze lucht naar binnen, om de felle pijn te weerstaan. Nick sliep zo te zien nog altijd door.
Vannacht meteen, dat was het beste. Eddie verwachtte haar niet. De kinderen zouden in bed liggen als ze binnenkwam, en dat was misschien maar beter ook. Even overwoog ze om Nick wakker te maken en te vertellen wat ze van plan was, maar als hij meeging, werd het nog gecompliceerder. Eddie zou razend worden wanneer hij met Nick werd geconfronteerd. Binnen een uur of drie was ze weer terug. Met de kinderen. Ze zouden met zijn vieren ontbijten, daar was ze van overtuigd.
Toen ze de deur naar de gang opendeed, zei Nick: “Wat ga je doen?”
“Eh…even naar de wc.”
“Je hebt je kleren aan.”
Ze ging op de rand van het bed zitten en legde een hand op zijn arm. “Ik ga naar Amsterdam, de kinderen halen. Het moet. Ik houd het niet meer uit. Ik word gek als ik hier blijf wachten.”
Nick kwam overeind. “Dan ga ik mee.”
“Nee, dat kan niet. Eddie gaat finaal door ‘t lint als-ie jou ziet. Dat weet ik zeker.”
“Ik ga mee.” Hij zette zijn voeten naast het bed.
“Ik moet het alleen doen,” zei ze.
“We zijn samen, Sylvia. We willen samen…Dan kan ik je niet in je eentje…”
Ze dempte zijn woorden met een zoen op zijn mond, stond op en liep naar de deur.
Eddie wist dat hij naar bed zou moeten gaan. Bijna twee uur, en morgen…ja, morgen was er weer een dag. Daphne en Yuri hield hij steeds flink lang op, zodat ze een beetje zouden uitslapen.
Hij schonk nog een glas whisky in en stak een sigaret op. Sylvia had wel een verdomd harde kop. Misschien was haar verliefdheid hardnekkiger of heviger dan hij had verwacht. Die Nick vond ze blijkbaar belangrijker dan haar kinderen. Maar als hij zelf lang genoeg volhield, zou ze op een gegeven moment overstag gaan. Hij kende haar. Typisch een moederkloek. Haar kinderen, daar deed ze alles voor.
Toen ging de bel. Kort, bijna alsof iemand zich had vergist en zijn vinger weer snel had teruggetrokken. Shit, wie kon dat zijn? Vijf over twee. Hij liep naar de voordeur en weifelde even of hij wel open zou doen. Nog voordat hij een besluit had genomen, werd er van de straatkant een sleutel in het slot gestoken. De deur werd opengeduwd. Eddie stond aan de grond genageld, zijn adem schuurde door zijn keel.
Syl.
Eerst kon hij zijn ogen nauwelijks geloven. Syl…het was gelukt, ze was teruggekomen. “Je bent er weer.” Hij wilde haar omhelzen, maar ze weerde hem af.
“Ik kom de kinderen halen.”
“Goed dat je terug bent.”
Ze schudde haar hoofd. “Ik kom hier niet meer terug, dat heb ik je al vaak genoeg uitgelegd.”
“Daph en Yuri zullen het fantastisch vinden dat je d’r weer bent.” Eddie voelde een vrolijk, triomfantelijk gevoel opborrelen. Hij probeerde rustig te blijven, maar dat kostte hem de grootst mogelijke moeite. Feest, het was feest! Ze zouden een fles champagne open moeten trekken. Als het goed was, stonden er nog een paar in de kelder.
“Ik neem ze mee naar Almere,” zei Sylvia.
“Wat zeg je?”
“Ik neem ze mee naar Almere.”
“Kom op, Syl, dat slaat nergens op. Laten we er even rustig over praten.” Ze stond nog in de open deur, maar nu ze eenmaal zo dichtbij was, zou hij haar niet meer laten gaan. Nooit meer. Hij pakte haar bij een arm en trok haar het huis in. “Alleen maar even overleggen. Als je helemaal van Almere hiernaartoe bent gereden, dan heb je daar heus wel de tijd voor.”
Half tegenstribbelend ging ze mee naar de kamer.
Ze merkte hoe Eddie alle zeilen bijzette om zo vriendelijk, begripvol en sentimenteel mogelijk over te komen. Hij had haar iets te drinken aangeboden, maar dat had ze afgeslagen. Daarna begon hij over vroeger, de geboorte van de kinderen, de eerste jaren, de mooie vakanties, de vrijpartijen in de duinen, de inrichting van hun eerste huis. “Weet je nog, die bank, die ik een keer van de straat had gehaald? Hij was nog helemaal goed! En diebovenburen…wat een stelletje azijnpissers. Altijd even chagrijnig.”
Ze reageerde niet.
“Wat we samen hebben opgebouwd, dat kunnen we toch niet zomaar weggooien,” zei Eddie, “dat is toch doodzonde!”
“Ik wil het niet meer.” Dat was het enige wat ze uit kon brengen.
“We hebben een gezamenlijk verleden, en ook een gezamenlijke toekomst. Ik weet ‘t zeker.” Voor Eddies doen klonk het zeldzaam plechtstatig.
Ze schudde haar hoofd, maar dat leek hij niet te merken. Hij bleef doorpraten over allerlei dingen van vroeger, vooral de mooie, zonnige dagen, het geluk, het plezier. “We hadden het fantastisch,” zei Eddie, “en ik ga heel erg mijn best doen, zodat het weer zo wordt.”
“Word nou eindelijk ‘ns wakker,” wierp ze tegen. “Het is voorbij, het is over, voorgoed.”
“We horen met z’n vieren bij elkaar.”
“En die vrouw dan, Anouk? Dat is nummer vijf, en dat kind dat ze krijgt, wordt nummer zes.”
“Met Anouk is het afgelopen. Ik geef haar geld voor het kind, maar verder is dat een gepasseerd station.”
Leuk, dacht Sylvia, als je een gepasseerd station werd genoemd. Ze ging staan. “Ik ga nu naar boven om de kinderen wakker te maken.”
“Oké,” zei Eddie, “dan weten ze dat je hier weer bent. Misschien dat we er morgen een feestje van kunnen maken.”
Dit leek hopeloos. Niets drong meer door tot Eddies botte hersens. “Ik maak ze wakker,” zei ze nadrukkelijk. “Ze kleden zich aan en ze gaan met me mee.” Eddie kwam ook overeind.
Verdomme, het was of ze haar verstand had verloren, of ze niet meer in de gaten had hoe de wereld in elkaar zat. Hij drukte zijn sigaret uit in de grote kristallen asbak die op het tafeltje stond. Er zat nog altijd een flinke ster in de glasplaat. Hij was er nooit aan toe gekomen om die te laten vervangen.
“Ze gaan met me mee,” herhaalde ze.
“Nee, Syl, ze gaan niet met jou mee. Ze blijven hier, net zoals jij hier blijft.”
Ze keek hem aan, maar zei niets. Toen, in één keer, zag hij in haar ogen de ontluisterende waarheid: ze had hem weggestreept uit haar bestaan, ze had definitief voor een ander gekozen, voor een ander leven, waarin er geen plaats meer was voor hem, waaruit hij moest worden verwijderd.
Ze had hem echt volledig en finaal gedumpt!
Zo diep mogelijk haalde hij adem. De kamer kantelde even, maar trok snel weer recht. Sylvia liep naar de deur, maar in twee sprongen was hij bij haar en sloeg zijn armen om haar heen. Ze probeerde zich te verweren en ze vielen op de grond. Terwijl ze daar lagen, sloeg ze naar hem, krabde, worstelde om hem van zich af te werpen, maar hij mobiliseerde alle kracht die hij in zich had.
“Je dacht dat je mij de baas was, hè?” zei hij tussen opeengeklemde tanden. “Je dacht dat je mij wel een beetje kon piepelen, maar dat laat ik mooi niet gebeuren. Er is maar één manier waarop ik jou hier de deur uit laat gaan, en dat is dood…hartstikke dood.”
“Nee,” schreeuwde ze.
Hij legde een hand over haar mond, maar ze beet er zo hard in dat hij haar tanden in zijn vlees kon voelen. Hij haalde zijn hand weg en keek naar de bebloede handpalm. De kleur van het bloed mengde zich met het beeld dat voor zijn ogen schemerde. “Trut…godverdommese trut!” Hij klemde zijn handen om haar hals. Nu moest het gebeuren. Ze vroeg erom.
“Laat haar los,” hoorde hij iemand zeggen. Pas toen had hij in de gaten dat er twee mannen in de kamer stonden.