Hoofdstuk 4

“Jij nog thee?”

“Liever cola.”

Sylvia haalde uit de keuken een blikje cola light en een glas, en schonk voor zichzelf thee in. Ze hadden het weer over Eddie gehad. Het leek of Rosalie haar voor de zoveelste keer de les wilde lezen, zoals ze vroeger al gedaan had toen ze allebei nog thuis woonden. Rosalie en Eddie, die waren nooit erg op elkaar gesteld geweest. “Ach, ze is stinkjaloers,” had Eddie weleens gezegd, “omdat ze zelf geen kerel kan krijgen.”

Sylvia vertelde over een balletuitvoering door de school van Daphne, maar Rosalie hield vast aan haar onderwerp. “Dat van die twee of drie coffeeshops en die paar wietplantages, dat wist iedereen, papa en mama ook.” Ze keek Sylvia indringend aan. “Ook harddrugs?”

Sylvia zweeg, maar ze wist dat Rosalie vasthoudend zou blijven.

“Ook dat soort troep?”

“Ik weet ‘t niet. We praten er eigenlijk niet meer over. Eddie zorgt voor het geld, en dat is het. Over en sluiten.”

“Ja, Eddie zorgt voor het geld. Nou, toen je die jas kocht, bijna zevenhonderd euro en je betaalde cash, ik wist niet wat ik zag. Dat is toch niet normaal meer! Iedereen betaalt met een pasje of een creditcard, maar jij moet zo nodig contant betalen. Waarom?”

“Van Eddie krijg ik contant geld,” mompelde Sylvia. Een paar dagen geleden had Eddie een pak bankbiljetten uit zijn binnenzak gehaald, en er daarvan enkele tientallen voor haar afgepeld. Hij keek zelfs niet eens hoeveel het er waren.

“Wat zeg je?” Rosalie klonk een beetje venijnig. Misschien was ze toch vooral jaloers, met haar gewone huisje in de Kinkerbuurt, en haar baantje waarmee ze schoon op z’n hoogst anderhalfduizend euro per maand verdiende.

“Eddie zorgt ervoor dat ik contant geld heb,” herhaalde Sylvia.

“Lekker makkelijk.”

“Wat moet ik anders? Wat zou jij doen?”

“Om te beginnen zou ik nooit met Eddie getrouwd zijn. Ik had het nooit zo ver laten komen. Hij zit in die business…,” Rosalie keek Sylvia veelbetekenend aan, “en nou kan-ie natuurlijk niet meer terug. Waarschijnlijk wil-ie niet eens meer terug, zo gaat het in die wereld. Het staat verdomme elke dag in de krant! Die Bovelander die al een tijd vastzit. Die man heeft bloed aan z’n handen. Ze moeten het nog bewijzen, maar iedereen weet ‘t. Wat denk jij?”

“Misschien heb je wel gelijk.” Ze waren een keer op een feestje geweest van Ruud Bovelander, ergens in een chic huis in Aerdenhout. Daar had ze meer mensen gezien van wie de namen af en toe opdoken in krantenberichten. Gijs Teerlink bijvoorbeeld, die een maand geleden op straat was neergeschoten. Soms dacht ze aan de vrouw van Gijs Teerlink, en aan zijn kinderen. In de krant had ze gelezen dat hij vader van een tweeling was, twee jongetjes van vijfjaar.

“Als je maar een klein beetje doordenkt met je mavo-koppie,” zei Rosalie, “dan weet je dat er drie mogelijkheden zijn.”

“Drie mogelijkheden?”

“Ja, moet ik het allemaal voor je uittekenen?”

Sylvia verborg haar hoofd in haar handen. Natuurlijk wist ze het. Lang had ze het weggestopt, onder een zo dik mogelijke laag van smoesjes, goedpraterij, verhalen, excuses. Maar gisteren was alles glashelder naar boven gekomen en het was net of haar zus dat in de gaten had.

“Goed,” zei Rosalie, terwijl ze haar wijsvinger opstak. “De eerste mogelijkheid is dat-ie een keer wordt neergeschoten of zo. Omgelegd, neergeknald. Op straat, als een beest. Je hebt die foto’s in de krant toch wel gezien?”

Sylvia knikte. Neergeschoten…Eddie bloedend op straat. Zij zou het de kinderen moeten vertellen. Eddie…vermoord. Ze hadden zoveel meegemaakt, samen kinderen gekregen. Ze voelde de pijn. Het was onvoorstelbaar, maar door Rosalies woorden kwam het allemaal dichterbij, kon ze het bijna voor zich zien.

“Twee,” ging Rosalie door. “Hij wordt een keer gepakt door de politie. Vandaag of morgen, je kunt erop wachten. Hij wordt veroordeeld. Hoeveel jaar? Twee, drie, vier…ik weet het niet. Volg je me nog?”

“Wil jij een wijntje?” vroeg ze. Twee uur, maar het moest. Om drie uur hoefde ze Yuri pas uit school te halen. Alleen al vanwege Yuri dacht ze nu aan het bezoek in een gevangenis. Zou ze daar met Yuri en Daphne naartoe mogen? Misschien zouden die het niet eens willen. Of zou Yuri het juist spannend vinden?

“Eerst even numero tres.” De ringvinger kwam erbij. “Eddie houdt ermee op. Hij gaat iets anders doen.”

Het was bijna onmogelijk om je Eddie in een ander leven voor te stellen, met echt werk, een baan, collega’s, misschien een kantoor, van negen tot vijf, een girorekening, een reële belastingaangifte, hoe graag ze dat ook wilde. “Eddie iets anders doen?” vroeg ze. “Maar wat dan?”

“Dat moet-ie zelf bedenken. Ja, doe mij ook maar een wit wijntje.”

Sylvia haalde een fles, twee glazen en een kurkentrekker uit dewoonkeuken.

“Proost. Op de toekomst,” zei Rosalie. Het klonk eerder hard en cynisch dan troostend of optimistisch.

Even had Eddie overwogen om bij de juwelier de ring weer op de toonbank te leggen en zijn geld terug te vragen, maar hij had geen zin in een discussie over het bedrag waar hij genoegen mee zou moeten nemen. Ze konden allemaal de klere krijgen, wat hem betrof. Hij reed in de richting van het appartement van Anouk. Hij dacht weer aan Maaswinkel. Nu was het in ieder geval tot hem doorgedrongen dat hij het serieus meende. Om dat te onderstrepen had hij hem vastgegrepen toen hij uit de auto wilde stappen. “Er kunnen veel ergere dingen gebeuren dan zo’n brandwondje. Ik kan Charly bijvoorbeeld op je afsturen. Die heeft nog veel meer de pest aan mensen die hun afspraken niet nakomen.” Maaswinkel wilde zich losrukken, maar Eddie hield hem stevig vast. “We weten waar je woont, we kennen je vrouw. Je zou toch niet willen dat er wat met haar gebeurde? Of met je huis?”

“Ik doe mijn best,” had Maaswinkel tussen zijn tanden door gezegd. “Ik zorg dat je dat geld krijgt.” Met onhandige lange stappen was Maaswinkel naar zijn auto gehold. Eddie zag hem manipuleren met zijn autosleutels, die hij ook nog een keer op het asfalt liet vallen.

In een zijstraat vond Eddie een parkeerplaats. Het duurde lang voordat Anouk opendeed. Ze had een ochtendjas aan, en daaronder waarschijnlijk niets, zoals gewoonlijk. Hij drukte haar tegen zich aan. Haar lichaamsgeur was sterk, bijna sterker dan hij aankon.

“Had je niet even kunnen bellen? Ik lag nog in bed.”

“Toch wel alleen, mag ik hopen,”zei hij glimlachend. “Ikwou je verrassen.”

Ze zoenden elkaar. Anouk likte met haar tong langs zijn lippen. Daarna liepen ze verder het appartement in. Soms dacht Eddie dat hij zich hier meer thuis voelde dan in de Van Eeghenstraat. Hij had een arm om Anouk heen geslagen en trok haar weer tegen zich aan, voelde de rondingen van haar lichaam, haar stevige borsten. Die operatie was het geld meer dan waard geweest. Zijn onderlijf reageerde meteen. “Ik wou je echt verrassen,” zei hij opnieuw. “Ik heb een cadeautje voor je meegenomen.”

“Een cadeautje?” Anouks stem schoot kirrend omhoog. “Wat lief! Dat had ik helemaal niet verwacht.”

Eddie glimlachte. Zo kende hij Anouk weer. Ze zou keihard ontkennen dat ze eigenlijk altijd cadeautjes van hem verwachtte. Hij pakte het doosje uit de zak van zijn colbert en gaf het haar. Met gretige vingers maakte ze het open.

“O! Wat mooi, wat een prachtige ring! Zomaar? Krijg ik die zomaar?”

Eddie genoot van haar ongeremde enthousiasme.

“Zal ik even koffie maken?” Ze wendde zich af om naar de hightech keuken te lopen.

Eddie sloeg zijn armen om haar heen, liet zijn handen haar ochtendjas binnenglijden, en voelde haar waanzinnig spannende borsten. “Ik heb meer zin in wat anders dan koffie.”

Sylvia stond bij de tafel met koffie, thee en speculaasjes. Ze schonk een bekertje thee in en knikte naar twee andere moeders. De ene had een zoon, Onno, die met Yuri op judoles zat. De andere vrouw woonde zo’n honderd meter verder in de Van Eeghenstraat.

De beide vrouwen glimlachten terug, en liepen toen naar een andere hoek van het lokaal.

Sylvia ging in de kring zitten. Na een paar minuten schoof Madeleine naast haar. Ze begon meteen te vertellen over de leuke winkeltjes die ze had ontdekt en over de kamers in hun huis die nog moesten worden ingericht. Sylvia had de indruk dat een man in haar richting keek, terwijl hij iets tegen zijn buurvrouw zei. De vrouw ontmoette Sylvia’s ogen en sloeg meteen haar blik neer.

Dit was de eerste ouderavond van het jaar en ze begonnen met het bekende voorstelrondje. De man die naar haar had gewezen, bleek de vader van Fabian te zijn, een jongen bij wie Yuri vorig jaar een paar keer had gespeeld, maar deze eerste schoolmaanden was het niet meer gelukt om een afspraak met hem te maken. Vanmiddag tijdens de bekende onderhandelingen nadat de school was leeggestroomd, had ze het weer gemerkt: Yuri had geprobeerd om bij een andere jongen aan te sluiten of om iemand mee te nemen naar hun huis in de Van Eeghenstraat, maar blijkbaar was er geen enkele klasgenoot om samen iets mee te ondernemen. Ze moesten naar hockeytraining, naar celloles, naar schermles, naar hun oma of ze hadden al met een ander afgesproken. Yuri was weer in z’n eentje achter de computer terechtgekomen. Sylvia had door de geopende deur een tijdje naar hem staan kijken. Hij was alleen en zo bleef hij alleen. Het deed pijn als ze eraan dacht.

Sylvia zat een beetje te dromen toen ze aan de beurt was. Madeleine stootte haar aan.

“O ja, ik ben Sylvia, de moeder van Yuri. Ik heb hier ook een dochter op school, Daphne. Die zit in groep acht.”

Toen iedereen aan de beurt was geweest, begon Ine over het pedagogisch klimaat in de klas. “Vaak laat ik de leerlingen die een beetje vooroplopen, de wat zwakkere kinderen helpen. Dat functioneert heel goed.”

Een blonde vrouw met een strak en streng gezicht vroeg het woord. “Maar worden die voorlijke kinderen dan niet in hun ontwikkeling geremd? Die moeten toch juist stimulerend materiaal krijgen! Arianne klaagt nu al vaak dat ze zich verveelt, omdat ze bijna altijd alles eerder af heeft dan andere kinderen.”

De vrouw keek bijna uitdagend de kring rond. Het gesprek ging door over verschillen tussen kinderen, samenwerking, onderlinge hulp. De moeder van Arianne bleef het hoogste woordvoeren, na een tijdje bijgestaan door de vader van Hidde, die zei het probleem te herkennen. Het woord ‘hoogbegaafd’ viel.

In de pauze werd Madeleine aangesproken door een andere moeder, die eveneens uit Brabant bleek te komen. Sylvia stond in haar eentje. Ze voelde de twee glazen wijn die ze vanmiddag had gedronken en het halfje in de keuken, toen Rosalie alweer weg was. Ze haalde diep adem en liep naar de achterwand van het klaslokaal, waar de tekeningen hingen die de kinderen hadden gemaakt van een onbewoond eiland. Ze bleef even staan bij de tekening van Yuri. Er was een schip bij zijn eiland gestrand, maar er was geen drenkeling of overlevende te bekennen. Drenkeling en overlevende, de woorden echoden door haar hoofd. Eddie wilde zondag naar Vinkeveen, naar de boot.

De andere ouders spraken gedempt. Over haar natuurlijk. Een gezoem van woorden, dat dan weer luider werd en dan weer afzwakte, dat tegelijk leek te werken als een schild tussen haar en de anderen. Af en toe keken sommigen schichtig haar richting uit. O ja, ze wisten het allemaal, en ze zouden hun eigen kind niet laten besmetten met dit gevaarlijke virus waar geen geneesmiddel tegen opgewassen was. Alle mensen bleven praten, de woorden klonterden aan elkaar vast. Voor Sylvia was er geen doorkomen meer aan. Alle zuurstof werd opgebruikt. Ze moest hier weg, zo snel mogelijk.

“Je woont hier prachtig…mooi op stand.” Frans knikte goedkeurend. Hij had hetzelfde strak gesneden pak aan als de vorige keer. Het was net of hij zijn haar nog korter had laten knippen. “Iets drinken?” vroeg Eddie. Ja, dit was heel anders dan waar hij zijn jeugd had gesleten. Niet ver van die plek was Frans trouwens geboren en opgegroeid. Hij scheen nu ergens in Amstelveen een huis te hebben. Ook niet verkeerd.

“Nee, dank je.” Frans liep even door de kamer alsof hij de woning inspecteerde.

“Zoek je iets?”

“Nee, niks…Sylvia is er niet?”

“Nee, naar school, een ouderavond. Daarom hebben we hier afgesproken, anders hadden we net zo goed naar Vak Zuid kunnen gaan of zo.” Eddie wilde Frans zijn huis laten zien, en hij wilde hem tegelijk ontvangen op zijn eigen terrein. Frans had hem nodig, op alle mogelijke manieren. Prima. “Syl vindt die school belangrijk, ik ook trouwens. En we moeten natuurlijk een beetje interesse tonen, dat is goed voor Yuri en Daphne.”

“Helemaal goed, dan zijn we mooi onder elkaar.”

“Niks drinken?” vroeg Eddie opnieuw. “Zeker weten?”

“Absoluut.” Frans ging zitten.

“Oké, waar waren we ook alweer gebleven?” Eddie wist het nog precies, maar het was beter als Frans opnieuw over zijn nederlaag vertelde.

Frans had net het hele verhaal over zijn zeperd met DigiDeli herhaald, de namen genoemd van de twee mannen die hem die streek hadden geleverd, en over de hypotheken op zijn winkelpanden verteld, toen Eddie de buitendeur hoorde.