Hoofdstuk 19
Eddie kreeg een telefoontje van Brandsma. Of hij even op het bureau wilde komen. Waarom? Dat zou Brandsma wel toelichten als Eddie er eenmaal was. Hij dacht dat Daphne en Yuri best een uurtje alleen thuis konden blijven. Dit was hun tweede dag hier, en Eddie vond het moeilijk om de tijd te vullen. De hele dag alleen met de kinderen, dat had hij in geen jaren gedaan. Wat moest hij met ze doen, waar kon hij met ze naartoe? Ja, gisteren de nieuwe James Bond. Vanavond misschien maar naar Kruistocht in spijkerbroek. Rare titel, maar Daphne had al gezegd dat ze het boek vet spannend vond. Dat was voordat ze had geklaagd over verveling. Woensdag, donderdag, vrijdag, en hij zou ze zaterdagochtend terugbrengen. Nadat hij drie dagen achter elkaar bij haar langs was geweest—verder dan de deuropeningwas hij nooit gekomen—had Sylvia toegegeven. Ze had Daphne en Yuri naar school gebracht en van school gehaald. Als een moederkloek had ze over hen gewaakt. Op straat hadden ze hem alleen gegroet. Yuri bleef wel kijken. Geen kans om ze mee in de auto te nemen of hij had grof geweld moeten gebruiken. Dat kon later altijd nog als het nodig was en Sylvia niet bij zinnen kwam. Maar hij wist dat ze zou breken, en hij had gelijk gekregen, zoals ze hem op den duur helemaal gelijkzou geven. Gelijk móést geven.
Vanochtend was Anouk zo onhandig geweest om een ‘gezellig’ bezoekje te komen brengen aan de Van Eeghenstraat. Met de kerstdagen had hij haar al vaak genoeg gezien. Hier was ze pontificaal op een stoel gaan zitten, zuchtend en steunend alsof ze op alle dagen liep. Daphne lag op de bank te lezen. Toen Eddie met koffie terugkwam uit de keuken, waren ze in gesprek. “En jij krijgt dus een halfzusje of halfbroertje,” had Anouk gezegd met een wanhopig blije stem. “Vind ik niks aan,” had Daphne geantwoord. Eddie had hun bewust hierover nog niets verteld; dat kon altijd nog. Anouk bleef stralen: “Je zal zien dat je het helemaal fantastisch vindt.” Daphne was de kamer uit gelopen, terwijl ze de deur hard achter zich dichtsloeg. Waarschijnlijk ging ze Yuri, die boven achter de weer meegebrachte PlayStation zat, van het nieuws op de hoogte stellen. Hij hoorde haar voeten over de traptreden roffelen. “Was het nou echt nodig om dat te vertellen?” had hij gezegd, “Het is allemaal al ingewikkeld genoeg.”
“Ik dacht dat ze het leuk zou vinden. Meisjes van haar leeftijd houden van baby’s. Ze willen niet meer met poppen spelen, maar een baby, zo’n levende pop, vinden ze supergaaf.”
De sfeer in huis was gespannen. Hij had zijn best gedaan en verse broodjes en croissants gehaald. Tegen één uur ging hij naar boven en vroeg de kinderen om iets te komen eten.
“Moet dat?” vroeg Daphne.
“Het moet niet, maar het is leuker om samen even iets te eten.” Hij wist hoe hypocriet het klonk. Toen ze in principe met z’n vieren waren, zat hij vaker niet dan wel met de anderen rond de tafel.
Het was of Daphne zijn gedachten kon raden. “O, dus nu wel, nu we in Almere wonen.”
Tien minuten later kwamen ze naar beneden. Hij had zelfs eieren gekookt en schonk drie glazen melk in, terwijl hij eigenlijk liever een biertje had genomen. Het was nu bijna kwart over een. Over een kleine twee uur zat hij tegenover Brandsma. Natuurlijk kon die hem niets maken. Het was alleen maar een machteloze poging om hem uit zijn tent te lokken.
Yuri vertelde over de nieuwe school.
“Dat ei is steenhard,” zei Daphne.
“Ik was bang dat het te zacht zou worden,” zei Eddie. “Zo’n snotterig, slijmerig ei vind je toch smerig?”
Ze reageerde niet.
“En ik zit weer op judo,” ging Yuri door.
“Leuke kinderen…leuke leraar?” Eddie keek hem belangstellend aan. Eigenlijk was judo natuurlijk een sport voor softies. Het was zogenaamd een vechtsport, maar je mocht elkaar geen pijn doen!
“Ja, die leraar…Nick, met hem heeft…”
Daphne trok Yuri aan zijn arm.
“Wat is er nou weer?” Yuri keek geërgerd.
“Dat hoefje helemaal niet te vertellen.”
“Wat hoeft-ie niet te vertellen?” vroeg Eddie.
“Ach, mama vindt hem ook wel leuk,” zei Yuri.
“Wat?”
“Mama is laatst…” begon Yuri.
“Daar heeft papa echt niks mee te maken,” zei Daphne. Vrouwen, ze dekten elkaar verdomme altijd.
“Vertel het maar, hoor,” zei Eddie zo luchtig mogelijk. “Het gaat erom dat mama oké is. Ik wil alleen maar dat ze gelukkig is.”
“Ze is uit geweest met Nick, en ze vond hem hartstikke leuk.”
“Hoe weet jij dat?” Daphnes ogen schoten vuur.
“Dat zei ze tegen Floor. Wil niemand anders die croissant?”
“East–West Textile Company,” smaalde Brandsma. “Daarvan kan jij niet in de Van Eeghenstraat wonen.”
Eddie reageerde niet. Dit soort opmerkingen kon hij naast zich neerleggen. Hij was hier volkomen vrijwillig.
“We kunnen dit natuurlijk gaan uitzoeken.”
“Je moet doen wat je niet laten kunt,” zei Eddie.
“Charly van der Berg, zie je die nog regelmatig?”
“Soms…een enkele keer.”
“Dus niet meer zo intiem…gezamenlijke vakanties en zo.” Brandsma leunde achterover.
“Vakanties?”
“Ja, daar had je vrouw het over. Of moet ik ondertussen ‘je ex-vrouw’ zeggen?”
“Hoezo?” Eddie schoot een stukje op zijn stoel naar voren. “Wat heeft ze dan gezegd?”
Brandsma grijnsde. “Ik mocht haar niet meer mevrouw Kronenburg noemen. Ze was mevrouw Houweling geworden. Is het over en uit tussen jullie?”
“Wat heeft ze gezegd?” herhaalde Eddie.
“Een scheiding…altijd vervelend, zeker als er kinderen bij betrokken zijn.”
“We zijn nog helemaal niet gescheiden, en dat gebeurt ook niet. Een kleine, tijdelijke crisis. Dat heb jij toch ook wel ‘ns met mevrouw Brandsma?”
Daar ging Brandsma niet op in. “Mevrouw Houweling leek het naar haar zin te hebben in Almere. Was ze erachter gekomen dat je dat vrouwtje in de Wolkenkrabber hebt zitten?”
Eddie antwoordde niet. Verdomd, Sylvia ging praten. Alles wat ze wist, zou ze eruit gooien. Die Brandsma had natuurlijk met haar zitten slijmen, die klootzak. Hij hoefde maar op een knopje te drukken en Sylvia begon te rebbelen. En nu had ze misschien een ander, als hij Yuri goed begrepen had. Sylvia met een ander! Dat betekende dat de zaak echt uit de klauwen begon te lopen.
“Tja, zo’n vriendin houd je niet geheim, en nu ze in blijde verwachting is, wordt het natuurlijk hopeloos ingewikkeld.”
“Zijn we klaar?” vroeg Eddie. Hoe wist Brandsma dat Anouk zwanger was?
“We zijn pas begonnen. Maar voor vandaag lijkt het me voldoende. Wat denk jij?”
Eddie stond op en verliet het verhoorkamertje. Op de Marnixstraat stak hij een sigaret op. Hij had zin om onverantwoord veel te drinken, maar hij moest vanavond naar Kruistocht in spijkerbroek.
Sylvia had het niet gewild, maar het gebeurde. Het was te vroeg, te snel, maar vooral te hevig. Met de kerstdagen had ze hem niet gezien. Het was gezellig en vrolijk geweest, met de prachtig opgetuigde kerstboom in het huis van Floor. Geen al te uitbundige maaltijd, maar wel lekker. Ze hadden urenlang Risk gespeeld, en Yuri en Daphne hadden genoten. Yuri had gevraagd of je het ook op de computer kon spelen, maar hij vond dit ook leuk voor de verandering. Op tweede kerstdag waren ze naar haar moeder geweest. Die had uiteraard naar Eddie gevraagd, en geklaagd en gemopperd toen Sylvia vertelde dat ze uit elkaar waren. “Toch niet voorgoed?”
“Dat zien we nog wel.” Sylvia had veelbetekenend in de richting van de kinderen geknikt, die tv zaten te kijken. Maar dat had haar moeder niet begrepen, en ze bleef doorpraten over de ellende van een scheiding.
De eerste vrije dagen van de kerstvakantie hadden Yuri en Daphne allerlei afspraken met klasgenoten gehad. Sylvia had ontdekt dat Yuri met een paar andere jongens al vuurwerk had afgestoken bij het winkelcentrum. Daarover had ze hem onderhouden, en dat leek hij te begrijpen. Straffen was zinloos, had ze bedacht, en ze had hem geld gegeven voor nieuw vuurwerk onder de voorwaarde dat dat pas op oudejaarsavond om twaalf uur de lucht in mocht gaan. Daphne was opgenomen in een soort vriendinnenclub van een stuk of zes meiden. Of ze zaten bij iemand thuis naar muziek te luisteren, tv te kijken en elkaars kleren te passen, of ze gingen de stad in.
Nu Daphne en Yuri een paar dagen bij Eddie waren, had ze tijd. Nick had niet aangedrongen, net als die keer dat ze naar het café geweest waren. Voor de deur had hij haar toen afgezet. Op het trottoir hadden ze elkaar aangekeken. Om zichzelf in de hand te houden had Sylvia zich omgedraaid en was ze naar de huisdeur gelopen. Ze keek over haar schouder. Hij stond perfect stil naast zijn auto, maar maakte geen gebaar, zei ook niets.
Ze was vanavond met de trein naar Amersfoort gekomen, zodat ze niet op een glas wijn meer of minder zou hoeven letten. Nick had haar van het station gehaald. Nadat ze ergens hadden gegeten, had ze gezegd dat ze graag wilde zien waar hij woonde. Misschien was het een beetje te opdringerig, maar het was eruit voor ze het wist. In zijn gezellig ingerichte woonkamer hadden ze koffiegedronken en gepraat over van alles. Maar niet over Amsterdam, niet over de Van Eeghenstraat, niet over Eddie.
Tegen een uur of elf kondigde ze aan dat ze naar huis wilde.
“Oké. Ik breng je naar de trein. Ik heb te veel gedronken om met de auto te gaan.”
Hij pakte haar jas, hield hem voor haar op. Ze had haar adem even ingehouden. Hij legde een hand op haar schouder. Ze probeerde zich te beheersen, maar met haar hand ging ze toch naar zijn gezicht, streelde langs zijn wang. Glad. Lief. Zacht. Ze durfde hem niet in zijn ogen te kijken.
“Ik weet ‘t niet,” fluisterde ze.
“Je weet het best, maar je durft niet.”
Ze zweeg even. “Je hebt gelijk, ik durf niet.”
“Ik wel.” Hij omhelsde haar.
Het was niet koud, maar het woei hard en af en toe regende het. Nick had zijn arm om haar heen geslagen. In een stevige wandelpas gingen ze langs het natuurgebied van de Oostvaardersplassen. Hij vertelde over de edelherten en de wilde konik-paarden die daar liepen, en de discussie over de kadavers van gestorven dieren. Of ze opgeruimd moesten worden of als voedsel moesten dienen voor roofvogels. Kadavers…roofvogels…ze probeerden allerlei zwarte gedachten te onderdrukken en klemde zich vast aan Nick. Nadat ze gevreeën hadden, had ze de halve nacht wakker gelegen, met open ogen naar het plafond starend. Om een uur of zeven was Nick half en half wakker geworden. Haar hoofd liet ze op zijn schouder liggen, zo dicht mogelijk tegen hem aan.
Nee, nee, nu niet aan denken. Sylvia sloot haar ogen. De beelden, het gevoel, alles kwam terug. Het werd te veel. Ze wist niet of ze het al aankon. Het werd allemaal zo ingewikkeld. Nu was het nog mogelijk om te doen of er niets was gebeurd. Nou ja, in ieder geval niets meer dan een one–night stand. Leuk voor één nacht, maar daarna ging het gewone leven weer verder.
“Wat is er?” vroeg Nick. “Heb je het koud?”
Ze schudde kort en heftig haar hoofd.
“Waarom rilde je dan zo?”
“Om alles, omdat we hier zo staan.” Ze keek op haar horloge. Met Eddie had ze afgesproken dat hij om twee uur de kinderen af zou leveren. “Laten we gaan.”
Eddie stond in de Lexington. Hij wist niet waardoor het kwam, maar het was net of alles er anders uitzag dan normaal. Die barkeeper, had die hier de vorige keer ook gestaan of was hij nieuw? Misschien had hij toen een snor of was zijn hoofd niet kaalgeschoren. De tafeltjes en stoelen leken verplaatst. Er zat een vreemde smaak aan de drank. Misschien een kwestie van wennen. Eigenlijk zou hij nu naar Anouk moeten gaan, wat hij gisterochtend had beloofd. Alleen met die toezegging had hij haar de Van Eeghenstraat uit kunnen werken. Ja, Noekie, heus, Noekie, nu even de kinderen, maar morgen ben ik er weer voor jou, echt waar, een uur of vier, later wordt het niet. Ze was van plan zelf te koken. Alles onder het mom van gezelligheid, haar toverwoord van de laatste weken. Het leek verdomme of het steeds erger werd, en de vraag was waar het zou eindigen. In ieder geval kwam er een baby…een kind. Kan jij die luier even verschonen? Getverdemme.
“Pardon,” zei een man die een halve meter van hem afstond.
“Hè?”
“Je zei zomaar ‘Getverdemme’ tegen me. Dat vind ik helemaal niet leuk.”
“Ik had het niet tegen jou.”
“Zo klonk het anders wel.”
“Gaan we moeilijk doen?” Eddie zette een dreigende stap naar voren.
De man draaide hem zijn rug toe.
Even overwoog Eddie om hem bij zijn schouder te pakken, naar zich toe trekken, om te draaien en dan…? Een kopstoot, een knietje, een hoek, misschien met zijn elleboog? Nee, daarmee kreeg hij alleen maar rottigheid, steeds meer rottigheid. Geld bleef moeilijk. Door de vijfduizend die hij van Charly had geleend, was hij al bijna heen. Toen hij de kinderen terugbracht, keurig op tijd, had hij het met Sylvia gehad over het geld uit de bergplaats, maar ze had staalhard gelogen: die stapels bankbiljetten, daar wist ze niets van. Hij had zijn best gedaan om zijn kalmte te bewaren. Als ze ruzie kregen, was hij veel verder vanhuis. Misschien moest hij het vooral via Yuri en Daphne spelen. Oudejaarsavond waren ze bij haar, maar dat kwam hem niet slecht uit. Sylvia had een vreemde blik in haar ogen toen ze in de deuropening stond. Hij had gevraagd of hij even binnen mocht komen. Nee, dat was niet de bedoeling. “Jammer, dan niet,” had hij begripvol gezegd. Het kostte hem de grootst mogelijke moeite om niets te vragen over die verdomde judoleraar. Misschien zat die binnen, en werd hem daarom de toegang ontzegd.
Hij stak een sigaret op, bestelde nog een glas en keek om zich heen. Druk, maar op het eerste gezicht geen bekenden. Alleen in een hoek stond Rolf met enkele donkere jongens die Eddie nooit eerder had gezien. Twee jaar geleden had Eddie een paar keer zaken met hem gedaan. Rolf stak zijn hand op. Eddie groette terug. Rolf zei iets tegen de andere mannen, waarschijnlijk over hem, en ze lachten een beetje ingehouden, terwijl een van hen Eddies richting uit keek. Zo verwas het dus al: iedereen dacht hem voor de gek te kunnen houden.
Eddie moest naar de wc. Hij bleef een tijdje zitten, met de broek op zijn enkels. Hoe ging het ook alweer in Pulp fiction? John Travolta die van de wc kwam en werd doorzeefd met kogels. Stel dat er hier iemand aan de andere kant van de deur wachtte. Misschien een van die donkere vrienden van Rolf, die de opdracht had gekregen om dit veiligheidsrisico onschadelijk te maken. Nee, als dat zo was, dan stonden ze hier niet openlijk in het café, dat was veel te riskant. Ze zouden hem waarschijnlijk vanuit een portiek van de buren verrassen. Eén mannetje misschien. Van dichtbij, met een geluidsdemper.
Toen hij uit de wc kwam, maakte hij een praatje met Rolf, die nu weer alleen stond. Het gewone ouwehoerverhaaltje. Hoe gaat het tegenwoordig? Hoe is de handel? Goeie deals gemaakt? Alles heel algemeen, want je kon nooit weten wie meeluisterde of wat de ander deed met wat je vertelde.
“Je vrouw is bij je weg, hè?” zei Rolf.
Eddie was eerst even sprakeloos.
Rolf glimlachte, alsof hij het eigenlijk wel een leuke gedachte vond. “Voorgoed?”
Eddie haalde zijn schouders op.
“Heb je het zomaar laten gebeuren?” Weer dat gluiperige lachje rond de mond van Rolf.
“Vrouwen,” zei Eddie ten slotte. “Soms een beetje moeilijk. Zo zijn ze nou eenmaal.”
“Toch wil Marvin graag even met je praten.”
“Marvin?”
“Ja, ik doe af en toe wat klusjes voor hem. Hij heeft vandaag al eerder geprobeerd je te bellen, maar hij kwam er niet door. Lullig allemaal.”
Eddie pakte zijn mobieltje uit zijn zak. Hij had het toetstel uitgezet om niet bereikbaar te zijn voor Anouk. “Vergeten aan te zetten.”
“Drink je nog wat of ga je meteen naar Marvin?”
“Zullen we een borrel nemen?” vroeg Eddie, zo opgewekt mogelijk.
“Marvin zit op je te wachten. Je weet waar je hem kan vinden.” Rolf draaide zich om en was binnen een paar seconden verdwenen.
“Weet je wat het is?” Marvin keek Eddie doordringend aan. Die probeerde even onbewogen terug te staren, maar wist dat hij het moest verliezen. “Het is als een breiwerk.” Hij begon rustig een sigaret te draaien, stak de brand erin en inhaleerde. “Een breiwerk.”
“Hoe bedoel je?”
“Wij…met z’n allen, de handel, het geld, de deals, de afspraken.” Marvin krabde even op zijn borst onder zijn houthakkersoverhemd.
“Goed, een breiwerk. Wil je het daar met me over hebben?”
Marvin liet de inhoud van een derde suikerzakje in zijn koffie glijden en begon toen fanatiek te roeren. “Soms zit er aan zo’n breiwerk een draad los. Als je daaraan trekt, valt het helemaal uit elkaar. Er blijft niks van over. Behalve natuurlijk een heleboel losse wol.”
“En?”
“Je begrijpt ‘t niet, hè? Altijd een grote bek, maar toch niet erg intelligent. Valt me van je tegen. Ik zal het uitleggen…rustig, zodat ookjij het kan snappen. Je vrouw…of misschien moet je haar al je ex noemen, die is het losse draadje. Als Brandsma er verder aan trekt, en dat doet-ie natuurlijk, dan kan er van alles gebeuren. Ze weet te veel, en jij hebt haar niet meer in de hand.”
“Brandsma,” zei Eddie toonloos.
“Ja, ik heb met hem gepraat. Hij wilde graag eens het een en ander wisselen, had-ie tegen me gezegd. Ik dacht, oké, dan hoor ik weer ‘ns wat. Hij heeft ook met Sylvia gepraat. In Almere of all places. Daar zit ze dus, en jij woont nog hier.”
Eddie knikte.
“Dat klopt niet.” Marvin drukte zijn sigaret uit. “Daar klopt geen moer van. Ik zou haar maar weer gauw terughalen als ik jou was.”