25
'Uli Jürgen,' zei Wolff. Met schorre stem herhaalde hij wat degene die hij nu aan de lijn had, zojuist had gezegd. 'Ik heb over die moord gehoord, en de naam kwam me toen al zo bekend voor. Nu u het zegt, ik geloof dat een lid van de groep die ik heb ontmoet in een restaurant in de Leipzigerstrasse zo heette. Het was een van die gelegenheden waarbij Rudolf Altenberg met mij wilde pronken tegenover zijn vrienden. Ik meen me te herinneren dat Jürgen nogal druk aan het praten was. Ik vond hem een tamelijk extraverte figuur.' 'Hij stond op de dodenlijst,' zei Mike. 'En op de foto die de moordenaar gebruikt om zijn slachtoffers te kiezen, staat hij naast iemand met uw naam. Dat is de reden waarom ik bel. Het is een foto van al de mensen op de lijst en hij is genomen toen ze nog kinderen waren.' 'Het schiet me nu ineens te binnen,' zei Wolff, 'dat de mensen die ik toen heb ontmoet, wel eens lid van dat groepje geweest zouden kunnen zijn. Ze waren allemaal ongeveer van mijn leeftijd en ze gedroegen zich alsof ze géén groep vormden. Ze zaten niet bij elkaar en uit niets wat ze zeiden, was op te maken dat ze ook maar iets met elkaar van doen hadden, maar toch gedroegen ze zich alsof ze elkaar in geen tijden gezien hadden en alsof het hun moeite kostte om hun plezier over deze ontmoeting te verhullen. Vreemd dat je zoiets altijd meteen merkt.' 'Herinnert u zich verder nog iets?' 'Er werden een heleboel foto's genomen. Het was een feest ten bate van een of ander liefdadig doel.' Wolff zweeg even. 'Mijn God!' Hij knipte met zijn vingers, zodat er een scherpe, droge knal uit de hoorn klonk. 'Dat was ik helemaal vergeten...' 'Wat?' 'Twee verschillende mensen uit dat kliekje - als het een kliekje was -hebben me verteld dat ik dezelfde naam had als een jeugdvriend van hen die helaas overleden is.' Mike kreunde. 'Weer zo'n geval van identiteitsverwisseling.' 'O, nee, hoor. Zij zagen me echt niet voor hun vriend aan.' 'Nee, maar degene die dat lijstje heeft opgesteld wél.' Mike twijfelde er niet aan dat Wolff de waarheid sprak. 'U bent oud genoeg om in de Hitlerjugend gezeten te hebben.' 'Maar net.' 'Deze mannen horen bij de laatst ingezworen leden,' zei Mike. 'U bent gesignaleerd in hun gezelschap en door een ongelukkig toeval wordt u nu door anderen met hen geassocieerd. Dat is heel slecht voor uw reputatie, maar nog veel rampzaliger voor uw lange termijn vooruitzichten.' 'Ik kan maar moeilijk geloven dat ik gevaar loop.' 'Nou, dat zult u toch echt moeten. U zou zo onderhand wel eens heel hoog op de lijst kunnen staan. Ik wil dat u in uw flat blijft en niet te ver uit de buurt gaat van die twee lijfwachten.' 'U zegt het maar.' Mike hing op en toetste toen Philpotts nummer in New York in om hem te vertellen over zijn gesprek met Wolff. 'Sinds Sabrina ons die gegevens heeft opgestuurd, hebben we de krantenarchieven zitten uitspitten,' zei Philpott. 'We zijn erachter gekomen dat een Berlijnse zakenman die Andreas Wolff heette, en die in 1934 geboren is, in 1982 bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen. In een artikel over de begrafenis staat vermeld dat Erich Bahr en Klaus Garlan onder degenen waren die de kist droegen.' 'En die staan allebei op de lijst.' 'Dus de echte Wolff is dood en onze man wordt voor hem aangezien.' Op de achtergrond hoorde Mike gedempte stemmen.'C.W. dringt er nu heel voorzichtig bij de Oostenrijkse politie op aan dat ze Wolffs bewaking verdubbelen,' zei Philpott. 'Heb je al contact opgenomen met Sabrina - ik neem aan dat je in Berlijn zit?' 'Ik zit in Berlijn, ja, maar Sabrina heb ik nog niet gesproken. Dat wilde ik net gaan doen.' 'Laat me het weten zodra er iets gebeurt, of dat nou goed of slecht is.'
***
Mike liep rechtstreeks naar een bar in een zijstraatje van de Kant-strasse, dicht bij de Kurfürstendamm. Sabrina zat al op hem te wachten. Ze zat alleen aan een tafeltje bij de deur. Haar haar hing los en ze had een jurkje van donkerblauw linnen aan, dat van onderen wijd uitliep. Bovendien had ze een zijden sjaal over haar schouders geslagen. 'Ga je ergens naartoe?' vroeg Mike terwijl hij ging zitten. 'Ik doe gewoon mijn best om er netjes uit te zien, meer niet.' Sabrina schonk hem een glas wijn in uit een karafje dat al op tafel stond. 'Het is Scheurebe Kabinett. Niet slecht.' 'Waarom wilden ze dat je in Berlijn bleef?' vroeg hij. 'Dacht iemand soms dat ik het in mijn eentje niet aankon?' 'Mij hier houden is net zoiets als een auto parkeren op een plek waar je hem straks misschien nodig zou kunnen hebben. C.W. denkt dat Philpott deze zaak binnen vierentwintig uur wil oplossen. Ik veronderstel dat het handiger is om ons allebei in de buurt te hebben, voor het geval dat het tot een confrontatie komt, in plaats van een reeks routineuze arrestaties.' Ze nam een slokje wijn. 'Zullen we even bijpraten?' Mike vertelde haar over zijn gesprek met Wolff. 'Wat voor aanwijzingen heb je over de moordenaar?' 'Zijn vriendinnetje heet Magda Schaeffer en ze is stripteasedanseres in een nachtclub in de Oranienstrasse. Ik heb al een lidmaatschapskaart voor je gekocht. De show begint pas om een uur of elf.' 'Zelfs als we die vent in een hoek weten te drijven, zal hij heus niet zomaar zijn handen omhoogsteken en zeggen dat we hem eerlijk verslagen hebben,' zei Mike. 'Dat is veel te bescheiden en onopvallend voor hem. Als we hem te pakken krijgen, zal hij vechtend ten onder gaan.' 'Hij is niet de eerste.' 'Ik heb over hem gedroomd,' zei Mike. 'Het was allemaal nogal verward, maar hij had net iemand neergeschoten, op een kermis. Ik liep op hem af en hij stond daar, met het rokende pistool in zijn hand. Ik wilde hem net in een houdgreep nemen toen hij zich omdraaide en me aankeek. Hij had een stralende glimlach op zijn gezicht en ik lachte terug. Hoewel ik wel beter wist, leek het me ineens een heel aardige vent. Toen bracht hij het pistool in de aanslag en schoot me een kogel in mijn hart. Ik werd wakker van de pijn.' 'Dit is niet het juiste moment om over doodsdromen te praten,' zei Sabrina. 'Zijn daar dan geschikte momenten voor?' 'Mijn vriend Pratash denkt van wel.' 'Pratash, die heb ik geloof ik nog niet ontmoet.' 'Het is een mysticus. Dat denk ik tenminste. Ik heb hem ontmoet in Calcutta. Hij vertelde me dat hij was aangetrokken door mijn uitstraling.' 'Die is altijd heel goed als je dunne kleren aanhebt.' 'Hij was niet op de versiertoer, hij méénde het. Een klein, oud, doodernstig mannetje dat gelooft dat de wereld één grote vergissing is en dat de Schepper, als hij zich dat op een goede dag realiseert, helemaal opnieuw zal beginnen. Intussen kunnen we, volgens Pratash, allemaal maar beter een beetje voorzichtig zijn. En één manier om dat te doen, zo heeft hij me verteld, is om als er werkelijk iets gevaarlijks zou kunnen gebeuren nooit aan gevaar te denken, of aan dromen over gevaar of dood. Hij zegt dat je daarmee het ongeluk uitlokt.' 'Ik neem aan dat we allemaal wel een spiritueel leider hebben,' zei Mike. 'Ik heb de mijne nog niet gekozen, maar misschien zet ik Ralph Waldo Emerson wel op de troon. Ik zal je een voorbeeld geven van wat ik bedoel. Je weet dat ik graag heel snel ga.' 'Op je motor, bedoel je.' 'Op mijn motor, ja. Ik gebruik snelheid als ontspanning,-maar ook om mezelf voor te bereiden op de uitdagingen die ik voor de boeg heb. Ik ben van mening dat het leven degenen beloont die het snelst bewegen en dat snelheid soms een soort mantel van onzichtbaarheid kan zijn. Emerson zei: "Als we over één nacht ijs gaan," - hij bedoelt dat het ijs dan nog heel onbetrouwbaar is - "is onze snelheid ons behoud." Dat is nou echt een goeroe naar mijn hart, hè?' 'Ik weet zeker dat hij je goede diensten zal bewijzen.' Ze hield haar glas op. 'Op Ralph Waldo dan maar.' Mike hief ook het glas. 'En op Pratash.' Ze dronken en keken elkaar over de rand van hun glas aan. Sabrina werd getroffen door de warmte van dat ogenblik, het duidelijk goede gevoel tussen hen beiden. 'Vertel eens,' zei ze, 'zijn we nou werkelijk vrienden? Diep in ons hart, onder al het uiterlijk vertoon?' 'Volgens mij wel.' Sabrina kon zich er niet toe brengen om meer te vragen. 'En ik zal je nog wat vertellen,' zei Mike. 'Voor deze ene keer. Het verleden is nog niet klaar met me, maar op een dag is het dat wel en dan ben ik vrij, als dat het juiste woord is, en als dat gebeurt, zul je misschien wel een paar veranderingen in me opmerken.' 'Bedoel je dat we op een dag niet meer automatisch met gebalde vuisten tegenover elkaar zullen staan?' 'Zoiets,' zei Mike. Ze glimlachten opnieuw. De vrouw achter de tapkast lachte met hen mee.
***
In theatertermen was de one-woman-show die Magda Schaeffer opvoerde er een vol contrast en tragiek, maar fantasie zat er absoluut niet bij. Op een klein stukje van het toneel, in de lichtbundel van een spotlight, stond Magda heen en weer te wiegen op elektronische muziek. Zo nu en dan, en zo te zien met grote tegenzin, ontdeed ze zich van een kledingstuk. Telkens als er weer een deel van haar kostuum op de grond viel, leek haar eigen opwinding groter te worden, maar naarmate de minuten verstreken, werd haar timing steeds minder en veranderde haar voorgewende sensualiteit in een reeks platvloerse poses. Uiteindelijk liep iets wat kennelijk begonnen was als een geïmproviseerde sensuele dans uit in een goedkope ouderwetse striptease, waarbij het publiek zat te brullen dat ze ook het laatste kleine kledingstukje uit moest trekken. Toen ze dat eindelijk deed, klonk er hier en daar wat applaus, maar het grootste deel van de toeschouwers had zijn belangstelling eigenlijk al verloren. Mike zag geen reden om zijn tijd te verdoen met beleefdheden. Hij stak de barkeeper tien dollar toe en regelde met hem dat Magda, zodra ze zich weer had aangekleed, bij hem aan tafel zou komen zitten. Nog geen vijf minuten na de show liet ze zich op de stoel tegenover Mike zakken. Ze had nu een wit T-shirt en een spijkerbroek aan en had een klein boodschappentasje bij zich waar vermoedelijk haar kostuum in zat. 'Ik hoop dat de show u bevallen is, meneer...' Haar zwaargeverfde wimpers knipperden hem verleidelijk toe. 'Hoe zal ik u noemen? Ik heet trouwens Magda.' 'En ik ben Mike.' Hij probeerde te raden hoe oud ze was. Hooguit twintig besloot hij, maar ze zag er nu al verlopen uit.'En ja, ik heb ervan genoten. Je hebt een prachtig lichaam.' 'Dank u wel.' Hij keek toe hoe ze haar ogen neersloeg. Het amuseerde hem altijd dat vrouwen die de hoer speelden zich altijd zo bescheiden opstelden, alsof een onfatsoenlijk woord hen onmiddellijk zou doen wegdrijven op een golf van verontwaardiging. 'Was dit je enige voorstelling vanavond?' 'De enige hier,' zei ze. 'Twee keer per week geef ik een speciale voorstelling in de Saucy Sailor, aan de overkant van de straat.' 'Een speciale voorstelling.' 'Precies.' Opnieuw sloeg ze zedig haar ogen neer. 'Heel anders dan wat ik hier doe, en een stuk duurder. Maar de klanten zeggen dat het het geld waard is.' 'Dus daar ga je straks naartoe?' 'Eerst nog even iets drinken.' Mike begreep wat ze bedoelde en stak zijn hand op naar de barman, die daarop had zitten wachten. Het drankje stond al klaar en toen hij het kwam brengen, zag Mike hem snel even naar Magda knipogen - daarmee bevestigde hij, dacht Mike, dat ze met een sul aan tafel zat die ze makkelijk wat geld afhandig zou kunnen maken. 'Proost, Mike,' zei ze en nadat ze de whisky achterover had geslagen alsof het water was, leunde ze over het tafeltje heen. 'Als je wilt, kom ik je wel opzoeken als ik aan de overkant klaar ben.' 'Dat zou leuk zijn, maar ik ben een ongeduldig mens, Magda. Wat als ik je zoveel betaal dat het de moeite waard wordt om je voorstelling in de Saucy Sailor af te gelasten? Alleen voor vanavond, natuurlijk.' Ze trok haar wenkbrauwen op, maar die frons was al even vals als haar glimlach. 'Dan krijg ik niet betaald. 'Zoals ik al zei, ik zorg wel dat het de moeite waard is.' 'Ik zou ook een invalster moeten regelen. Anders zijn de manager en ik geen maatjes meer, als je begrijpt wat ik bedoel.' 'Hoeveel kost die plaatsvervangster?' 'Dollars?' Hij knikte. 'Vijftig.' Hij haalde een stapel bankbiljetten te voorschijn, pelde er vijf van twintig af en legde die op tafel.'Dat is voldoende voor jullie beiden.' Hij schoof haar de dollarbiljetten toe. 'Voorlopig dan,' voegde hij eraan toe, zodat ze weer met haar wimpers begon te knipperen. Via de barman, die dat helemaal niet ongebruikelijk scheen te vinden, werd er een vervangster geregeld en nadat Magda nog wat gedronken had, stelde ze bedeesd voor om naar boven te gaan, waar ze woonde. Daar was het een stuk rustiger. Het was er in ieder geval stil, merkte Mike toen hij achter haar aan het kleine kamertje binnen liep. Het was er ook bedompt en ongelooflijk vies en rommelig. Hij had genoeg armzalige kamertjes gezien die toch iets gunstigs zeiden over hun bewoner, maar dit hok, vol lege pizzadozen, vuile glazen en volle asbakken, bevestigde alleen maar dat Magda Schaeffer precies zo'n onaantrekkelijke sloerie was als ze al vanaf het ogenblik dat de spotlights aangingen had geleken. 'Ga zitten,' zei ze tegen Mike. 'Ik ben zo klaar.' Hij liet zich in een stoffige, oude leunstoel zakken. Het ding kraakte onder zijn gewicht. Magda verdween achter een gordijn dat een hoekje van de kamer aan het oog onttrok. Toen ze weer te voorschijn kwam, had ze twee glazen drank bij zich. 'Ik hoop niet dat je denkt dat ik dit vaak doe. Ik heb je alleen maar mee laten komen omdat je me wel bevalt.' 'Wat een eer.' Ze streek met haar afgekloven vingertop langs de rand van zijn oor. 'Wat wil je dat ik doe?' Hij glimlachte. 'Sta op,' fluisterde hij. Ze deed langzaam een stap naar achteren en keek hem van onder haar neergeslagen oogleden aan. Mike kwam overeind, trok zijn revolver uit zijn jaszak en richtte hem op Magda, die verschrikt naar adem hapte en terugdeinsde. 'Zieke spelletjes doe ik niet,' zei ze. 'Maar ik wel.' 'Ik ga gillen hoor!' 'Als je dat doet, ben je meteen dood.' 'Alsjeblieft, doe me geen pijn.' 'Ik moet zeggen dat ik geschokt ben, Magda.' Mike deed een stap achteruit, maar bleef de revolver op haar gericht houden. 'Vreemde mannen in huis halen voor geld, dat is toch geen manier om je vriendje te behandelen?' 'Ik heb geen vriendje.' 'Hij heet Einar. Einar Ahlin.' Ze staarde hem aan en haar mond maakte onzekere bewegingen. 'Wie ben jij?' 'Ik heet Mike, weet je nog wel? Ik heb je gevraagd wat je vriendje hiervan vindt.' 'Einar vindt het niet erg.' 'Dat is moeilijk te geloven, Magda.' 'Ik ben zijn meisje, maar we doen niet aan...' Ze haalde haar schouders op. 'Soms houd ik hem in mijn armen. Als hij moet huilen. Meer niet. We vrijen niet met elkaar.' 'Waar is hij nu?' 'Dat weet ik niet.' 'Zeg op. Waar zit hij?' Mike zwaaide dreigend met het pistool. 'Ik weet het niet. Ik zweer het! Hij vertelt niemand iets. Hij komt hier vaak, maar ik weet niet waar hij heen gaat.' 'Weet je wat hij doet?' Ze slikte. 'Magda?' 'Hij maakt mensen dood.' 'Heeft hij je dat verteld?' 'Hij vertelt me alles.' 'Dan moet je op zijn minst enig idee hebben waar hij uithangt als hij weg is.' 'Ik weet niet waar hij heen gaat. Het enige wat ik nu weet, is dat hij weg is, voor zijn werk. Professioneel werk.' Magda wierp een snelle blik op de kleine open haard. 'Hij heeft een safe. Daar.' Ze wees op een metalen plaat tussen de bakstenen. Er zat een klein deurtje in. 'Die heeft hij hier ingebouwd. De sleutel hangt aan een kettinkje om zijn nek.' 'Wat zit erin?' 'Zijn dienstrooster. Zo noemt hij het. Hij vindt het prettig om voor elke klus een week de tijd te nemen. Bij elke week van zijn agenda heeft hij één naam neergezet.' 'Een week voor één moord?' Ze knikte. 'Hij heeft een agenda met zeven dagen per pagina en op elke pagina heeft hij een naam gezet. Die namen komen van zijn dienstrooster.' 'Waarom bewaart hij die in de safe?' 'Het is de enige plek die hij hier in Berlijn voor zichzelf heeft. Dat zei hij tenminste. Hij zei dat hij er een plek voor zichzelf van zou maken en dat heeft hij gedaan. Toen het klaar was, heeft hij zijn agenda erin gelegd. Hij zegt dat het iets ordelijks is. Hij zei dat die pagina's het dienstrooster van zijn leven vormen. Dat is hem heilig en daarom wil hij het veilig bewaren.' Mike knielde neer voor de lege open haard, pakte de kleine pook en duwde die onder de onderste rand van de open haard. Hij gaf een harde ruk en zag wat schilfers baksteen vallen. Na nog twee harde rukken schoot de plaat los. Hij stak zijn hand eronder en voelde een boek. Hij trok het eruit en liep ermee naar de salontafel. 'Is dit het?' 'Ja.' Snel zocht Mike de huidige week op. Toen hij die vond, zag hij dat er een enkele naam schuin over de pagina geschreven was en dat die bevestigde wat hij al gevreesd had. De naam was Andreas Wolff.