4
De receptioniste glimlachte naar haar op een manier die tegen alle tegenspraak bestand was. 'Heus, madame Reverdy, er is absoluut niets aan de hand.' Ze schoof een registratiekaart en een pen over de mahoniehouten balie. 'Als u dit even wilt invullen, roep ik een portier om uw koffer te dragen.' Op de plek waar de gast zijn naam moest invullen, schreef Sabrina Louise Reverdy. Dat was de meisjesnaam van haar grootmoeder aan moederszijde. Als adres gaf ze op: 28 Rue de la Grande Armée, Paris 75017, France. De receptioniste kwam terug met een klein en mager mannetje in een groen uniform dat snel beschermend voor haar koffer ging staan en toen glimlachend een buiging maakte. 'Dank u wel,' zei ze, en ze genoot van de manier waarop ze het accent van haar moeder wist te imiteren, 'en hoewel u erop staat dat het geen enkel probleem is, ben ik toch heel dankbaar dat u op zo'n korte termijn een kamer voor me heeft.' 'Geen dank, mevrouw. Ik hoop dat alles naar wens is.' De portier bracht Sabrina met de lift naar de derde verdieping en ging haar voor door een gang met een dik groen tapijt erin. Voor haar kamer stak hij met een zwierig gebaar de sleutel in het slot, draaide die snel om en duwde de deur open. 'Après vous, madame,' zei hij. 'Vous-êtes Franqais, monsieur?' zei Sabrina verbaasd. Nee,' zei hij terwijl hij achter haar aan de kamer binnenliep. 'Nee, dat kan ik niet zeggen, maar op school was ik altijd heel goed in Frans en ik vind het leuk om het zo nu en dan nog eens te spreken. Het klonk goed, hè?' Absolument! Een tien!' Hij straalde van genoegen en toen Sabrina hem een biljet van vijf pond gaf, zag ze het ene kleine genoegen over het andere heen spoelen. Het kostte nog minder moeite dan ze al verwacht had om hem voor zich in te nemen. 'Vertel me eens,' zei ze toen hij aanstalten maakte om weg te gaan. 'Gisteren is een vriendin van me hierlangs gereden in een taxi en ze vertelde me dat ze hier politie heeft gezien. Is er iets gebeurd?' Toen het mannetje zich omdraaide en weer terug kwam lopen, leek zijn gezicht te verstrakken. 'Een van de gasten,' zei hij en hij wees naar het plafond. 'Een Amerikaanse dame. Ze is neergeschoten. Een akelige zaak.' 'Hier neergeschoten?' Sabrina slaagde erin om geschrokken te klinken zonder een kreetje te hoeven geven. 'In dit hotel?' 'O nee, hoor, mevrouw. Ergens in Mayfair. Ze logeerde hier alleen maar.' 'O, wat verschrikkelijk toch. Ik hoop niet dat er de hele nacht politie door het gebouw heen loopt te banjeren? Ik slaap al zo licht...' 'Maakt u zich maar geen zorgen,' zei de portier. 'Ze hebben de kamer verzegeld en voorlopig is alles rustig.' Hij maakte opnieuw een klein buiginkje. 'Prettige nacht, mevrouw.' 'Dank u wel.' Toen hij weg was, schopte ze haar schoenen uit, ging op de rand van het bed zitten en keek even op haar horloge. Het was twee minuten voor halfelf. De minibar zag er verleidelijk uit. Niemand had haar gewaarschuwd dat haar laatste werkdag in Hounslow tot laat op de avond kon uitlopen. Ze was pas om acht uur klaar geweest met een gijzelingsscenario en een paar minuten voor negen in haar kamer in het politiehotel aangekomen. Sindsdien had ze zich voortdurend moeten haasten. Eerst had ze zich omgetoverd van een slordig geklede meid met verwarde haren tot een chique Fran9aise die een bezoek aan Londen bracht. Gezien de omstandigheden was een vermomming niet strikt noodzakelijk geweest, maar ze vond gedaanteveranderingen heel leuk en probeerde daarom altijd te gehoorzamen aan wat Philpott de Eerste Regel voor Clandestiene Activiteiten noemde en die hij haar ooit eens had toevertrouwd toen hij tijdens een VN-receptie licht aangeschoten was geweest. 'Zorg dat je als het maar even kan iemand anders bent, Sabrina, en let erop dat je altijd liegt, zelfs als de waarheid beter zou klinken.' Toen ze tevreden was over haar eigen gedaanteverwisseling, reed ze naar de andere kant van de stad en nadat ze haar auto in een parkeergarage had gezet die vierentwintig uur per etmaal open was, riep ze een taxi aan. Daarbij lette ze er goed op dat ze er uitzag alsof het tekenen van een paar American Express-cheques het meest inspannende was wat ze die dag had gedaan. Ze keek eens om zich heen. Dit was een mooie kamer, en dat mocht ook wel, want voor het bedrag dat je hier voor één nacht kwijt was, kon je in de Cotswolds een week lang een vakantieboerderijtje huren. Voordat ze uit Hounslow was vertrokken, had ze het hotel gebeld - haar vlucht was vertraagd en daarom moest ze nog één nachtje blijven - en de receptioniste had haar beloofd dat ze de laatst overgebleven kamer tot uiterlijk elf uur voor haar zou vrijhouden. Het was toevallig ook een dubbele kamer en er ging niets van de prijs af omdat ze in haar eentje was. Dat zou Philpott helemaal niet leuk vinden. Ze klopte op de matras. Het liefst van alles zou ze nu gewoon acht uur aan één stuk willen slapen. Maar ze was hier om te werken. Ze geeuwde en dwong zichzelf om op te staan. Voor de kleerkast trok ze haar donkerblauwe jasje en pantalon uit, hing ze op een hangertje en maakte haar koffer open. Ze had een stel extra kleren meegenomen, plus haar politieoverall en drie badhanddoeken om het geheel wat gewicht te geven. Ze trok de overall en een paar zwarte Nikes aan. De zak aan de klep van de koffer bevatte haar uitrusting: een gereedschapsgordel, een plastic doos met het opschrift KEYMAKER erop, een fiberoptische zaklantaarn, een Polaroid-camera en een paar latexhandschoenen. Ze legde de gordel, de camera en de doos op het nachtkastje en stopte de lantaarn en de handschoenen in haar zak. Daarna deed ze de koffer weer dicht. 'Twee uur en twintig minuten,' zei ze hardop terwijl ze op het bed ging liggen. Ze strekte haar armen, zodat die languit langs haar lichaam lagen en liet haar handen open, met de palmen naar boven. 'Twee uur en twintig minuten," herhaalde ze toen ze haar ogen sloot en vrijwel onmiddellijk daarna viel ze in slaap. Ze werd snel wakker. Nadat ze zich omhoog had gewerkt uit een nachtmerrie over een politieman met suiker aan zijn vingers die haar aan het betasten was, kwam ze in een voorkamertje achter haar oogleden. Toen keerde haar bewustzijn terug en aan het roze schijnsel merkte ze dat ze naar haar eigen oogleden lag te kijken. Ze sloeg haar ogen op en bracht haar pols naar haar gezicht om op haar horloge te kunnen kijken. Vijf voor één. Niet slecht. In de badkamer waste ze haar gezicht even, veegde het droog en liep terug naar de slaapkamer. Daar stopte ze de gereedschapsgordel en de doos in de zakken van haar overall en schoof toen de lus van de zaklantaarn om haar pols. Voordat ze de deur openmaakte, deed ze het licht uit en daarna bleef ze een minuut lang in de deuropening staan luisteren. Het was stil en donker. Dit was een hotel met een goede reputatie, een plek waar alleenstaande dames met een gerust hart konden logeren, en tegen deze tijd lagen alle gasten al hoog en breed in bed. Toen Sabrina was aangekomen, was de bar al volkomen verlaten geweest. Ze trok de deur van haar kamer dicht en liep geluidloos de trap aan het eind van de gang op. De portier had naar boven gewezen toen hij het over de moord had gehad; er waren vijf verdiepingen en dus hoefde ze er niet meer dan twee te verkennen. Dat viel mee. En wat ook meeviel, was het soort sloten dat hier op de deuren zat. De verzegelde kamer bevond zich op de vijfde verdieping en het zegel was puur decoratief. Over de boven- en onderkant van de deur zat een strook geel-met-zwart plakband en er was een briefje op de deur geplakt met daarop de waarschuwing dat het een misdrijf was om deze deur te openen of daar een poging toe te doen zonder uitdrukkelijke toestemming van het hoofd van de gemeentepolitie. Sabrina liep naar het schakelbord naast de trap en deed de gedempte lichten in de gang uit. Als ze werd gestoord en moest vluchten, zou in ieder geval niemand haar gezicht kunnen zien. Ze liep terug naar de verzegelde kamer en richtte de smalle lichtbundel op het slot. Het zag er net zo uit als de andere, een rechttoe-rechtaan Yale-slot, en de politie had er geen andere sloten aan toegevoegd. Ze rolde haar gereedschapsgordel uit op het kleed en trok er een kleine priem en een momentsleutel uit. De sleutelmaakapparatuur zou ze misschien nog nodig hebben als de dode vrouw koffers met speciale sloten had gehad. Sabrina stak de gereedschapsgordel weer in haar zak en ging vlak bij de deur staan. Ze schoof de momentsleutel onder in de sleutelopening en schoof met de andere hand de priem er met de punt omhoog in, tot ze de priem helemaal tot aan de achterkant van het slot had geduwd. Daarna trok ze hem er langzaam weer uit, zodat ze een goed idee kreeg van de weerstand van de veren die de arrêteerstiften naar beneden geduwd hielden. Ze draaide de momentsleutel iets naar rechts en schoof daarna de priem weer in het slot, opnieuw helemaal naar achteren, maar deze keer zonder dat hij de arrêteerstiften raakte. Daarna begon ze hem er langzaam uit te trekken, waarbij ze erop lette dat ze voortdurend dezelfde kracht op de stiften bleef uitoefenen. De correcte druk was maar een fractie groter dan het minimum dat nodig was om de druk van de veren op te heffen. Voorzichtig trok ze de priem over de verst verwijderde van de vijf arrêteerstiften en voerde daarbij de druk op de momentsleutel telkens net zolang op tot de stift bleef vastzitten. Daarna trok ze de priem zover achteruit dat hij de volgende stift raakte, en herhaalde de manoeuvre. Bij de derde stift deed ze precies hetzelfde. Er klonk een geluid in de gang, het leek wel het kraken van een leren schoenzool... of een oude deur die in de kille nachtlucht iets kromp... of een miljoen andere dingen. Sabrina bleef als verstard bij de deur staan en telde tot honderd voordat ze weer begon te bewegen. De volgende arrêteerstift bleef niet zitten toen ze hem omhoogduwde. Dat was niet ongebruikelijk: de randen van de voorste stiften waren vaak wat afgesleten door veelvuldig gebruik. Sabrina bleef druk uitoefenen met de momentsleutel en begon de priem over de twee resterende stiften te duwen. Schrobben noemden de professionals dat. Plotseling schoven beide stiften tegelijk omhoog en bleven vastzitten. Ze draaide de momentsleutel nog iets opzij en hoorde een zacht scheurend geluid toen het plakband losgetrokken werd van de langzaam openzwaaiende deur. Ze trok de twee gereedschappen uit het slot en terwijl ze de kamer binnenliep, stak ze die in haar zak. Ze lette er goed op dat de deur achter haar in het slot viel, trok de zware gordijnen dicht en deed het licht aan. Het had altijd iets spookachtigs, zo'n kamer waar iemand zonder dat van plan te zijn geweest nooit meer was teruggekeerd. Er waren kleren neergelegd voor 's avonds en in de badkamer stond een rij flesjes en potjes te wachten. Onder in een open wandkast stond een rij schoenen. Sabrina nam aan dat de politie niets had aangeraakt. Ze kon er ook rustig van uitgaan dat ze heel goed hadden gekeken waar alles stond. Ze haalde de Polaroid te voorschijn en nadat ze vanuit verschillende standpunten een aantal overzichtsfoto's had gemaakt, maakte ze close-ups van de kaptafel, het plankje in de badkamer en de planken van de wandkast. Ze zette de foto's op een rijtje te drogen op de rand van de wastafel, trok de latexhandschoenen aan en ging aan de slag. Om effectief te zijn dient een huiszoeking zeer methodisch aangepakt te worden en mag er geen enkele mogelijkheid, hoe onwaarschijnlijk ook, over het hoofd gezien worden. Sabrina had een tijdje meegelopen met een huiszoekingseenheid van de FBI, en die mensen waren zo vakbekwaam en hadden zo'n achterdochtige instelling dat werkelijk niets hun was ontgaan. Ze begon voor in de kamer, naast de deur, en werkte van daaruit een denkbeeldig driedimensionaal raster af. Een uur later was ze verschillende dingen te weten gekomen over Emily Selby. Om te beginnen had ze een lichte maar wel tamelijk uitgesproken dwangmatige instelling gehad. De schoenen in de kast waren niet alleen allemaal keurig netjes naast elkaar gezet, maar stonden ook allemaal met hun neuzen op precies dezelfde afstand van de achterwand. Voordat dat haar was opgevallen, had Sabrina een klein, in vloeipapier gewikkeld liniaaltje gevonden, dat duidelijk van een grotere liniaal was afgesneden. Het was tien millimeter lang: precies de afstand die de zorgvuldig gepoetste neuzen van al die schoenen scheidde van de houten kastwand. ' Emily was ook een enthousiast liefhebster van planten en bloemen geweest en in haar aantekenboekje had ze een gedetailleerd plan opgesteld voor haar bezoek aan de Kew Gardens, waar ze vrijdag naartoe had willen gaan. Maar het meest fascinerende aan haar, voor Sabrina dan, was dat Emily bezig was geweest met het schrijven van een reisgids over Israël. Haar koffer bevatte tweehonderd pagina's van een met de hand geschreven manuscript, een stapel aantekeningen en een aanmoedigingsbrief van haar uitgever. Tien minuten lang zat Sabrina met hoge snelheid de pagina's door te lezen, waarbij ze haar aandacht gespitst hield op alles wat nadere informatie over Emily zou kunnen bieden. Ze stak een paar interessante wetenswaardigheden op over zulke plaatsen als Asjdod, Gedera, Givayatim, Migdal en Nazareth, maar niets daarvan leek veel licht te werpen op de vraag waarom deze studieuze, kennelijk nogal geremde politiek analiste was vermoord. Sabrina merkte dat de wandkast opnieuw haar aandacht trok. Er was iets mis mee, misschien maar iets heel kleins... Ze deed een stap naar achteren en keek eens naar de rij kleren, de jasjes, blouses en broeken, allemaal keurig aan hun hangertjes, met de onderste randen keurig in de plooi en alle hangertjes op gelijke afstanden van elkaar - een monument van dwangmatigheid, maniakaal precies, een klein meesterwerk van symmetrie, maar toch was er iets mis mee. Van een keurig gestreken en in het gelid gehangen beige jasje, hing één kant net iets lager dan de andere. En opvallender nog, toen Sabrina zich bukte en ernaar keek, zag ze een los draadje van wel een centimeter lang uit de zoom hangen, net op het laagste punt van het jasje. Ze voelde eens aan de zoom en voelde iets hards. Ze pakte het jasje uit de kast en voelde eens aan het ding. Het was een sleutel die in de zoom was genaaid. Heel zorgvuldig, steek voor steek, tornde ze het stiksel zo ver los dat ze de sleutel eruit kon vissen. Hij was van koper met een greep van versterkt plastic; het soort sleutel waarmee je zwaarbeveiligde kluizen en brandkasten afsluit. Ze stopte hem in haar zak. Om kwart over twee had ze het idee dat ze de kamer nu wel grondig had afgezocht. Ze ging bij de deur staan en liet haar ogen langzaam over het hele vertrek gaan: van links naar rechts, van hoog naar laag. Ze had nergens iets over het hoofd gezien. Langzaam liep ze nogmaals de kamer rond en keek in de wandkasten, de laden, de badkamerkastjes en onder het bed. Terwijl ze nog op haar knieën zat, bedacht ze zich ineens, keek opnieuw onder het bed en zag daar iets: een vel papier, dubbelgevouwen en onder de canvasband gestoken die het voeteneind van de matras in vorm hield. Er was niet meer dan een klein randje van te zien, maar ze wist dat ze dat de eerste keer al had moeten opmerken. 'Voor straf,' zei ze tegen zichzelf, 'krijg je straks maar één borrel in plaats van twee.' Het was een vel geperforeerd printerpapier dat in vieren was gevouwen. Ze maakte het open en legde het plat op het kleed. Er stond een verticale rij geprinte namen op en achter elke naam stond een adres. Zo op het eerste gezicht waren het allemaal namen van Duitse mannen. Er stonden een paar met potlood geschreven regeltjes onder en die waren geschreven in hetzelfde handschrift als dat van het manuscript: lijst voltooid 15/2/96, doorgegeven aan ES op 24/2/96. Sabrina keek nog eens naar de namen. Ze zeiden haar niets. Ze vouwde het lijstje weer op en stak het in haar zak. Als extra boetedoening voor het aanvankelijk over het hoofd zien van het vel papier, speurde ze nog een keer snel maar grondig de kamer af. Ze vond echter niets nieuws. Na een tijdje legde ze met behulp van de Polaroid-foto's alles weer terug waar het vandaan kwam. Daarna deed ze het licht uit, schoof de gordijnen open en ging weg, waarbij ze de deur achter zich op slot deed. Tien minuten later, toen ze terug was op haar kamer en met een drankje in de hand en de lijst naast zich op de bank zat, gebruikte ze haar mobiele telefoon en de speciaal gescramblede satellietverbinding om contact op te nemen met Philpott. Hoewel het in New York al na enen was, zat hij nog steeds aan zijn bureau. 'Ik neem aan dat u wel een voortgangsverslag wilt horen over de zaak-Emily Selby,' zei Sabrina. ik ben haar kamer binnengedrongen en heb er een paar dingen gevonden en meegenomen.' 'Zoals?' 'Een sleutel en een lijst met namen. Allemaal mannen, en volgens mij Duitsers.' 'Heb je 'm bij je?' 'Ja.' 'Lees eens een paar namen voor.' 'Ze staan niet in alfabetische volgorde. Te oordelen naar de adressen staan ze gerangschikt op plaatsnaam en staan die plaatsnamen weer op volgorde van hun afstand van Berlijn. Hier komen ze: Gunther Blascher, Walter Höllerer, Johann Boumann, Andfeas Wolff, Froedrich Schadow,Albrecht Schröder,Kurt Ditscher,Karl Schinkel...' 'Dat is wel goed. Fax het maar naar mijn beveiligde nummer.' 'Zeggen die namen u iets?' 'Daar hebben we het wel over als je terug bent.' Ergens op de achtergrond begon een telefoon te piepen, ik spreek je binnenkort wel. En vergeet niet die lijst te sturen.' Sabrina drukte op het rode knopje en nadat ze de hoorn had neergelegd, keek ze even op haar horloge. De nacht was vrijwel voorbij. Ze bleef een tijdje staan aarzelen of ze eerst een bad zou nemen of meteen naar bed zou gaan. In bad, besloot ze, en niet meer naar bed. Als het moest kon een lang heet bad een even verkwikkende uitwerking hebben als zes uur slaap en daarna zou ze rustig de gelegenheid hebben om zich aan te kleden, vroeg te ontbijten en de krant te lezen, en toch zou ze dan al om halfacht op weg kunnen gaan. Ze draaide de heetwaterkraan open en terwijl het bad volliep, trok ze haar kleren uit. Nadat ze zich erin had laten zakken en rustig onderuit was gaan zitten, zodat het water tot aan haar nek kwam en de warmte soepel haar spieren binnendrong, sloot ze haar ogen en liet haar gedachten de vrije loop. Ze dacht aan thuis, aan het restaurant waar ze in het weekeinde het liefste heen ging en aan de geruststellende sfeer en het comfort van haar flat in New York. En plotseling dacht ze aan de lunch. Vandaag. Ze sperde haar ogen wijd open. Dat had ze helemaal vergeten. Lunch met adjudant Lowther met de smachtende ogen. 'Merdef' kreunde ze, en even klonk ze net zoals haar moeder.