24

 

Sabrina schonk een grote bel cognac in en toen Erika de slaapkamer uit kwam, overhandigde ze haar het glas. Erika sloeg de drank in twee slokken achterover en Sabrina schonk haar nog eens in. Deze keer nipte Erika er echter alleen maar aan. 'Hij slaapt,' zei ze. Gregor was naar bed gegaan. Hij was misselijk van het gas. Zo te zien had hij willen vechten, maar Erika had hem streng gezegd dat hij nodig wat moest slapen en uiteindelijk had hij zich te ziek gevoeld om zich daartegen te verzetten. 'Ik heb me niet gerealiseerd hoe gehecht ik aan hem ben geraakt,' zei Erika. 'Dat kan soms een verrassing zijn.' 'Ik dacht, als hij sterft, dan sterf ik ook.' Ze keek Sabrina eens aan. 'Ik hou je aan je belofte, Erika.' 'Ga naar de keuken. Daar hebben we de ruimte om dingen neer te leggen.' Sabrina zette koffie terwijl Erika even belde. Tegen de tijd dat de koffie klaar was, stond er een motorkoerier aan de deur met een tas. Erika liep ermee naar de keuken en legde de inhoud ervan op de tafel: een dik in zwart leer gebonden boek, een fotoalbum en honderden met de hand beschreven vellen papier die in plukjes aan elkaar geniet waren. 'Dit materiaal wordt bewaard in het huis van een rechter,' zei Erika. 'Dit is de eerste keer dat het daarvandaan wordt gehaald sinds het verzameld is.' Sabrina voelde even aan de harde leren band van het grote boek. 'Dat is een opsomming van de misdaden van de Siegfriedjugend. Het zijn er meer dan tweeduizend: geweld, roof, fraude, afpersing en moord, over een periode van meer dan vijfendertig jaar.' 'Zijn dat hun eigen gegevens?' 'Afschriften ervan. Het heeft veel tijd, geld en moeite gekost om die te bemachtigen, dat verzeker ik je. Minstens één behulpzame administratief medewerker bij een advocatenkantoor is vermoord omdat hij ons had geholpen.' 'Wie zijn de mensen op die foto's?' 'De schuldigen, plus een paar van hun slachtoffers. Als je niet persoonlijk betrokken bent bij wat ze allemaal gedaan hebben, en nog steeds doen, zegt deze hele collectie je niet veel.' 'En al die aantekeningen?' 'Grotendeels uitgeschreven getuigenissen, voornamelijk van de slachtoffers.' 'Het ziet eruit als een echt liefdewerk, of iets dat voortkomt uit haat.' 'Wat me nog steeds verbaast,' zei Erika, 'is dat ze alles zo keurig hebben bijgehouden. Het is allemaal uiterst belastend voor henzelf, maar nazi's hebben de zelfdestructieve neiging om alles wat ze doen schriftelijk vast te leggen. Ze kunnen niets doen zonder er een aantekening van te maken. Ze moeten gewoon hun merkteken achterlaten, net als honden die een lantaarnpaal zien. Tijdens de oorlog hebben ze fortuinen aan geld, tijd en mankracht besteed aan het bijhouden van hun archieven, en op grond van het bewijsmateriaal uit die archieven zijn er naderhand tientallen opgehangen.' 'Het ziet eruit als een goed gearchiveerde collectie.' 'Het is briljant werk. Het systeem is opgezet door Johannes Lustig, Emily Selby's vader.' 'De neef van jouw vader.' 'Ja. Voor mij was hij oom Johannes. Hij heeft ook het eerste onderzoek gedaan. Na verloop van tijd is onze organisatie steeds beter geworden en ben ik samen met een paar andere leden van Juli Zwanzig het onderzoek gaan coördineren. We zijn trouwens pas een groep met een naam geworden na de dood van oom Johannes.' 'Dat wist ik al.' Erika zuchtte:'Dat had ik kunnen weten, veronderstel ik.' 'Zijn jullie allemaal activist? Of zijn de meesten van jullie fondsenwerver of onderzoeker?' 'Ik ben een anti-nazi-activiste in de ruimste zin van het woord,' zei Erika. 'Het wapen dat ik heb gekozen, is de journalistiek, en zoals je al geraden hebt, houden de meeste anderen zich bezig met fondsenwerving. Ze financieren lezingen en publicaties die bedoeld zijn om de herinnering aan wat er werkelijk is gebeurd levend te houden voor hele generaties joden, en ieder voor zich doen ze alles wat binnen hun vermogen ligt om onze beweging vorm en bezieling te geven. Maar het wezenlijke doel van Juli Zwanzig ligt toch op het fysieke vlak...' 'Jullie willen de nog levende leden van de Siegfriedjugend elimineren.' 'Precies. Oom Johannes was er onwankelbaar van overtuigd dat dat de enig afdoende manier was om ze onschadelijk te maken. Zowel individueel als collectief stuitte ons dat nogal tegen de borst, maar dat wilde niet zeggen dat het ook verkeerd was. We moesten iemand zien te vinden die in staat was om onze doelstellingen te realiseren.' 'Hadden jullie geen morele bezwaren tegen het inhuren van een executeur?' 'Nee, hoor, absoluut niet,' zei ze strijdlustig. 'Vergeet niet dat we jaar in jaar uit hebben moeten leven met de wetenschap dat de Siegfriedjugend systematisch het bestaan van joodse mensen ondermijnt en saboteert, en hen soms zelfs vermoordt. Ze doen het op subtiele wijze en nemen zelf nooit rechtstreeks contact met elkaar op. Als niemand hun tegenstand biedt, gaan ze eindeloos door. Iemand moet hen tot staan brengen en hen bestraffen.' 'Ze zijn niet onkwetsbaar. Jullie beschikken over bewijsmateriaal dat de politie tegen hen kan gebruiken.' 'Oom Johannes wilde niet dat dit aan de autoriteiten werd overhandigd. Om het soort gerechtigheid dat hij hoopte te kunnen verwezenlijken, hadden we iemand nodig die de nazi's net zozeer haatte als wij en die in staat was om mensen te doden.' 'Wie mag dat dan wel zijn? Wie is die geheimzinnige jongeman met blond haar en blauwe ogen?' Een ogenblik leek het alsof Erika dat niet wilde zeggen, maar ze hadden een duidelijke afspraak gemaakt en ze had haar woord gegeven. Sabrina zag haar even heel licht haar hoofd buigen, maar dat was het enige teken dat ze zich overgaf. 'Hij heet Einar Ahlin. Het is een Noor.' 'Waarom hij?' 'Twee jaar geleden is hij naar Duitsland gekomen met het vage plan om de neonazi's kwaad te doen. We zijn erin geslaagd om zijn aandacht op de oude nazi's te richten.' 'De Noren hebben geen goede herinneringen aan het Derde Rijk.' 'En deze Noor al helemaal niet. Einar heeft een bewogen leven geleid. Heel bewogen. Hij heeft niet alleen een nogal problematische karakterstructuur, maar lijdt ook aan epilepsie en is bovendien geboren in een familie met een tragisch oorlogsverleden. Zijn grootouders zijn doodgemarteld door de Duitse bezetters in Oslo, en die tragedie heeft het leven van hun dochter tot aan haar eigen dood grondig vergald.' 'Dat was Einars moeder?' Erika knikte. 'In 1989 heeft ze zelfmoord gepleegd. Bijna vijftig jaar lang heeft ze haar haat jegens de nazi's brandend gehouden en het vuur is al op jonge leeftijd op Einar overgegaan. Een heleboel mensen zouden zijn obsessie met de nazi's als pathologisch beschouwen.' 'Maar jullie konden hem goed gebruiken.' 'Je kunt de feiten naar eigen goeddunken interpreteren,' zei Erika. 'Hij gelooft in zijn werk, en ik ook. Het doet me een groot genoegen om activiteiten te financieren die het doel dat we allebei zo hartstochtelijk nastreven, weer wat naderbij brengen.' 'Met behulp van deze documenten lukt het jullie waarschijnlijk best om de resterende Siegfriedjongens voor de rest van hun leven achter de tralies te krijgen,' zei Sabrina. 'Denk je dat ik ze aan de politie moet overhandigen?' 'Dat zou wel zo beschaafd zijn.' 'Maar dan komen we weer op het onderwerp vergelding uit,' zei Erika. 'Is de behoefte om kwaad met kwaad te vergelden nu werkelijk zo onbeschaafd? Oog om oog, tand om tand, dat is toch de enig werkelijke vorm van rechtvaardigheid? Zo staat het al in de bijbel. Die klootzakken zijn al sinds hun jeugd voortdurend actief tegen de joden. Ze hebben mensen die ze helemaal niet kenden een hoop narigheid, rampspoed en dood bezorgd, en daar zullen ze voor moeten boeten. Het verlichte antwoord, levenslange gevangenisstraf, is niet afdoende. Ze moeten boeten met hun leven.' Het viel Sabrina op dat de hartstocht nu uit Erika's stem verdwenen was. Ze dreunde de woorden op en erg overtuigd klonk het niet. 'Waar is Einar Ahlin?' 'Geen idee.' Even klonk er iets van weerspannigheid in haar stem. Daaruit bleek dat Erika de zaak waaraan ze haar leven had gewijd, toch nog serieus nam. 'Kom op, Erika.' 'Ik heb beloofd dat ik zou meewerken. Ik heb niet beloofd om iemand aan jullie uit te leveren, en bovendien is het waar. Ik weet niet waar hij woont. We ontmoeten elkaar altijd op neutraal terrein. Hij werkt met een adreslijst die Emily voor hem heeft opgesteld, en werkt zijn doelwitten af in de volgorde waarop ze op de foto staan.' 'Welke foto?' Erika bladerde het album even door, sloeg het open bij een grote sepiakleurige uitvergroting van vijfentwintig bij veertig centimeter en drukte er even op. Het was een foto van Adolf Hitler. Hij stond in een verregende, kapotgebombardeerde straat en bracht de nazigroet aan een groep jonge jongens. 'De Siegfriedjugend,' zei Erika. 'Het is een foto uit 1945, en hij is genomen op de dag dat ze werden ingezworen.' De namen van de aanwezigen waren er in witte inkt bijgeschreven. De eerste was Stefan Fliegel. De volgende was Karl Sonnemann; naast hem stond Uli Jürgen. 'Einar is van de volgorde afgeweken toen de Amerikaan ten tonele verscheen.' 'Harold Gibson?' 'Ja.' 'Hoe wisten jullie dat?' 'Emily heeft me een e-mailtje gestuurd over hem en zijn organisatie. Al die informatie was afkomstig uit de aantekeningen die ze had verzameld. Ze waren bestemd voor een artikel waar oom Johannes ten tijde van zijn dood mee bezig was, een artikel over Amerikanen die financiële steun gaven aan een nazistische organisatie in Berlijn.' 'En je hebt Einar dat e-mailtje laten zien?' Erika knikte. 'Met dat soort dingen is hij altijd heel agressief en doortastend. Hij heeft onze informatie gebruikt om zelf een onderzoek in te stellen.' 'Wisten jullie dat hij van plan was Harold Gibson te vermoorden?' Erika schudde van nee. 'Jullie hebben die vent helemaal niet in de hand, hè?' zei Sabrina. Erika zweeg. Sabrina keek nog eens naar de foto. 'Uli Jürgen,' zei ze. 'Die naam komt me bekend voor.' Erika knikte. Ze wees naar de radio die op een hoek van het aanrecht stond. 'Uli Jürgen. Hij was net in het nieuws. Hij is eerder op de dag dood aangetroffen in zijn atelier.' Om haar te doordringen van de ernst van de situatie keek Sabrina haar lang en doordringend aan. 'Luister eens, Erika. Ik wil dat je iets begrijpt. De situatie die je hebt gecreëerd is inmiddels ver boven het niveau van een persoonlijke vete uitgegroeid. De levens van andere mensen lopen gevaar en dat kan ernstige gevolgen hebben voor de internationale veiligheid. Dus vraag ik het je nogmaals, en deze keer wil ik een duidelijk antwoord. Wat doen jullie als jullie contact willen opnemen met Einar Ahlin?' Erika zweeg even en keek Sabrina onderzoekend aan. Kennelijk was ze onder de indruk van de ernst die ze daar zag, want met duidelijke tegenzin zei ze: 'Hij heeft een vriendin en die stuurt de berichten door, in beide richtingen.' 'Wat is haar adres?' Erika pakte een kladblok en een pen van een van de planken boven het aanrecht. 'Haar naam is Magda Schaeffer.' 'Denk eraan,' zei Sabrina, 'als het adres niet klopt, kom ik weer terug.' 'Het klopt. Ik heb je mijn erewoord gegeven.' Erika schreef een adres op. Het was in de Oranienstrasse. 'Het is een eenkamerwoning boven een kleine nachtclub. Magda werkt daar als stripteasedanseres.' Sabrina stopte het papiertje in haar zak en keek nog eens naar de foto. De naam van de jongen naast Uli Jürgen was Andreas Wolff. 'Heb je een scanner?' vroeg ze. 'Waarvoor?' 'Voor deze gegevens.' Sabrina tikte op het boek. 'Ik wil er een paar kopieën van maken, en snel.' 'Ik geloof niet dat dat bij de afspraak hoorde.' Ook dit keer klonk het erg plichtmatig. Sabrina had het idee dat ze alleen maar tegenstribbelde voor de vorm. 'Waarom heb je me dan laten weten dat ze bestaan, Erika? Waarom heb je ze dan hierheen laten brengen?' 'Ik wilde dat je ze zou zien, dat je zou begrijpen welke rol zij in dit alles spelen.' Sabrina schudde haar hoofd. 'Je wilde dat ik een beslissing forceerde. Je wilt nog steeds die Siegfriedbende te grazen nemen, maar je weet maar al te goed dat die Einar allang voordat hij ze allemaal heeft uitgeroeid gepakt zal worden, en dat jullie kans om een tweede Einar te vinden ongelooflijk klein is.' 'Dat weet ik helemaal niet.' 'Alsjeblieft, Erika, doe nou niet alsof ik achterlijk ben. Die moordenaar van jullie is een extraverte persoonlijkheid. Elke keer dat hij toeslaat, doet hij dat op een heel opvallende manier. Nog voordat hij zelfs maar het halve lijstje heeft afgewerkt, loopt hij al tegen de lamp.' 'We hebben een doelstelling...' 'De enige hoop die jullie hebben, is dat de autoriteiten dit klusje voor jullie opknappen, en dat weet je maar al te goed. Die Einar van jullie is geen blijvertje. En ik denk dat je na de schrik van vandaag over Gregor liever zo snel mogelijk wat afstand wilt nemen van al dit lichamelijk geweld.' Even staarde Erika zwijgend voor zich uit. Toen maakte ze met haar duim een beweging in de richting van de deur. 'Er staat een scanner in mijn kantoor, verderop in de hal.' 'Kom mee en help me even.' Erika zette een tekstverwerkingsprogramma op de computer en met behulp van een flatbedscanner wist Sabrina de bladzijden uit het boek op het scherm te brengen. Toen ze klaar was, was het bestand enorm groot. 'Hoe wil je dat allemaal op één schijfje zien te krijgen?' vroeg Erika. 'De draagbare harde schijf is kapot.' 'Ik neem het bestand niet mee,' zei Sabrina. 'Ik verstuur het naar een beveiligd e-mailadres. Laat me even bij het toetsenbord, wil je?' Ze zette de modem aan, maakte contact met haar e-mailadres en tikte het UNACO-wachtwoord in dat haar toegang tot de elektronische brievenbus gaf. Toen de kist met het hangslot in beeld verscheen, toetste ze haar persoonlijke toegangscode in en zag hoe het deksel openging. Ze adresseerde het bestand Siegfriedjugend aan C.W. Whitlock en verstuurde het. Het duurde drie minuten voordat alles was verstuurd. 'En nu zie je me nooit meer terug,' zei ze. 'Kun je dat garanderen?' 'Nee, maar ik heb niet de minste behoefte om verder nog iets met je te maken te hebben. Zolang zich geen onvoorziene omstandigheden voordoen, hebben wij elkaar niets meer te zeggen.' Bij de deur zei ze: 'Ik heb begrip voor je streven, Erika, maar ik heb je echt niets ontnomen, hoor. Wat ik zei, was de waarheid. Vroeg of laat heeft die moordenaar van jullie pech.' Erika zwaaide even met haar hand. Misschien wilde ze daarmee aangeven dat ze het daarmee eens was. 'Ik heb hier...' ze aarzelde even. '...gemengde gevoelens over. Om te weten hoe ik me voel, moet je misschien wel een Duitse jodin zijn.'

*** 

Whitlock stond in de gang buiten de kopieerkamer van de UNACO. Net toen hij op de rode knop van zijn mobiele telefoon drukte en het ding in zijn zak liet glijden, kwam Philpott naar hem toe lopen. 'Er is een e-mailbericht voor je uit Berlijn,' zei hij en hij wees naar de deur van de Beveiligde Verbindingsruimte. 'Zullen we er even naar kijken?' Ze liepen naar binnen en Whitlock ging aan het apparaat zitten. Toen hij had gezien dat het e-mailbericht van Sabrina afkomstig was, tikte hij het commando DIRECT PRINT in en bleef staan wachten tot de printer klaar zou zijn. 'Kun je voor me vertalen wat er uit de printer komt?' vroeg Philpott. Whitlock knikte. Terwijl de steeds langer wordende strook papier die uit de printer kwam zich op het tapijt oprolde, stond hij onafgebroken rechtstreeks te vertalen, wel tien minuten lang. Hij las samenvattingen voor van frauduleuze transacties die tot het faillissement van joodse zakenlieden hadden geleid. Hij las gnuivende beschrijvingen van huisuitzettingen, afranselingen om middernacht, de groepsverkrachting van een joodse vrouw en twee moorden. Na de beschrijving van de tweede moord, zweeg hij. 'Ik denk dat we de rest maar beter in kleine doses tot ons kunnen nemen,' zei hij. 'Inderdaad.' Philpott begon het papier op te rollen.'Het goud dat die lieve meid deze keer heeft gevonden, heeft een wel heel misselijkmakende kleur geel. Zet er maar een stel vertalers op, dan maak ik intussen een afspraak met de Duitse legatie.' Hij wierp een snelle blik op de monitor. 'Waarom knippert dat zo, C.W.?' Whitlock keek op. 'Verdomme.' Hij drukte op de toets met het opschrift READ erop.'Het is een afzonderlijk bericht. Waarschijnlijk wilde ze dat we dat als eerste zouden lezen.' Sabrina's bericht verscheen op het scherm. Het was kort en bondig: Wolff zou wel eens de volgende kunnen zijn. 'Zorg dat je haar zo snel mogelijk te spreken krijgt,' zei Philpott. 'En waarschuw Mike.'